Uitspraak
Parketnummer: 13/751139-20
RK nummer: 20/1349
Datum uitspraak: 18 juni 2020
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 10 maart 2020 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 13 februari 2020 door de Rechtbank van eerste aanleg en onderzoek nr. 1 Tremp (Spanje) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Guinee) op [geboortedag] 1985
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
thans uit andere hoofde gedetineerd in [detentieplaats]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
1 Procesgang
De raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. S.M. Hof, advocaat te Amsterdam, heeft per e-mail van 25 mei 2020 haar standpunt ingediend. De officier van justitie heeft daarop bij e-mail van 1 juni 2020 haar standpunt ingediend.
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 4 juni 2020 in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. J.J.M. Asbroek en de gemachtigde raadsvrouw van de opgeëiste persoon.
De opgeëiste persoon heeft bij verklaring van 29 mei 2020 afstand gedaan van het recht om gehoord te worden door de rechtbank.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
2 Identiteit van de opgeëiste persoon
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Guineese nationaliteit heeft.
3 Standpunt
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4 Grondslag en inhoud van het EAB
In het EAB wordt melding gemaakt van een beschikking van 4 februari 2020 uitgevaardigd door the Court of Tremp (Lleida-Spain) waarbij de voorlopige hechtenis van de opgeëiste persoon werd bevolen
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Spaans recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
5 Strafbaarheid
Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 1 en 13, te weten:
1. Deelneming aan een criminele organisatie
en
13. Hulp aan illegale binnenkomst en illegaal verblijf.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op deze feiten naar Spaans recht telkens een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.
6 Slotsom
Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.
7 Toepasselijke wetsartikelen
De artikelen 2, 5 en 7 OLW.
8 Beslissing
STAAT TOE de overlevering van [opgeëiste persoon] aan de Rechtbank van eerste aanleg en onderzoek nr. 1 Tremp (Spanje).
Aldus gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. C. Huizing-Bruil en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 18 juni 2020.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.