U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Nautic Jachthavens hoeft de bootjes en steigers bij het Hilton hotel niet weg te halen.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/665073 / KG ZA 19-420 MDvH/MAH

Vonnis in kort geding van 22 mei 2019

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AMSTERDAM-HILTON HOTEL B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres bij dagvaarding van 26 april 2019,

advocaat mr. R.A. Kaatee te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NAUTIC JACHTHAVENS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. S.D. Worotikan te Heerlen.

Partijen zullen hierna ook AHH en Nautic worden genoemd.

1 De procedure

Ter zitting van 8 mei 2019 heeft AHH gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Nautic heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.

Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

Ter zitting waren aanwezig: - aan de zijde van AHH: [gevolmachtigde] (gevolmachtigde) met mr. Katee;

- aan de zijde van Nautic: [werknemer 1] , [werknemer 2] (werknemers) en [naam] , met mr. Worotikan

2 De feiten

2.1.

AHH is erfpachter van het perceel waarop het Amsterdam Hilton Hotel is gelegen. Hilton International Nederland B.V. (Hilton) huurt van AHH sinds 1958 onder meer het op het perceel gelegen hotelgebouw met de bijbehorende tuin en exploiteert het hotel. AHH en Hilton behoren niet tot dezelfde groep en zijn ook anderszins niet gelieerd.

2.2.

Bij overeenkomst van december 2008 heeft Hilton aan Nautic met goedvinden van hoofdverhuurder AHH de aan de hoteltuin grenzende insteekhaven verhuurd.

2.3.

Rond die tijd heeft Hilton met Nautic tevens een overeenkomst tot gebruik van naastgelegen steigers (hierna: de steigers) gesloten. De artikelen 1.2 en 4 van die gebruiksovereenkomst luiden, voor zover van belang, als volgt:

“1.2 Deze overeenkomst heeft betrekking op het gebruik van de steigers die op de tekening die als bijlage I bij deze overeenkomst behoort zijn genummerd 1 tot en met 6, de steigers gelegen tussen de tuin van het Hilton Hotel en de brug over de Breitnerstraat, alsmede de kade tussen de hiervoor genoemde steigers. De steigers en de kade worden hieronder aangeduid met: ‘de Steigers’

4. Beëindiging gebruik

4.1

Jaarlijks, uiterlijk op 31 oktober van ieder jaar, zal Hilton Nautic schriftelijk berichten of het gebruik van de Steigers in het daaropvolgende kalenderjaar opnieuw zal worden gedoogd, danwel dat Nautic het gebruik van de Steigers zal moeten beëindigen per einde van dat (lopende) jaar.

4.3

Onverminderd het in 4.1 bepaalde is Hilton gerechtigd op een termijn van maximaal drie maanden het gebruik door Nautic van de Steigers op te zeggen indien Hilton daartoe wordt verplicht, bijvoorbeeld door de overheid (gemeente Amsterdam) of de eigenaar/verhuurder van het Hilton Hotel (…)”.

2.4.

Bij brief van 24 oktober 2018 heeft (de advocaat van) Hilton Nautic geïnformeerd dat AHH en Hilton de exploitatie en wenselijkheid van de gehele jachthaven (de insteekhaven en de steigers) aan het evalueren zijn, dat in dat verband zowel de (onder)huurovereenkomst als de gebruiksovereenkomst zullen worden beëindigd en dat Nautic de jachthaven zal moeten verlaten uiterlijk op de dag dat de hoofdhuur eindigt, 31 december 2025. Voorts staat in deze brief het volgende ten aanzien van de (opzegging van de) gebruiksovereenkomst:

“[AHH] has put [Hilton] on notice that the current use of the Marina and, more in particular, the pontoons referred to in the User Agreement (”User Pontoons”) (the pontoons that are situated between the Marina and the Breitnerstraat), is in breach with the provisons of the Marina Agreements. [AHH] has summoned [Hilton] to procure that the current use of the User Pontoons shall be terminated and that that the User Pontoons shall be removed ultimately on 31 December 2018.

[Hilton] is in discussion with [AHH] about the aforesaid summons with a view to find a solution by way of adjusted, less intensive, use of the User Pontoons. [Hilton] will contact you to give you more details and to discuss your willingness to co-operate with less intensive use of the User Pontoons.

For the moment it is not clear what the outcome will be of the discussions between [Hilton] and [AHH] on one hand and with you on the other hand. By consequence and to protect [Hilton’s] position, we hereby inform you on behalf of [Hilton] in accordance with clause 4.1 of the User Agreement, that the use of the User Pontoons shall no longer be allowed with effect from 1 January 2019 and that you shall remove the User Pontoons and reinstate the relevant areas in their original condition, ultimately on 31 December 2018.

This termination may be withdrawn if a less intensive form of use of the User Pontoons will be agreed and confirmed in writing between you and [Hilton] before 30 November 2018. (…)”.

2.5.

Hilton en Nautic hebben vanaf begin november 2018 meermaals en in ieder geval (laatstelijk) op 11 maart 2019 gesproken over de bereidheid van Nautic om aanpassingen te maken in de wijze waarop zij gebruik maakt van de steigers en zij hebben beide AHH meermaals verzocht om met concrete plannen te komen ten aanzien van een minder intensieve vorm van exploitatie. AHH is nimmer met (concrete) plannen gekomen.

2.6.

Bij brief van 6 maart 2019 heeft (de advocaat van) AHH aan Nautic geschreven dat Nautic niet heeft voldaan aan de sommatie van Hilton van 24 oktober 2018, zodat Nautic nu zonder recht of titel de steigers gebruikt. AHH heeft Nautic gesommeerd het gebruik per omgaande te staken en binnen twee weken de steigers te verwijderen en alles in de oude toestand terug te brengen. Hierop heeft de advocaat van Nautic gereageerd met een brief van 26 maart 2019, waarin zij AHH onder meer verzoekt om overleg over het in de brief van 24 oktober 2018 geschetste alternatieve scenario van minder intensief gebruik van de steigers die onder de gebruiksovereenkomst vallen.

2.7.

Begin april 2019 heeft Nautic tevergeefs getracht met ( [gevolmachtigde] van ) AHH in overleg te treden. AHH heeft bij monde van haar advocaat vastgehouden aan haar sommaties en op 5 april 2019 een kort geding in het vooruitzicht gesteld als Nautic niet per omgaande aan de sommaties zou voldoen. Nautic is niet tot ontruiming overgegaan.

2.8.

Bij brief van 1 mei 2019 heeft Hilton aan AHH en Nautic, voor zover van belang, het volgende geschreven:

“[Hilton] is the tenant under the lease agreement with AHH in respect of the buildings, gardens and marina situated at Apollolaan 138-140 in Amsterdam (the Head Lease). Hilton has been the tenant of that property since 1958.

[Hilton] has received a copy of the writ of summons for summary proceedings (kortgeding dagvaarding) initiating the court hearing scheduled on May 8, 2019 at 15.00 CEST at the district court of Amsterdam, with AHH as plaintiff and Nautic as defendant.

[Hilton] noted that AHH demands eviction of the pontoons (steigers) (the User Pontoons) which are used by Nautic pursuant to the user agreement between [Hilton] and Nautic (the User Agreement) signed together with the sublease in respect of the marina around February 2009, with the consent of AHH.

We have decided not to join or intervene (voegen/tussenkomen) in the summary proceedings but would like to clarify our position and share certain observations on this matter with AHH and Nautic. Note that this letter is not intended to be an exhaustive response to the writ of summons.

Each of AHH and Nautic is authorized to submit this letter to the district court in the summary proceedings.

(…)

Use of the User Pontoons

As regards AHH's claim that the current use of the User Pontoons is more intensive than what was agreed and thus in breach of the terms of the User Agreement, we note the following:

• the use of the User Pontoons is a relevant part of the operation of the marina as a whole. The marina is an important element of the successful exploitation of the Hilton Amsterdam Hotel;

• therefore, the continued steady use and operation of the marina is important to [Hilton];

• on October 19, 2018 [Hilton] had a meeting with AHH to discuss a less intensive use of the User Pontoons by Nautic and agreed that AHH would present a list of proposed requirements to adjust the use of the User Pontoons (the Requirements);

• in consultation with AHH, [Hilton] sent a conditional termination letter to Nautic on October 24, 2018 pursuant to which [Hilton] terminated the User Agreement per January 1, 2019. Such termination was conditional on [Hilton] and Nautic not reaching an agreement on a less intensive form of use of the User Pontoons before November 30, 2018, with reference to the Requirements to be received from AHH;

• to date such Requirements have not been received from AHH and therefore no adjustments have been agreed with Nautic;

• [Hilton] had a meeting with Nautic on March 11, 2019 to discuss Nautic's willingness to make certain adjustments pending AHH's submission of the Requirements;

• as the aforementioned November 30, 2018-deadline has been extended a number of times to facilitate amicable solutions pending AHH's submission of the Requirements, most recently until May 30, 2019, it is our view that the User Agreement is still in force.

(…)”.

3 Het geschil

3.1.

AHH vordert – samengevat –

- Nautic te verbieden na betekening van het vonnis nog langer gebruik te maken van de steigers en de kade bij het oranje en rood gearceerde deel, als bedoeld onder punt 6 van de dagvaarding (kort gezegd de steigers gelegen tussen de jachthaven en de Breitnerstraat);- Nautic te gebieden om binnen drie dagen na betekening van het vonnis deze steigers en kade te ontruimen, waarbij Nautic dat gebied dient te herstellen in de staat waarin Nautic het rond 2008 in gebruik heeft genomen, met machtiging om de ontruiming op kosten van Nautic zo nodig zelf te bewerkstelligen, al dan niet met behulp van de sterke arm;

- een en ander op straffe van dwangsommen; en

- Nautic te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met wettelijke rente.

3.2.

Nautic voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

AHH legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. AHH heeft in de loop van 2018 haar toestemming voor het gebruik van de steigers ingetrokken. Vervolgens heeft Hilton de gebruiksovereenkomst derhalve moeten opzeggen en ook opgezegd. Sinds de opzegging van de gebruiksovereenkomst heeft AHH de steigers en de kade zonder recht of titel in gebruik, hetgeen onrechtmatig is jegens AHH. Bovendien geldt de gebruiksovereenkomst volgens AHH alleen voor de steigers in het op het bij de dagvaarding gevoegde kaartje oranje gearceerde gedeelte (steigers genummerd 1 tot en met 6) en niet voor de steigers en kade in het op het kaartje rood gearceerde gedeelte (vanaf steiger nummer 6 tot de Breitnerstraat).

4.2.

Allereerst wordt overwogen dat, anders dan AHH heeft gesteld, de gebruiksovereenkomst blijkens de tekst van de preambule en artikel 1.2 ervan betrekking heeft op de steigers en de kade in zowel het rode als het oranje gearceerde gedeelte.

4.3.

Nautic heeft tot haar verweer primair aangevoerd dat de gebruiksovereenkomst nog steeds van kracht is, omdat de opzegging voorwaardelijk was en Hilton de opzeggingstermijn hangende overleg herhaaldelijk heeft verlengd, laatstelijk tot 31 mei 2019. Dit verweer wordt voorshands gevolgd. In de brief is bij letterlijke lezing misschien geen sprake van een voorwaardelijke opzegging, maar het betreft hier een opzegging door Hilton van een overeenkomst tussen haar en Nautic en Hilton heeft in haar brief van 1 mei 2019 (zie 2.8) bevestigd dat zij heeft bedoeld de overeenkomst op te zeggen onder de opschortende voorwaarde dat geen overeenstemming over minder intensief gebruik zou worden bereikt (“Such termination was conditional on [Hilton] and Nautic not reaching an agreement on a less intensive form of use of the User Pontoons before November 30, 2018, with reference to the Requirements to be received from AHH”). De voorwaardelijkheid hield en houdt – zo stelt Nautic en bevestigt Hilton in haar brief – verband met het feit dat nog niet duidelijk was (en is) welk ‘minder intensief gebruik’ AHH voor ogen had (heeft) en dat, zolang AHH haar eisen wat dat betreft nog niet kenbaar heeft gemaakt, afspraken over dat ‘minder intensieve gebruik’ niet kunnen worden gemaakt. Volgens Nautic is AHH niet bereid dit overleg aan te gaan, hetgeen wordt bevestigd door Hilton in haar brief, reden waarom Hilton de opzeggingsdatum steeds verder uitstelt. Voor zover al sprake zou zijn van een onvoorwaardelijke opzegging kan AHH zich overigens niet in redelijkheid op het standpunt stellen dat Nautic weg moet, nu AHH zelf niet bereid is om te praten over de optie van een minder intensief gebruik door Nautic (te intensief gebruik is de voornaamste door AHH gestelde reden voor haar wens tot beëindiging ervan), terwijl Hilton en Nautic daartoe wel bereid zijn.

4.4.

Op zich stuiten de vorderingen van AHH hierop reeds af, maar voorts valt ook niet in te zien welk (spoedeisend) belang AHH heeft bij haar vorderingen. AHH heeft in de dagvaarding slechts aangevoerd dat zij recht en belang heeft bij beëindiging van de onrechtmatige situatie (gebruik door Nautic zonder recht of titel en dus bij staking van het gebruik van – kort gezegd – de steigers, verwijdering van de steigers en herstel in de oorspronkelijke situatie). Daarnaast stelt zij in de dagvaarding dat door het gebruik van Nautic (dat volgens AHH overigens ook in strijd met de gemaakte afspraken is, onder meer omdat het te intensief zou zijn) de gehele kade van het Amsterdam Hilton Hotel wordt gedomineerd door de steigers van Nautic, dat de gehele tuin van het Amsterdam Hilton Hotel in het vaarseizoen vrijwel permanent volledig is omsloten door boten (die ook nog niet voldoen aan de kwalificatie ‘klassiek’), dat de gasten van het hotel vanaf het terras enkel nog tegen de daar aangelegde boten aankijken en er geen vrij zicht meer bestaat op het water. Ter zitting heeft AHH hieraan toegevoegd dat zij als eigenaar van het hotelperceel belang heeft bij een passende uitstraling in lijn met de monumentale status en dat de ‘illegale’ uitbreiding van de jachthaven door Nautic op een cruciaal onderdeel het karakter van het perceel en gebruik daarvan aantast. Nog los van het feit dat Nautic deze stellingen heeft bestreden, is hier het volgende van belang. De bezwaren die AHH stelt te hebben tegen het gebruik van Nautic van de jachthaven en de steigers worden op geen enkele wijze door haar huurder, de exploitant van het hotel, Hilton, gedeeld, terwijl dit juist belangen van de exploitant van het hotel zijn en niet zozeer die van de eigenaar (verhuurder). Blijkens haar brief van 1 mei 2019 heeft Hilton juist geen klachten over de aanwezigheid van Nautic en het intensieve gebruik van de jachthaven en de steigers. Hilton schrijft immers: “the use of the User Pontoons is a relevant part of the operation of the marina as a whole. The marina is an important element of the successful exploitation of the Hilton Amsterdam Hotel, therefore, the continued steady use and operation of the marina is important to Hilton”. Het is de voorzieningenrechter dan ook volstrekt onduidelijk welk eigen belang AHH als eigenaar heeft bij een minder intensief gebruik van de jachthaven en de steigers, waar haar huurder, de exploitant van het hotel, volstrekt tevreden is met de huidige situatie. Indien AHH het gebruik wil wijzigen zal zij zich (ook) tot haar huurder, haar contractspartij, moeten wenden en niet – via een omweg – (alleen) tot Nautic.

4.5.

Dit alles leidt ertoe dat de vorderingen van AHH zullen worden afgewezen en AHH als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten zal worden veroordeeld.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

weigert de gevraagde voorzieningen,

5.2.

veroordeelt AHH in de proceskosten, tot heden aan de zijde van Nautic begroot op:

– € 639,00 aan griffierecht en

– € 980,00 aan salaris advocaat;te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen indien AHH deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan,

5.3.

veroordeelt AHH in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt

5.4.

verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2019.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature