De rechtbank spreekt verdachte vrij van witwassen van € 402.340,-. Artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht vereist voor een veroordeling ter zake van witwassen onder meer dat bewezen kan worden dat het betreffende voorwerp, in casu het voornoemde geldbedrag, onmiddellijk of middellijk, uit enig misdrijf afkomstig is. Voor de rechtbank blijft onduidelijk op welke wijze een - noodzakelijke - verbinding kan worden gelegd tussen het bij verdachte aangetroffen geldbedrag en enig misdrijf waaruit dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig zou moeten zijn.