Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Diefstal met braak bij een advocatenkantoor, wederrechtelijk binnendringen van het Tropenmuseum en diefstal met braak uit auto's. Oplegging ISD-maatregel voor de duur van 2 jaren.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS

Parketnummers: 13/684037-19 (A) + 13/245005-18 (B) (gevoegd ttz)

Parketnummers TUL: 13/701363-18 + 13/255367-16

Datum uitspraak: 29 mei 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

gedetineerd in het [detentieplaats] .

1 Onderzoek op de zitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 mei 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van wat de officier van justitie, mr. M. Modder en verdachte en zijn raadsvrouw, mr. G.A. Jansen, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort samengevat – tenlastegelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan:

ten aanzien van zaak A:

1. diefstal met braak van goederen van advocatenkantoor [naam] op 19 februari 2019;

2. wederrechtelijk binnendringen van het [naam museum] op 19 februari 2019;

ten aanzien van zaak B:

1. poging tot diefstal in vereniging met braak van goederen uit een Jeep op 6 januari 2018;

2. diefstal in vereniging met braak van goederen uit een Audi op 6 januari 2018.

De volledige tekst van de tenlastelegging is in bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.

3 Waardering van het bewijs

3.1

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in zaak A onder 1 en 2 en zaak B onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden. De officier van justitie heeft daartoe, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.

Zaak A

De onder 1 tenlastegelegde diefstal kan worden bewezen op grond van de aangifte, de getuigenverklaring en de bekennende verklaring van verdachte. Verdachte moet worden vrijgesproken van het bestanddeel ‘braak’, nu met onvoldoende zekerheid te stellen is dat verdachte de deur heeft geforceerd. De onder 2 tenlastegelegde lokaalvredebreuk kan tevens worden bewezen, nu hiervan aangifte is gedaan en verdachte daarover verklaart dat hij via de personeelsingang naar binnen is gekomen en dat hij wist dat dit niet mocht.

Zaak B

De onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen gelet op de aangiftes, de camerabeelden en de herkenningen. Verdachte verklaart op zitting dat hij zichzelf op de beelden herkent. Met betrekking tot de onder 1 tenlastegelegde poging tot inbraak is op de beelden te zien dat verdachte in de Jeep gaat zitten, waarvan is gebleken dat de ruit is ingeslagen. Ten aanzien van de onder 2 tenlastegelegde inbraak volgt uit de beelden dat verdachte, tezamen met twee anderen, bij de Audi staat, waaruit spullen worden weggenomen.

4.2

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het in zaak A onder 1 tenlastegelegde feit op het standpunt gesteld dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het bestanddeel ‘braak’. Uit de camerabeelden blijkt dat verdachte wegloopt op het moment dat hij merkt dat de deuren dicht zijn. Ook had hij geen gereedschap bij zich om de deuren open te breken.

Voor de overige tenlastegelegde feiten refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de bewezenverklaring daarvan.

4.3

Oordeel van de rechtbank

4.3.1.

Partiële vrijspraak

Zaak A

Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de braak niet bewezen kan worden, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

Uit het nagezonden proces-verbaal van bevindingen blijkt dat de toegangsdeur van het [naam museum] door verschillende bedrijven werd gebruikt en de kaartlezer van deze deur waarschijnlijk kapot is gegaan, omdat de deur open bleef staan. Het scenario van verdachte, dat de deur al open was en hij hierdoor naar binnen kon gaan, is niet uit te sluiten.

5 Bewezenverklaring

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:

ten aanzien van het in zaak A ten laste gelegde:

1. op 19 februari 2019 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen

- flessen sterke drank en;

- een fles bier en;

- een speaker (merk JBL);

toebehorende aan advocatenkantoor [naam] ;

2. op 19 februari 2019 te Amsterdam het besloten lokaal, te weten het [naam museum] gelegen aan de [adres] wederrechtelijk is binnengedrongen.

ten aanzien het in zaak B ten laste gelegde:

1. op 6 januari 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om uit een Jeep, kenteken [nummer 1] , goederen die aan een ander toebehoorden, te weten aan [persoon 1] en/of [bedrijf] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak en zich naar die auto hebben begeven en een ruit van die auto hebben ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2. op 6 januari 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, uit een Audi A1, kenteken [nummer 2] , zonnebrillen (merk Rayban) en een Carhartt (olijfgroene parka) en een jas (merk Prada), dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [persoon 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, door een ruit van voornoemde auto in te slaan.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6 Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7 Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. De verdachte is dan ook strafbaar.

8 Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders

8.1

Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren zonder aftrek van voorarrest.

8.2

Standpunt van de verdediging

De verdediging voert geen verweer ten aanzien van de gevorderde ISD-maatregel. De verdediging verzoekt wel om in het vonnis op te nemen dat verdachte bij voorkeur wordt geplaatst in een kliniek nabij [plaats 1] .

8.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek op de zitting is gebleken.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende diefstallen (in vereniging), een poging daartoe en lokaalvredebreuk. Hierbij heeft verdachte zich de goederen onder zijn bereik gebracht door middel van braak. Dit heeft plaatsgevonden in een periode van twee jaren. Dit zijn vervelende feiten waarbij verdachte slechts oog heeft gehad voor zijn financiële gewin om zijn drugsverslaving te bekostigen. Hij heeft zich op geen enkel moment bekommerd om de financiële schade en overlast die hij door zijn handelen heeft veroorzaakt. Dit is verdachte aan te rekenen.

De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsrapport van Inforsa van 16 mei 2019, opgemaakt door S. van Niekerken. Uit dit rapport blijkt onder meer, zakelijk weergegeven, dat verdachte vermogensdelicten pleegde om aan geld voor (hard)drugs te komen. Na een intensief behandel- en begeleidingstraject in 2009, is het hem gelukt om lange tijd geen middelen te gebruiken en delicten te plegen. In 2016 viel hij echter weer terug in cocaïnegebruik en nam zijn delictgedrag weer toe. In 2018 heeft de reclassering een toezicht geadviseerd met als bijzondere voorwaarde onder andere een klinisch verslavingsbehandeling. Hoewel verdachte gemotiveerd was voor behandeling en goed meewerkte, moest hij uiteindelijk de kliniek verlaten wegens een incident met een medebewoner. Dit had opnieuw een terugval in middelengebruik en delictgedrag tot gevolg. Verdachte geeft aan open te staan voor een klinische verslavingsbehandeling met aansluitend begeleid wonen. De reclassering adviseert de oplegging van een ISD-maatregel. Verdachte kan zich hierin vinden en is gemotiveerd om de behandeling succesvol te laten verlopen.

De rechtbank heeft P. van Doleweerd en M. Weynaere, beiden reclasseringswerker, op de zitting als deskundige gehoord. Zij hebben bevestigd dat het eerdere behandelingskader ontoereikend is gebleken en de bescherming van het ISD-kader het meest geschikt is voor verdachte om terugval te voorkomen.

Verdachte verklaart op zitting dat hij zijn oude gebruikersbestaan achter zich wil laten en denkt dat ISD hem daarbij kan helpen.

De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie van 1 mei 2019 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan de periode ten laste gelegde periode meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 1 mei 2019 is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt

worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit.

Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten. De rechtbank ziet geen reden om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de vordering volgen.

Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.

9 Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordelingen

De rechtbank zal de vorderingen tot tenuitvoerlegging met de parketnummers 13/701363-18 + 13/255367-16 afwijzen omdat verdachte de ISD-maatregel opgelegd krijgt. Het ISD-traject moet, gelet op de problematiek van verdachte, zo snel mogelijk van start gaan. De tenuitvoerlegging van beide voorwaardelijke veroordelingen zou een snelle start in de weg staan.

10 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 57, 138, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht .

11 Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5. is vermeld.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Ten aanzien van zaak A:

diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

en

in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;

Ten aanzien van zaak B:

poging diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

en

diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren

Bepaalt dat verdachte bij voorkeur wordt geplaatst bij [instelling] , locatie [plaats 1] ( [plaats 2] ) [plaats 2] of een soortgelijke instelling.

Wijst de vorderingen tot tenuitvoerlegging in de zaken met parketnummers 13/701363-18 + 13/255367-16 af.

Dit vonnis is gewezen door

mr. S. Djebali, voorzitter,

mrs. E. van den Brink en J.W.P. van Heusden, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. G. Onnink, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 mei 2019.

[....]

.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature