U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Beëindiging tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming meerkosten (Rtm), omdat eisers inkomen hoger is dan de voor de Rtm geldende inkomensgrens.

Inkomsten uit onderhuur/verhuur kunnen als inkomen worden gerekend en meetellen bij het bepalen van de hoogte van eisers inkomen. Het feit dat eiser dure woonruimte huurt en een onderhuurder heeft genomen, is een keuze van eiser en levert geen bijzondere omstandigheid op om van beëindiging van de tegemoetkoming af te zien.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 17/4633

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 februari 2018 in de zaak tussen

[naam eiser] , te Amsterdam, eiser (gemachtigde: mr. G.J. Mulder),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder (gemachtigde: A.A. Brouwer).

Procesverloop

Bij besluit van 2 juni 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiser meegedeeld dat zijn tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming meerkosten (Rtm) per l juni 2017 is beëindigd.

Bij besluit van 3 augustus 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2018. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

l . Eiser huurt sinds 15 juli 2008 een woning aan [adres] te Amsterdam. Vanaf l februari 2015 verhuurt eiser een kamer aan [de persoon] . Eiser ontvangt hiervoor€ 600 per maand.

Het netto huurbedrag voor de gehele woning vanaf l juli 2017 bedraagt€ 949,09.

2. Bij besluit van 10 maart 2016 is aan eiser meegedeeld dat hij met ingang van l januari 2015 een bedrag van€ 63,25 per maand ontvangt, aangezien eiser tot de doelgroep van de Rtm behoort.

3. Bij het primaire besluit is aan eiser meegedeeld dat de tegemoetkoming wordt beëindigd per 1 juni 2017. Eiser had in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 een inkomen van€ 23.585, terwijl de inkomensgrens voor het ontvangen van een tegemoetkoming op grond van de Rtm € 18.505 per jaar is.

4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Naast het fiscaal jaarinkomen tellen ook overige inkomsten mee, zoals de inkomsten uit kamerverhuur. Verwezen wordt naar artikel 33, vierde lid van de Participatiewet .

Verweerder merkt op dat ten onrechte geen rekening is gehouden met een vrij te laten bedrag voor nutsvoorzieningen van€ 65 per maand, het jaarinkomen komt dan uit op€ 22.566.

5. Eiser betwist dat sprake is van verhuur, hij deelt zijn woning. Vanwege de hoge huurprijs was eiser genoodzaakt om zijn woning te delen. Eiser heeft de gemeente hiervan ruim van tevoren op de hoogte gesteld. Verhuizen was geen optie voor eiser, gezien de problematische woningmarkt in Amsterdam .

Eiser zou meer voordeel hebben als hij geen onderhuurder had en in plaats daarvan huurtoeslag zou ontvangen en in een goedkopere woning zou wonen, onder de liberalisatiegrens. Verweerder heeft geen maatwerk geleverd in de concrete situatie van eiser, terwijl eiser - door een minimaal beroep op de bijzondere bijstand voor hoge woonlasten te doen - de gemeente juist geld heeft bespaard.

Gedurende korte tijd, in de periode dat hij geen onderhuurder had, heeft eiser bijzondere bijstand voor hoge woonlasten ontvangen en verweerder dwingt hem om deze bijzondere bijstand nu weer aan te gaan vragen, terwijl dit voor de gemeente hogere kosten zal meebrengen.

6. Vanaf 1 januari 2015 geldt er een nieuwe gemeentelijke regeling, de Rtm. Deze regeling is gebaseerd op artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 4.11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 en artikel 4.12, onderdeel 2, van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015, die door het college op 9 december 2014 zijn vastgesteld.

(....)

Voor de Rtm geldt een inkomensgrens die gelijk is aan de grens van het gemeentelijk armoedebeleid, 120 % van het sociaal minimum. De inkomensgrens is afhankelijk van het huishoudtype. Er worden aparte toetsbedragen gehanteerd voor alleenstaanden, voor alleenstaande ouders en voor echtparen. Er wordt getoetst aan de maximale norm per huishoudtype volgens de tabellen die bij de overige minimavoorzieningen worden gehanteerd. (... )

7. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de inkomsten uit onderhuur/verhuur als inkomen kunnen worden gerekend en deze inkomsten dus meetellen bij het bepalen van hoogte van eisers ink omen. Het gegeven dat eiser dure woonruimte huurt en om deze reden een onderhuurder heeft genomen, maakt dit niet anders. Door de inkomsten op te tellen bij het fiscale jaarinkomen van eiser en rekening houdend met het vrij te laten bedrag van nutsvoorzieningen, komt eiser boven de grens van€ 18.505 uit.

8. Ten aanzien van de bij besluit van 2 februari 2015 toegekende bijzondere bijstand voor de maand januari 2015 (in deze maand had eiser geen onderhuurder) heeft verweerder in het verweerschrift en ter zitting toegelicht dat wanneer deze wordt toegekend sprake is van stringente voorwaarden met betrekking tot het zoeken naar andere woonruimte. Op deze manier kan de gemeente controleren of iemand voldoet en blijft voldoen aan de voorwaarden voor het ontvangen van deze bijzondere bijstand. Ter zitting heeft verweerder benadrukt dat deze vorm van woonkostenvergoeding een tijdelijk karakter heeft en in de meeste gevallen voor een periode van maximaal een half jaar kan worden verleend.

9. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat niet is gebleken dat de gevolgen voor eiser wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Het gegeven dat eiser dure woonruimte huurt en een onderhuurder heeft genomen is een keuze van eiser. Het komt voor verantwoording van eiser om een oplossing te zoeken in het geval een (te) dure woonruimte wordt gehuurd. Eisers stelling ter zitting dat het hem niet lukt om een woning te vinden via Woningnet, is op geen enkele wijze onderbouwd.

10. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de Rtm niet is voldaan. Het beroep is ongegrond. Voor een vergoeding van het griffierecht of een veroordeling in de proceskosten ziet de rechtbank geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. de Savornin Lohman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2018.

griffier

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature