Verdachte heeft samen met een ander geprobeerd zijn door derden gekraakte woonruimte te ontruimen. De politierechter motiveert waarom alsdus sprake is van schending van het huisrecht van de krakers en dus van huisvredebreuk. Dat de voorzieningenrechter inmiddels heeft overwogen dat de krakers zich schuldig hebben gemaakt aan overtreding van artikel 429 sexies Sr terwijl de officier van justitie hun daarvoor niet vervolgt, doet niet af aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in zijn vervolging van verdachte. dat nadien langs civielrechtelijke weg de ontruiming is bewerkstelligt, doet niets af aan de schending van het huisrecht door verdachte. Bij zijn actie heeft verdachte een betrokkene, die de ontruiming trachtte te beletten, enige tijd van zijn vrijheid beroofd. De politierechter oordeelt dat dergelijke vormen van eigenrichting ontoelaaatbaar zijn en legt verdachte een werkstraf op voor de duur van 160 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk.