E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBAMS:2017:3766
Rechtbank Amsterdam, 5483181 CV EXPL 16-31997

Inhoudsindicatie:

Afwijzing van de vordering om voor recht te verklaren dat werkgever niet bevoegd is om de voorafgaand aan de indiensttreding overeengekomen mogelijkheid tot het thuis verrichten van de werkzaamheden gedurende één dag per week eenzijdig te beëindigen. Werkgever heeft de wekelijkse thuiswerkdag ingetrokken in het kader van een verbetertraject. Werknemer gaat na afronding van het traject weer thuis werken, ondanks verzoek van de werkgever op kantoor te komen om de goede lijn tot het einde van het jaar voort te zetten. Het verzoek van werkgever is een redelijk voorstel en van werknemer kan worden gevergd dat hij dit aanvaardt. Het verweer dat werknemer op de werkdagen dat hij niet op kantoor was niet heeft gewerkt en werkgever daarom op grond van art. 7:627 BW geen loon is verschuldigd, slaagt niet. Werkgever heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat werknemer die dagen vanuit huis heeft gewerkt. Matiging wettelijke verhoging tot nihil, vanwege de weigering om aan het verzoek van werkgever te voldoen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie