U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Uitlevering aan Suriname geweigerd. Bij een brand in een gerechtsgebouw in Suriname zijn de vonnissen waarop het uitleveringsverzoek is gebaseerd, verloren gegaan. De Surinaamse autoriteiten waren niet in staat authentieke afschriften van de vonnissen te verstrekken, zoals vereist in de Uitleveringswet. Deze door overmacht ontstane ongenoegzaamheid der stukken is niet meer reparabel.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM,

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/497509-2009

RK nummer: 10/2041

UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 van de Uitleveringswet van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 26 maart 2010, onder meer strekkende tot het in behandeling nemen van het door tussenkomst van de Minister van Justitie ontvangen verzoek van de Surinaamse autoriteiten tot uitlevering van:

[opgeëiste persoon],

geboren te [geboorteplaats], Nederlandse Antillen, op [geboortedatum] 1979

alias

[naam 1],

geboren te [geboorteplaats], Suriname, op [geboortedatum] 1979,

van Surinaamse nationaliteit,

ten rechte geheten:

[naam 2]

geboren te [geboorteplaats], Suriname, op [geboortedatum] 1979

van Surinaamse nationaliteit,

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

thans gedetineerd in het huis van bewaring ‘Zwaag’ te Zwaag,

hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1. Procesgang.

De rechtbank heeft op 28 mei 2010 de opgeëiste persoon, zijn raadsman, mr. L. Palanciyan, advocaat te Amsterdam, en de officier van justitie ter openbare zitting gehoord.

2. Beoordeling.

2.1 Personalia opgeëiste persoon

De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat zijn personalia luiden:

[opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats], Suriname, op [geboortedatum] 1979,

als bovengenoemd, juist zijn.

Bij brief van 10 september 2009 heeft [naam 3], Senior Adviseur Dactyloscopie, van de KLPD, dienst nationale Recherche Informatie, geschreven dat de vingerafdrukken ten name van [naam 1], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] in Suriname opgenomen te [geboorteplaats] zijn vergeleken met de vingerafdrukken ten name van [opgeëiste persoon], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] opgenomen te Heerhugowaard op 6 augustus 2009 ter zake identiteitsvaststelling. In de brief staat verder dat de uitslag van dit dactyloscopisch onderzoek is dat de vingerafdrukken van beide signalementen identiek aan elkaar zijn en dat hier sprake is van één en dezelfde persoon.

Op grond van de uitslag van dit onderzoek en in acht genomen dat [opgeëiste persoon] na het afnemen van de vingerafdrukken op 6 augustus 2009 tot heden gedetineerd is gebleven (eerst uit anderen hoofde en sedert 8 maart 2010 op grond van de Uitleveringswet) stelt de rechtbank vast dat de persoon die ter zitting is verschenen, de door Suriname gezochte en opgeëiste persoon is.

Ten aanzien van de nationaliteit van de opgeëiste persoon is de rechtbank de volgende informatie gebleken. Uit een brief van het Centraal Bureau voor Burgerzaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Suriname van 17 februari 2009 blijkt dat [naam 2], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats], door geboorte de Surinaamse nationaliteit verkreeg en hij vanaf die datum tot [datum] 1995 ingeschreven heeft gestaan in het bevolkingsregister van [geboorteplaats] op het adres [adres]. Na het bereiken van de 16-jarige leeftijd is hij ambtshalve per [datum] 1995 doorgehaald uit het register op basis van gebleken niet wonen op het vermelde adres. In de brief staat verder dat hij tot genoemde uitschrijving de Surinaamse nationaliteit bezat. In de latere brief van het Centraal Bureau voor Burgerzaken van 10 februari 2010 staat dat er niet kan worden overgegaan tot vaststelling van de nationaliteit van [naam 2]. Ten aanzien van de nationaliteit van de opgeëiste persoon is de rechtbank op basis van deze informatie uit Suriname en in achtgenomen de eigen verklaring ter zitting van de opgeëiste persoon, dat hij is geboren in [geboorteplaats], van oordeel dat niet is gebleken dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

2.2 Inhoud van het uitleveringsverzoek

De uitlevering wordt verzocht ten behoeve van de –verdere– tenuitvoerlegging op het grondgebied van Suriname van twee vrijheidsstraffen.

Uit een schriftelijk stuk, aangeduid als ‘Overzicht van de feiten’, afkomstig van het parket van de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie in Suriname en gedateerd 10 februari 2010 leidt de rechtbank af, dat tegen de opgeëiste persoon de volgende twee veroordelende vonnissen zijn gewezen:

een vonnis gewezen op 9 juli 1998 door de Kantonrechter in het tweede Kanton, vonnisnummer 641, en een vonnis gewezen op 8 april 1998 door dezelfde rechterlijke instantie, vonnisnummer 354, waarbij de opgeëiste persoon steeds is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van in totaal zeven jaar en zes maanden, wegens onder andere diefstal door middel van geweldpleging en gekwalificeerde diefstal.

Uit het Bevel tot aanhouding ter fine van uitlevering, uitgevaardigd op 13 mei 2009 door de Advocaat-Generaal bij het Parket van de Procureur Generaal bij het Hof van Justitie te Suriname blijkt dat de opgeëiste persoon bij vonnis met nummer 354 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar en zes maanden ter zake diefstal door middel van geweld, in vereniging gepleegd en dat hij bij vonnis met nummer 641 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren ter zake van diefstal bij nacht door middel van braak in vereniging gepleegd en diefstal vergezeld van geweld op de openbare weg.

2.3. Genoegzaamheid der stukken

Standpunten

2.3.1 De raadsman heeft bepleit – kort samengevat – de verzochte uitlevering te weigeren daar de stukken niet genoegzaam zijn. Aan het dossier ontbreken authentieke afschriften van bovengenoemde vonnissen. De raadsman heeft aangevoerd dat zonder deze authentieke afschriften niet valt te beoordelen of de feiten waarop het uitleveringsverzoek betrekking heeft, naar Nederlands recht eveneens strafbare feiten opleveren.

2.3.2 De officier van justitie heeft verklaard, zakelijk weergegeven, dat het de Surinaamse autoriteiten onmogelijk is authentieke afschriften van de vonnissen over te leggen aangezien de vonnissen bij een brand verloren zijn gegaan. Om dit gebrek te repareren zijn verkorte vonnissen opgesteld en aan het dossier toegevoegd. Met een beroep op het vertrouwensbeginsel heeft de officier van justitie betoogd dat de rechtbank er van uit kan en moet gaan dat de vonnissen daadwerkelijk zijn gewezen en dat de opgeëiste persoon tot de vermelde straffen is veroordeeld voor de feiten zoals deze uit het Overzicht van de feiten en het Bevel tot aanhouding ter fine van uitlevering staan omschreven. Daarbij heeft zij verwezen naar de door Suriname toegezonden tenlasteleggingen in de zaken die tot de vonnissen hebben geleid, waarbij geldt dat de tenlastelegging met betrekking tot de op 18 oktober 1997 gepleegde diefstal met geweld en in vereniging, de tenlastelegging van een medeverdachte betreft. Zij heeft geconcludeerd tot toelaatbaarheid van de verzochte uitlevering, met uitzondering van het eerste feit van het vonnis d.d. 9 juli 1998 (vonnisnummer 641) aangezien uit de overgelegde tenlastelegging niet blijkt dat de opgeëiste persoon een woning inbraak ten laste is gelegd.

2.3.3 De rechtbank overweegt het volgende.

Op grond van artikel 3, tweede lid, onder a van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de uitlevering en rechtshulp in strafzaken dient bij een verzoek tot uitlevering van een voor tenuitvoerlegging vatbare veroordeling het origineel van het vonnis of een authentiek afschrift van dat vonnis te worden overgelegd. Op grond van artikel 3, tweede lid, onder c van de ze Overeenkomst dient bij het verzoek een overzicht van de feiten waarvoor uitlevering wordt verzocht te worden overgelegd.

Bij het verzoek van de Minister van Justitie van de Republiek Suriname aan de Minister van Justitie van het Koninkrijk der Nederlanden van 18 februari 2010 zijn geen originelen of authentieke afschriften overgelegd van de vonnissen die ten grondslag liggen aan het uitleveringsverzoek.

Bij de stukken is een brief gevoegd van de Griffier der Kantongerechten te [geboorteplaats] van 28 januari 2009 waarin de Griffier naar aanleiding van een verzoek om afschriften van vonnissen ten name van. [naam 1] ten rechte geheten. [naam 2] onder de vonnisnummers 641 d.d. 9 juli 1998 en 354 d.d. 8 april 1998 mededeelt dat “informatie over deze strafzaak bij de brand van het Gerechtsgebouw van 14 juli 2001 verloren is gegaan”.

Bij de stukken zijn twee verkorte vonnissen gevoegd, van 9 juli 1998 met nummer 641 en van 8 april 1998 met nummer 354, waarin is vermeld dat de verdachte tot zes jaren gevangenisstraf is veroordeeld wegens diefstal bij nacht in de woning en diefstal met geweld tegen personen (verkort vonnis van 9 juli 1998, no. 641) en dat de verdachte tot een jaar en zes maanden gevangenisstraf is veroordeeld wegens diefstal met geweld en is vrijgesproken van een tweede tenlastegelegd feit (verkort vonnis van 8 april 1998, no. 354). In deze verkorte vonnissen ontbreekt een omschrijving van de bewezenverklaarde feiten.

Bij de stukken is een brief van 10 februari 2010 gevoegd van de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie in Suriname waarin onder de kop “Overzicht van de feiten” melding wordt gemaakt van de hierboven genoemde vonnissen onder vermelding van de betreffende vonnisnummers, de data en de kwalificatie van de feiten. Ook in deze brief ontbreekt een omschrijving van de feiten.

Verder bevindt zich bij de stukken een brief van 5 februari 2009 van het hoofd van de afdeling Parketwacht van het Korps Politie Suriname, Gewest [geboorteplaats], waarin wordt medegedeeld dat bij verificatie van de Cartotheek van veroordeelden vonnissen zijn aangetroffen onder de genoemde nummers en data met veroordelingen voor de genoemde misdrijven tot de hiervoor vermelde straffen. Ook in deze brief ontbreekt een omschrijving van de feiten.

Bij de stukken zijn twee tenlasteleggingen gevoegd. De eerste tenlastelegging, waarbij “[naam 1 ]t.r.g. [[naam 2]” als verdachte wordt genoemd, betreft een diefstal met geweld tegen een persoon op of omstreeks 11 februari 1998 en het opgeven van een valse naam op diezelfde dag. De tweede tenlastelegging heeft kennelijk geen betrekking op de opgeëiste persoon, die onder de naam [naam 2] in de tenlastelegging wordt genoemd als medepleger van een diefstal met geweld tegen een persoon. Hoewel de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie bij brief van 15 april 2010 over deze stukken schrijft dat deze de dagvaardingen betreffen op grond waarvan [naam 2] is veroordeeld, is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende duidelijk is dat de overgelegde tenlasteleggingen de feiten bevatten die tot de veroordelingen hebben geleid.

Allereerst geldt in dit verband dat in geen van beide tenlasteleggingen een diefstal bij nacht in een woning wordt omschreven waartoe de verdachte zou zijn veroordeeld volgens het verkorte vonnis van 9 juli 1998, no. 641. Verder moet worden vastgesteld dat de tweede tenlastelegging geen betrekking heeft op de opgeëiste persoon omdat die onder de naam [naam 2] als medepleger wordt genoemd. Tenslotte is er wel een aanwijzing dat de eerste tenlastelegging, die spreekt over een op 11 februari 1998 gepleegde diefstal met geweld, heeft geleid tot het verkorte vonnis van 8 april 1998 no. 354 omdat dat vonnis vermeldt dat de veroordeelde vanaf die datum in verzekerde bewaring was gesteld. Echter, hieruit kan naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer worden afgeleid dat dit vonnis inderdaad is gebaseerd op deze tenlastelegging.

Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de uitlevering ontoelaatbaar is omdat niet is voldaan aan het vereiste dat bij het uitleveringsverzoek de originelen van de vonnissen of authentieke afschriften daarvan worden overgelegd. Op grond van de informatie die wel is overgelegd kan ook niet worden geconcludeerd dat aan de strekking van dat vereiste is voldaan (vgl. HR 11 februari 2003, LJN AE8840, NJ 2003, 540). Evenmin is voldaan aan het vereiste dat bij het uitleveringsverzoek een overzicht van de feiten wordt overgelegd.

Dat de beide originele, voor tenuitvoerlegging vatbare vonnissen bij een brand in het Gerechtsgebouw op 14 juli 2001 voorgoed verloren zijn gegaan, kan niet tot een ander oordeel leiden.

3. Toepasselijke wetsartikelen.

de artikelen 2, 5 en 18 van de Uitleveringswet ;

de artikelen 1 en 3 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de republiek Suriname betreffende de uitlevering en rechtshulp in strafzaken, gesloten te ‘s-Gravenhage op 27 augustus 1976, 143 (rectificatie Trb. 1981, 160)

4. Beslissing.

Verklaart ontoelaatbaar de door de Surinaamse autoriteiten verzochte uitlevering van

[opgeëiste persoon],

geboren te [geboorteplaats], Nederlandse Antillen, op [geboortedatum] 1979

alias

[naam 1],

geboren te [geboorteplaats], Suriname, op [geboortedatum] 1979,

ten rechte geheten:

[naam 2]

geboren te [geboorteplaats], Suriname, op [geboortedatum] (de rechtbank leest:) 1979

voornoemd ten behoeve van de –verdere– tenuitvoerlegging op het grondgebied van Suriname van twee vrijheidsstraffen, waartoe de opgeëiste persoon bij vonnis van de Kantonrechter in het Tweede Kanton te [geboorteplaats] (Suriname) is veroordeeld op respectievelijk 9 juli 1998 en

8 april 1998 (vonnisnummers 641 en 354).

HEFT OP het bevel gevangenhouding.

Aldus gedaan door

mr. A.R.P.J. Davids, voorzitter,

mrs. L.I.M. van Bergen en M. Rozemond, rechters,

in tegenwoordigheid van L.C. Werkman, griffier,

en uitgesproken ter openbare zitting van 11 juni 2010.

Mr. N. Rozemond is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature