E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBALK:2011:BU2939
LJN BU2939, Rechtbank Alkmaar, 09/1944

Inhoudsindicatie:

Uit de rechtspraak onder artikel 253t, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat een verzoek tot wijziging van een geslachtsnaam wordt afgewezen, onder meer indien het belang van het kind zich tegen toewijzing verzet. De beoordeling berust op een afweging van omstandigheden, bij welke afweging aan het belang van het kind groot gewicht moet worden toegekend. Daarbij wordt onder meer in aanmerking genomen dat de geslachtsnaam terugvoert op de afstamming en daarmee op de identiteit van de minderjarige. Inwilliging van het verzoek tot geslachtsnaamwijziging kan een verandering van de beleving van die identiteit met zich meebrengen. Bij een goede verstandhouding tussen de minderjarige en de vader is van belang dat de minderjarige zich via zijn geslachtsnaam met zijn vader kan (blijven) identificeren. De emotionele waarde die de afstammingsband tussen de vader en de minderjarige voor laatstgenoemde heeft wordt daarbij onder meer van belang geacht. Verder dient inzichtelijk te zijn of de minderjarige zich de consequenties van de naamswijziging volledig realiseert. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op grond van de door hem betrokken feiten en omstandigheden vooralsnog niet tot de conclusie kon komen dat het belang van de minderjarige zich niet tegen de inwilliging van het verzoek verzet. Verweerder heeft er geen blijk van gegeven de aangehaalde belangen in aanmerking te hebben genomen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder daartoe niet alle relevante feiten in kaart gebracht. Verweerder heeft niet kunnen volstaan met een weging van de feiten zoals door de andere partijen gesteld, en waarover tussen die partijen ook niet op alle punten overeenstemming bestaat. Verweerder kan dan ook niet worden gevolgd in zijn stelling dat het Besluit de belangen van het kind aldus in voldoende mate behartigt. Evenmin kan verweerder worden gevolgd in zijn stelling dat in een geval als dit het aan de weigerende ouder is om aannemelijk te maken dat de geslachtsnaamswijziging niet in het belang van het kind is. Het beroep is gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie