Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Zeer langdurige verbouwing, waarbij grondwateronttrekking heeft plaatsgevonden. Gestelde schade aan fundering van het belendend perceel. De bij de omgevingsvergunning gestelde voorwaarden houden onder meer in dat bij grondwaterstandverlaging buiten de bouwput door bemaling moet aangetoond worden dat de funderingen van de omliggende bebouwing niet droog komen staan of schade ondervinden. Nagelaten is tijdig peilbuizen aan te brengen en een nulmeting te doen voor de werkzaamheden begonnen, zodat niet kan worden nagegaan of aan genoemde norm is voldaan. Toepassing van de omkeringsregel: het causaal verband tussen de grondwateronttrekking en schade aan houten onderdelen van de fundering van het belendende perceel en daardoor ontstane verzakkingsverschijnselen worden aangenomen, behoudens tegenbewijs.

De rechtbank verwijst de zaak naar de schadestaatprocedure en draagt partijen op in de daarin te nemen processtukken commentaar te leveren op de vragen die de rechtbank voornemens is aan een deskundige te stellen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/664892 / HA ZA 19-411 (hoofdzaak)

C/13/670560 / HA ZA 19-864 (vrijwaringszaak)

Vonnis van 22 juli 2020 (bij vervroeging)

in de hoofdzaak van

1 [eiseres sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

2. [eiseres sub 2],

wonende te [woonplaats 2] ,

3. [eiser sub 3],

wonende te [woonplaats 3] ,

4. [eiseres sub 4],

wonende te [woonplaats 1] ,

5. [eiser sub 5],

wonende te [woonplaats 1] ,

6. de vereniging

[eiser sub 6] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

eisers in conventie,

verweerders in reconventie,

advocaat mr. J.P. Barth te Amsterdam,

tegen

1 [gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats 4] (Indonesië),

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. H.C. Bollekamp te Amsterdam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde 2] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gedaagde in conventie,

advocaat mr. J.Chr. Rube te Amsterdam.

en in de vrijwaringszaak van

[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats 4] (Indonesië),

eiser,

advocaat mr. H.C. Bollekamp te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde 2] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. J.Chr. Rube te Amsterdam.

Eisers 1-5 in de hoofdzaak worden aangeduid bij hun achternaam en samen als de appartementseigenaren; eiser 6 zal [eiser sub 6] worden genoemd, alle eisers samen worden [eisers] genoemd. Gedaagden in de hoofdzaak, tevens partijen in de vrijwaringszaak, worden aangeduid als [gedaagde 1] en [gedaagde 2] .

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

in de hoofdzaak

- het tussenvonnis van 19 februari 2020,

- de conclusie van antwoord in reconventie,

in de vrijwaringszaak: - het tussenvonnis van 25 maart 2020,

in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak: - het proces-verbaal van de comparitie van partijen op 20 mei 2020 en de daarin genoemde stukken,

- de brief van mr. Bollekamp van 9 juni 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

Voor zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak zijn de volgende feiten van belang.

2.1.

Het pand aan de [locatie 2] te [plaats] is verdeeld in vier appartementsrechten, één appartementsrecht voor elke woonlaag (begane grond, eerste, tweede en derde verdieping). Eisers 1 tot en met 5 zijn (mede)eigenaars van een van deze appartementsrechten. De appartementseigenaars zijn verenigd in de [eiser sub 6] .

2.2.

[gedaagde 1] is sinds 24 april 2017 eigenaar van het appartemensrecht plaatselijk bekend [pand] te [plaats] .

2.3.

Op 27 oktober 2016 heeft de Bestuurscommissie van Stadsdeel West van de gemeente Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het project

“a. het uitbreiden van de woning op de begane grond;

b. het plaatsen van een kelder onder de woning en onder de aanbouw;

c. het realiseren van een koekoek aan de voorgevel;

d. het realiseren van een koekoek aan de achtergevel;

e. het realiseren van een constructieve doorbraak op de begane grond

in, onder en aan het gebouw op de locatie [locatie 1] in [plaats] ', onder de

in dit besluit gestelde voorwaarden.”

Onder de gestelde voorwaarden is onder andere het volgende bepaald:

“ Voorschriften grondwateronttrekking

Deze voorschriften hebben betrekking op het maken van een kelder, het uitvoeren van funderingsherstel of bij ontgravingen dieper dan 0,6 meter min NAP. Voor de controle van de grondwaterstand in de directe omgeving moeten er minimaal twee peilbuizen nabij de bouwput te worden aangebracht. De grondwaterstand, de zogenaamde nulmeting, t.o.v. N.A.P dient voor aanvang van de bemaling te zijn opgemeten. Bij het bemalen van de bouwput moet de grondwaterstand in bovengenoemde peilbuizen (t.o.v. N.A.P) minimaal twee keer per week worden gemeten. De grondwaterstand mag niet dalen tot een onaanvaardbaar peil, Hiervan is sprake al er droogstand van bestaande funderingen in de omgeving ontstaat. Er moeten dan maatregelen worden getroffen. Bijvoorbeeld het toepassen van retourbemaling.

Bij grondwaterstandverlaging buiten de bouwput door bemaling moet aangetoond worden dat de funderingen van de omliggende bebouwing niet droog komen staan of schade ondervinden. Door bemaling waarbij de grondwaterstand buiten de bouwput meer dan 0.5 meter wordt verlaagd t.o.v. de gemiddelde grondwaterstand is de kans op schade heel groot.”

2.4.

[gedaagde 1] heeft [gedaagde 2] opdracht gegeven om de voorheen aanwezige kruipruimte te verdiepen tot een kelder, nieuwe fundering en een kelderbak aan te brengen. De gemeenschappelijke bouwmuur [locatie 1] / [locatie 2] zou daarbij ook opnieuw worden gefundeerd.

2.5.

In april 2017 heeft [naam 1] (hierna: [naam 1] ), bouwbegeleider, de appartementseigenaren er per brief van op de hoogte gebracht dat er binnen enkele dagen een verbouwing zou plaatsvinden aan het pand [pand] . Er heeft vooraf geen overleg plaatsgevonden met de appartementseigenaren of de [eiser sub 6] over de werkzaamheden.

2.6.

De onder 2.4 genoemde werkzaamheden zijn begonnen in april 2017 met het sloopwerkzaamheden, waarna in juni 2017 de ruimte onder [locatie 1] tot een diepte van 70 centimeter is uitgegraven (zie ook 2.10).

2.7.

Op 17 oktober 2018 heeft de deskundige Sandra Lobbe een onderzoek gedaan naar de staat van de fundering van het pand [locatie 2] . In haar rapport schrijft zij onder meer:

“Achter de houten damwand is één houten funderingspaal geïnspecteerd waarbij een houtmonster is genomen. Het houtmonsters is geanalyseerd. In het houtmonster is een zeer ernstige bacteriële aantasting en bruinrot (schimmelaantasting) aangetroffen. In het zeer ernstig bacterieel aangetaste funderingshout is mogelijk óók bruinrot aanwezig. Bruinrot ontstaat door langdurige droogstand en kan als het funderingshout nog langer droogstaat snel uitbreiden. Het funderingshout voldoet niet meer. Het resterende dragende paalkopoppervlak is 39%. De langeduurdruksterkte is 0,4 N/mm2. De langeduur-druksterkte van een gezonde houten funderingspaal is circa 10 tot 12 N/mm2. De geïnspecteerde houten funderingspaal functioneert helemaal niet meer. Schade kan ineens ontstaan door trillingen als zwaar verkeer langsrijdt of als funderingspalen worden ingeslagen.”

2.8. Tussen 14 en 20 december 2018 heeft [gedaagde 2] grondwaterpeilbuizen geplaatst, die hij in 2019 heeft afgelezen; de door hem geregistreerde grondwaterstanden luiden als volgt:

Om privacy redenen zijn de 2 afbeeldingen verwijderd.

2.9.

In de periode december 2018 tot en met juni 2019 hebben verdere werkzaamheden plaatsgevonden, waarbij de grond verder is weggegraven tot de definitieve diepte. Hierbij is een graafmachine gebruikt. Vervolgens is een kelderbak gebouwd. Er zijn inkassingen gemaakt in de mandelige muur tussen [locatie 1] en [locatie 2] , die daardoor aan de kelderbak is bevestigd, zodat de kelderbak dient als fundering van die mandelige muur.

2.10.

Bij de comparitie van partijen hebben partijen en hun raadslieden over de feitelijke toedracht het volgende verklaard

[eiseres sub 1] : “Er is bruinrot geconstateerd in de heipaal en dat kan alleen ontstaan zijn als er zuurstof bijkomt.”

[eiseres sub 4] : “Er zijn heel veel trillingen geweest. Het huis heeft dagenlang staan trillen door de bouwwerkzaamheden en we hebben toen letterlijk scheuren en barsten zien ontstaan.”

Mr. Barth: Mijn cliënten kunnen zich geen overvloedige regen herinneren toen er op 3 en 6 augustus 2018 werd geklaagd over het geluid van de pomp, maar de pomp stond wel de hele tijd aan. De pomp stond maandenlang de hele tijd aan.

[gedaagde 1] : “Op 15 mei 2017 zijn wij begonnen met de sloopwerkzaamheden.”

[gedaagde 2] : “De afgraving tot een diepte van 70 cm vond een maand na de sloopwerkzaamheden plaats. Ik denk dat dat in juni 2017 was. De damwand is begin 2018 geplaatst, maar de exacte maand kan ik mij niet herinneren. De damwanden zijn niet in opdracht van de gemeente geplaatst. Het is een damwand die waterdicht afsluit. Het was noodzakelijk om regenwater weg te pompen, om te voorkomen dat het een moeras wordt. Het is daar open en als het vocht verdampt en naar boven trekt, is dat ook niet goed voor de bovenwoningen. Er werd binnen de damwanden gepompt en dat had geen invloed op de waterpeil buiten de damwand. Het lastigste stukje waarmee we bezig waren onder de trap was een stukje waar het damwand nog open was. We hebben een afspraak gemaakt met mevrouw Lobbe, omdat ze naar het hout van de fundering wilde kijken voor we de damwand helemaal gingen dichten.

(…)Alleen met hevige regenbuien waren we er om de pomp aan en uit te zetten. Ik denk dat we drie of vier keer gepompt hebben. Ik kan me niet herinneren wanneer en hoe vaak er veel regen is gevallen. (…)”

2.11.

[eisers] hebben foto’s van de bij hen ontstane schade in het geding gebracht en zij hebben een overzicht gegeven van de gebeurtenissen met betrekking tot hun schade dat als volgt luidt:

Tijdlijn ontstaan Schade [locatie 2]

2017

• 8 Maart 2017: Nieuwe huurders checken-in in appartement [appartement] . Er wordt een huurcontract getekend met een Etat de Lieu, alle aanwezigen tekenen voor de staat van het huis

op dat moment. Er worden foto's op die dag gemaakt van het appartement;

• April 2017: Kennisgeving per brief werkzaamheden buurpand door [naam 1] aan verdieping 1 t/m 3 [locatie 2] . Er is geen overleg geweest met de [eiser sub 6] over het werken aan de gezamenlijke fundering;

• Laatste week april 2017: Sloopwerkzaamheden starten in buurpand: [locatie 1] huis. Barsten in muren trappenhuis [locatie 2] , barsten in tegelwerk badkamer 3 hoog en barst bij aanhechting houtwerk en de muur in het trappenhuis vanaf portaal t/m 4 hoog.

• 1 mei 2017: [eiseres sub 4] slaat alarm over sloop en ontstaan van schade bij de VVE. [eiseres sub 4] probeert met aannemer [gedaagde 2] contact op te nemen, maar die beantwoordde telefoon niet;

• 10 mei 2017: [eiseres sub 4] neemt op 10 mei per email contact op met [naam 1] (de bouwcoordinator) en uit haar zorgen namens het huis/de VVE

• 15/16 mei 2017: Bouwinspectie/nulmeting van de staat van het huis ( [locatie 2] ). Staat gepland, gaat niet door. Er zijn op een eerdere datum een paar foto's gemaakt door [naam 1] met zijn telefoon. Hij werd binnengelaten in het pand van [locatie 2] door de 16 jarige zoon van [eiseres sub 4] en [eiser sub 5] . Schade aan trappenhuis was al geleden op dat moment;

• (22 juni 2017): [naam 1] vraagt zich af of er al een afspraak is gemaakt met Perfect Keur voor nulmeting van nummer [locatie 2] • 16 mei 2017: [eiser sub 3] (eigenaar appartement 2de verdieping) meldt nieuwe schade aan straatkant grenzend aan het buurpand [locatie 1]

• 18 mei 2017: [eiser sub 5] (eigenaar appartment 4de verdieping) neemt contact op met een inspecteur van Bouw en Woning Toezicht.

• 8 oktober 2017: Na 7 maanden checken weer nieuwe huurders in in appartement [appartement] . Er wordt weer een huurcontract getekend met een vernieuwde Etat de Lieu, alle aanwezigen tekenen voor de staat van het huis op dat moment. Er worden foto's op die dag gemaakt van het appartement;

• Er wordt vastgelegd dat de verdiepte badkamervloer, die rust op de kruipruimtevloer van begane grond [locatie 2] is verzakt met ongeveer 3-4 cm. -*Zie foto's;

2018

• Februari 2018: Nieuwe huurders geven aan dat de serre aan het verzakken is en de vloer van de badkamer nu nog verder naar beneden is gezakt. Tevens is er een gat in de tuin geslagen aan

de rand bij het gegraven keldergat-*Zie foto's. Het gaat in een rap tempo.

• 13 februari 2018: [eiseres sub 1] slaat alarm naar VVE genoten over verzakkingen in haar appartement -*Zie email;

• 13 februari 2018: 2 inspecteurs van Bouw en Woningtoezicht komen op telefonisch verzoek van [eiseres sub 1] kijken naar verzakkingen van haar appartement op de begane grond van nummer [locatie 2] nadat zij heeft aangegeven dat er geen damwanden geplaats waren. *-Zie foto's [eiseres sub 4] over ontbreken damwanden. De inspecteur vraagt aannemer [gedaagde 2] ze toch achteraf na de verzakkingen alsnog te plaatsen. -*Zie email;

• 13 Februari 2018: Email aan [naam 1] met melding van meerdere verzakkingen op de begane grond van nummer [locatie 2] . • 14 februari 2018: Constructeur vanuit de gemeente (B&W toezicht) komt kijken bij de bouwplaats van nr [locatie 1] en doet verslag aan B&W toezicht. Hij gaat kijken of er horizontale stempels nodig zijn voordat er verder gegraven gaat worden. • [eiseres sub 1] neemt contact op met [gedaagde 2] en maakt een afspraak op nummer [locatie 2] . De 1ste keer verschijnt hij niet en de 2de keer wel op 4 april 2018. Hij ziet de schade aan badkamer (10 cm verzakking) en serre en tuin en ontkent hier verantwoordelijk voor te zijn. Hij geeft aan na de bouw alle schade gezamenlijk (ook de schade van andere buurpand) bij zijn verzekeraar te willen neerleggen;

• 19 april 2018: Badkamer herstel. Verhoging badkamervloer over originele vloer heen. Tijdelijke oplossing;

• Augustus 2018: Melding huurders dat serre dak lekt en schuifdeur het niet doet. Bij kijken ontdek ik dat de serre enorm verder verzakt is en dat de schuifdeur klemt.

• 3 Augustus 2018: [eiseres sub 1] neemt digitaal contact op met [naam 1] en geeft aan dat er nog geen actie is genomen op oplossen schade van huis en tuin. Verder geeft ze aan dat de waterpomp veel geluid maakt. Ze vraagt om telefonisch contact en ze bellen op maandag 6 augustus 2018-*Zie Sms bericht 3 augustus;

• 6 augustus 2018: [eiseres sub 1] neemt telefonisch contact op met [naam 1] , die zich eerst als eigenaar voordoet en dan bouwopzichter blijkt te zijn voor een projectontwikkelaar. Ze vraagt hem hoe het met de bouw gaat en dat ze geen contact krijgt met [gedaagde 2] , de aannemer

mbt. de schade aan nummer [locatie 2] . Ze uit haar zorgen over de duur van de verbouwing en klaagt over het geluid van de waterpomp. Ze vertelt hem over alle verzakkingen/schade in nummer [locatie 2] . Hij voelt zich niet verantwoordelijk en klaagt over [gedaagde 2] en houdt hem verantwoordelijk. Hij geeft aan dat hij problemen heeft met [gedaagde 2] omdat deze geen gehoor geeft. [naam 1] stuurt nogmaals de contactgegevens van [gedaagde 2] digitaal aan [eiseres sub 1] en zegt dat zij dit zelf met hem moet oplossen.-*Zie sms bericht 6 augustus.

• [eiseres sub 1] neemt telefonisch contact op met [gedaagde 2] mbt de verzakking serre. Hij geeft aan haar tegemoet te willen komen mbt de serre en het rechtzetten/opvijzelen. Hij zal contact opnemen als hij funderingspalen gaat indraaien. Hij laat niets meer van zichzelf horen en is niet bereikbaar/neemt niet op-*Zie sms op 17 september & 24 september

• 8 oktober 2018: [eiseres sub 1] smst [naam 1] mbt. funderingsonderzoek. -*Zie sms 8 oktober aan Sandra Lobbe hierover

• 17 oktober 2018: Keuring funderingsexpert Sandra Lobbe. Haar mondelinge reacties zijn dat het grondwaterpeil al een jaar te laag staat en met een pomp wordt afgevoerd en daardoor de grond is ingeklinkt en alle 3 de verzakkingen zijn ontstaan. Verder constateert ze dat de vloerbalken van [locatie 2] die uitsteken in de gedeelde lichtschacht niet ondersteund worden en los hangen-> verklaard scheuren in trappenhuis.

• Bij het nemen van een houtmonster uit de houten fundering: verklaart ze dat deze houten funderingspalen vrij liggen en dat dat ervoor zorgt dat ze gaan rotten. Het werk ligt al bijna een jaar stil. Het gat is de zomer van 2017 gegraven;

• Bij inspectie Sandra Lobbe: constateert ze verder in het appartement [appartement] een horizontale scheur in de lichtschacht ;

• Sandra Lobbe geeft aan contact met Bouw en Woning Toezicht Amsterdam te gaan opnemen.

• 31 oktober 2018: Sandra Lobbe heeft contact opgenomen met Bouw en Woning Toezicht middels een email aan [naam 2] .--*Zie stuk

• 8 november 2018: reactie per email van [naam 3] dat hij was gaan kijken en er gewoon water in de kelderbak stond.

• 9 november 2018: rechtzetten serre en verhelpen lekkage.Provisorische maatregelen (zie offerte architect).

• 4 december 2018: [eiseres sub 1] stelt via DAS advocaat Nienke Westra, [gedaagde 2] als aannemer schriftelijk verantwoordelijk voor de schade aan alle verzakkingen van haar appartement en de fundering. Hij heeft 2 weken de tijd om te reageren en zijn verzekeringsmaatschappij kenbaar te maken.

• 17 december 2018: informeel overleg met enkele buren van nummer [locatie 1] . Tijdens dit overleg wordt duidelijk dat het pand naar ze denken 4x doorverkocht is en vertellen ze veel schade op de bovenliggende verdiepingen te hebben. Het contact met aannemer en projectontwikkelaar verloopt moeizaam/slecht. Er wordt vaak niet gereageerd op contact. De termijnstelling van hun aansprakelijkheidsstelling over de schade aan de projectontwikkelaar Pieter van Vught was deze dag ,17 dec., zonder reactie verlopen. Ze vertelden wel dat ze voor het project goed te keuren als VVE-leden, gevraagd hadden naar bouwtekeningen, projectplanning, vergunning en verzekering. De verzekering klopte eerst niet maar later wel. De VVE-Ieden van [locatie 1] hebben niet mee betaald aan het funderingsherstel en werden wel gevraagd om een inleg van 5.000 euro per verdieping/eigenaar door de projectontwikkelaar. Dit heeft niemand betaald/hier hebben ze geen akkoord voor gegeven.

• Er werd ook geconstateerd dat er weer gegraven werd voor het eerst sinds maanden. Met een flink tempo. Na het graven zou het beton gestort worden van de keldervloer. Niet duidelijk was voor de buren HOE er gefundeerd zou worden wat van belang was. Ze wisten niet of alleen de kelderbak gefundeerd zou worden of kelderbak en (zwevende) tussenmuur [locatie 1] / [locatie 2] .

• 18 december 2018: Funderingsrapport van Sandra Lobbe wordt gemailed met daarin de bevinding nav, oa. houtmonster funderingspaal. De fundering is er hierdoor zeer slecht aan toe en heeft dit aan lange tijd te laag grondwaterpeil te danken. De houten fundering heeft zuurstof gehad en is ernstig gaan rotten (bruinrot). Hierdoor steunt de tussenmuur van [locatie 1] / [locatie 2] op bijna niets en is zwevend. Grote schade kan door omgevingstrillingen ontstaan en het is zaak snel te fixeren. Ook de achter en voormuur van beide panden zijn er slecht aan toe en vertonen verzakkingen.

• Tevens is de grond gaan inklinken door het lage grondwater waardoor de verzakkingen zijn onstaan (oa. badkamer, serre en tuin). Verder wordt aangekaart dat er damwanden ontbraken bij het uitgraven waardoor grond is verschoven. Dit heeft ook gezorgd voor de 3 verzakkingen in het appartement op de begane grond van [locatie 2] .

• Er wordt contact gezocht met de buren omdat er een vermoeden bestaat dat er voor de kerst beton gegoten gaat worden. Het moet zeker zijn dat dit zo gebeurd dat de tussenmuur dan gefundeerd wordt. Een bouwstop wordt overwogen en er wordt contact gezocht door de buren van [locatie 1] en door [eiseres sub 1] met een advocaat om dit te gaan realiseren. Het funderingsrapport zal voor de eventuele bouwstop als basis moeten dienen en besloten wordt dit rapport te delen met de buren van [locatie 1] .

• Sandra Lobbe biedt aan een aanvullend rapport voor de buren te schrijven en zal aan het einde van de dag langsgaan bij nummer [locatie 1] voor het opnemen van schade. Hier ontvangt zij bouwtekeningen en ziet dat een bouwstop niet nodig is omdat er volgens de 'tafelmethode' gefundeerd gaat worden.

• Sandra Lobbe vraagt zich af of er eigenlijk wel Grondwaterpeilbuizen zijn geplaatst wat volgens de

omgevingsvergunning verplicht is (en 2x per week checken door aannemer waterpeil en bijhouden).

• Tussen 14 december en 20 december 2018: 2 grondwaterpeil buizen geplaatst.--*Zie foto's

Het lijkt erop of iemand ( [gedaagde 2] of [naam 3] ) zijn sporen van nalatigheid wil wissen. [naam 3] had dit natuurlijk moeten weten dat deze niet geplaats waren als B&W toezicht ambtenaar.

2019

• 7 maart 2019: inspectie rapport door Sandra Lobbe opgemaakt ivm. inspectiebezoek aan de bouwplaats. Aannemer [gedaagde 2] weigert in eerste instantie de inkassingen 'in te zagen' wat

trillingen in de zwevende tussenmuur zal beperken. Hij wil gewoon zoals altijd de inkassingen 'uithakken' wat een potentieel gevaar voor de zwevende mandelige muur zou creëren doordat dit veel trillingen veroorzaakt.

• Uiteindelijk krijgen we bericht van [naam 1] dat er toch via inzagen wordt ingekast.”

3 Het geschil in de hoofdzaak

3.1.

In de hoofdzaak vorderen de [eisers] – samengevat - om bij vonnis,

uitvoerbaar bij voorraad:

A. te verklaren voor recht dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onrechtmatig hebben gehandeld en

aansprakelijk zijn voor hun schade

B. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de door [eisers]

geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente,

C. dan wel zodanige maatregelen te nemen als de rechtbank geraden voorkomen,

met hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten.

3.2.

Zij leggen aan deze vordering ten grondslag dat de door [gedaagde 1] opgedragen en door [gedaagde 2] uitgevoerde werkzaamheden jegens hen onrechtmatig zijn geweest. Door die werkzaamheden is de houten fundering van [locatie 2] langdurig komen droog te staan en zijn scheuren in het casco en scheuren en verzakkingen in de privé gedeelten ontstaan. Ook is door de werkzaamheden zowel de tuin als de aanbouw van [eiseres sub 1] verzakt. Door dit alles hebben [eisers] schade geleden.

Er heeft geen voorafgaand overleg plaatsgevonden, er is geen onderzoek gedaan naar de wijze waarop schade aan belendende percelen kon worden voorkomen en de maatregelen die hadden moeten worden genomen om schade te voorkomen zijn niet genomen, aldus [eisers]

3.3.

Gedaagden voeren verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 Het geschil in de vrijwaringszaak

4.1.

[gedaagde 1] vordert in de vrijwaringszaak (samengevat) dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zo mogelijk gelijktijdig met het te wijzen vonnis in de hoofzaak,

indien in de hoofdzaak voor recht wordt verklaard dat eiser jegens de eisers in de hoofdzaak onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de door de eisers (of een of meerdere van hen) in de hoofdzaak geleden schade en hij wordt veroordeeld tot vergoeding van deze schade, rente daaronder mede begrepen (nader op te maken bij staat), [gedaagde 2] in deze vrijwaringsprocedure zal worden veroordeeld deze schade integraal aan [gedaagde 1] te vergoeden.

4.2.

[gedaagde 2] voert verweer.

4.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5 De beoordeling in de hoofdzaak

5.1.

De rechtbank acht voor de beoordeling in het bijzonder de volgende feiten relevant:

De werkzaamheden hebben in totaal ruim twee jaar geduurd;

er heeft geen ‘nulmeting’ plaatsgevonden.

de werkzaamheden hebben onder meer omvat: sloopwerkzaamheden, graafwerkzaamheden, waarbij een graafmachine is gebruikt, de plaatsing van een houten damwand, het wegpompen van grondwater en de bouw van een kelderbak;

in juni 2017 is 70 centimeter grond weggegraven; deze situatie heeft tot december 2018 geduurd;

aanvankelijk was er geen damwand geplaatst;

vanaf het moment dat grond was weggegraven (juni 2017) tot de voltooiing is een pomp aanwezig geweest; de pomp is gebruikt om te zorgen dat er geen water kwam te staan op de plaats van de weggegraven grond;

een houten damwand is begin 2018 aangebracht en was onvolledig, pas in oktober 2018 is het laatste stukje aangebracht;

in de periode van juni 2017 tot december 2018 (ruim anderhalf jaar) is niet geregistreerd welke invloed het oppompen van grondwater had op de grondwaterstand; alleen in de periode vanaf januari 2019 tot juni 2019 is de grondwaterstand gemonitord door middel van peilbuizen.

5.2.

[eisers] stellen dat de bouwwerkzaamheden die door [gedaagde 1] zijn opgedragen en door [gedaagde 2] zijn uitgevoerd jegens hen onrechtmatig zijn en dat zij daardoor schade hebben geleden. Zij vragen ter vaststelling van de schade verwijzing naar de schadestaatprocedure. Door de bouwwerkzaamheden is een inbreuk gemaakt op hun recht. Ook zijn de zorgplicht en de vergunningsvoorschriften geschonden. In strijd met de vergunningsvoorschriften zijn geen peilbuizen geplaatst; dit is pas in december 2018 gebeurd. Er is geen retourbemaling toegepast; dat had wel moeten gebeuren. Door langdurige bemaling was de ruimte onder [locatie 1] zo droog dat er zelfs een plant in groeide.

De fundering van [locatie 2] was goed bij een onderzoek in 2005 en sindsdien zijn er geen aanwijzingen dat dat anders zou zijn. Nu is de fundering in ernstige mate aangetast door bruinrot wegens langdurige droogstand. [eisers] beroepen zich daarbij op het onder 2.7 aangehaalde rapport van de deskundige Lobbe. Verder stellen zij schade te hebben geleden door trillingen en wijzen zij erop dat geen trillingsmeter is aangebracht. Ten slotte stellen [eisers] dat schade is ontstaan door het onvoldoende ondersteunen van de gezamenlijke muur. Bij de sloop is de draagbalk onder de gemeenschappelijke muur verwijderd, hetgeen volgens hen blijkt uit de als productie 10 in het geding gebrachte foto, aldus nog steeds [eisers]

5.3.

[gedaagde 1] heeft het volgende verweer gevoerd. Er is alleen incidenteel regenwater weggepompt. Ook is de pomp aangezet om de deskundige Lobbe in de gelegenheid te stellen haar onderzoek te doen. Dat toen een lage grondwaterstand is geconstateerd zegt dus niets.

De uitbouw en de badkamer zijn niet gefundeerd: causaal verband tussen de werkzaamheden en het verzakken van de uitbouw en de badkamer is niet aangetoond. Ook is de tussenmuur van [locatie 2] niet gefundeerd.

Het klopt dat geen voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden, maar [eisers] hebben ook geen bezwaar gemaakt tegen de werkzaamheden.

De peilbuizen zijn weldegelijk aangebracht, namelijk in december 2018. Daarvoor was dit niet nodig want er was maar ontgraven tot 70 cm en er vond alleen periodieke bemaling van regenwater plaats.Wat het ontbreken van een trillingsmeter betreft verwijst [gedaagde 1] naar [gedaagde 2] ; het is aan de aannemer om schade te voorkomen.

5.4.

Verder wijst [gedaagde 1] op de deskundigenrapporten van Lankelma en Duyts. Daaruit blijkt volgens [gedaagde 1] dat nu de deskundige Lobbe slechts één paal heeft onderzocht de steekproef te klein is om te kunnen constateren dat de fundering is aangetast. Bovendien is niet diep genoeg in de paal geboord om een houtmonster te nemen. De kern van de paal is juist het sterkst. De berekening van de deskundige Lobbe waaruit zou moeten blijken dat de fundering ondeugdelijk is, klopt niet. Wat de scheuren betreft is niet vastgesteld wanneer deze zijn ontstaan. Scheuren in of bij de niet gefundeerde tussenmuur kunnen geen gevolg zijn van een gebrek in de fundering. Die scheuren kunnen zijn ontstaan door het doorbuigen van vloerbalken. De uitbouw was niet gefundeerd. Daarom kan van de scheuren en de schade aan de uitbouw niet worden vastgesteld dat ze zijn ontstaan door de werkzaamheden aan [locatie 1] . Aldus de deskundigen, aangehaald door [gedaagde 1] .

5.5.

[gedaagde 2] beroept zich eveneens op de onder 5.4 genoemde deskundigenrapporten. Hij betwist dat onrechtmatig is gehandeld en stelt bovendien dat er geen causaal verband is tussen de geleden schade en de werkzaamheden. [gedaagde 2] betwist dat de bemaling invloed heeft gehad op de grondwaterstand ter plaatse van de palen. De voorgeschreven hulpconstructie onder de gemeenschappelijke scheidsmuur is aangebracht. [gedaagde 2] verwijst naar de stempels die te zien zijn op afbeelding 1 bij bijlage 4 bij het rapport van Lobbe. Dat geen trillingsmeting heeft plaatsgevonden kan geen oorzaak van de schade zijn. Voor zover het opstal gebrekkig is, komt dat voor rekening van [gedaagde 1] , aldus [gedaagde 2] .

5.6.

De rechtbank oordeelt als volgt. [gedaagde 1] is als opdrachtgever aansprakelijk indien schade door de in zijn opdracht verrichte bouwwerkzaamheden wordt veroorzaakt aan het naastgelegen pand, omdat daardoor inbreuk wordt gemaakt op de subjectieve rechten van [eisers] en het in strijd is met de maatschappelijke betamelijkheid ten eigen voordele bouwwerkzaamheden te verrichten die een ander schade toebrengen, zonder de schade van die ander te vergoeden.

Daarnaast kan [gedaagde 2] als feitelijk uitvoerder van de werkzaamheden aansprakelijk zijn als hij de opgedragen werkzaamheden heeft uitgevoerd op zodanige wijze dat onnodig schade is veroorzaakt.

5.7.

Voor de toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht en de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure is voldoende dat onrechtmatig is gehandeld en dat voldoende aannemelijk is dat daardoor schade is ontstaan.

In dit geval staat vast dat gedurende zeer lange tijd (in totaal ruim twee jaar) grondwater is weggepompt onder de woning van [gedaagde 1] , waarbij aanvankelijk geen damwand aanwezig was en later een damwand die onvolledig was. Verder kan uit de aard van de verrichte werkzaamheden (sloopwerkzaamheden en graafwerkzaamheden met een graafmachine) worden afgeleid dat bij die bouwwerkzaamheden trillingen zullen zijn veroorzaakt. Dat zijn handelingen die onrechtmatig zijn als daardoor bij aangrenzende percelen schade wordt veroorzaakt.

Ook het wegslopen van een draagbalk onder de gemeenschappelijke muur is onrechtmatig indien dit niet op juiste wijze is opgevangen door een hulpconstructie.

5.8.

Het verweer van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dat het causaal verband tussen de bouwwerkzaamheden en de schade niet kan worden aangenomen wordt verworpen. Het is een feit van algemene bekendheid dat het wegpompen van grondwater tot gevolg kan hebben dat de koppen van houten heipalen droog komen te staan, waardoor deze kunnen gaan rotten. In de voorschriften die bij de bouwvergunning zijn gegeven wordt hier ook vanuit gegaan. In dit geval heeft de deskundige Lobbe bij een paal bruinrot geconstateerd, zodat het verweer dat er geen verband kan zijn tussen de werkzaamheden en de door [eisers] gestelde schade niet opgaat.Eveneens is van algemene bekendheid dat het veroorzaken van trillingen tot schade bij aangrenzende percelen kan leiden. Bij de comparitie is verklaard dat een van de appartementseigenaren door de trillingen scheuren en barsten heeft zien ontstaan. Voor zover zou komen vast te staan dat de gemeenschappelijke muur door sloop onvoldoende is ondersteund en dat dit niet door een steunconstructie is opgevangen is ook dat een omstandigheid die schade kan hebben veroorzaakt. De conclusie moet zijn dat niet op voorhand kan worden gezegd dat onaannemelijk is dat de bouwwerkzaamheden een oorzaak van de door [eisers] gestelde schade kunnen zijn. Dat neemt niet weg dat het causaal verband tussen de werkzaamheden en de gelede schade in het kader van de schadestaatprocedure per schadepost nader zal moeten worden onderzocht.

5.9.

Op grond van het voorafgaande moet worden geoordeeld dat in ieder geval met betrekking tot schade aan de fundering moet worden uitgegaan van onrechtmatig handelen van zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] , terwijl voldoende aannemelijk is dat daardoor schade is ontstaan. Op deze grond is het gevorderde onder A en B toewijsbaar.

Verder zijn er aanwijzingen dat de bouwwerkzaamheden ook trillingen hebben veroorzaakt, die schade kunnen hebben veroorzaakt, zodat als die schade en het verband met de bouwwerkzaamheden komt vast te staan ook op dat punt sprake is van onrechtmatig handelen, in ieder geval van [gedaagde 1] , mogelijk ook van [gedaagde 2] .

Wat betreft schade door sloop van dragende onderdelen van de gezamenlijke muur zal nader moeten worden onderzocht of een steunconstructie aanwezig is geweest die het gemis van de weggesloopte onderdelen voldoende heeft ondervangen. Zowel de omvang van de schade als de vraag of deze door de bouwwerkzaamheden veroorzaakt is, zal in de schadestaatprocedure nader moeten worden onderzocht.

5.10.

Voor zover [gedaagde 2] aansprakelijk is voor dezelfde schade als [gedaagde 1] , is hun aansprakelijkheid op grond van artikel 6:102 Burgerlijk Wetboek (BW) een hoofdelijke aansprakelijkheid . Maar op dit moment kan nog niet worden bepaald welke schade is geleden en of voor alle schade steeds zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] aansprakelijk zijn, dus is er op dit moment geen reden voor een hoofdelijke veroordeling.

5.11.

Met het oog op de te voeren schadestaatprocedure wordt alvast het volgende opgemerkt. De bij de omgevingsvergunning gestelde voorwaarden houden onder meer in dat bij grondwaterstandverlaging buiten de bouwput door bemaling moet aangetoond worden dat de funderingen van de omliggende bebouwing niet droog komen staan of schade ondervinden. Daartoe moet een nulmeting worden gedaan voorafgaand aan het begin van de werkzaamheden en moet tijdens de werkzaamheden de grondwaterstand worden gemonitord met behulp van peilbuizen. Zo nodig moeten maatregelen worden genomen om een te lage grondwaterstand te voorkomen. Deze norm strekt, zoals daarin ook uitdrukkelijk wordt vermeld, ter voorkoming van een specifiek gevaar, namelijk dat de funderingen van de omliggende bebouwing droog komen te staan of schade ondervinden.

5.12.

Bij de beoordeling van het causaal verband tussen onrechtmatig handelen en schade kan in bepaalde gevallen de zogenaamde omkeringsregel worden toegepast. Daarvoor is volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad vereist dat een gedraging heeft plaatsgevonden die in strijd is met een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade, en dat degene die zich op schending van deze norm beroept, ook bij betwisting aannemelijk heeft gemaakt dat in het concrete geval het (specifieke) gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt.

5.13.

De onder 5.11 genoemde norm strekt tot voorkoming van een specifiek gevaar. Ook staat vast dat deze norm is geschonden, omdat geen nulmeting heeft plaatsgevonden voordat het werk begon en gedurende een lange periode (juni 2017 tot december 2018) er wel een pomp aanwezig was en tenminste met regelmaat (volgens de appartementseigenaren zelfs: steeds) werd gebruikt, maar geen peilbuis aanwezig was, laat staan dat werd bijgehouden of geen voor de omgeving nadelige onttrekking van grondwater plaatsvond. Daarna heeft monitoring wel plaatsgevonden, maar bij gebreke aan een nulmeting kan niet worden vastgesteld tot welke grondwaterpeildaling de werkzaamheden hebben geleid en dus ook niet of aan de norm dat de funderingen van de omliggende bebouwing niet droog komen staan of schade ondervinden is voldaan. Het gevaar waartegen de norm beschermt heeft zich hier voorgedaan, nu vaststaat dat in ten minste één paal van het belendende perceel bruinrot is geconstateerd. Dus is er aanleiding de voornoemde omkeringsregel toe te passen, wat in dit geval betekent dat het causaal verband tussen de grondwateronttrekking en schade aan houten onderdelen van de fundering en daardoor ontstane verzakkingsverschijnselen bij [eisers] zal moeten worden aangenomen, behoudens tegenbewijs.

5.14.

Voor zover schade wordt gesteld die niet door onttrekking van grondwater kan zijn ontstaan, maar wel door trillingen of door sloopwerkzaamheden waarbij steun is weggenomen (zonder dat dit goed is opgevangen door een steunconstructie) geldt dat de bewijslast van het causaal verband op [eisers] rust.Daarbij is echter het feit dat scheuren en verzakkingen zijn ontstaan ten tijde van de bouwwerkzaamheden een sterke aanwijzing is dat deze ook door de bouwwerkzaamheden zijn veroorzaakt. De rechtbank wijst hierbij op de onder 2.11 weergegeven tijdlijn; het daarin vermelde ontstaan van schade ten tijde van de werkzaamheden is als zodanig niet betwist, zodat er van mag worden uitgegaan dat de daar genoemde schade ten tijde van de werkzaamheden is ontstaan.

5.15.

De deskundige Lobbe heeft één funderingspaal onderzocht en daarin bruinrot vastgesteld. Die bevinding is door de andere deskundigen niet betwist, Wel is haar conclusie dat funderingsherstel nodig is door de andere deskundigen in twijfel getrokken. In de schadestaatprocedure zal de rechtbank daarom een deskundige moeten benoemen teneinde vast te stellen welke schadelijke gevolgen de werkzaamheden aan [locatie 1] hebben gehad voor [eisers]Bij de aan de deskundige te stellen vragen zal voor wat betreft de grondwateronttrekking bij de vraagstelling worden uitgegaan van de voornoemde omkeringsregel. Partijen wordt verzocht in hun processtukken in de schadestaatprocedure commentaar te leveren op de onderstaande voorgestelde vragen:

In de hoofdzaak

Is in het pand [locatie 2] schade ontstaan waarvan het wegpompen van grondwater onder [locatie 1] de oorzaak kan zijn? Zo ja, dan mag u er vanuit gaan dat de schade ook hierdoor is ontstaan. Omdat dit geldt “behoudens tegenbewijs” dient u [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de gelegenheid te stellen omstandigheden aan te voeren waaruit kan worden afgeleid dat de schade een andere oorzaak heeft. U dient als deskundige te beoordelen of die gestelde alternatieve schadeoorzaken steekhoudend zijn.

Indien er schade is ontstaan als bedoeld in vraag 1, op welk bedrag begroot u dan de herstelkosten?

Is in het pand [locatie 2] overigens schade ontstaan als gevolg van de bouwwerkzaamheden zoals verricht aan [locatie 1] ?

Indien er schade is ontstaan als bedoeld in vraag 3, op welk bedrag begroot u dan de herstelkosten?

Wilt u bij de beantwoording van vraag 3 in het bijzonder ingaan op de gevolgen van veroorzaakte trillingen en op het verweer dat scheuren ontstaan kunnen zijn door het niet gefundeerd zijn van de tussenmuur en het doorbuigen van de vloer van [locatie 2] .

Wilt u in het kader van vraag 3 ook beoordelen of uit de beschikbare foto’s kan worden afgeleid dat dragende onderdelen van de gezamenlijke muur zijn weggesloopt en zo ja of een afdoende steunconstructie aanwezig is geweest. Indien dit laatste niet het geval is geweest, is daar dan schade door ontstaan?

Wilt u bij de begroting van de schade ook rekening houden met de inkassing in de mandelige muur [locatie 1] / [locatie 2] en de bevestiging van die muur aan de nieuwe fundering van de kelderbak van [locatie 1] ?

5.16.

[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk in de kosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op:

- dagvaarding € 106,59

- betaald griffierecht 297,00

- salaris advocaat 1.086,00 (2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 543,00)

Totaal € 1.489,59

5.17.

Nu in dit geding geen schadevergoeding wordt vastgesteld kan ook nog niet worden beoordeeld of het beslag terecht is gelegd. De beslissing over de beslagkosten zal daarom worden genomen in de schadestaatprocedure.

6 De beoordeling in de vrijwaringszaak

6.1.

[gedaagde 1] stelt dat hij aan zijn uit de aanneemovereenkomst voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan. Dat de werkzaamheden lang geduurd hebben komt omdat [gedaagde 2] de eerste termijn heeft gebruikt om een ander werk te financieren. Indien door de werkzaamheden en/of de wijze waarop deze zijn uitgevoerd (verwijtbare) schade is ontstaan aan [locatie 2] , is deze schade is ontstaan door handelen of nalaten van [gedaagde 2] bij de uitvoering van de werkzaamheden. [gedaagde 2] heeft hem niet gewezen op de verplichting overleg met de buren te voeren. Hij heeft geen peilbuizen geplaatst en geen bemalingsadvies gevraagd.

6.2.

[gedaagde 2] stelt dat de verplichting overleg met de buren te voeren op de opdrachtgever rust. Over de wijze van uitvoering van de werken stelt hij dat hij wel peilbuizen heeft geplaatst. Hij heeft de onder 2.8 weergegeven peilbuisgegevens in het geding gebracht.

Het vragen van bemalingsadvies was een vergunningsvoorwaarde; het is [gedaagde 2] niet opgedragen dit advies aan te vragen. Overigens stelt [gedaagde 2] de opdracht te hebben uitgevoerd conform vergunning en constructietekeningen. Ook beroept hij zich op de beperking van zijn aansprakelijkheid volgens zijn algemene voorwaarden.

6.3.

In de hoofdzaak vindt verwijzing naar de schadestaatprocedure plaats omdat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld en aannemelijk is dat hierdoor schade is ontstaan. Die schadestaatprocedure zal gevoegd moeten worden behandeld met de onderhavige vrijwaringsprocedure. De rechtbank overweegt aan de zelfde deskundige als benoemd wordt in schadestaatprocedure in de hoofdzaak een tweede onderzoek op te dragen in de vrijwaringszaak, waarbij de volgende vraag wordt voorgesteld:

In de vrijwaringszaak

Welk deel van de schade is het onvermijdbare gevolg van de werkzaamheden die door [gedaagde 1] aan [gedaagde 2] zijn opgedragen en welk deel van de schade is het gevolg van de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd en had voorkomen kunnen worden?

Wilt u hierbij in het bijzonder ingaan op de duur van de werkzaamheden, op het moment dat de damwand is geplaatst, op de gebruikte damwand, op het feit dat de damwand aanvankelijk niet volledig was en op het moment dat de peilbuizen zijn geplaatst en de afgelezen waarden? Wilt u wat betreft mogelijke schade als gevolg van trillingen ingaan op het verweer dat scheuren ontstaan kunnen zijn door het niet gefundeerd zijn van de tussenmuur en het doorbuigen van de vloer van [locatie 2] ?

Wilt u beoordelen of uit de beschikbare foto’s kan worden afgeleid dat dragende onderdelen van de gezamenlijke muur zijn weggesloopt en zo ja of een afdoende steunconstructie aanwezig is geweest. Indien dit laatste niet het geval is geweest, is daar dan schade door ontstaan?

6.4.

Partijen zullen bij akte op de voorgestelde vraag mogen reageren. De zaak wordt op de parkeerrol geplaatst; beide partijen dienen tegelijk met hun conclusie van antwoord in de schadestaatprocedure de genoemde akte in deze vrijwaringszaak te nemen.

6.5.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

7 De beslissing

De rechtbank

in de hoofdzaak

7.1.

verklaart voor recht dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onrechtmatig hebben gehandeld en

aansprakelijk zijn voor de daardoor ontstane schade van [eisers] ;

7.2.

veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot vergoeding van de door [eisers]

geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat;

7.3.

bepaalt dat de schadestaatprocedure gevoegd zal worden behandeld met de vrijwaringsprocedure;

7.4.

bepaalt dat in de schadestaatprocedure wordt beslist over de beslagkosten,

7.5.

veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 1.489,59, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de proceskosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,

7.6.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

in de vrijwaringszaak

7.7.

verwijst de zaak naar de parkeerrol van woensdag 7 april 2021,

7.8.

stelt beide partijen in de gelegenheid tegelijk met hun conclusie van antwoord in de schadestaatprocedure in de hoofdzaak een akte te nemen teneinde commentaar te geven op de in de vrijwaringszaak voorgestelde aan de deskundige te stellen vraag zoals vermeld onder 6.3;

7.9.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2020.

type:

coll:


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature