Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Tussenvonnis. Pensioenfonds heeft aan eiser geen juiste informatie verschaft en is als gevolg daarvan tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgverplichtingen jegens eiser.

Uitspraak



VONNIS

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

Teams Kanton

Locatie Amsterdam

Zaaknummer: 2414110, CV13-2529

Vonnis van: 11 maart 2014

F.no.: 590

Vonnis

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser

nader te noemen [eiser]

gemachtigde: mr. R. van Oostrom

TEGEN

de STICHTING PENSIOENFONDS van de METALELEKTRO

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen PME

gemachtigde: mr. G.R. Derksen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding met producties van 27 september 2013;

- conclusie van antwoord met producties;

- tussenvonnis van 17 december 2013, waarin een comparitie van partijen is bepaald;

- productie 17 van [eiser] (verklaring van huisarts van 15 december 2013);

- comparitie van partijen op 4 februari 2014, waarbij aanwezig [eiser] met zijn gemachtigde

en namens PME mevrouw [directeur pensioenbeleid], directeur pensioenbeleid, en haar gemachtigde.

RECHTSOVERWEGINGEN

1 Feiten

In deze procedure staat het volgende vast:

1.1.

PME is een bedrijfstakpensioenfonds in de zin van artikel 1 van de Pensioenwet (hierna ook PW) als ook in de zin van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000).

1.2.

De werkgever waar [eiser] als senior buyer laatstelijk werkzaam was, Precision Motor Technology B.V., rechtsopvolger van Philips, is op grond van de Wet Bpf 2000 verplicht aangesloten bij PME.

1.3.

[eiser], geboren op [datum] 1951, is deelnemer bij PME. Op [datum] 2016 wordt [eiser] 65 jaar.

1.4.

De rechtsbetrekking tussen PME en [eiser] wordt beheerst door het vanaf 1 januari 2006 geldend pensioenreglement van PME (hierna het Pensioenreglement).

1.5.

Volgens artikel 3.6. van dit Pensioenreglement verstrekt het Fonds de deelnemer op verzoek informatie die specifiek voor hem relevant is en verstrekt hem op verzoek informatie over de consequenties van uitruil van partnerpensioen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen.

1.6.

Jaarlijks ontvangt [eiser] van PME een Uniform Pensioen Overzicht (hierna UPO).

1.7.

Op een UPO is voor een nog werkzame deelnemer te zien welk pensioen (exclusief AOW) hij kan verwachten indien hij zijn op dat moment lopende dienstverband voortzet tot de leeftijd van 65 jaar en welk pensioen de deelnemer heeft opgebouwd tot en met de laatste dag van het jaar dat voorafging aan het verschijnen van de UPO.

1.8.

Inhoud UPO 2011 van [eiser] met daarop de stand per 31 december 2010:

“..

Welk pensioen kunt u verwachten ?

Bij pensionering

Te bereiken pensioen

Als u uw huidige dienstverband voortzet tot 65-jarige leeftijd, ontvangt u

vanaf 65 jaar zolang u leeft excl. AOW € 43.067

- Ouderdomspensioen € 36.243

- Voorwaardelijk extra ouderdomspensioen € 6.825

Opgebouwd pensioen

Als uw huidige dienstverband zou zijn beëindigd per 31 december 2010, ontvangt u

vanaf 65 jaar zolang u leeft excl. AOW € 30.010

- Ouderdomspensioen € 30.010

Voorwaardelijk pensioen

In het te bereiken pensioen (vanaf 65 jaar zolang u leeft) is rekening gehouden met extra pensioen dat u onder voorwaarden ontvangt over dienstjaren uit het verleden.

Dit bedrag vindt u hierboven onder “Voorwaardelijk extra ouderdomspensioen.”

Waardeoverdracht

Als u in het verleden gebruik heeft gemaakt van waardeoverdracht, dan vindt u dit niet apart terug op dit pensioenoverzicht. Deze pensioenrechten zijn wel opgenomen in de bedragen die u vindt bij “Te bereiken pensioen”en “Opgebouwd pensioen.”

Bij overlijden tijdens uw huidige dienstverband

..

Uw partner ontvangt…. € 25.370

Bij uw overlijden na uw pensioendatum

Uw partner ontvangt € 30.147

Keuzemogelijkheden

- U kunt uw partnerpensioen uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen of andersom.”

En aan het slot van de UPO 2010:

“Via de website kunt u ook in contact komen met een van de PME-pensioenconsulenten voor een advies op maat.”

1.9.

[eiser] is weduwnaar.

1.10.

Mulder is in februari/ maart 2011 arbeidsongeschikt geworden.

1.11.

Bij e-mail van 16 maart 2011 verzocht [eiser] PME hem een opgave te verstrekken van de hoogte van zijn pensioen bij een pensioeningangsdatum van 1 november 2011 en 1 april 2012.

Zijn mail luidt als volgt:

“Ontving mijn overzicht 2011.

Heb ook ingelogd en gekeken naar mijn persoonlijk overzicht en mogelijkheden.

a)Vind uw nieuw site niet gebruiksvriendelijk. Het lijkt wel of u geen inzicht meer wilt geven.

b) Meer en meer mis ik info over mijn mogelijkheden om met vervroegd Pensioen te kunnen gaan. De overwaarde welke ik vanuit Philips naar het PME heb overgedragen dit om met 60 jr met pensioen te kunnen gaan (Philips regeling) is verdwenen.

Heb het gevoel dat jullie stap voor stap mijn “pensioenpot”aan het leeghalen zijn. Misschien een beetje bot gezegd maar zo komt het over.

Hoe sta ik er eigenlijk voor als ik met pesioen wil gaan bij:

a) 60jr + 1 mnd.

b) 60 ½ jr.

Ben weduwnaar dus partnerpensioen is niet van toepassing.”

1.12.

Bij brief van 26 juli 2011 zendt het Pensioenfonds een proefberekening aan [eiser] en geeft het Pensioenfonds aan dat het pensioen er als volgt zou uitzien als hij op 1 november 2011 met pensioen zou gaan:

- Vanaf 1 november 2011: tot 65 jaar € 54.515,00 bruto per jaar;

- Vanaf 65 jaar € 36.367,02 bruto per jaar;

en als hij per 1 april 2012 met pensioen zou gaan

- Vanaf 1 april 2012: tot 65 jaar € 56.357,66 bruto per jaar;

- Vanaf 65 jaar € 38.209,66 bruto per jaar.

PME geeft daarbij aan dat het partnerpensioen € 0,00 bruto per jaar is en dat de bedragen zijn gebaseerd op de gegevens van dit moment. En voorts: “Als deze gegevens wijzigen, heeft dit gevolgen voor de hoogte van uw pensioen. Daarom kunt u aan deze berekening geen rechten ontlenen.

Voorwaardelijk extra pensioen

U heeft uitzicht op voorwaardelijk extra pensioen. Eind 2011 besluit het bestuur van PME over de inkoop en toekenning van het voorwaardelijk extra pensioen voor deelnemers geboren in 1951. Bij deze proefberekening zijn wij uitgegaan van 85% van de oorspronkelijke waarde van het voorwaardelijk extra pensioen; de verlaging voor deelnemers geboren in 1950.”

1.13.

De informatie in de brief van 26 juli 2011 is onjuist (zie hierna onder 1.15.). PME is niet uitgegaan van het (op dat moment) opgebouwde pensioen van [eiser], maar van het pensioen dat [eiser] zou bereiken indien hij tot zijn 65ste zou hebben doorgewerkt.

1.14.

Bij aanvraagformulier van 28 november 2011 heeft [eiser] zijn pensioen aangevraagd met als ingangsdatum 1 februari 2012. Per die datum heeft [eiser] bij zijn werkgever ontslag genomen. Hij verdiende laatstelijk € 74.323,00 bruto per jaar.

1.15.

Op de aanvraag van 28 november 2011 antwoordde PME bij brief van 7 februari 2012 en PME liet [eiser] weten dat het pensioen er als volgt zou uitzien:

- Vanaf 1 februari 2012 tot 65 jaar: € 50.615,64 bruto per jaar

- Vanaf 65 jaar: € 24.350,68 bruto per jaar

1.16.

PME heeft schriftelijk haar excuses voor de bij brief van 26 juli 2011 gegeven onjuiste informatie aangeboden.

1.17.

De klacht van [eiser] over de gang van zaken zijn door de interne klachtenmanager van PME en de Commissie Individuele Zaken namens het bestuur van PME verworpen. PME acht geen ruimte voor een schadevergoeding.

1.18.

Vanaf maart 2012 is [eiser] arbeidsgeschikt.

2 Vordering

[eiser] vordert

- een verklaring voor recht dat PME aansprakelijk is voor de onjuiste inlichtingen (kantonrechter: bedoeld wordt: de door [eiser] als gevolg van de onjuiste inlichtingen geleden schade) en

- primair de veroordeling van PME - kort gezegd - tot betaling van een schadevergoeding van de door hem geleden schade van een bedrag van € 204.438,98 (gebaseerd op hetgeen hij dacht te ontvangen ), subsidiair van € 110.634,35 ( de misgelopen verdiensten als hij tot zijn 65 ste had doorgewerkt en dan de door PME opgegeven pensioenbedragen was gaan ontvangen);

- en meer subsidiair een veroordeling van PME tot overlegging van een proefberekening bij een pensioeningangsdatum van 1 april 2013 op straffe van een dwangsom met veroordeling van PME tot betaling van het verschil in een levenslang ouderdomspensioen tussen de pensioeningangsdatum van 1 februari 2012 en een pensioeningangsdatum van 1 april 2013 ( de datum waarop [eiser] 61 jaar en vijf maanden oud was, zijnde de reële datum waarop [eiser] van zijn pensioen gebruik had kunnen gaan maken) onder aftrek van de in die periode bespaarde pensioenpremies;

- uiterst subsidiair: de veroordeling van PME tot betaling van schadevergoeding, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;

- en in alle gevallen de veroordeling van PME tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 300,00 en de proceskosten.

Aan zijn vorderingen legt [eiser] de onder 1 vermelde feiten alsmede het navolgende ten grondslag. PME is op grond van wanprestatie dan wel onrechtmatige daad aansprakelijk voor de als gevolg van de onjuiste informatie ontstane schade. De inhoud van de UPO’s was voor [eiser] onduidelijk. In de UPO’s wordt, anders dan in de door PME gegeven informatie, de uitruil van het nabestaandenpensioen niet vermeld. Om die reden had hij informatie bij PME gevraagd. Ten tijde van de pensioenaanvraag was [eiser] nog arbeidsongeschikt. Hij genoot 100% van zijn salaris. Hij zou bij zijn werkgever ook tijdens het tweede jaar van zijn arbeidsongeschiktheid 100% zijn doorbetaald, maar hij verwachtte zijn werk wegens arbeidsgeschiktheid weer te kunnen oppakken, hetgeen niet zijn voorkeur had. Vandaar dat hij met vervroegd pensioen wilde gaan, maar niet tegen elke prijs.

3 Verweer

PME voert verweer. Zij erkent dat in de brief van 26 juli 2011 onjuiste informatie is verstrekt. Het is echter het Pensioenreglement dat bepaalt welke pensioenaanspraken [eiser] heeft. [eiser] benoemt in de dagvaarding niet de grondslag van de vermeende wettelijke verplichting tot schadevergoeding van PME. PME gaat er van uit dat [eiser] van oordeel is dat PME tegenover hem haar rechtsplicht heeft geschonden, welke rechtsplicht een onrechtmatige daad oplevert. Dit standpunt is onjuist. De onjuiste informatie in de brief van 26 juli 2011, waarvoor PME haar excuses heeft aangeboden, levert geen normschending van de zijde van PME op. Er bestaat geen juridische verplichting om te allen tijde correcte informatie te verschaffen. Die verplichting volgt niet uit enige wet- of regelgeving, niet uit de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid en evenmin uit het van toepassing zijnde Pensioenreglement. Zo er sprake is van een normschending door PME, is niet voldaan aan de overige vereisten van een onrechtmatige daad; geen toerekenbaarheid, geen relativiteit en geen causaal verband (waarom heeft [eiser] besloten per 1 februari 2012 met pensioen te gaan? in de brief van 26 juli 2011 staat niets over die datum, waarom is hij bij zijn werkgever weggegaan, was en is hij nog arbeidsongeschikt ?). Meer subsidiair merkt PME het volgende op. Voor de schadevergoedingsverplichting is niet de maatstaf: “wat [eiser] had gedacht en gewenst te ontvangen” en evenmin wat hij “had kunnen verdienen”, zoals hij primair stelt. De hypothese, zoals subsidiair gesteld, dat [eiser] zou hebben doorgewerkt tot hij 65 jaar zou zijn geworden, is onwaarschijnlijk. Temeer daar [eiser] arbeidsongeschikt was (is ?) en derhalve zijn arbeidsovereenkomst eerder zou zijn geëindigd dan dat [eiser] 65 jaar zou zijn geworden. Het primair en subsidiair gevorderde bedrag dient een netto, en geen brutobedrag te zijn. Over een geïncasseerde schadevordering is geen inkomstenbelasting verschuldigd. Zowel bij de primaire als de subsidiaire vordering is niet voldaan aan de maatstaf van artikel 6:98 Burgerlijk Wetboek (BW). Ten aanzien van de meer subsidiaire vordering betwist PME dat [eiser], indien hij de juiste informatie in de brief van 26 juli 2011 had gekregen, tot 1 april 2013, zijnde tot 61 jaar en 5 maanden zou hebben doorgewerkt. Het Pensioenreglement gaat uit van een pensioendatum van 65 jaar. Bij de schadevergoedingsvordering is overigens geen rekening gehouden met vroegtijdig overlijden. De looptijd wordt niet in duur beperkt. Overigens is PME niet gehouden tot het maken van een proefberekening. Tot slot: uit niets blijkt dat [eiser] buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt. PME concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] met een (uitvoerbaar bij voorraad te verklaren) veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

4 Beoordeling van de standpunten

4.1.

Tussen PME als pensioenfonds en [eiser] als deelnemer in dat fonds bestaat een verbintenisrechtelijke relatie.

4.2.

Een belangrijke taak voor PME als pensioenfonds is het informeren van haar deelnemers. Deelnemers zijn voor het nemen van in hun leven één van de belangrijkste financiële beslissingen aangewezen op die informatie.

4.3.

Op PME rust de verplichting, zoals ook omschreven in artikel 3.6. van haar Pensioenreglement, een deelnemer als [eiser] de door hem gevraagde informatie over de hoogte van zijn pensioen op door hem genoemde ingangsdata te geven. Aan de verplichting om informatie te verstrekken heeft PME voldaan. Zij dient dan wel de juiste informatie te geven. Het standpunt van PME dat zij daar juridisch niet toe gehouden is, is in de gegeven omstandigheden onbegrijpelijk en onjuist. Niet alleen op grond van de tussen PME en [eiser] bestaande relatie, maar ook op grond van artikel 3: 35 Burgerlijk Wetboek mag [eiser] er op vertrouwen dat een door PME op een concrete door hem gestelde vraag en een specifiek aan hem gericht antwoord juist is en dat PME de aan hem verstrekte inhoud zorgvuldig heeft gecontroleerd. [eiser] verkeert tegenover PME in een afhankelijke positie en heeft er een zwaarwegend belang bij om te kunnen vaststellen wat zijn pensioenpositie is. [eiser] is een gemiddelde burger, die niet beschikt over enige specifieke kennis van pensioenen. PME heeft die kennis wel.

4.4.

PME heeft aan [eiser] echter geen juiste informatie verschaft en is als gevolg daarvan tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgverplichtingen jegens [eiser].

4.5.

Bij de beoordeling van de vraag of die tekortkoming aan PME is toe te rekenen is mede van belang of [eiser] er in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de hem in de brief van 26 juli 2011 gegeven informatie juist was.

4.6.

Aan het eind van de brief van 26 juli 2011 vermeldt PME weliswaar dat aan die brief geen rechten kunnen worden ontleend, maar uitsluitend voor wat betreft eventuele toekomstige wijzigingen; in dat licht dient naar het oordeel van de kantonrechter het begrip “proefberekening”te worden gezien; de brief en ook de benaming “proefberekening” houden geen disclaimer voor fouten in. De opgenomen disclaimer ziet dus niet op de in die brief gegeven informatie, zodat beroep daarop niet kan slagen.

4.7.

Het verweer van PME dat [eiser] op grond van de aan hem verstrekte UPO’s wist of kon weten op welke bedragen hij recht had en dus geen rechten kan ontlenen aan de hem in de brief van 26 juli 2011 gegeven (van de UPO’s afwijkende) informatie gaat niet op. Immers: een UPO bevat geen actuele informatie en de aan [eiser] verstrekte UPO’s gaan bovendien uit van een partnerpensioen, terwijl [eiser] weduwnaar is. Het slot van aan [eiser] verstrekte UPO’s wijst op de mogelijkheid van een advies op maat. Van die mogelijkheid heeft [eiser] gebruik gemaakt.

4.8.

PME heeft [eiser] niet binnen korte tijd na haar brief van 26 juli 2011 laten weten dat de door haar verstrekte informatie onjuist was.

4.9.

Naar het oordeel van de kantonrechter behoefde [eiser] aan de juistheid van de hem per brief van 26 juli 2011 gegeven informatie niet te twijfelen. [eiser] heeft vervolgens de beslissing genomen per 1 februari 2012 ontslag te nemen bij zijn werkgever en per die datum met pensioen te gaan. Op 28 november 2011 dient hij de pensioenaanvraag bij PME in en hij gaat feitelijk per 1 februari 2012 met pensioen. Er zijn door [eiser] onomkeerbare beslissingen genomen. Pas op 7 februari 2012, meer dan een half jaar na de brief van 26 juli 2011, 2 ½ maand na het indienen van zijn pensioenaanvraag en na de ingangsdatum van zijn pensioen krijgt [eiser] bericht over het door hem te ontvangen pensioen dat lager blijkt te zijn dan hem bij brief van 26 juli 2011 is medegedeeld.

4.10.

De conclusie kan geen andere zijn dan dat PME haar zorgplicht tegenover [eiser] grovelijk heeft geschonden en PME voor de gevolgen daarvan aansprakelijk is. De door [eiser] gevorderde verklaring voor recht van die strekking is dan ook toewijsbaar. PME is in de gegeven omstandigheden gehouden de schade die [eiser] daardoor lijdt te vergoeden, hetgeen in dit geval wil zeggen dat zij [eiser] in de positie dient te brengen overeenkomstig hetgeen zij in haar brief van 26 juli 2011 heeft toegezegd. Het is immers niet aannemelijk dat [eiser] bij het verkrijgen van de juiste informatie besloten zou hebben om per 1 februari 2012 met vervroegd pensioen te gaan. In ieder geval heeft PME [eiser] de mogelijkheid ontnomen om op basis van de juiste informatie een afweging te maken.

4.11.

Partijen hebben gedebatteerd over de hoogte van het aan [eiser] toekomende bedrag en over de vraag of het een bruto, dan wel nettobedrag dient te zijn. Partijen worden in de gelegenheid gesteld op basis van hetgeen in dit vonnis is overwogen, een berekening te maken.

4.12.

De kantonrechter houdt elke verdere beslissing aan. Zij ziet geen aanleiding om de mogelijkheid van een tussentijds hoger beroep open te stellen.

BESLISSING

De kantonrechter:

I. verwijst de zaak naar de rolzitting van dinsdag 8 april 2014 om 10.00 uur alwaar [eiser] in de gelegenheid is een akte te nemen, waarna PME 4 weken de gelegenheid voor een antwoordakte wordt geboden;

II. houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus gewezen door mr. P. van der Kolk - Nunes, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature