Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De man die via zijn webshop pre-orders liet plaatsen voor de PlayStation 5 mag geen inbreuken plegen op de merk- en auteursrechten van Sony.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/692236 / KG ZA 20-985 MW/JT

Vonnis in kort geding van 7 december 2020

in de zaak van

1. de vennootschap naar buitenlands recht

KABUSHIKI KAISHA SONY INTERACTIVE ENTERTAINMENT INC.,t.h.o.d.n. Sony Interactive Entertainment Inc.,

gevestigd te Tokio, Japan,

2. de vennootschap naar buitenlands recht

SONY INTERACTIVE ENTERTAINMENT EUROPE LTD.,

gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SONY INTERACTIVE ENTERTAINMENT BENELUX B.V.,

gevestigd te Hilversum,

eiseressen bij dagvaarding van 4 november 2020,

advocaat mr. C.P. Engels te Amsterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

verschenen in persoon.

Eiseressen zullen hierna afzonderlijk SIE, SIEE en SIEB worden genoemd, alsmede gezamenlijk Sony c.s. Gedaagde zal hierna [gedaagde] worden genoemd.

1 De procedure

Op de mondelinge behandeling van 23 november 2020 hebben Sony c.s. de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Sony c.s. hebben producties en een pleitnota ingediend.

Vonnis is bepaald op heden. Ter zitting waren aanwezig: mr. Engels namens Sony c.s., en de gedaagde [gedaagde] .

2 De feiten

2.1.

SIE is de producent van de over de gehele wereld bekende PlayStation spelcomputers, waaronder de Playstation 3, de Playstation 4 en de op 19 november 2020 gelanceerde PlayStation 5 (hierna: PS5). SIE is al jaren een van de marktleiders op het gebied van spelcomputers en de PlayStation spelcomputers zijn wereldwijd al tientallen miljoenen keren verkocht. SIE is tevens ontwikkelaar en/of uitgever van een breed scala aan games voor de PlayStation spelcomputers.

2.2.

SIEE is het Europese deel van het SIE-concern. SIEB is het onderdeel van het SIE-concern dat verantwoordelijk is voor marketing en distributie van de apparatuur in de Benelux.

2.3.

Sony c.s. zijn houder van een groot aantal merken. Deze merken worden gebruikt in combinatie met de door Sony c.s. verhandelde apparatuur, software en games.

2.4.

Voor zover relevant in deze zaak zijn Sony c.s. houder van de volgende gedeponeerde merken:

merknaam

soort

type

registratienr.

registratiedatum

PS

Uniemerk

woordmerk

011071131

25-12-2012

PLAYSTATION

Uniemerk

woordmerk

001545094

24-10-2003

GHOST OF TSUSHIMA

Uniemerk

woordmerk

1423333

07-03-2018

GRAN TURISMO

Uniemerk

woordmerk

000943530

23-12-1999

PS

Uniemerk

beeldmerk

008553828

16-03-2010

GT

Uniemerk

beeldmerk

1369279

03-03-2017

PLAYSTATION

Beneluxmerk

beeldmerk

834465

27-09-1994

2.5.

Voornoemde drie beeldmerken zien er grafisch weergegeven als volgt uit:

2.6.

[gedaagde] exploiteert sinds oktober 2019 een eenmanszaak onder de handelsnamen “ [handelsnaam] ” en “ [website] ”. Tot eind mei 2020 heeft [gedaagde] de website [website] (hierna: de website) gerund.

2.7.

[gedaagde] heeft (in ieder geval) in de maand mei 2020 via de website aan zijn klanten aangeboden om tegen vooruitbetaling van € 499,00 een pre-order te doen voor de PS5 spelcomputer. Op dat moment was de PS5 spelcomputer nog niet op de markt en was nog onbekend hoe deze er uit zou gaan zien, alsmede wat de verkoopprijs zou gaan worden. Op de website stond onder meer het volgende vermeld:

“De Revolutionaire PS5

Het is zover, eindelijk kan bij ons de PlayStation 5 in pre-order geplaatst worden. Gegarandeerd geleverd op de eerste dag van de release!

Naast dat u gegarandeerd de PS5 geleverd krijgt op de release date ontvangt u alleen bij ons 50 euro extra PSN tegoed GRATIS voor de Playstation store / Playstation online. Dit geldt alleen voor de eerste 1000 geplaatste pre-orders wees dus snel want OP = OP!

Voorlopige release: 20 november 2020.”

2.8.

Daarnaast heeft [gedaagde] (in ieder geval) in de maand mei 2020 via de website games aan zijn klanten aangeboden die voor de PS5 beschikbaar zouden zijn, terwijl op dat moment voor die games nog geen concrete aankondigingen waren gedaan. Onder de aangeboden games bevonden zich onder meer Ghost of Tshushima en Gran Turismo.

2.9.

Op de website maakte [gedaagde] onder meer gebruik van onderstaande afbeeldingen:

2.10.

Voor de promotie van de website heeft [gedaagde] twee influencers ingeschakeld, die de website via hun YouTube-kanaal hebben gepromoot.

2.11.

In de periode van 24 mei 2020 tot en met 23 augustus 2020 zijn er over de website meerdere negatieve beoordelingen geplaatst op de beoordelingswebsite www.trustpilot.com. Het betreffen reacties van ontevreden klanten van [gedaagde] die hun bestelling niet geleverd kregen, desgevraagd niet hun geld hebben teruggekregen en waarschuwen voor oplichtingspraktijken. Daarnaast heeft het (online) tv-programma “Boos” van BNN/VARA een aflevering gewijd aan de pre-order verkopen van [gedaagde] .

2.12.

Bij brief van 28 mei 2020 hebben Sony c.s. aan [gedaagde] geschreven dat hij er oneerlijke handelspraktijken op na houdt en dat hij inbreuk pleegt op hun merkenrechten. Sony c.s. hebben [gedaagde] gesommeerd om onmiddellijk de website ontoegankelijk te maken en de inbreuk op hun rechten te staken en gestaakt te houden, alsmede om uiterlijk 2 juni 2020 opgave te doen van met de website gegenereerde inkomsten en een deugdelijk ondertekende onthoudingsverklaring aan Sony c.s. te doen toekomen. Kort daarna is de website ontoegankelijk gemaakt.

2.13.

Bij brief van 5 juni 2020 hebben Sony c.s. [gedaagde] gesommeerd om uiterlijk 11 juni 2020 opgave te doen van met de website gegenereerde inkomsten en een deugdelijk ondertekende onthoudingsverklaring te doen toekomen.

2.14.

Bij e-mail van 10 juni 2020 heeft [naam 1] (vanaf [e-mailadres] ) het volgende aan de advocaat van Sony c.s. geschreven:

“Er is niks om te halen Laat sony iemand anders lastig vallen Er zijn geen inkomen en wat er aan inkomen is geweest is een lachertje van 6700,- en dat is geretourneerd naar de eigenaren er is niks verdient dus niks te halen en daarbij heeft sony onmogelijk schade geleden door deze website dat is slap gelul want dit product heeft nooit op sony’s markt gestaan aangezien het product nog niet eens bestaat en alleen maar speculaties over zijn.”

2.15.

Bij e-mail van 16 juni 2020 heeft [gedaagde] het volgende aan de advocaat van Sony c.s. geschreven:

“Er is totaal geen inkomen verdiend er is nooit aangegeven dat er een samenwerking met sony zou zijn kan echt weinig doen voor een groot imperium als sony maar… Wil niet zeggen dat het concept op [website] geen goed idee zou zijn eventueel om de eventuele schade voor sony is het enige wat ik zou kunnen doen toch doorgaan met het concept [website] met een samenwerking [website] als tussen persoon en dot door heel europa te regelen zo kan sony mij helpen succesvol te worden en ik kan dan ook eventuele schade voor sony als tussenpersoon terug betalen met mijn marketings strategieen met de officiele erkenning met sony interactive kunnen we een succesvolle samenwerking genereren Ik hoop dat ik hier een aanbod kan krijgen”

2.16.

Bij e-mail van 22 juni 2020 heeft de advocaat van Sony c.s. aan [gedaagde] geschreven dat Sony niet geïnteresseerd is in een samenwerking met hem. Wel heeft hij een minnelijke regeling voorgesteld waarbij [gedaagde] aan Sony c.s. uiterlijk 29 juni 2020 een bedrag van € 1.000,00 voldoet en de getekende onthoudingsverklaring doet toekomen. Daarbij is reeds aangekondigd dat Sony c.s. zich bij gebreke daarvan vrij acht om alsnog rechtsmaatregelen te treffen en dat zij dan de volledige schade zal vorderen inclusief haar volledige proceskosten.

2.17.

Bij e-mail van 22 juni 2020 heeft [gedaagde] het volgende aan (de advocaat van) Sony c.s. geschreven:

“Dat is veel geld 1000 euro dat heb ik nu niet voor eind juli regel ik dat wel maar kan eerder niks doen en die onthoudingsverklaring teken ik bijdeze ik weet niet hoe ik dat op moet sturen.”

2.18.

Bij e-mail van 25 juni 2020 heeft de advocaat van Sony c.s. aan [gedaagde] geschreven dat hij het bedrag van € 1.000,00 eind juli 2020 mocht voldoen en is uiteengezet dat hij de onthoudingsverklaring kon printen, ondertekenen, inscannen en versturen. Nadien heeft Sony c.s. de onthoudingsverklaring niet ontvangen en is evenmin het geldbedrag voldaan.

2.19.

Op daarop volgende e-mails van 2 juli 2020, 14 juli 2020 en 8 september 2020 van de advocaat van Sony c.s. heeft [gedaagde] evenmin gereageerd.

2.20.

Bij brief van 4 september 2020 hebben Sony c.s. een laatste maal de mogelijkheid geboden om tot een minnelijke regeling te komen, door uiterlijk 10 september 2020 een onthoudingsverklaring ondertekend te retourneren en een bedrag van € 1.000,00 over te maken. [gedaagde] heeft daar niet aan voldaan en heeft ook niet meer gereageerd.

3 Het geschil

3.1.

Sony c.s. vorderen – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis: primairI. [gedaagde] te bevelen zich na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de merkrechten (Uniemerken en Beneluxmerk) van Sony c.s.;II. [gedaagde] te bevelen zich na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Sony c.s.;subsidiair III. [gedaagde] te bevelen zich na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere vorm van onrechtmatig handelen jegens Sony c.s.;zowel primair als subsidiairIV. [gedaagde] te bevelen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis opgave te doen van alle relevante informatie met betrekking tot personen met wie hij heeft samengewerkt in verband met de door hem verrichte onrechtmatige handelingen, onder mededeling van hun naam, postadres, e-mailadres, telefoon- en telefaxnummer;V. [gedaagde] te bevelen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis opgave te doen van het aantal pre-orders voor PS5 consoles en/of games dat is verkocht, de met die verkoop gegenereerde omzet en behaalde winst, alsmede de verschillende ter berekening van de winst op de omzet in mindering gebrachte direct aan de verkoop toerekenbare kosten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken van iedere kostenpost;VI. [gedaagde] te bevelen een dwangsom te voldoen van € 1.000,00 voor ieder product dat hij (doet) verhandelen in strijd met het onder I., II, en/of III. genoemde bevel en voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij in gebreke is om geheel of gedeeltelijk te voldoen aan het onder IV. en/of V. genoemde bevel;VII. [gedaagde] te veroordelen in de volledige proceskosten op grond van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ter hoogte van € 7.571,50, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.

Sony c.s. stellen daartoe – kort gezegd – het volgende. De aanbiedingen op de website van [gedaagde] waren frauduleus. Sony c.s. hebben op geen enkel moment een relatie met [gedaagde] gehad. De stelling dat hij de PS5 spelcomputers op de releasedatum kon leveren was op niets gebaseerd. De games die hij aanbood bestonden destijds niet. [gedaagde] heeft met de teksten en afbeeldingen op de website inbreuk gemaakt op de merkrechten en het auteursrecht van Sony c.s. Daarnaast heeft [gedaagde] consumenten misleid en onrechtmatig geld afhandig gemaakt, waardoor hij negatieve aandacht in de media heeft gekregen. Hij heeft met zijn oneerlijke handelspraktijken zowel jegens zijn klanten als jegens Sony c.s. onrechtmatig gehandeld. Hij heeft de goede naam van Sony c.s. misbruikt. Nu hij geen onthoudingsverklaring heeft willen ondertekenen en gelet op de releasedatum van de PS5 hebben Sony c.s. een spoedeisend belang bij het gevorderde. Verder hebben Sony c.s. belang bij de gevorderde informatie, omdat zij aan de hand van die informatie kunnen bepalen hoe groot de schade is en of zij hun vordering jegens meerdere personen moeten instellen. Nu [gedaagde] steeds heeft nagelaten aan de sommaties te voldoen hebben Sony c.s. ook belang bij toewijzing van de gevorderde dwangsommen, aldus Sony c.s.

3.3.

[gedaagde] voert daartegen – samengevat – het volgende verweer. Het plan was om alle PlayStations 5 en games als bulk in te kopen, net zoals bijvoorbeeld de Mediamarkt dat ook doet. [gedaagde] had eerst een budget nodig voordat hij afspraken kon maken over de inkoop. Dat geld kon hij bijeenbrengen door de klanten hun aankoop volledig vooruit te laten betalen. Klanten waren daartoe bereid, omdat zij dan op de dag van de lancering hun bestelling geleverd zouden krijgen. Niemand wist destijds hoe de PlayStation 5 en de games er uiteindelijk zouden gaan uitzien. Alle afbeeldingen van de PlayStation 5 en van de games op de website waren dan ook fictief. De klanten wisten dit, want op de website is verwezen naar de algemene voorwaarden, waarin stond dat de afbeeldingen fictief waren en dat het uiteindelijk te leveren product er anders kon uitzien. Op de website heeft overigens nooit gestaan dat er een relatie met Sony was. Op een gegeven moment is [gedaagde] op het internet zwart gemaakt en liep de verkoop spaak. Eind mei 2020 heeft er een DDoS-aanval plaatsgevonden jegens de website en is de website uit de lucht gegaan. Alles is gestopt in mei 2020. Alle inkomsten die met de pre-orders zijn gegenereerd zijn geretourneerd aan de klanten. Iedereen heeft inmiddels zijn geld terug. Deze klanten zullen met dat geld vast wel weer elders een Playstation gaan kopen. [gedaagde] heeft de ondernemingen van Sony c.s., goed voor een omzet van miljarden, niet nadelig beïnvloed. Sony c.s. heeft geen schade geleden en kan geen inkomsten hebben misgelopen tot eind mei 2020. De PlayStation 5 en bijbehorende games waren toen immers nog niet op de markt. [gedaagde] heeft zelf geen inkomsten aan dit alles overgehouden. Het is juist [gedaagde] die, door alle gemaakte kosten, schade heeft geleden. Hij is niet voornemens iets aan Sony c.s. betalen. Hij is nooit telefonisch benaderd door (de advocaat van) Sony c.s. Hij heeft op een gegeven moment niet meer gereageerd op de e-mails van de advocaat van Sony c.s., omdat hij het voorstel van Sony c.s. niet serieus nam en hij een en ander niet vertrouwde. De gevorderde werkelijke proceskosten zijn te hoog en niet gespecificeerd. De vorderingen moeten worden afgewezen, aldus [gedaagde] .

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Omdat de website vanuit Amsterdam toegankelijk was en omdat [gedaagde] in [woonplaats] woont, is de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd om van dit geschil kennis te nemen.

4.2.

Gelet op de recente lancering van de PS5 hebben Sony c.s. een spoedeisend belang bij hun vorderingen.

4.3.

[gedaagde] heeft aangevoerd dat hij van plan was om een afspraak met Sony c.s. te maken om de PS5 met spellen van haar af te nemen, zodra hij voldoende financiële middelen had. Het geld wilde hij via de website bij elkaar krijgen. Het vooruit laten betalen van de gehele aankoopsom door klanten die een pre-order bij hem hadden geplaatst, is volgens [gedaagde] een compleet nieuw concept. Deze manier van handelen brengt echter grote risico’s met zich mee. Zowel voor de klanten, indien zij het product niet geleverd krijgen en/of hun geld niet terug krijgen, alsmede voor Sony c.s. indien klanten teleurgesteld raken. Bovendien brengt deze handelwijze mee dat zonder instemming van Sony c.s. gebruik wordt gemaakt van haar merken.

4.4.

Volgens [gedaagde] hebben deze risico’s zich niet verwezenlijkt, nu alle klanten hun geld terug hebben, de website al sinds eind mei 2020 uit de lucht is en er sindsdien geen bestellingen meer zijn geplaatst. Ook heeft hij aangevoerd dat de afbeeldingen van de PlayStation 5 en van de games fictief waren, maar dat daarover in de algemene voorwaarden een voorbehoud was opgenomen. Sony c.s. wil graag onderbouwing zien van hetgeen [gedaagde] aanvoert, maar die onderbouwing is uitgebleven. Ook ter zitting heeft [gedaagde] geen bewijs van (bijvoorbeeld) overboekingen van bedragen naar klanten in het geding gebracht of van de algemene voorwaarden bij de door hem geëxploiteerde website in het geding gebracht.

4.5.

Daar waar Sony c.s. zich in de dagvaarding hebben beroepen op artikel 9 lid 1 van de Uniemerkenverordening (UMVo) gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat Sony c.s. zich hebben willen beroepen op artikel 9 lid 2 UMVo. Daarin staat dat de houder van een Uniemerk het gebruik door derden kan verbieden. 4.6. In dit kort geding kan de vordering van Sony c.s., voor zover gebaseerd op artikel 9 lid 2 van de UMVo en /of artikel 2.20 lid 2 van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE), alleen worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat [gedaagde] op die gronden merkinbreuk pleegt. Met de wijze waarop [gedaagde] de PS5 spelcomputers en games aanbood op de website (zie hiervoor onder 2.7 en 2.9) is dit ten aanzien van de zeven hiervoor onder 2.4 genoemde gedeponeerde merkenrechten van Sony c.s. zodanig aannemelijk dat hiervoor het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd wordt geacht. Redengevend hiervoor is het volgende.

4.7.

De door [gedaagde] op de website gebuikte tekens zijn gelijk aan de zes Uniemerken en het Beneluxmerk (zoals hiervoor onder 2.4 genoemd) en deze werden in het economisch verkeer gebruikt (immers tegen betaling aangeboden) voor waren (spelcomputers en games) die gelijk zijn aan die waarvoor de Uniemerken en het Beneluxmerk zijn ingeschreven. Nu hiermee reeds voldaan is aan de zowel in artikel 9 lid 2 UMVo als in artikel 2.20 lid 2 BVIE genoemde ‘sub a grond’, behoeven de gronden sub b en c waarop Sony c.s. zich tevens hebben beroepen geen bespreking. Van toegestane wederverkoop van door Sony c.s. aangeleverde producten is geen sprake.

4.8.

Sony c.s. zijn gelet op het voorgaande, op grond van artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE, als houder van de ingeschreven merken gerechtigd, [gedaagde] die geen toestemming van Sony c.s. heeft verkregen, te verhinderen gebruik te maken van de merken. Het onder 3.1 sub I. gevorderde zal derhalve worden toegewezen, zoals nader in het dictum gepreciseerd.

4.9.

Dan hebben Sony c.s. nog gesteld dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van SIE. Zij hebben dit als volgt onderbouwd. SIE is uitgever van de games “Ghost of Tsushima” en “Gran Turismo” en is zodoende rechthebbende ten aanzien van het artwork dat in combinatie met de games wordt gebruikt, waaronder de afbeeldingen op de covers van de games. [gedaagde] heeft afbeeldingen van eerdere edities van voornoemde games gekopieerd en gebruikt als cover voor de door hem gefabriceerde fictieve uitgaves voor de PS5.

4.10.

Niet weersproken is dat SIE rechthebbende is van het artwork op de covers van de eerdere edities van de games “Ghost of Tsushima” en “Gran Turismo”. Voldoende aannemelijk is dat er bij dit artwork sprake is van een voortbrengsel dat een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt, zodat sprake is van een werk in de zin van de Auteurswet. Nu de door [gedaagde] op de website gebruikte afbeeldingen identiek zijn aan, althans eenzelfde totaalindruk geven als het beschermde werk van Sony c.s., is voorshands dan ook sprake van een door [gedaagde] gepleegde auteursrechtinbreuk. Het onder 3.1 sub II. gevorderde zal dan ook eveneens worden toegewezen, zoals nader in het dictum gepreciseerd.

4.11.

Nu het primair gevorderde zal worden toegewezen wordt aan bespreking van de subsidiaire grondslagen en het subsidiair gevorderde onder 3.1 sub III. niet toegekomen.

4.12.

Sony c.s. heeft voorts, mede gelet op de wijze van handelen van [gedaagde] , een rechtmatig belang bij de informatie die zij onder 3.1 sub IV. en V. vordert. Met deze informatie kan zij (de hoogte van) haar vordering tot schade/winstafdracht bepalen, alsmede tegen wie zij deze vordering mogelijk nog meer kan instellen ( [gedaagde] heeft immers kennelijk samengewerkt met ene [naam 1] ). Daarom zullen ook deze vorderingen worden toegewezen.

4.13.

Als prikkel tot nakoming zal de gevorderde dwangsom worden toegewezen, met dien verstande dat deze wordt gemaximeerd, zoals in de beslissing bepaald.

4.14.

[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat volgens Sony c.s. tachtig procent van deze zaak betrekking heeft op IE-grondslagen en twintig procent op niet IE-grondslagen, zal, nu dat redelijk voorkomt, tachtig procent van het indicatietarief IE-zaken voor een eenvoudig kort geding worden toegekend en twintig procent van het toepasselijke liquidatietarief. De kosten aan de zijde van Sony c.s. worden met inachtneming van het voorgaande begroot op:

- dagvaarding € 85,09

- griffierecht € 656,00

- salaris advocaat indicatietarief IE € 4.800,00 (80% van € 6.000,00)- salaris advocaat liquidatietarief € 196,00 (20% van 980,00)

Totaal € 5.737,09.

4.15.

De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

4.16.

De termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv – dat wil zeggen de termijn waarbinnen Sony c.s. een bodemprocedure bij de rechtbank tegen [gedaagde] moeten beginnen, omdat anders de veroordeling in kort geding vervalt – zal ambtshalve worden bepaald op zes maanden, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

beveelt [gedaagde] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis zich te onthouden van iedere inbreuk op de merkrechten van Sony c.s., meer in het bijzonder zich te onthouden van het zonder toestemming van Sony c.s. (doen) verhandelen van producten met gebruik van de Uniemerken met registratienummers 011071131, 001545094, 0085538328, 1423333, 000943530 en 1369279 en het Beneluxmerk met registratienummer 834465, nog meer in het bijzonder zich te onthouden van het aanbieden van pre-orders zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding met gebruikmaking van voornoemde merken,

5.2.

beveelt [gedaagde] met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis zich te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Sony c.s., meer in het bijzonder zich te onthouden van het zonder toestemming van Sony c.s. doen verhandelen van producten met gebruik van werken van Sony c.s., nog meer in het bijzonder zich te onthouden van het aanbieden van pre-orders zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding met gebruikmaking van werken van Sony c.s.,

5.3.

beveelt [gedaagde] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis opgave te doen van alle relevante informatie met betrekking tot personen met wie hij heeft samengewerkt in verband met de onder 5.1 en 5.2 omschreven onrechtmatige handelingen, onder mededeling van, meer in het bijzonder, de naam van de betreffende personen, postadres(sen), e-mailadres(sen), telefoon- en telefaxnummer(s),

5.4.

beveelt [gedaagde] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis opgave te doen van het aantal pre-orders voor PS5 consoles en/of games dat is verkocht, de met die verkoop gegenereerde omzet en behaalde winst, alsmede de verschillende ter berekening van de winst op de omzet in mindering gebrachte direct aan de verkoop toerekenbare kosten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken van iedere kostenpost,

5.5.

veroordeelt [gedaagde] om aan Sony c.s. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor ieder product dat hij (doet) verhandelen in strijd met het onder 5.1 en/of 5.2 genoemde bevel en voor iedere dag of gedeelte van een dag dat hij in gebreke is om geheel of gedeeltelijk te voldoen aan het onder 5.3 en/of 5.4 genoemde bevel, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,

5.6.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Sony c.s. tot op heden begroot op € 5.737,09, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,

5.7.

veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 68,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,

5.8.

bepaalt de termijn zoals bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na de datum van dit vonnis,

5.9.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.10.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.E. Tiddens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2020.

type: JT

coll: mb


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature