Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Beslissing van de rechtbank op verzoeken van de verdediging n.a.v. het voegen van Sky-berichten in het procesdossier.

Uitspraak



Rechtbank Amsterdam

Motivering beslissingen van de rechtbank van 5 januari 2022 op verzoeken van de verdediging, zoals besproken op de openbare zitting van 5 januari 2022 in de zaak 13/997012-20 tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres]

.

Inleiding

Op de regiezitting van 5 januari 2022 heeft de verdediging verzoeken gedaan. De rechtbank heeft op een aantal van die verzoeken beslist op de regiezitting. Die beslissingen zijn met motivering opgenomen in het proces-verbaal van de regiezitting. De beslissingen op de overige verzoeken heeft de rechtbank in de middag na de regiezitting per e-mail meegedeeld aan de rechter-commissaris, officier van justitie en de verdediging. Dat betreft de volgende beslissingen:

Verzoeken ten aanzien van de Sky-berichten

Het verzoek tot voeging in het procesdossier o.g.v. artikel 315 Sv van de volgende stukken:

1. De op 13 december 2019 tussen Nederland, Frankrijk en België overeengekomen Joint Investigation Team (JIT)-overeenkomst;

2. Alle bevelen en machtigingen van de Nederlandse officier van justitie en rechter-commissaris in het kader van het JIT;

3. Alle processen-verbaal van de door Nederlandse opsporingsambtenaren verrichtte opsporingshandelingen in het kader van het JIT;

4. De rechtshulpverzoeken die sinds 2019 zijn gedaan aangaande Sky ECC;

5. Alle (schriftelijke en mondelinge) informatieverstrekking van het OM aan de rechter-commissaris aangaande het onderzoek 26Dunbar en de verdachten in dit onderzoek,

wordt afgewezen.

De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie op de regiezitting van vandaag heeft toegezegd dat nog informatie zal worden verstrekt, waarbij verantwoording zal worden afgelegd voor het gebruik van gegevens uit het onderzoek Argus in het onderzoek 26Dunbar (126dd Sv).

De rechtbank verzoekt de officier van justitie ook de rechters-commissaris van 26Argus te vragen om informatie te verstrekken waaruit blijkt dat aan hen toestemming is gevraagd om informatie uit 26Argus te delen met het onderzoeksteam 26Dunbar; dat die toestemming is verleend en per welke datum; en die informatie aan het dossier 26Dunbar toe te voegen.

Verzoek horen getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3]

Het verzoek tot het horen als getuige van de Letse verbalisanten die [getuige 4] en [getuige 5] hebben verhoord:

- [getuige 1] ;

- [getuige 2] ;

- [getuige 3] ,

wordt toegewezen. Deze getuigen zullen worden gehoord door de rechter-commissaris.

De rechtbank zal die beslissingen hieronder motiveren.

Motivering beslissingen

Beslissingen op verzoeken ten aanzien van de Sky-berichten

De rechtbank constateert dat de inzet van de methode waarmee de SkyECC berichten in Frankrijk zijn onderschept, is geschied met toestemming van een Franse rechter. De Franse autoriteiten hebben verzamelde data op basis van artikel 26 van het Cybercrimeverdrag gedeeld met het Nederlandse Openbaar Ministerie. Frankrijk is aangesloten bij het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Er mag voorshands van uit worden gegaan dat de Franse rechter de inzet van de opsporingsbevoegdheden heeft getoetst aan Franse wetgeving voor strafvordering en aan het EVRM.

Dit vertrouwensbeginsel wordt niet opzij gezet in het geval dat Nederlandse opsporingsambtenaren ten tijde van de ontwikkeling en plaatsing van de interceptietool technische expertise en/of bijstand aan Frankrijk hebben geleverd. De verantwoordelijkheid voor het opsporingsonderzoek ligt nog steeds bij de Franse autoriteiten, die het interceptiemiddel hebben ingezet nadat dit door een Franse rechter was getoetst, op basis van Frans recht. De rechtmatigheid van deze inzet staat niet in Nederland ter beoordeling voor en moet worden verondersteld.

Uit het proces-verbaal van bevindingen van 6 mei 2021 van de rechters-commissaris

AMS-0012 en AMS-0014 in onderzoek 26Argus volgt dat het Openbaar Ministerie toestemming heeft gevraagd om de in Frankrijk verkregen gegevens te kunnen gebruiken in andere opsporingsonderzoeken in Nederland. De rechters-commissaris hebben zich allereerst de vraag gesteld of voor hen in dit kader een rol was weggelegd, omdat als uitgangspunt moet worden genomen dat de gegevens rechtmatig door de Nederlandse opsporingsdiensten zijn verkregen en de wet geen procedure voor dit soort gevallen biedt. Vervolgens hebben de rechters-commissaris geconcludeerd dat een toetsing van de proportionaliteit bij het gebruik van de Sky-data aangewezen was, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen.

De rechters-commissaris hebben bepaald dat slechts gebruik mag worden gemaakt van de gegevens uit 26Argus in andere opsporingsonderzoeken nadat zij daar toestemming voor hebben gegeven en zij hebben daarnaast aanvullende voorwaarden gesteld aan dat verdere gebruik ervan. De Nederlandse rechters-commissaris in 26Argus hebben aldus, nadat zij inzage hebben gehad in de Franse beslissingen, het gebruik van de in Frankrijk verkregen gegevens getoetst aan Nederlands recht, waarna, onder het stellen van nadere voorwaarden, toestemming is gegeven voor het gebruik ervan in Nederland. De rechtbank ziet daarom geen aanwijzingen dat er schendingen zijn geweest van Frans recht, Nederlands recht of het EVRM.

In het verlengde van het voorgaande mag ook worden aangenomen dat de Nederlandse rechters-commissaris, voor zover nodig hebben gekeken naar de ‘Aanwijzing internationale gemeenschappelijke onderzoeksteams’. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat niet meer hoeft te worden getoetst aan die Aanwijzing. Gelet op de rechterlijke toetsingen aan Frans recht, Nederlands recht en het EVRM, komt geen zelfstandige betekenis toe aan de toetsing aan die Aanwijzing.

Gelet op het voorgaande worden de verzoeken afgewezen.

In dit verband acht de rechtbank van belang dat de officier van justitie op de regiezitting van

5 januari 2022 in reactie op de onderzoekswensen van de raadslieden heeft toegezegd dat informatie zal worden verstrekt, waarbij verantwoording zal worden afgelegd voor het gebruik van gegevens uit het onderzoek 26Argus in het onderzoek 26Dunbar (126dd Sv).

Verder wil de rechtbank informatie ontvangen van de rechters-commissaris in 26Argus waaruit blijkt dat, en op welke datum, aan hen de toestemming is gevraagd om informatie uit 26Argus te delen met het onderzoeksteam 26Dunbar; dat die toestemming is verleend; en per welke datum. Het wordt aan de rechters-commissaris gelaten op welke wijze aan deze informatieverstrekking invulling wordt gegeven.

Beslissingen op verzoek horen getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3]

De verdediging heeft belang bij het horen van de Letse verbalisanten, die betrokken waren bij de verhoren van de getuigen [getuige 4] en [getuige 5] . De rechtbank heeft eerder al navraag laten doen naar de verslaglegging van die verhoren, in het bijzonder naar de identieke passages in de verhoren van beide getuigen. Hierop heeft verbalisant [getuige 1] , op verzoek van de officier van justitie, per e-mail een korte toelichting gegeven:

“About identical, word-for-word answers to the questions in interrogation protocols.

Because the questions for [getuige 4] and [getuige 5] were the same and due to the short time scale and very tight schedule I used [getuige 4] interrogation protocol as the base for [getuige 5] interrogation and changed only the answers which weren't the same. I used this technique as an investigator very often when I must interrogate witnesses/suspects who were involved in the same crime because then I can see in the interrogation process all the differences which are very crucial.”

De officier van justitie heeft op 21 december 2021 een proces-verbaal van bevindingen met deze toelichting van verbalisant [getuige 1] overgelegd.

De verdediging heeft aangevoerd dat de werkwijze van de Letse verbalisant vragen oproept. De verdediging wenst nu ook vragen te stellen aan de verbalisanten die bij de verhoren betrokken waren op punten als dwang die mogelijk is uitgeoefend op de getuigen en de gang van zaken bij het tonen van foto’s aan de getuigen. De vragen zien op het toetsen van de rechtmatigheid van het onderzoek, met name omdat de verklaringen van [getuige 4] en

[getuige 5] een belangrijke rol hebben gespeeld in het voorbereidend onderzoek. De rechtbank is van oordeel dat de verdediging redelijkerwijs in zijn belangen wordt geschaad indien dit verzoek wordt afgewezen. Het verzoek tot het horen van de drie verbalisanten wordt toegewezen. De bevraging zou wat de rechtbank betreft vooral moeten zien op hoe het in deze zaak gegaan is en niet zozeer op de deskundigheid en werkwijze van de Letse verbalisanten in het algemeen.

Een afschrift van deze motivering wordt, zoals op de zitting van 5 januari 2022 met instemming van de raadsman en de officier van justitie is besproken, als bijlage aan het proces-verbaal van de zitting van 5 januari 2022 gehecht.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature