U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

ASR

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummers: 13/030274-19 en 13/190169-15 (tul) (Promis)

Datum uitspraak: 30 januari 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres

[adres 1] , [plaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 januari 2020.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.Y, de Boer en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.A.C. de Vilder - van Overmeire naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat

hij op of omstreeks 4 februari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijketoeëigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen- een tablet (en oplader) en/of- sieraden en/of- een paspoort,in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door een raam (van die woning) te verbreken en/of te forceren, althans door middel van braak op en/verbreking van die woning.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs

4.2

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie komt tot de conclusie dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen het ten laste gelegde feit heeft begaan. Verdachte heeft ter terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd.

4.3

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft geen bewijsverweer gevoerd. Gelet op de bekentenis van verdachte refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.4

Het oordeel van de rechtbank

Op grond van de aangifte, het nadere verhoor van de aangeefster en de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich samen met zijn mededaders heeft schuldig gemaakt aan de ten laste gelegde woninginbraak.

Nu verdachte het feit heeft bekend en de raadsvrouw hiervoor geen vrijspraak heeft bepleit, kan op grond van artikel 359, derde lid van het Wetboek van Strafvordering met de hierna genoemde opgave van bewijsmiddelen worden volstaan:

1. De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 januari 2020;

2. Een proces-verbaal van aangifte van 4 februari 2019, met proces-verbaalnummer PL1300-2019024550-1, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , doorgenummerd pagina’s 6 en 7.

3. Een proces-verbaal van nader verhoor aangeefster van 5 februari 2019, met proces-verbaalnummer PL1300-2019024550-32 in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , doorgenummerd pagina’s 13 en 14.

5 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.4 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

op 4 februari 2019 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen:

- een tablet (en oplader) en sieraden en een paspoort,

toebehorende aan [persoon] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6 De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7 De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 Motivering van de straf

8.1.

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 100 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen, met aftrek van voorarrest. Hij acht toepassing van het jeugdstrafrecht gerechtvaardigd gelet op de leeftijd en de persoon van verdachte en houdt bij zijn eis rekening met de LOVS-richtlijnen voor minderjarigen.

Hij vraagt ook de volledige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde werkstraf van veertig uren. De proeftijd is al een keer verlengd en verdachte was gewaarschuwd.

8.2.

Het strafmaatverweer van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank ook verzocht om het jeugdrecht toe te passen gezien de leeftijd en de persoon van verdachte. De raadsvrouw vraagt de rechtbank om een lagere werkstraf op te leggen aan verdachte dan gevorderd, omdat rekening moet worden gehouden met zijn school en stage. Verdachte heeft na dit feit geen strafbare feiten meer gepleegd en heeft weinig antecedenten. De raadsvrouw vraagt afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging omdat de voorwaardelijke straf te lang geleden is opgelegd en tenuitvoerlegging nu geen toegevoegde waarde meer heeft. Het feit dat de vordering niet onverwijld is ingediend, is ook een reden voor afwijzing.

8.3.

Het oordeel van de rechtbank

Adolescentenstrafrecht

Verdachte was ten tijde van het plegen van het feit 19 jaar en dus meerderjarig. Op een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, maar nog onder de 23 jaar, kan het jeugdstrafrecht worden toegepast als sprake is van omstandigheden gelegen in de persoon van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd daartoe aanleiding geven.

De reclassering heeft op 30 juli 2019 een advies opgesteld. Daarin is onder meer gerapporteerd dat verdachte over beperkte oplossingsvaardigheden beschikt en bepaalde gevolgen van zijn gedragingen moeilijk kan overzien. Verdachte heeft onvoldoende zelfinzicht, mogelijk door beperkte intellectuele vaardigheden. De reclassering adviseert de rechtbank om bij strafoplegging het adolescentenstrafrecht toe te passen. De rechtbank neemt dat advies over.

Nadere motivering van de straf

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Hierbij zijn vele sieraden, een laptop en een paspoort weggenomen en is de woning volledig overhoop gehaald. De rechtbank vindt het zorgelijk dat de verdachte en zijn mededaders geen oog lijken te hebben gehad voor de schade die zij aan zouden richten en het leed dat zij bij de bewoonsters zouden veroorzaken. Niet alleen zijn de slachtoffers veel goederen van (emotionele) waarde kwijtgeraakt, ook heeft de inbraak voor een gevoel van onveiligheid gezorgd en is de gedachte dat vreemden de woning hebben doorzocht erg onaangenaam.

Kennelijk hebben de daders zich enkel laten leiden door geldelijk gewin. De rechtbank rekent dit verdachte aan.

Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet de persoon is geweest die het plan voor de inbraak heeft bedacht, wat niet wegneemt dat het kwalijk is dat hij zich heeft laten overhalen en mee is gegaan. Wel vindt de rechtbank het positief dat verdachte op de zitting openheid van zaken heeft gegeven door toe te geven dat hij bij de inbraak betrokken is geweest.

De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 18 december 2019. Hieruit blijkt dat hij tweemaal eerder is veroordeeld tot een leer- en een werkstraf, voor andersoortige feiten.

De rechtbank heeft de oriëntatiepunten die strafrechters in Nederland hanteren (LOVS-oriëntatiepunten) tot uitgangspunt genomen. Alhoewel de rechtbank qua strafoplegging bij ASR zaken doorgaans aansluit bij de richtlijnen voor volwassenen, ziet de rechtbank in dit geval aanleiding om daar in het voordeel van verdachte vanaf te wijken. De rechtbank houdt uitdrukkelijk rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de het rapport van de reclassering d.d. 30 juli 2019, opgemaakt voor deze strafzaak. Er is geen sprake van actuele diagnostiek. Wel zijn er aanwijzingen dat verdachte beschikt over beperkte intellectuele vaardigheden. Verdachte wordt aangemerkt als een kwetsbare jongen. De reclassering spreekt van een pro-crimineel netwerk. Verdachte heeft ter zitting aangeven dat hij daar afstand van wil nemen en wil verhuizen. Hij heeft een training bij de Bascule afgerond en is na dit feit niet meer met politie en justitie in aanraking geweest. Positief is verder dat verdachte een zinvolle dagbesteding heeft, in de vorm van school en een stage. Het is wenselijk dat hij de kans krijgt om de stage voort te zetten en zijn opleiding af te ronden.

Er is geen sprake van een recent reclasseringsrapport. De rechtbank ziet momenteel geen aanleiding om interventies op te leggen in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel.

Al met al vindt de rechtbank de eis van de officier van justitie tot het opleggen van een werkstraf voor de duur van 100 uren, te vervangen door 50 dagen jeugddetentie passend en redelijk en zal zij deze volgen.

Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich de op 31 juli 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, in de zaak met parketnummer 13/190169-15, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 6 juni 2016 van de kinderrechter, waarbij verdachte is veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van veertig uren, met bevel dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Tevens bevindt zich bij de stukken een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte per post is toegezonden.

Op 13 oktober 2017 heeft de kinderrechter de proeftijd met een jaar verlengd. Deze liep door tot 20 juni 2019. Het nieuwe feit is binnen de proeftijd gepleegd.

De rechtbank gaat niet mee met het verweer van de raadsvrouw dat de vordering niet onverwijld is ingediend. Bij de beoordeling daarvan kan de redelijkheid als leidraad worden genomen.

De rechtbank ziet aanleiding om de voorwaardelijke straf ten uitvoer te leggen. Verdachte heeft voor een tweede maal de algemene voorwaarde overtreden door een strafbaar feit te plegen binnen de proeftijd. Daarmee heeft hij de tweede kans die hem door de kinderrechter was gegeven verspeeld. De rechtbank ziet geen reden om verdachte nog een kans te geven. Verdachte was gewaarschuwd.

Deze werkstraf kan pas ten uitvoer worden gelegd wanneer de hoofdzaak onherroepelijk is geworden.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 77c, 77m, 77n en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10 Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder bereik heeft gebracht door middel van braak.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht naar de maatstaf van twee uren per dag. Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen.

Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 6 juni 2016 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een werkstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 20 (twintig) dagen.

Gelast dat deze voorwaardelijke werkstraf pas ten uitvoer zal worden gelegd indien in de hoofdzaak (13-030274-19) sprake is van een onherroepelijke veroordeling.

Gelast de teruggave aan verdachte van:

- een paar schoenen van het merk Nike.

Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door

mr. D. van Reekum, voorzitter tevens kinderrechter,

mrs. M.M. Helmers en E. Huls, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. D.M.E. Leyten, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 januari 2020.

De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature