U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Vrijspraak openlijke geweldpleging in vereniging.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/242177-19

Datum uitspraak: 15 juli 2021

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1987,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres: [adres] ,

[woonplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juli 2021. Verdachte was hierbij aanwezig.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.N. Refos, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.C. Bunnik, naar voren hebben gebracht.

Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de benadeelde partij, [persoon 1] , die werd vertegenwoordigd door mr. J. Gunning.

2 Tenlastelegging

Verdachte wordt ervan verdacht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan:

openlijke geweldpleging in vereniging tegen [persoon 1] op 7 december 2018 te Amsterdam, subsidiair ten laste gelegd als mishandeling in vereniging.

De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Vrijspraak

3.1

Inleiding

Op 7 december 2018 omstreeks 20:00 uur vond er een confrontatie plaats op de kruising [straatnaam 1] met de [straatnaam 2] te Amsterdam.

[persoon 1] en [persoon 2] hebben aangifte van mishandeling gedaan tegen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] , de vader van verdachte, en [medeverdachte 2] , de zwager van verdachte.

[persoon 1] en [persoon 2] hebben verklaard dat zij op 7 december 2018 samen wat hebben gedronken en vervolgens naar het huis van de familie [familie] zijn gegaan om te praten met verdachte over het gedrag van zijn zusje, [zusje verdachte] . Zij zou met hen tegelijkertijd een relatie hebben gehad. Eenmaal aangekomen bij het huis zagen zij de familie [familie] voor de deur staan. Volgens zowel [persoon 1] als [persoon 2] zouden [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] vervolgens [persoon 1] in elkaar hebben geslagen.

[persoon 1] bezocht op 8 december 2018 de Spoedeisende Hulp van OLVG West. Daarover bevindt zich een rapport in het dossier. Ook is er een letselverklaring opgemaakt door de GGD Amsterdam, afdeling forensische geneeskunde, op 10 december 2018.

Op 21 januari 2019 werd getuige [getuige] telefonisch gehoord over het voorval van 7 december 2018. Hij heeft op de laatstgenoemde datum om 20:29 uur de politie gebeld. Hij verklaarde dat hij geschreeuw hoorde en uit zijn raam keek. Hij zag op de [straatnaam 1] een auto met daarin twee personen. De bestuurder werd aangevallen door twee of drie mannen.

De verdachten hebben de aan hen ten laste gelegde feiten ontkend. Verdachte stelt dat hij juist degene is geweest die is mishandeld door [persoon 1] op 7 december 2018. Verdachte zou een vuistslag in zijn gezicht van [persoon 1] hebben gehad, waardoor er een tand zou zijn afgebroken. Ook zou hij door [persoon 1] in zijn hand zijn gebeten. Hij heeft daarvan diezelfde avond aangifte gedaan. Er bevinden zich foto’s van het letsel van verdachte in het dossier.

3.2

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie vindt dat het primair aan verdachte ten laste gelegde kan worden bewezen op basis van de aangiftes van [persoon 1] en [persoon 2] , de getuigenverklaring van [getuige] en het letsel van [persoon 1] .

3.3

Standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit vanwege onvoldoende (overtuigend) bewijs. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de getuigenverklaring van [getuige] niet voor het bewijs kan worden gebruikt, omdat deze op punten aantoonbaar onjuist is en de betrouwbaarheid van de waarnemingen niet kan worden getoetst. Daarnaast heeft zij bepleit dat niet kan worden vastgesteld dat het letsel van [persoon 1] is veroorzaakt door het voorval van 7 december 2018. Het dossier bevat verschillende aanknopingspunten om aan te nemen dat [persoon 1] al vóór de confrontatie verwondingen had.

3.4

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het ten laste gelegde niet bewezen en daarom wordt verdachte vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte samen met de medeverdachten geweld heeft gepleegd tegen [persoon 1] op 7 december 2018 in Amsterdam, waardoor [persoon 1] letsel heeft opgelopen. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend.

De rechtbank is van oordeel dat zich in het dossier onvoldoende bewijs bevindt dat verdachte op 7 december 2018 te Amsterdam samen met zijn vader en zwager geweld heeft gebruikt tegen [persoon 1] dan wel [persoon 1] heeft mishandeld en spreekt verdachte daarom vrij van het aan hem ten laste gelegde.

De rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat zich in het dossier tegenstrijdige verklaringen bevinden over wat zich heeft afgespeeld op 7 december 2018. Tegenover de aangiftes van [persoon 1] en [persoon 2] staan de verklaringen van verdachte en zijn zusje, [zusje verdachte] . Zij hebben beiden verklaard dat juist verdachte degene is geweest die werd mishandeld in plaats van [persoon 1] en [persoon 2] . De vader en zwager van verdachte zouden ook niet bij de confrontatie betrokken zijn geweest. In het dossier bevinden zich foto’s van het letsel van verdachte.

De officier van justitie vindt steunbewijs voor de aangiften van [persoon 1] en [persoon 2] in de getuigenverklaring van [getuige] en het letsel van [persoon 1] . De rechtbank oordeelt anders.

Het verhoor van [getuige] betreft allereerst een verhoor dat telefonisch is afgenomen, meer dan een maand nadat het voorval heeft plaatsgevonden. De getuige zei daarover zelf bij aanvang van het verhoor dat hij daardoor niet meer alles even goed zou weten. De getuigenverklaring is naar het oordeel van de rechtbank verder onvoldoende specifiek. De getuige heeft verklaard over twee óf drie mannen die twee personen in een auto zouden hebben aangevallen. Hij heeft geen omschrijving gegeven van de personen en de auto. Ook is onbekend gebleven waar de getuige zich precies bevond ten tijde van het voorval en vanaf welke afstand hij het voorval heeft waargenomen.

Hoewel uit het dossier volgt dat er bij [persoon 1] sprake was van letsel, kan de rechtbank niet met zekerheid vaststellen dat dit letsel het gevolg is van het voorval van 7 december 2018. [persoon 1] heeft pas een dag later de spoedeisende hulp bezocht. Zowel verdachte als [zusje verdachte] hebben daarnaast verklaard dat [persoon 1] al bebloed was op het moment dat hij bij het huis van de familie [familie] aankwam. [zusje verdachte] heeft ook verklaard dat [persoon 1] haar eerder, in de nacht van 2 op 3 oktober 2018, foto’s waarop hijzelf bebloed te zien is heeft verstuurd. Deze foto’s bevinden zich ook in het dossier.

De rechtbank vindt gelet op het voorgaande dat de aangiftes van [persoon 1] en [persoon 2] , die als gezegd lijnrecht tegenover de aangifte en verklaringen van verdachte en zijn zusje staan, niet voldoende worden ondersteund door de getuigenverklaring van [getuige] en het bij [persoon 1] geconstateerde letsel.

4 Ten aanzien van de benadeelde partij

Namens de benadeelde partij [persoon 1] wordt EUR 3.000,- gevorderd als vergoeding voor immateriële schade. De benadeelde partij zal in zijn vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde.

5 Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart de benadeelde partij, [persoon 1] , niet-ontvankelijk in zijn vordering.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. G.M. van Dijk, voorzitter,

mrs. A.C.J. Klaver en M. Snijders Blok-Nijensteen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. I. Struijkenkamp, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juli 2021.

[…]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature