U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte vrouw gedurende meerdere jaren tegenover de sociale dienst heeft verzwegen dat zij samenwoonde met haar echtgenoot en dat zij de betreffende formulieren onjuist invulde. De officier van justitie eiste een werkstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de hoogte van het bedrag en het standpunt dat de vrouw inneemt, kan de rechtbank zich niet in die eis vinden. Ze legt de vrouw een gevangenisstraf op van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.

Uitspraak



RECHTBANK ALMELO

Parketnummer: 08/780176-05

STRAFVONNIS

Uitspraak: 28 november 2006.

De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:

[verdachte vrouw],

geboren te [plaats] op [datum] 1972,

wonende te [adres],

terechtstaande terzake dat:

1.

zij in of omstreeks het tijdvak van 03 oktober 1997 tot 01 juni 2005,

in de gemeente Losser, althans in Nederland,

een of meerdere bij de gemeente Losser in gebruik zijnd(e) rechtmatigheids-

onderzoeksformulier(en) -ter uitvoering van de Algemene bijstandswet en/of de

Wet werk en bijstand-, zijnde (een) geschrift(en) bestemd om tot bewijs van

het op dat/die formulier(en) vermelde, althans om tot bewijs van enig feit te

dienen, valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om dat/die formulier(en) als

echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

bedoeld valselijk opmaken heeft hierin bestaan, dat verdachte opzettelijk

valselijk en in strijd met de waarheid op dat/die formulier(en) heeft ingevuld

of heeft vermeld -zakelijk weergegeven-, dat zij in de periode waarop

dat/die formulier(en) betrekking had(den) niet samenwoonde en/althans geen

huishouding vormde met (haar echtgenoot) [medeverdachte man], althans daarop

opzettelijk niet heeft ingevuld of vermeld -zakelijk weergegeven-, dat

verdachte in de periode waarop dat/die formulier(en) betrekking had(den)

samenwoonde en/althans een huishouding vormde met (haar echtgenoot) [medeverdachte man],

en/althans op dat/die formulier(en) opzettelijk niet de inkomsten (al dan

niet uit arbeid) heeft ingevuld of vermeld die haar partner/echtgenoot,

genaamd [medeverdachte man] waarmee verdachte samenwoonde en/althans een huishouding

vormde in de periode waarop dat/die formulier(en) betrekking had(den),

en vervolgens genoemd(e) formulier(en) heeft ondertekend;

2.

zij in of omstreeks het tijdvak van 01 juli 2000 tot 01 juni 2005,

in de gemeente Losser, in elk geval in Nederland,

(telkens) in strijd met (een) haar bij of krachtens wettelijk voorschrift(en)

opgelegde verplichting, te weten bij en/of krachtens artikel 65 van de

Algemene bijstandswet en/of artikel 63 van de Wet werk en bijstand ,

opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan

Burgemeester en Wethouders en/of aan de sociale dienst van de gemeente Losser

(aangaande verdachte's feitelijke samenwoning met haar echtgenoot [medeverdachte man]

en/of de inkomsten van haar echtgenoot [medeverdachte man] voornoemd), zulks terwijl

dit/deze feit(en) kon(den) strekken tot bevoordeling van zichzelf of een

ander, terwijl zij wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die

gegevens van belang waren voor de vaststelling van haar of eens anders recht

op die uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke

uitkering;

Gezien de stukken;

Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;

Gelet op het tegen verdachte verleende verstek;

Gehoord de vordering van de officier van justitie;

De rechtbank heeft de eventuele in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.

Verdachte wordt daardoor in haar verdediging niet geschaad.

De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

zij in het tijdvak van 03 oktober 1997 tot 01 juni 2005,

in de gemeente Losser, meerdere bij de gemeente Losser in gebruik zijnde rechtmatigheids- onderzoeksformulieren -ter uitvoering van de Algemene bijstandswet en de Wet werk en bijstand-, zijnde geschriften bestemd om tot bewijs van het op die formulieren vermelde, te dienen, valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die formulieren als echt en onvervalst te gebruiken;

bedoeld valselijk opmaken heeft hierin bestaan, dat verdachte opzettelijk

valselijk en in strijd met de waarheid op die formulieren heeft ingevuld

of heeft vermeld -zakelijk weergegeven-, dat zij in de periode waarop

die formulieren betrekking hadden niet samenwoonde en geen

huishouding vormde met haar echtgenoot [medeverdachte man],

en op die formulieren opzettelijk niet de inkomsten (al dan

niet uit arbeid) heeft ingevuld of vermeld die haar partner/echtgenoot,

genaamd [medeverdachte man], waarmee verdachte samenwoonde en een huishouding vormde in de periode waarop die formulieren betrekking hadden,

en vervolgens genoemde formulieren heeft ondertekend;

2.

zij in het tijdvak van 01 juli 2000 tot 01 juni 2005,

in de gemeente Losser, telkens in strijd met een haar bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten bij en/of krachtens artikel 65 van de

Algemene bijstandswet en/of artikel 63 van de Wet werk en bijstand ,

opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan

Burgemeester en Wethouders en/of aan de sociale dienst van de gemeente Losser

(aangaande verdachte's feitelijke samenwoning met haar echtgenoot [medeverdachte man] en de inkomsten van haar echtgenoot [medeverdachte man] voornoemd), zulks terwijl deze feiten konden strekken tot bevoordeling van zichzelf of een

ander, terwijl zij wist dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van haar recht op die uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke

uitkering;

Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Het bewezen verklaarde levert op:

wat betreft sub 1 het misdrijf:

"Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd",

strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht;

en wat betreft sub 2 het misdrijf:

"In strijd met een haar bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting , opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl zij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van haar recht op een verstrekking danwel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking, meermalen gepleegd",

strafbaar gesteld bij artikel 227b van het Wetboek van Strafrecht;

De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een haar strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1 en sub 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.

De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:

Verdachte heeft gedurende langere tijd misbruik gemaakt van het hier ten lande geldende sociale verzekeringsstelsel en daarmee de gemeenschap en met name de gemeente Losser, in aanmerkelijke mate financieel benadeeld. Blijkens de door haar bij de politie afgelegde verklaringen weigert ze, tegen beter weten in het strafwaardig karakter van haar handelen in te zien. Bovendien vindt ze het kennelijk niet nodig zich voor haar strafbaar handelen te verantwoorden, zulks gelet op het feit dat zij zowel aan de oproep van de reclassering als die van justitie geen gehoor heeft gegeven.

Op een dergelijke inbreuk van de rechtsorde past naar het oordeel van de rechtbank slechts een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur. Met name gelet op de hoogte van het gefraudeerde bedrag en het standpunt dat verdachte daaromtrent inneemt, zal de rechtbank niet treden in het voorstel van de officier van justitie haar een werkstraf op te leggen.

De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c en 57, van het Wetboek van Strafrecht.

R E C H T D O E N D E:

Verklaart bewezen, dat het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.

Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.

Verklaart verdachte strafbaar.

Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van acht maanden.

Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot vier maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt.

Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij;

Aldus gewezen door mr. Bloebaum, voorzitter, mrs. Stoové en Oude Aarninkhof, rechters, in tegenwoordigheid van Klaassen, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 november 2006.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature