E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:PHR:2020:809
Parket bij de Hoge Raad, 19/04688

Inhoudsindicatie:

Conclusie AG. Profijtontneming. 1. Stond art. 74 Awr aan ontneming ex art. 36e Sr in de weg? 2. Is het hof ten onrechte voorbijgegaan aan verweer over verlaging van de vordering wegens door betrokkene gemaakte kosten? Ad 1. Uit arrest hof kan worden opgemaakt dat betrokkene in de hoofdzaak niet slechts wegens fiscale delicten, maar ook wegens valsheid in geschrift (art. 225.1 Sr) is veroordeeld. Dat betreft een commuun strafbaar feit waarvan de opbrengst niet correspondeert met nadeel dat de fiscus heeft geleden en in verband waarmee de fiscus geen specifieke instrumenten heeft om het (gehele) bedrag aan voordeel als zodanig aan de betrokkene te ontnemen. Hof heeft dat niet miskend en zijn oordeel niet-onbegrijpelijk gemotiveerd. Ad 2. ’s Hofs oordeel dat de kosten zonder onderbouwing of enige vorm van bewijsstukken niet controleerbaar en aftrekbaar zijn is onjuist noch onbegrijpelijk. Conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie