Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De bewindvoerder van een man moet meewerken aan de overdracht van zijn woning aan zijn dochter.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/718329 / KG ZA 22-480 MDvH/MvG

Vonnis in kort geding van 30 juni 2022

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiseres bij dagvaarding van 8 juni 2022,

advocaat mr. P. Salim te Amsterdam,

tegen

de stichting

STICHTING CENTRALE ADMINISTRATIE VOOR VOORZIENINGEN OP HET GEBIED VAN DE GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG,

in haar hoedanigheid van de bewindvoerder van [naam vader],

kantoorhoudende te Amsterdam,

gedaagde,

verschenen bij [naam 1] .

Partijen zullen hierna [eiseres] en Stichting CAV worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

[naam 1] is namens Stichting CAV bij volmacht verschenen.

1.2.

Op de mondelinge behandeling op 16 juni 2022 heeft [eiseres] de vordering toegelicht. Stichting CAV heeft verweer gevoerd. [eiseres] heeft producties in het geding gebracht en beide partijen een pleitnota. Vonnis is bepaald op heden.

1.3.

Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:

- [eiseres] , haar ouders: mevrouw [naam moeder] en de heer [naam vader] (hierna: [naam vader] ), [naam begeleider] , ambulant begeleider van [naam vader] , met mr. Salim;

- aan de zijde van Stichting CAV: [naam 1] , teamcoördinator, en [naam bewindvoerder] , uitvoerend bewindvoerder van [naam vader] .

2 De feiten

2.1.

De ouders van [eiseres] zijn [naam moeder] (hierna: [naam moeder] ) en [naam vader] , de onderbewindgestelde.

2.2.

[eiseres] , voor de helft, en haar ouders, die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, voor de andere helft, zijn in mei 2008 eigenaar geworden van de woning aan het [adres] (hierna: de woning).

2.3.

[eiseres] woont sindsdien in de woning en heeft altijd de hypotheek- en andere eigenaarslasten betaald.

2.4.

Bij beschikking van 19 november 2019 van de kantonrechter van deze rechtbank is bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [naam vader] , wegens lichamelijke/geestelijke toestand, met benoeming van Stichting CAV tot bewindvoerder. [naam bewindvoerder] (hierna: [naam bewindvoerder] ) is sinds oktober 2021 de uitvoerend bewindvoerder van [naam vader] . Zij heeft nooit contact met hem opgenomen.

2.5.

[eiseres] is gedupeerde van de toeslagenaffaire. Bij brief van 12 mei 2021 heeft de Belastingdienst hiervoor excuses aangeboden aan [eiseres] .

2.6.

[eiseres] en haar ouders zijn in 2021 bij de notaris geweest om het aandeel van haar ouders in de woning over te dragen aan [eiseres] . De bedoeling was dat zij de hypotheekschuld van haar ouders zou overnemen, zonder betaling van de helft van de overwaarde op de woning aan haar ouders. De notaris heeft hen toen meegedeeld dat het passeren van de leveringsakte niet mogelijk was zonder medewerking van de bewindvoerder van [naam vader] .

2.7.

[eiseres] en haar ouders hebben Stichting CAV vervolgens verzocht om namens [naam vader] mee te werken aan de levering van de woning aan [eiseres] .

2.8.

Bij e-mail van 24 maart 2022 heeft Stichting CAV de kantonrechter als volgt bericht:

“(…)

Wij hebben van de echtscheidingsadvocaat van de partner van de heer [naam vader] (…) een e-mail ontvangen waarin zij verzoekt aan de wensen van meneer, mevrouw en dochter in te gaan om dit met gesloten beurs af te handelen (…).

Ondanks het sta[n]dpunt van de advocaat zijn wij van mening dat wij het beste in het belang van de heer [eiseres] handelen door alleen akkoord te gaan bij een verdeling van de overwaarde van de woning. Mocht er een gegronde vordering vanuit dochter ontstaan, waarin compensatie voor derving van het woongenot is meegenomen. Dan zal deze vordering op de schuldenlijst van de heer [eiseres] opgenomen worden. (…)

Graag vernemen wij het standpunt van de Rechtbank om zo tot een afronding van dit verzoek te komen.”

2.9.

Bij e-mail van 31 maart 2022 heeft de kantonrechter aan Stichting CAV meegedeeld dat hij/zij het eens is met het standpunt van Stichting CAV om alleen akkoord te gaan met levering van de woning aan [eiseres] bij verdeling van de overwaarde van de woning.

2.10.

[eiseres] heeft een verklaring van 12 mei 2022 van haar moeder in het geding gebracht. Daarin staat, voor zover van belang, het volgende:

“Mijn man (…) en ik hebben in 2008 onze dochter (…) geholpen om de woning op [adres] te kopen, omdat zij toen geen voldoende inkomen had om zelf een hypotheek te krijgen. Om dat te regelen moest ik voor hypotheek tekenen en op papier 50% eigenaar worden van de woning. We hebben afgesproken dat zij de woning zonder ons iets hoeven te betalen op haar naam zet, zodra zij zelf hypotheek kan krijgen.

(…)”.

2.11.

Bij brief van 31 mei 2022 heeft de advocaat van [eiseres] aan Stichting CAV, voor zover van belang, het volgende geschreven:

“De litigieuze woning is in mei 2018 (bedoeld is 2008, vzr) door mevrouw [naam moeder] en cliënte gekocht. Aanvankelijk wilde cliënte zelf de woning kopen. Omdat toen is gebleken dat zij niet in aanmerking kwam voor een hypothecaire lening heeft mevrouw [naam moeder] aangeboden om mee te tekenen voor de hypotheek en mede-eigenaar te worden van de woning. Afgesproken werd dat mevrouw [naam moeder] de woning aan cliënte om niet over zou dragen zodra zij zelf voor de volledige hypotheekwaarde een financiering zou kunnen krijgen. De heer [eiseres] heeft niet meegetekend maar heeft wel met deze constructie ingestemd. Omdat de heer [eiseres] en mevrouw [naam moeder] in gemeenschap van goederen getrouwd zijn heeft de heer [eiseres] ook voor deze transactie ten overstaan van de notaris toestemming moeten geven. De hypotheekdocumenten zijn ook door hem goedgekeurd. De heer [eiseres] heeft met deze mondelinge overeenkomst ingestemd. Destijds stond het vermogen van de heer [eiseres] niet onder bewind. Derhalve stond het hem vrij om deze afspraak met zijn dochter te maken. Ter onderbouwing van deze stelling wordt hierbij een verklaring van mevrouw [naam moeder] overgelegd (de onder 2.10 geciteerde verklaring, vzr).

Terwijl het de bedoeling was dat cliënte zo snel mogelijk het huis volledig om niet over zou nemen heeft deze overname veel langer dan aanvankelijk verwacht op zich laten wachten. Cliënte is gedupeerde van de Toeslagenaffaire waardoor zij door het toedoen van de Staat jarenlang geen financiering heeft kunnen krijgen.

(…)

Indien u na dit schrijven nog steeds geen medewerking verleent aan de uitvoering van de gemaakte afspraken, is cliënte genoodzaakt om diverse juridische procedures te starten om de nakoming van de gemaakte afspraken in rechte af te dwingen.”.

2.12.

[eiseres] heeft van een kredietverstrekker een financieringsvoorstel ontvangen waarmee zij de hypotheek van haar ouders kan overnemen.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert, samengevat:

I. Stichting CAV te veroordelen medewerking te verlenen, op straffe van een dwangsom, aan de overdracht van de woning aan [eiseres] alsook aan het passeren van alle nodige aktes van levering en het royeren van de daarop gevestigde hypothecaire lening door alle nodige handelingen te verrichten die voor de (notariële) levering van de woning aan [eiseres] nodig zijn ten overstaan van een door haar aan te wijzen notaris, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van Stichting CAV,

II. in goede justitie een beslissing te nemen,

III. Stichting CAV te veroordelen in de integrale proceskosten.

3.2.

[eiseres] stelt hiertoe, samengevat, dat Stichting CAV uit hoofde van een mondelinge overeenkomst tussen [eiseres] en haar ouders gehouden is om medewerking te verlenen aan de overdracht van de woning aan [eiseres] conform de tussen [eiseres] en haar ouders gemaakte afspraak. Die afspraak, die is gemaakt jaren voordat [naam vader] onder bewind werd gesteld, houdt in dat de overwaarde op de woning niet aan haar ouders toekomt en zij de woning in eigendom kan krijgen door de hypotheekschuld van haar ouders over te nemen.

3.3.

Stichting CAV voert als volgt verweer. Zij betwist het bestaan van de mondelinge afspraak tussen [eiseres] en haar ouders. Stichting CAV heeft de situatie aan de kantonrechter voorgelegd en die is het eens met Stichting CAV dat de overwaarde moet worden verdeeld.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

De vraag is of voldoende aannemelijk is dat [eiseres] met haar ouders mondeling heeft afgesproken dat zij het aandeel van haar ouders in de woning kan overnemen zonder aan hen de overwaarde te betalen.

4.2.

Stichting CAV heeft het bestaan van deze afspraak betwist. Gelet op de hierna te noemen omstandigheden komt deze betwisting vreemd voor. [naam bewindvoerder] , uitvoerend bewindvoerder sinds oktober 2021, heeft ter zitting verklaard nimmer contact te hebben gehad met [naam vader] , noch met zijn dochter, haar moeder [naam moeder] en/of Kammeron, de ambulant begeleider van [naam vader] . [naam 1] , teamcoördinator bij Stichting CAV, heeft ter zitting verklaard de ochtend voor de mondelinge behandeling kort te hebben gebeld met [naam vader] , maar in dat gesprek niet te hebben gevraagd naar het bestaan van de afspraak. Zonder dus met de familie [eiseres] te hebben gesproken, wordt door Stichting CAV de afspraak waarop deze familie zich beroept betwist.

4.3.

Stichting CAV heeft aan de kantonrechter bericht dat de familie [eiseres] heeft verzocht om het aandeel van de ouders van [eiseres] in de woning met gesloten beurzen aan haar over te dragen. Stichting CAV heeft daarmee, naar de voorzieningenrechter wil aannemen onbewust, de kantonrechter niet volledig ingelicht. Zij had immers aan de kantonrechter moeten laten weten dat [eiseres] en haar ouders een beroep deden op een tussen hen gemaakte mondelinge afspraak. Om deze reden komt aan het bericht van de kantonrechter (2.9) geen betekenis toe.

4.4.

In de akte van levering van mei 2008 zijn geen aanwijzingen te vinden van de afspraak waarop [eiseres] een beroep doet. Dat [eiseres] en haar ouders niets op papier hebben gezet, is op zichzelf niet vreemd. Ouders en kinderen vinden dat vaak niet nodig omdat zij ervan uitgaan dat zij elkaar kunnen vertrouwen. Dat een dergelijke afspraak binnen een gezin aan ‘de keukentafel’ wordt gemaakt, is niet ongebruikelijk. Bovendien is het ook niet ongebruikelijk dat ouders (die daar financieel toe in staat zijn) hun kinderen op deze manier helpen bij het kopen van hun (eerste) woning.

4.5.

[eiseres] heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat het de bedoeling was dat haar moeder garant zou staan voor de hypotheek en het niet hun intentie is geweest dat haar moeder mede-eigenaar zou worden. Dit duidt er in ieder geval op dat het van meet af aan niet de bedoeling is geweest dat haar moeder, en daarmee ook haar vader, zouden meedelen in de overwaarde.

4.6.

In de onder 2.10 aangehaalde verklaring bevestigt [naam moeder] de mondelinge afspraak waarop [eiseres] een beroep doet. Ter zitting hebben beiden desgevraagd bevestigd dat deze afspraak zo is gemaakt. Deze bevestiging kwam de voorzieningenrechter waarachtig voor.

4.7.

In het feit dat [eiseres] van meet af aan in de woning heeft gewoond en altijd de hypotheek- en andere eigenaarslasten voor haar rekening heeft genomen, ziet de voorzieningenrechter een bevestiging van de afspraak tussen [eiseres] en haar ouders.

4.8.

Tot slot heeft Kammeron ter zitting meegedeeld dat [naam vader] goede en slechte dagen heeft. Kammeron heeft niet verklaard dat [naam vader] op goede dagen het bestaan van de afspraak met [eiseres] heeft ontkend.

4.9.

Op grond van bovenstaande is voorshands voldoende aannemelijk dat [eiseres] en haar ouders mondeling hebben afgesproken dat zij het aandeel van haar ouders in de woning kan overnemen zonder aan hen de overwaarde te betalen. Nu deze afspraak is gemaakt jaren voordat [naam vader] onder bewind werd gesteld, is deze rechtsgeldig.

4.10.

Dit betekent dat de vordering van [eiseres] zal worden toegewezen.

4.11.

De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen. [naam 1] heeft namens Stichting CAV desgevraagd verklaard zonder meer mee te zullen werken aan een veroordelend vonnis (na het verkrijgen van de mogelijk vereiste toestemming van de kantonrechter). De voorzieningenrechter heeft geen reden om aan deze toezegging te twijfelen. Bovendien heeft [eiseres] de medewerking van Stichting CAV uiteindelijk niet nodig omdat ook zal worden beslist (zoals gevorderd|) dat dit vonnis zo nodig in de plaats zal treden van de vereiste medewerking van Stichting CAV.

4.12.

De vordering om Stichting CAV te veroordelen in de integrale proceskosten zal worden afgewezen. In de dagvaarding is toegelicht dat deze vordering ertoe strekt de volledige proceskosten voor rekening van Stichting CAV als zodanig te laten komen, en dus niet in haar hoedanigheid van de bewindvoerder van [naam vader] . Omdat Stichting CAV in die laatste hoedanigheid in dit kort geding is verschenen, strandt de vordering reeds daarop.

4.13.

De proceskosten zullen tussen partijen worden verrekend. Een eventuele proceskostenveroordeling zal immers ten laste komen van het vermogen van [naam vader] . Het komt de voorzieningenrechter voor dat [eiseres] dat niet zal willen.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

veroordeelt Stichting CAV om binnen zeven (7) dagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de overdracht van de woning aan [eiseres] zonder verdeling van de overwaarde, alsook aan het passeren van alle nodige aktes van levering en het royeren van de daarop gevestigde hypothecaire lening door alle nodige handelingen te verrichten die voor de notariële levering van de woning aan [eiseres] nodig zijn ten overstaan van een door [eiseres] aan te wijzen notaris, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats treedt van deze medewerking van Stichting CAV (als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW),

5.2.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.3.

verrekent de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2022.

type: MvG

coll: LO


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature