Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:

Inhoudsindicatie:

Conclusie AG. Beslag, art. 94 Sv. In strafzaak is de bewaring gelast ten behoeve van de rechthebbende, art. 353 lid 2 sub c Sv. Beklag beslagene art. 552a Sv. Het hof heeft het klaagschrift ongegrond verklaard omdat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij redelijkerwijs rechthebbende is op de voorwerpen. Onjuiste maatstaf. Klager hoeft dat niet aannemelijk te maken. Uitzonderingsbepaling van art. 353 lid 2 sub c Sv is alleen van toepassing als de beslagene redelijkerwijs niet als rechthebbende valt aan te merken. Het advies aan de Hoge Raad is de beschikking te vernietigen.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Conclusie



Nr. 17/02067 B

Zitting: 6 november 2018

Mr. T.N.B.M. Spronken

Conclusie inzake:

[klager]

Bij beschikking van 2 december 2016 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, het klaagschrift van de klager ex art. 552a Sv, strekkende tot opheffing van het beslag op een veelvoud aan goederen, zoals opgenomen in de kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL0600- 2015049301-17 en in de aan het klaagschrift gehechte lijst met BHV-nummer PL0600- 2015259020, ongegrond verklaard.

Het cassatieberoep is ingesteld namens de klager en mr. P.T. Pel, advocaat te Hattem, heeft één middel van cassatie voorgesteld.

Het middel bevat de klacht dat het hof een onjuiste maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van het klaagschrift, althans dat het oordeel van het hof onbegrijpelijk is.

3.1. Het hof heeft het beklag ongegrond verklaard en, voor zover hier relevant, het volgende overwogen:

‘’Beoordeling

De goederen waarvan klager teruggave verzoekt, zijn op grond van artikel 94 Sv onder hem in beslag genomen in de strafzaak onder parketnummer 08-730293-15. Klager is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 17 september 2015 veroordeeld ter zake van diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming, meermalen gepleegd. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld. Het hof heeft arrest gewezen op 22 februari 2016. Dit arrest is onherroepelijk geworden.

(…)

Het arrest van 22 februari 2016 kan redelijkerwijs niet anders worden opgevat dan dat ten aanzien van de thans in het geding zijnde voorwerpen de bewaring ten behoeve van de rechthebbende is gelast, omdat ten tijde van de beslissing in hoger beroep niet bekend was wie de rechthebbende was.

Klager heeft in raadkamer niet aannemelijk gemaakt dat hij redelijkerwijs moet worden aangemerkt als rechthebbende op de voorwerpen waarvan hij teruggave verzoekt. Dat klager deze voorwerpen feitelijk in zijn bezit had op het moment dat deze in beslag zijn genomen in zijn woning te Olst en de door hem gebruikte schuur bij het perceel [a-straat 1] te Apeldoorn en dat zich (nog) geen rechthebbenden hebben gemeld, is daartoe onvoldoende.

Gelet op het hiervoor overwogene zal het hof het beklag ongegrond verklaren.’’

3.2. In het arrest van de strafkamer van het hof van 22 februari 2016 waarnaar in de bestreden beschikking wordt verwezen is ten aanzien van het beslag het volgende overwogen:

‘’Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis

(…) Ten slotte heeft de rechtbank bevolen dat de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen worden teruggegeven aan de rechthebbende.

Bevestiging

Het hof verenigt zich met voornoemd vonnis en zal dit bevestigen met uitzondering van de beslissing ten aanzien van beslag — in zoverre zal het vonnis worden vernietigd — en (…).

(…)

Beslag

Uit het dossier volgt dat er ten behoeve van het politieonderzoek diverse goederen in beslag zijn genomen. Hoewel het hof niet beschikt over een beslaglijst, volgt uit de kennisgevingen van inbeslagneming dat het merendeel van de goederen toebehoort aan de aangevers. Het hof zal derhalve de teruggave gelasten — indien en voor zover dat nog niet feitelijk is gebeurd — aan de rechthebbende van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen voor zover dat volgt uit de bewezenverklaarde feiten en in het dictum zal worden opgenomen. Voor de overige inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen gelast het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende.’’

3.3. Bij de beoordeling van het middel is het volgende van belang. Onder de klager zijn op grond van art. 94 Sv onder andere de hiervoor onder 1. vermelde goederen inbeslaggenomen. Uit het dossier blijkt dat het met name gaat om bouwmaterialen en gereedschap. De klager is strafrechtelijk vervolgd en door de rechtbank en vervolgens het hof veroordeeld voor diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming, meermalen gepleegd. Het hof heeft in de strafzaak ten aanzien van een deel van de inbeslaggenomen goederen de teruggave gelast aan de rechthebbenden, de aangevers van de door de klager gepleegde diefstallen. Ten aanzien van het resterende deel van de nog niet teruggegeven inbeslaggenomen goederen heeft het hof de bewaring gelast ten behoeve van de rechthebbende.

3.4. Na de veroordeling door het hof heeft de klager op 7 juni 2016 een klaagschrift ingediend bij de raadkamer van het hof strekkende tot teruggave van de voorwerpen waarvan het hof de bewaring heeft gelast ten behoeve van de rechthebbende op grond van art. 353 lid 2 sub c Sv. Dat betekent dat het belang van strafvordering zich niet meer tegen teruggave verzet, maar nog niet bekend is aan wie de goederen moeten worden teruggegeven.

3.5. Over de door strafrechter in de hoofdzaak te nemen beslissing met betrekking tot op grond van art. 94 Sv inbeslaggenomen goederen heeft de Hoge Raad – onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis van art. 353 (lid 2) Sv – het volgende overwogen:

‘’Uit deze passages van de Memorie van Toelichting moet worden afgeleid dat in de in het eerste lid van art. 353 Sv bedoelde gevallen een met toepassing van art. 94 Sv inbeslaggenomen voorwerp a) wordt teruggegeven aan de beslagene tenzij b) er een ander is die redelijkerwijs als rechthebbende op dat voorwerp kan worden aangemerkt, in welk geval dat voorwerp aan die ander wordt teruggegeven, doch dat het c) de rechter vrij staat de bewaring van dat voorwerp ten behoeve van de rechthebbende te gelasten, indien naar zijn oordeel aannemelijk is dat de beslagene geen recht heeft op het voorwerp en er geen ander is die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt (vgl. HR 29 oktober 2002, NJ 2003, 19 en HR 10 januari 2006, LJN AU5785).

3.6. Hieruit valt af te leiden dat na afloop van de strafzaak de in beslag genomen voorwerpen in beginsel dienen te worden teruggegeven aan de beslagene, tenzij zich één van de hiervoor bedoelde situaties als bedoeld in art. 353 lid 2 sub b of c zich voordoen. Met betrekking tot deze hoofdregel en de daarop van toepassing zijnde uitzonderingen (in het bijzonder die onder c) heeft AG Knigge in zijn conclusie voorafgaande aan het arrest HR 10 januari 2012, ECLI:NL:PHR:2012:BT8950 het volgende opgemerkt. In de eerste plaats dat het in strijd met de hoofdregel (dat het inbeslaggenomen voorwerp in beginsel aan de beslagene moet worden teruggegeven) zou zijn, als deze hoofdregel pas zou gelden als de beslagene redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt, hetgeen mee zou brengen dat de beslagene dit zou moeten aantonen of aannemelijk maken. In de tweede plaats merkt Knigge op dat het bij het gelasten van de bewaring ten behoeve van de rechthebbende zoals bedoeld in art. 353 lid 2 sub c Sv gaat om gevallen waarin positief blijkt (aannemelijk is) dat de beslagene géén rechthebbende is. De hoofdregel berust immers op de veronderstelling dat de beslagene recht heeft op het voorwerp in kwestie en dat slechts als die veronderstelling onjuist blijkt te zijn, de hoofdregel niet opgaat. Ik onderschrijf deze uitgangspunten.

3.7. Het middel berust op de stelling dat in onderhavige zaak de hoofdregel geldt, dat het voorwerp dient te worden teruggegeven aan de klager en dat de uitzonderingen hierop pas in beeld komen als deze teruggave ‘’onredelijke gevolgen zou hebben". Het gaat volgens de steller van het middel daarbij om een negatief criterium. Pas als positief is vastgesteld dat het aannemelijk is dat de beslagene geen rechthebbende is en wordt geoordeeld dat een ander een sterkere claim heeft op het voorwerp, gaat de hoofdregel dat teruggave moet worden gelast aan de beslagene, niet op. Door te overwegen dat de klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij redelijkerwijs rechthebbende is, hanteert het hof volgens de steller van het middel daarom een onjuiste maatstaf.

3.8. Ik meen dat het middel slaagt en wel op grond van het volgende.

3.9. De raadkamer van het hof heeft aan zijn oordeel slechts ten grondslag gelegd dat het hof in zijn uitspraak in de strafzaak de bewaring heeft gelast van de in het geding zijnde voorwerpen omdat ten tijde van dat arrest niet bekend was wie de rechthebbende was. Dat is onvoldoende om de uitzondering op de hoofdregel dat teruggave aan de beslagene moet worden gelast, te rechtvaardigen. De uitzondering op de hoofdregel geldt immers alleen indien wordt vastgesteld dat de beslagene redelijkerwijs niet als rechthebbende valt aan te merken. Het hof heeft in de bestreden beschikking verzuimd hierover een oordeel te vellen en zodoende een onjuiste maatstaf aangelegd.

4. Het middel is terecht voorgesteld.

5. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden beschikking aanleiding behoren te geven.

6. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot terugwijzing of verwijzing van de zaak als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

De Procureur-Generaal

bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG

HR 14 februari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9114, rov. 4.6.

Conclusie AG Knigge voor HR 10 januari 2012, ECLI:NL:PHR:2012:BT8950, onder 14.

Verwezen wordt naar de conclusie van AG Knigge, ECLI:NL:PHR:2006:AU5785, onder 13. In deze conclusie worden onder 14-17 dezelfde uitgangspunten geformuleerd als in de hiervoor onder 3.6. aangehaalde conclusie van Knigge.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature