Als gevolg van letsel opgelopen door een aanrijding een aantal weken geen vrijwilligerswerk kunnen verrichten. Art. 6 WVW 1994, uitleg bestanddeel “zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat”. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2001:AA9370 m.b.t. de uitleg van “normale bezigheden” a.b.i. art. 6 WVW 1994. Het Hof heeft blijkens de bewijsvoering vastgesteld dat X door de aanrijding een scheur in zijn borstbeen heeft opgelopen en dat deze als gevolg daarvan gedurende een aantal weken geen vrijwilligerswerk - bestaande uit het als bestuurslid bijwonen van vergaderingen en activiteiten - heeft kunnen verrichten. Daaruit heeft het Hof kunnen afleiden dat sprake was van tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden a.b.i. art. 6 WVW 1994. De bewezenverklaring is in dit opzicht toereikend gemotiveerd.