Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verdachte is de hotelkamer van aangeefster binnengedrongen en is toen op bed op aangeefster gaan liggen. Poging tot verkrachting niet bewezen, omdat van een begin van uitvoering geen sprake was. Poging tot aanranding wel bewezen.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/654188-17 (Promis)

Datum uitspraak: 21 maart 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1984,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het [BRP-adres] .

1 Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 maart 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. H.H. Boersma, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J.E. van Rossem, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij zich op 10 december 2017 te Amsterdam schuldig heeft gemaakt aan:

1. een poging tot verkrachting, dan wel een poging tot aanranding, van [slachtoffer] ;

2. het wederrechtelijk binnendringen van de hotelkamer van [slachtoffer] ;

3. het vernielen van een deur, een toiletbril en een toiletrolhouder van restaurant McDonalds.

De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Waardering van het bewijs

3.1.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde. Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde heeft hij aangevoerd dat een poging tot verkrachting niet bewezen kan worden verklaard, omdat van een begin van uitvoering geen sprake was. Een poging tot aanranding kan daarentegen wel bewezen worden verklaard. Verdachte lag bovenop [slachtoffer] . Als getuige [naam getuige] de kamer niet was binnengekomen, had verdachte seksuele handelingen bij [slachtoffer] verricht.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 ten laste gelegde. Verdachte had weliswaar seksuele intenties, maar van een begin van uitvoering van een verkrachting of aanranding was geen sprake. Met betrekking tot het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.3.

Oordeel van de rechtbank

3.3.1.

Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde

3.3.1.1. Poging tot verkrachting

De rechtbank acht een poging tot verkrachting niet bewezen, omdat van een begin van uitvoering geen sprake was. Weliswaar kan – zoals hierna wordt uitgelegd – worden vastgesteld dat verdachte was begonnen met het dwingen van [slachtoffer] tot het ondergaan van seksuele handelingen, maar er kan niet worden vastgesteld dat hij ook al was begonnen met het dwingen van haar tot het ondergaan van het seksueel binnendringen van haar lichaam. Omdat dit wel nodig voor een bewezenverklaring van een poging verkrachting, zal verdachte van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.

3.3.1.2. Poging tot aanranding

De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. Op 10 december 2017 om 11 uur ’s ochtends liep verdachte stomdronken en met seksuele intenties door het [naam hotel] in Amsterdam. Hij had twee flessen wijn meegenomen en hoopte op een zogenaamd vluggertje. Eerst klopte hij aan bij kamer 539, waar mevrouw [naam schoonmaakster] aan het schoonmaken was. Verdachte zei tegen [naam schoonmaakster] dat het zijn kamer was, maar [naam schoonmaakster] gaf aan dat zij de kamer aan het schoonmaken was voor de volgende gast. Verdachte bleef aandringen en zei meermalen dat hij ‘zijn’ kamer in wilde. Hij vroeg of [naam schoonmaakster] extra geld wilde verdienen, pakte zijn portemonnee en gaf aan dat hij maar vijf minuten van haar tijd nodig had. [naam schoonmaakster] weigerde en sloot de deur. Ter zitting heeft verdachte desgevraagd verklaard dat hij met dit voorstel een seksuele bedoeling had.

Even later klopte verdachte bij nummer 770, de kamer van [slachtoffer] , aan. Verdachte vroeg of hij binnen mocht komen voor de schoonmaak en vroeg of [slachtoffer] alleen was. Omdat verdachte geen schoonmaakspullen bij zich droeg, maar twee flessen wijn, vertrouwde [slachtoffer] het niet. Zij begon de deur steeds verder dicht te doen, terwijl zij verdachte vertelde dat zij over twintig minuten klaar zou zijn. Verdachte zette daarop zijn voet tussen de deur en de deurpost, en vroeg of hij alvast met de badkamer mocht beginnen. Zij zei nogmaals dat hij over twintig minuten terug moest komen en probeerde wederom de deur dicht te doen. Verdachte liet dat echter niet toe. Hij duwde hard en abrupt de deur open, en kwam de kamer binnenlopen. [slachtoffer] begon achteruit te lopen en viel op het bed. Het volgende moment lag verdachte over haar heen. Hij lag schuin, met een deel van zijn onderbuik, op haar en had een been op haar been gedrukt. Hij perste haar in het bed, zodat zij bleef liggen. Verdachte hield zijn ene hand tussen haar borst en haar sleutelbeen en zijn andere hand op haar mond. Hij drukte hard tegen haar mond en zei dat zij niet mocht schreeuwen.

Een personeelslid van het hotel, de heer [naam getuige] , zag dat verdachte de deur opensloeg en hoorde [slachtoffer] vervolgens gillen en schreeuwen. Hij opende de kamer van [slachtoffer] met een keycard en zag dat [slachtoffer] op haar rug op bed lag en dat verdachte bovenop haar zat. Hij zag dat [slachtoffer] probeerde verdachte van zich af te duwen. Hij heeft daarop verdachte van [slachtoffer] afgetrokken.

Verklaring van verdachte

Verdachte heeft onder andere verklaard dat hij de nacht daarvoor (bij café [naam café] ) zijn jas aan [slachtoffer] had uitgeleend, dat hij die ochtend [slachtoffer] bij de hotelkamer had gevraagd zijn jas te geven en dat hij vervolgens door een man van achteren de kamer in werd geduwd. Aangezien [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte zich als schoonmaker voordeed, meerdere collega’s hebben verklaard dat [slachtoffer] die nacht niet in café [naam café] was én [naam getuige] heeft verklaard dat verdachte de deur opensloeg, acht de rechtbank de verklaring van verdachte niet aannemelijk.

Begin van uitvoering

De rechtbank is van oordeel dat verdachte, door met een smoes aan te dringen om tot de hotelkamer van [slachtoffer] toegelaten te worden, de deur van deze kamer open te duwen terwijl [slachtoffer] die deur juist probeerde dicht te doen, de kamer binnen te lopen richting [slachtoffer] – die achteruit liep en op het bed viel – en ondanks het verzet en geschreeuw van [slachtoffer] bovenop haar te gaan liggen, zijn been op het been van die [slachtoffer] te drukken en zijn hand op de mond van [slachtoffer] te leggen, blijkbaar om het verzet en het schreeuwen te stoppen, heeft geprobeerd om [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Gezien de verklaring van verdachte, dat hij hoopte op een vluggertje, dat hij daartoe al eerder een poging had ondernomen bij [naam schoonmaakster] en de uiterlijke verschijningsvorm van zijn gedragingen ten aanzien van [slachtoffer] , kan het volgens de rechtbank niet anders zijn dan dat het opzet van verdachte ook tenminste daarop was gericht.

Conclusie

De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de subsidiair ten laste gelegde poging tot aanranding bewezen.

3.3.2.

Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde

De rechtbank acht, gelet op de aangifte van [slachtoffer] en de verklaring van [naam getuige] de onder 2 ten laste gelegde huisvredebreuk bewezen. Gezien de standpunten van de officier van justitie en de raadsman behoeft dit oordeel geen nadere motivering.

3.3.3.

Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde

Voorts acht de rechtbank, gelet op de aangifte van de McDonalds en de bekennende verklaring van verdachte, de onder 3 ten laste gelegde vernielingen van de toiletbril en de toiletrolhouder bewezen. Gezien de standpunten van de officier van justitie en de raadsman behoeft ook dit oordeel geen nadere motivering.

Partiële vrijspraak

Aangezien de schade aan de deur lijkt te zijn ontstaan door het openbreken van deze deur door de politie, zal verdachte van de vernieling van de deur partieel worden vrijgesproken.

4 Bewezenverklaring

De rechtbank acht aldus bewezen dat verdachte:

ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:

op 10 december 2017 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, door andere feitelijkheden, [slachtoffer] te dwingen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is hij, verdachte, naar de hotelkamer van voornoemde [slachtoffer] gegaan, waarna hij, verdachte,

- op bed op voornoemde [slachtoffer] heeft gelegen, terwijl zij op haar rug lag en waarbij voornoemde [slachtoffer] zijn geslachtsdeel voelde en

- zijn been op het been van voornoemde [slachtoffer] heeft gedrukt,

en bestaande die feitelijkheden hieruit dat hij, verdachte,

- de hotelkamer van voornoemde [slachtoffer] is binnengedrongen en

- vervolgens voornoemde [slachtoffer] heeft benaderd en

- vervolgens zijn hand op de mond van voornoemde [slachtoffer] heeft geplaatst en gedrukt en

- in de Engelse taal tegen voornoemde [slachtoffer] heeft gezegd dat zij niet mocht schreeuwen,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:

op 10 december 2017 te Amsterdam, in het besloten lokaal, te weten hotelkamer 770 van het [naam hotel] aan de [locatie] bij een ander, te weten bij [slachtoffer] , in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;

ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:

op 10 december 2017 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een toiletbril en een toiletrolhouder toebehorende aan restaurant McDonalds heeft vernield.

De rechtbank baseert deze beslissing op de in rubriek 3.3. weergegeven feiten en omstandigheden, zoals vervat in de als voetnoten weergegeven gebruikte bewijsmiddelen.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5 Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6 Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7 Motivering van de straf

7.1.

Eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.

7.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht om een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen.

7.3.

Oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

Verdachte is de hotelkamer van een Deense toerist, [slachtoffer] , binnengedrongen en heeft geprobeerd om onder dwang seksuele handelingen bij haar te verrichten. Dit zijn zeer ernstige feiten. Een hotelkamer is een plek waar iemand zich veilig zou moeten kunnen voelen. Verdachte heeft zich laten leiden door zijn eigen lusten en de wil van [slachtoffer] daaraan volstrekt ondergeschikt gemaakt. Hiermee heeft hij een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] . De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten hier vaak psychische gevolgen van ondervinden. Zo ook [slachtoffer] . Tijdens de aangifte en het verhoor bij de rechter-commissaris was zij erg emotioneel en gaf zij aan dat zij gevreesd had dat verdachte haar zou gaan verkrachten. De eerste paar maanden na het voorval heeft zij psychologische hulp nodig gehad.

Verdachte vluchtte vervolgens uit het hotel en sloot zich in een toilet van de McDonalds op. Daar heeft hij een toiletbril en een toiletrolhouder vernield. Er moest een koevoet en een hondengeleider aan te pas komen om verdachte aan te kunnen houden. Verdachte heeft door zo te handelen niet alleen schade, maar ook veel hinder veroorzaakt.

Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf als passende strafmodaliteit in aanmerking komt.

De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 12 februari 2019 over verdachte. Hieruit blijkt dat hij niet eerder voor gelijksoortige strafbare feiten is veroordeeld.

Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het Pro Justitia-rapport van 13 juni 2018, opgesteld door psycholoog drs. J. Yntema, en het reclasseringsrapport van 11 juli 2018, opgesteld door reclasseringswerker M. Blok . Uit het Pro Justitia-rapport volgt dat sprake is van een stoornis in het gebruik van alcohol, in ernstige mate. Verdachte heeft moeite om zich in een ander in te leven en heeft de neiging om problemen buiten zichzelf te leggen. Dit kan ervoor zorgen dat hij onvoldoende rekening houdt met het inschatten van andermans grenzen. Hierbij is de werking van alcohol versterkend. De reclassering adviseert een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een behandelverplichting.

De rechtbank neemt de conclusies uit voornoemde rapporten over en acht het van belang dat verdachte hulp krijgt bij zijn problematiek.

De rechtbank is van oordeel dat een groot deel van de straf voorwaardelijk moet worden opgelegd om soortgelijke strafbare feiten in de toekomst te voorkomen. De rechtbank wijkt daarom enigszins af van wat de officier van justitie heeft gevorderd.

Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een behandelverplichting, passend en geboden.

8 Ten aanzien van de benadeelde partij (feit 3)

[naam B.V.] vordert € 1.000,- aan materiële-schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft verzocht om de vordering tot een bedrag van € 500,- toe te wijzen en voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.

De raadsman heeft verzocht om de vordering, wegens een gebrek aan onderbouwing, af te wijzen. Subsidiair heeft hij verzocht om de schadevergoeding te matigen.

De rechtbank oordeelt als volgt. Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder 3 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht. In de vordering heeft zij een stelpost opgenomen en het bedrag van € 1.000,- is verder niet onderbouwd. Gelet hierop zal de rechtbank gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid. De rechtbank concludeert dat de vordering tot materiële-schadevergoeding tot een bedrag van in totaal € 500,- kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, 10 december 2017. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan dit deel van haar vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Aangezien de benadeelde partij een rechtspersoon is, acht de rechtbank haar zelf in staat om de toegewezen schadevergoeding bij verdachte te innen. De rechtbank zal daarom geen schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen.

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14 b, 14c, 14d, 45, 57, 63, 138, 246 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10 Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

Verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde: een poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: in het besloten lokaal, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 9 maanden.

Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Beveelt dat een gedeelte, groot 4 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.

Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast.

De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.

Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:

1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;

3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.

De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

1. meldplicht

zich moet melden bij Reclassering Inforsa ( [adres] ) zo lang en frequent als de reclassering dit nodig acht;

2. Behandelverplichting

- ambulante behandeling

wordt verplicht om zich te laten behandelen voor zijn verslavings- en/of gedragsproblematiek bij de FAZ Inforsa of soortgelijke forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling worden gegeven;

- kortdurende klinische opname

wordt verplicht tot een kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken, als de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven.

Vordering van de benadeelde partij

Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam B.V.] toe tot een bedrag van € 500,- (vijfhonderd euro) aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening.

Veroordeelt verdachte aan [naam B.V.] voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.

Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.

Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.

Voorlopige hechtenis

Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door

mr. A.K. Glerum, voorzitter,

mrs. M.R.J. van Wel en E. Laanen, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. E.J.M. van der Hooft, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 maart 2019.

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]

[(...)]


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature