Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Conclusie



Nr. 12/00976

Mr. Knigge

Zitting: 5 februari 2013

Conclusie inzake:

[Verdachte]

1. Het beroep in cassatie van verdachte heeft betrekking op een arrest van het Gerechtshof Arnhem.

2. De bestreden uitspraak vormt het vervolg op HR 4 oktober 2011, LJN BR2329, waarin de Hoge Raad de zaak terugwees na vernietiging wegens een ontoereikende weerlegging van een gedaan beroep op noodweer. Het Hof heeft het verweer thans op een andere grond verworpen, namelijk dat de feitelijke gang van zaken die aan het verweer ten grondslag is gelegd niet aannemelijk is geworden en dat derhalve, zo stelt het Hof expliciet met betrekking tot het gedane beroep op noodweerexces, niet aannemelijk is geworden dat sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van de kant van het slachtoffer. Dat oordeel is door het Hof uitvoerig gemotiveerd.

3. Tegen dat feitelijke oordeel komt het middel tevergeefs op. Voor zover het middel daarbij niet miskent dat de waardering van de feiten is voorbehouden aan het Hof, lijkt het te berusten op de onjuiste opvatting dat van een toereikende "weerlegging" van het gevoerde verweer eerst sprake is als onomstotelijk komt vast te staan dat de gestelde feiten niet kloppen. De aan te leggen maatstaf is of de gestelde feiten aannemelijk zijn geworden. Al hetgeen het Hof in aanmerking heeft genomen, kan diens oordeel dat dit niet het geval is, ruimschoots dragen. Daarbij geldt dat een enkele onnauwkeurigheid op een ondergeschikt punt aan de begrijpelijkheid van 's Hofs oordeel niet af kan doen.

4. Voor zover het middel ook nog de zelfstandige klacht bevat dat het Hof ten onrechte het gedane verzoek heeft afgewezen om een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken die heeft geleid tot het eerdere arrest van het Hof Arnhem in deze zaak, faalt het eveneens. Het oordeel van het Hof op dit punt getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk.

5. Een en ander brengt mee dat het middel klaarblijkelijk niet tot cassatie kan leiden.

6. Op grond van het voorgaande stel ik mij op het standpunt dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet ontvankelijk kan worden verklaard.

De Procureur-Generaal

bij de Hoge Raad der Nederlanden,

AG


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature