Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5686857 KK EXPL 17-93
vonnis van: 22 februari 2017
func.: 8622
vonnis van de kantonrechterkort geding
I n z a k e
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. L.R. Breuker
t e g e n
de stichting Stichting Leger des Heils Welzijns & Gezondheidszorg
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Leger des Heils
gemachtigde: mr. W.M. Carlée
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij dagvaarding van 3 februari 2017 heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 15 februari 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Leger des Heils heeft op voorhand een schriftelijk antwoord in het geding gebracht. [eiseres] is met haar gemachtigde verschenen. Namens Leger des Heils zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] (beiden [functie] ), bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht, de gemachtigde van [eiseres] aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.[eiseres] , geboren op [datum] 1975, is op [datum] 2007 bij Leger des Heils in dienst getreden als woonbegeleider.
1.2.Van juni 2014 tot 2 oktober 2015 genoot [eiseres] zwangerschaps- en bevallingsverlof. Aansluitend was zij arbeidsongeschikt van 2 oktober 2014 tot 1 maart 2015.
1.3.Op 30 september 2014 schreef Leger des Heils in een brief aan [eiseres] onder meer:Wij hebben elkaar tijdens jouw zwangerschap en aantal keer gesproken. Aanleiding van dit gesprek was dat in de periode voor jouw zwangerschapsverlof en aantal zaken zijn voorgevallen (...). Zaken die tijdens de waarneming van jouw zwangerschapsverlof naar voren kwamen. Wij hebben dit op een rijtje gezet en kom dan op de volgende punten:- Financiën van de cliënten binnen jouw caseload waren op 1 cliënt na niet op orde (…)- Schuldproblematiek van cliënten (…)- Onzorgvuldig handelen (…)Enkele van bovengenoemde punten heeft [teamleider] , jouw teamleider, in april-mei proberen te bespreken. Dit gesprek is toen afgesloten met jouw stelling dat de relatie tussen jullie al langer niet goed was. (…)Doorgaan op de huidige voet is geen optie voor alle partijen. (…)Bij de vrouwenopvang zal jouw functie gewijzigd worden van woonbegeleider naar sociaal pedagogisch werker. Dit wil zeggen dat je in een andere cao komt en dat jij niet meer zult stijgen in loon en kenbaar 24 uurs diensten gaat werken. Terugkeer in de functie van woonbegeleider is helaas niet mogelijk .
1.4.[eiseres] heeft commentaar geleverd op de brief van 30 september 2014. Zij heeft onder meer laten weten:Doorgaan op de huidige voet was voor mijn geen optie vind het jammer dat er geen mogelijkheid is geboden in het behouden van mijn functie als woonbegeleider. Ik had wel opengestaan voor begeleiding.
1.5.In een bijgesteld plan van aanpak WIA van 9 januari 2015, door [eiseres] en Leger des Heils ondertekend, staat onder meer:Bijstelling ‘Einddoel’. Omschrijf het aangepaste einddoel. Het werken van extramuraal naar intramuraal (van woonbegeleider naar sociaal pedagogisch werker).
1.6.In een e-mail van 9 januari 2015 liet Leger des Heils [eiseres] weten: Het werken in de functie van sociaal pedagogisch werker naar mijn inschatting beter bij jouw kennis en kunde zal aansluiten. [eiseres] heeft hierop het volgende commentaar geleverd:Deze mening deel ik niet. Ik vind mijzelf een allrounder. (…) Het werken als sociaal pedagogisch werker zal mij ook liggen gezien ik mij zelf als een allrounder zie en van nieuwe uitdagingen hou.
1.7.Met ingang van 1 maart 2015 vervulde [eiseres] feitelijk de functie van sociaal pedagogisch werker, tot zij in februari 2016 opnieuw arbeidsongeschikt werd. Van 8 mei 2016 tot 8 september 2016 genoot [eiseres] vervolgens zwangerschaps- en bevallingsverlof en vanaf 8 september 2016 is zij arbeidsongeschikt.
1.8.In het personeelsdossier van [eiseres] bevindt zich een brief aan haar van Leger des Heils, gedateerd 23 maart 2015. Hierin staat:Vanaf 15 mei 2008 ben je werkzaam geweest in de functie woonbegeleider (…) Deze functie is gewaardeerd op schaal 8 (…) Vanaf 1 april 2015 heb je er voor gekozen om te gaan werken in de functie SPW-er (…) Deze functie is ingeschaald in schaal 6 (…) Hierdoor is een verschil ontstaan van 296 euro bruto per maand op basis van een 36 urige werkweek. Naar aanleiding van het voorgaande heb ik besloten jou een tegemoetkoming te geven vanaf 1 april 2015 gedurende de komende twee jaar. De eerste zes maanden wordt de tegemoetkoming volledig vergoed tot 3205 bruto per maand (…) Daarna zal de tegemoetkoming met elke zes maanden 25 % worden afgebouwd waardoor je na twee jaar geen tegemoetkoming meer ontvangt.
1.9.Met ingang van 1 april 2015 heeft Leger des Heils in haar administratie als nieuwe functie van [eiseres] sociaal pedagogisch werker (“SPW”) vermeld. Daarbij is tevens vermeld dat bij de oude functie salarisschaal 8, trede 11 hoort en dat bij de nieuwe functie salarisschaal 6, trede 13 hoort. De bijbehorende salarissen zijn respectievelijk € 3.205,00 en € 2.909,00.
1.10.Op 24 april 2015 ontving [eiseres] van Leger des Heils een e-mail, waarin onder meer staat:Om een schatting te kunnen geven over het gemiddeld onregelmatig te werken uren heb ik het volgende gedaan:In kaart gebracht wie er binnen de Vrouwen Opvang een dienstverband heeft van 32 uur. Plus gevraagd wie van hen een gemiddeld rooster heeft (…)Ik heb vervolgens het gemiddeld aantal uren berekend (…).=> 21,6 voor 20%=> 14,4 voor 50%Deze percentages heb ik samen met jouw basisloon laten bereken en dan kom je op een maandloon van 2082 netto (…) op basis van jouw nieuwe inschaling in de max van schaal 6 (2909 bruto bij 36 uur) (…)Om te kijken hoe het nieuwe maandbedrag zich verhoudt tot jouw inkomst als woonbegeleider heb ik een strook uit 2014 gepakt. En in oktober 2014 verdiende je bv nog 1991 per maand netto.Spreken we elkaar op 1 mei a.s.
1.11.Van een vervolgafspraak is het niet gekomen.
1.12.Leger des Heils heeft de overgangsregeling uit haar brief van 23 maart 2015 toegepast. Daarmee werd het loon van [eiseres] met ingang van 1 november 2015 stapsgewijs naar beneden bijgesteld.
1.13.Bij brief van 21 december 2015 heeft de gemachtigde van [eiseres] zich verzet tegen de eerste salarisverlaging die samenhang met de afbouwregeling.
Vordering en verweer
2. [eiseres] vordert dat Leger des Heils bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden tot – kort gezegd – betaling van het loon voor de functie van woonbegeleider met wettelijke verhoging en rente, toelating tot die functie en veroordeling van Leger des Heils in de proceskosten. Subsidiair vordert [eiseres] hetzelfde, met uitzondering van toelating tot de functie van woonbegeleider.
3. Aan haar vordering legt [eiseres] ten grondslag dat zij nooit met een functiewijziging heeft ingestemd. De verwijten die aan de functiewijziging ten grondslag zijn gelegd zijn bovendien grotendeels onterecht. Een ondertekend document waar instemming uit blijkt ontbreekt ook. Van een wijziging van functie en loon is dan ook geen sprake geweest.
4. Leger des Heils voert verweer. Daarop zal hierna waar nodig worden ingegaan.
Beoordeling
5. Het spoedeisend belang is niet betwist. Nu [eiseres] aanspraak maakt op (hoger) loon, gaat ook de kantonrechter uit van voldoende spoedeisend belang, alhoewel dit door het tijdsverloop minst genomen wordt gerelativeerd.
6. Kern van het geschil is de vraag of partijen een functiewijziging met bijbehorende wijziging van loon zijn overeengekomen. Daarvoor moet komen vast te staan dat [eiseres] hier – deugdelijk voorgelicht en met voldoende bedenktijd – welbewust mee heeft ingestemd.
7. Leger des Heils had aan [eiseres] toen zij nog werkzaam was als woonbegeleider in beginsel de ruimte moeten bieden zich te verbeteren op de punten waarop zij volgens Leger des Heils tekortschoot. Daarbij past niet de mededeling die Leger des Heils meteen heeft gedaan en die er op neerkomt dat terugkeer in de eigen functie niet mogelijk was. Als partijen vervolgens echter een nieuwe functie zijn overeengekomen, zoals Leger des Heils stelt, komt de relevantie van verplichtingen in het kader van de vorige functie – waaronder een verbetertraject – te vervallen. Wel is het zo dat de eenzijdige wijze waarop Leger des Heils de destijds openstaande mogelijkheden aan [eiseres] heeft voorgelegd reden is terughoudend te zijn bij beantwoording van de vraag of [eiseres] met een functiewijziging heeft ingestemd.
8. Niettemin is de kantonrechter van oordeel dat Leger des Heils voldoende heeft onderbouwd – en dat [eiseres] dit onvoldoende heeft weersproken – dat [eiseres] met een functiewijziging heeft ingestemd. Tussen september 2014 en april 2015 hebben partijen hierover contact gehad, zo blijkt uit de beschikbare correspondentie. Ook [eiseres] heeft daarbij te kennen gegeven dat doorgaan op de oude voet niet mogelijk was. Weliswaar heeft zij nog aangekaart dat zij liever de gelegenheid had gekregen zich in haar oude functie te verbeteren, maar ook uit haar eigen berichten blijkt dat zij zich niettemin heeft neergelegd bij een functiewijziging. Vervolgens heeft zij ook gedurende bijna een jaar de nieuwe functie daadwerkelijk vervuld. De loonsverlaging maakte onderdeel uit van de functiewijziging en dat had [eiseres] kunnen en moeten begrijpen. Uit de brief van 30 september 2014 blijkt immers dat er financiële consequenties zijn verbonden aan de functiewijziging en in het bericht van 24 april 2015 wordt dit ook concreet gemaakt. In de tussenliggende brief van 23 maart 2015 zijn alle wijzigingen duidelijk opgesomd, maar [eiseres] betwist die ontvangen te hebben, zodat die brief in dit kort geding niet kan bijdragen aan het bewijs. Ook zonder die brief beschikte [eiseres] echter over voldoende informatie.
9. Conclusie is dat [eiseres] voldoende was geïnformeerd over de beoogde wijziging van functie en loon, dat zij ook voldoende tijd heeft gehad hier over na te denken en dat zij welbewust heeft ingestemd met de wijziging.
10. Naar het oordeel van de kantonrechter is gezien het voorgaande onvoldoende waarschijnlijk dat de bodemrechter de vorderingen van [eiseres] zal toewijzen, zodat deze in dit kort geding zullen worden afgewezen.
11. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten worden belast.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Leger des Heils begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt [eiseres] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 februari 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.