Uitspraak
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
Team familie- en jeugdzaken
Locatie Amsterdam
zaaknummer / rekestnummer: C/13/617446 / FA RK 16/7195 (MN/ML)
Beschikking van 25 oktober 2017 betreffende omzetting zwakke adoptie naar een sterke adoptie
in de zaak van:
[verzoeker 1]
verzoekende partij,
hierna mede te noemen verzoeker [verzoeker 1] ,
en
[verzoeker 2] ,
verzoekende partij,
hierna mede te noemen verzoekster [verzoeker 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. C.P. Robben, kantoorhoudende te Gieten.
Als belanghebbende met betrekking tot de geboortegegevens van na te noemen minderjarige
is aangemerkt: de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.
1 De procedure
1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken, waaronder het
op 18 oktober 2016 ingekomen verzoekschrift, alsmede het op 7 februari 2017 ingekomen gewijzigd verzoekschrift van 6 februari 2017.
1.2.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke reactie van de zijde van
de ambtenaar van de burgerlijke stand van 4 januari 2017 ingekomen op 5 januari 2017 alsmede de schriftelijke reactie daarop van verzoekers van 6 februari 2017.
1.3.
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
2 De feiten
2.1.
Verzoeker [verzoeker 1] en verzoekster [verzoeker 2] zijn op [datum] 2008 te [plaats] met elkaar gehuwd. Zij hebben de Nederlandse nationaliteit. Zij vormen met de betreffende minderjarige in deze zaak een gezin. De minderjarige heeft de Thaise nationaliteit. Hij staat ingeschreven op het adres van verzoekers. Uit het uittreksel uit de basisregistratie personen van de gemeente Aalsmeer van 28 september 2016 blijkt dat de minderjarige sedert 8 oktober 2015 is gevestigd in Nederland komende vanuit Thailand.
2.2.
Het gaat om de minderjarige [minderjarige] , hierna te noemen [minderjarige] .
Hij is op [geboortedatum] 2013 geboren te [geboorteplaats] , Thailand. De biologische moeder van [minderjarige] is genaamd [biologische moeder] . De biologische vader van [minderjarige] is onbekend gebleven.
3 Het verzoek
Verzoekers verzoeken primair – na wijziging van het oorspronkelijke verzoek –
de in Thailand uitgesproken adoptie van genoemde minderjarige door verzoekers, welke adoptie is vastgelegd in het schriftelijk stuk Registration of Adoption d.d. 29 augustus 2016 bekend onder registratienummer 6/2559, om te zetten naar een sterke Nederlandse adoptie. Subsidiair wordt verzocht voor recht te verklaren dat genoemde Thaise adoptie alhier voor erkenning vatbaar is, alsmede deze om te zetten naar een sterke Nederlandse adoptie . Voorts wordt verzocht de geslachtsnaam van de minderjarige te wijzigen in “ [verzoeker 1] ” alsmede de voornaam van de minderjarige te wijzigen in “ [minderjarige] ”. Tenslotte wordt verzocht de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten de buitenlandse geboorteakte van de minderjarige in te schrijven danwel de geboortegegevens van de minderjarige vast te stellen.
4 De beoordeling
Rechtsmacht
4.1.Op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van de onderhavige verzoeken.
Erkenning zonder tussenkomst van de rechter
4.2.De rechtbank dient allereerst de vraag te beantwoorden of een adoptie naar Thais recht heeft plaatsgevonden.
Bij beantwoording van deze vraag dient de rechtbank te beoordelen of voormelde adoptie naar Thais recht is aan te merken als een beslissing van een bevoegde autoriteit waarbij familierechtelijke betrekkingen tussen een minderjarig kind en twee personen tezamen of een persoon alleen tot stand worden gebracht, een en ander zoals is genoemd in artikel 10:104 BW . Daartoe wordt als volgt overwogen.
Thailand heeft het Haags Adoptieverdrag 1993 (HAV 1993) geratificeerd. Het Verdrag is sinds 1 augustus 2004 in Thailand van toepassing en sinds 1 oktober 1998 in Nederland.
Dit betekent dat op basis van artikel 41 jo. 14 HAV 1993 het HAV 1993 van toepassing is. De adoptiefouders hadden hun gewone verblijfplaats in Nederland en de minderjarige had zijn gewone verblijfplaats in Thailand. De aspirant-adoptiefouders hadden derhalve over een artikel 23 HAV 1993-conformiteitscertificaat moeten beschikken.
Bij de stukken bevindt zich dit certificaat met nummer 0306/13535 in de zin van artikel 23 HAV . Dit betekent dat de onderhavige Thaise adoptie, waarbij verzoekers naar Thais recht de betreffende minderjarige hebben geadopteerd, in overeenstemming met het betreffende verdrag tot stand is gekomen. Dit heeft tot gevolg dat de Thaise adoptie in Nederland van rechtswege alhier wordt erkend derhalve zonder tussenkomst van de Nederlandse rechter. Er is dus geen sprake van een erkenning zoals bedoeld in de artikelen 10:108 en 10:109 BW welke ziet op erkenning van niet- verdragsadopties.
Omzetting van de adoptie
4.3.Ten aanzien van het verzoek tot omzetting van de adoptie naar het recht van Thailand in een adoptie naar Nederlands recht overweegt de rechtbank als volgt.
Verzoekers wensen dat de Thaise adoptie wordt omgezet in een Nederlands sterke adoptie.
Verzoekers hebben ter onderbouwing van dit verzoek aangevoerd dat de adoptie naar het recht van Thailand niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen tussen de minderjarige en zijn verwanten werden verbroken. Zij verwijzen in dat verband naar artikel 1598/28 van de Thaise Civil and Commercial Code.
Artikel 10:110, tweede lid, BW bepaalt dat ingeval de adoptie in de staat waar zij plaatsvond niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke bepalingen worden verbroken, de adoptie ook in Nederland dat gevolg mist.
Verzoekers stellen belang te hebben bij de omzetting, aangezien de minderjarige eerst na omzetting van rechtswege de Nederlandse nationaliteit zal verkrijgen.
4.4.
De rechtbank acht dit verzoek voor toewijzing vatbaar op grond van artikel 27 HAV hetgeen in lid 1 bepaalt:
Indien een in de Staat van herkomst toegestane adoptie niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, kan zij in de Staat van opvang die de adoptie ingevolge het Verdrag erkent, worden omgezet in een adoptie die dit gevolg heeft
a. indien het recht van de Staat van opvang dit toestaat; en
b. indien de in artikel 4, onder c en d, bedoelde toestemmingen zijn of worden gegeven met het oog op een zodanige adoptie.
Naar Nederlands rechts is omzetting van een zwakke in een sterke adoptie mogelijk .
Voorts is de minderjarige blijkens het dossier door zijn biologische moeder afgestaan ter adoptie, waarna hij via het Thaise Department of Children and Youth (DCY) in Thailand in een tehuis is opgenomen en van daaruit is geadopteerd met toestemming van het DCY.
De rechtbank is van oordeel dat hiermee eveneens is voldaan aan de in artikel 27 lid 1 HAV gestelde voorwaarden. Uit een verklaring van het DCY blijkt dat de minderjarige “an abandoned child who has been in the care of the Department” is. Blijkens artikel 1598/22 van de Thaise Civil and Commercial Code is het DCY in dit geval de bevoegde instantie om namens de ouders van de minderjarige toestemming te geven voor adoptie, welke ook door het DCY is gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank kan daarmee de toestemming dan wel raadpleging of voorlichting van de biologische ouders van de minderjarige achterwege blijven.
Op grond van het vorenstaande zal het verzoek tot omzetting worden toegewezen.
Geboortegegevens
4.5.Verzoekers hebben de rechtbank verzocht de inschrijving te gelasten door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de buitenlandse geboorteakte van de minderjarige.
4.6.
Bij brief van 4 januari 2017 heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand aangegeven dat hij geen bezwaar heeft tegen een last tot inschrijving van de buitenlandse geboorteakte van de minderjarige.
4.7.
De rechtbank zal gezien het voorgaande de ambtenaar van de burgerlijke stand gelasten om de geboorteakte van de minderjarige in te schrijven in het geboorteregister.
Voornaam- en geslachtsnaamwijziging
4.8.Op grond van het bepaalde in artikel 10:19, eerste lid, BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. Ingevolge artikel 10:20 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22, eerste lid, BW bepaalt dat ingeval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regels van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
4.9.
De minderjarige heeft thans de Thaise nationaliteit. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Het voorgaande brengt mee dat Nederlands recht van toepassing is op het verzoek dat betrekking heeft op de voornamen en de geslachtsnaam van de minderjarige.
4.10.
Op grond van artikel 1:5 BW is de hoofdregel dat een geadopteerd kind de geslachtsnaam van de vader krijgt; hetgeen verzoekers ook schriftelijk hebben verklaard.
4.11.
Het verzoek tot wijziging van de voornaam van de minderjarige van: [minderjarige] in: [minderjarige] is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 BW en zal daarom worden toegewezen.
4.12.
Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.
5 De beslissingDe rechtbank
- verstaat dat de Thaise adoptiebeslissing vermeld in de Registration of Adoption d.d. 29 augustus 2016, bekend onder nummer 6/2559, waarbij verzoekers de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , Thailand, hebben geadopteerd, van rechtswege in Nederland wordt erkend;
- verklaart voor recht dat de zwakke adoptie naar het recht van Thailand wordt omgezet in een sterke adoptie naar Nederlands recht;
- bepaalt dat de voornaam van de minderjarige [minderjarige] wordt gewijzigd in: ;
- bepaalt dat de geslachtsnaam van de minderjarige [minderjarige] wordt gewijzigd in: [verzoeker 1] ;
- gelast ambtshalve de inschrijving van geboorteakte van de voornoemde minderjarige met inachtneming van het bovenstaande in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand te ’s-Gravenhage;
- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een latere vermelding van de buitenlandse adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. M.E.A. Nijssen, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M. Langereis, griffier, op 25 oktober 2017.
De griffier is buiten staat deze beschikking
te ondertekenen
Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).Het beroep moet worden ingesteld:- door de verzoeker en degene aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;- door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.