Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

EMG / verweerder mag uitgaan van de juistheid van een proces-verbaal / beroep ongegrond

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 20/4607

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te Amsterdam, eiser

en

de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerder

( [gemachtigde] ).

Procesverloop

Bij besluit van 11 mei 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) opgelegd.

Bij besluit van 29 juli 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek op de Skype -zitting heeft plaatsgevonden op 8 juni 2021. Eiser is, zonder voorafgaand bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting gesloten.

Met inachtneming van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank onmiddellijk na sluiting van het onderzoek op de zitting mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Motivering

Ten aanzien van het griffierecht

1. Eiser heeft verzocht om vrijgesteld te worden van de verplichting tot het betalen van griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank stelt op basis van de overgelegde eigen verklaring omtrent de afwezigheid van vermogen en inkomen vast dat eiser aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoet. Eiser hoeft dus geen griffierecht te betalen.

Ten aanzien van het beroep

2. Deze zaak is geen strafrechtelijke procedure, maar een bestuursrechtelijke maatregel die gericht is op de bevordering van de verkeersveiligheid, waarvoor juist vanwege dat doel andere bewijsregels gelden. Voldoende basis voor het opleggen van een dergelijke maatregel is dat sprake is van omstandigheden die het vermoeden rechtvaardigen dat de houder van een rijbewijs niet langer beschikt over de rijvaardigheid of lichamelijke/geestelijke geschiktheid die vereist is voor het besturen van, in dit geval, een auto. De basis voor het opleggen van deze maatregel is in dit geval het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van de politie. Daarin staat dat eiser een aantal gedragingen heeft gepleegd, waarbij het overige verkeer in gevaar is gebracht. Eiser reed onder andere met hoge snelheid over een zebrapad waardoor een voetganger, die op het zebrapad liep, uit de weg moest rennen. Daarbij haalde eiser twee voertuigen in via de rijbaan van het tegemoetkomend verkeer en reed hij met hoge snelheid over de trambaan. Verder haalde eiser met hoge snelheid een voertuig in dat voor een rood verkeerslicht stond en reed daarbij op de rijbaan voor links afslaand verkeer. Eiser reed daarbij tevens door het rode verkeerslicht. Dat eiser in de auto reed, staat vast.

3. De rechtbank is van oordeel dat verweerder mocht uitgaan van het proces-verbaal en verwijst daarvoor naar vaste rechtspraak. Eiser heeft weliswaar verklaard dat het proces-verbaal niet klopt, maar heeft dat niet verder onderbouwd. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat deze enkele en niet nader onderbouwde ontkenning niet leidt tot twijfel aan de juistheid van het proces-verbaal. Er is voor verweerder voorts geen ruimte voor een belangenafweging. De maatregel mocht dus aan eiser worden opgelegd.

4. Voor het juridisch kader verwijst de rechtbank naar de artikelen 130 en 131 van de Wegenverkeerswet 1994 , artikel 14 van de Regeling rijvaardigheid en geschiktheid

Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.

mr. N.R. Peters mr. A.K. Mireku

griffier

rechter

afschrift verzonden op:

RECHTSMIDDEL

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Proces-verbaal van overtreding van 28 april 2020, met nummer PL1300-2020088433-1.

Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van

18 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1336.

Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van

11 februari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:385.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature