U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Ontvankelijkheid, vaste woon en verblijfplaats, dubbele belasting, renteniersvergunning, wereldinkomen.

Uitspraak



Beschikking van 24 september 2010, nr. 2009/0139.

DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN zitting houdende in Aruba,

inzake: [belanghebbende], gemachtigde [A],

tegen

[de Inspecteur].

1.Het procesverloop

1.1

Aan belanghebbende zijn ambtshalve de volgende aanslagen opgelegd:

a. definitieve aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2002 naar een belastbaar inkomen van Afl. 350.000 met dagtekening 26 augustus 2004,

b. definitieve aanslag premie AZV voor het jaar 2002 naar een premie inkomen van Afl. 49.296 met dagtekening 19 april 2007,

c. definitieve aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2003 naar een belastbaar inkomen van Afl. 100.000 met dagtekening 19 april 2007,

d. definitieve aanslag premie AZV voor het jaar 2003 naar een premie inkomen van Afl. 49.296 met dagtekening 19 april 2007,

e. definitieve aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2004 naar een belastbaar inkomen van Afl. 125.000 met dagtekening 19 april 2007,

f. definitieve aanslag premie AZV voor het jaar 2004 naar een premie inkomen van Afl. 75.600 met dagtekening 19 april 2007,

1.2

Belanghebbende is op 1 oktober 2004 tijdig in bezwaar gekomen tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2002. Bij uitspraak van 19 april 2007 heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd.

1.3

Op 18 juni 2007 is belanghebbende tijdig in bezwaar gekomen tegen de onder 1.1 letters b, c, d, e en f, genoemde aanslagen. Bij in een geschrift vervatte uitspraken van 24 maart 2009 heeft de Inspecteur de aanslagen gehandhaafd.

1.4

Belanghebbende is op 25 mei 2009 tegen de onder 1.2 en 1.3 vermelde uitspraken in beroep gekomen.

1.5

De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.

1.6

Ter zitting van 19 april 2010 te Oranjestad zijn verschenen de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B], namens de Inspecteur.

2 De tussen partijen vaststaande feiten

Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door een van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.

2.1

Belanghebbende is geboren op 24 juli 1939 en is gehuwd met [vrouw belanghebbende], geboren april 1950. Het geboorteland van belanghebbende en zijn echtgenote is Venezuela. In de litigieuze jaren beschikt belanghebbende over een woning in Aruba. Hij staat ingeschreven in het bevolkingsregister van Aruba.

2.2

Op 28 mei 2001 heeft belanghebbende op Aruba "[N.V. 1]" opgericht. Hij heeft geen inkomsten genoten uit de NV. De NV is op 14 oktober 2005 uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

2.3

Aan belanghebbende is op 15 april 2003 een renteniersvergunning afgegeven, waardoor belanghebbende tot 16 april 2004 als gepensioneerde of rentenier in Aruba mag wonen. In de vergunning is de volgende tekst opgenomen: "Betrokkene dient voor zichzelf de premie AZV af te dragen, bij gebreke daaraan kan de vergunning ingetrokken worden." Op dezelfde dag is voor dezelfde periode voor belanghebbendes echtgenote een verblijfsvergunning wegens gezinshereniging afgegeven. De rest van haar gezin woont in Aruba. Beide vergunningen zijn jaarlijks verlengd.

2.4

Belanghebbende en zijn echtgenote zijn in 2005 genaturaliseerd tot Nederlander. Om te worden genaturaliseerd tot Nederlander moesten belanghebbende en zijn echtgenote vijf jaren of langer legaal in het Koninkrijk der Nederlanden hebben gewoond. In een brief van 19 maart 2009 schrijft belanghebbende aan de Inspecteur:

"Voor wat betreft uw beweringen dat betrokkene onder onjuiste voorwendselen een verblijfsvergunning en het Nederlandschap heeft aangevraagd, zij vervolgens opgemerkt dat, ingevolge de Rijkswet op het Nederlanderschap betrokkene geen onafgebroken verblijf op Aruba moet hebben, doch woonplaats of werkelijk verblijf en na 1 april 2003 hoofdverblijf, wil hij in aanmerking komen voor naturalisatie.

Immers noch deze bepaling noch die van de L.T.U. impliceert dat betrokkene niet mag pendelen tussen Aruba en zijn geboorteland, waar hij nog steeds belangen heeft. Dit geldt derhalve ook voor zijn vergunning als rentenier. Betrokkene heeft zowel woonplaats op Aruba als in Venezuela en geniet geen inkomen op Aruba, doch besteed alleen maar geld uit op Aruba aan zijn woning en zijn eigen onderhoud en die van zijn echtgenote."

2.5

Belanghebbende heeft aangiften inkomstenbelasting 2002 en 2004 ingediend naar een belastbaar inkomen van nihil. De aangifte inkomstenbelasting 2003 heeft belanghebbende ingediend naar een belastbaar inkomen van negatief Afl. 20.275. Het inkomen is negatief als gevolg van de aftrek van hypotheekrente op de eigen woning.

2.6

De Inspecteur heeft de onder 1.1 vermelde aanslagen inkomstenbelasting opgelegd naar geschatte bedragen. De onder 1.1 vermelde aanslagen premie AZV zijn vastgesteld op het premie-maximum.

2.7

Belanghebbende heeft voor de jaren 2002, 2003 en 2004 in Venezuela Impuesto Sobre la Renta (inkomstenbelasting) betaald.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vragen of belanghebbende ontvankelijk is in zijn beroep tegen de uitspraken van de Inspecteur en, indien dit het geval is, of belanghebbende over de jaren 2002, 2003 en 2004 Arubaanse inkomstenbelasting en premies AZV is verschuldigd en of de aanslagen tot de juiste bedragen zijn vastgesteld.

4 De standpunten van partijen

4.1

Belanghebbende is van mening dat hij altijd woonachtig is geweest in Venezuela, dat hij daar belastingplichtig was en dat zijn huis in Aruba slechts als vakantiewoning heeft gediend. Belanghebbende stelt subsidiair dat hij (per saldo) geen positieve inkomsten heeft gehad in Aruba. De N.V. is nooit in bedrijf geweest en is op 14 oktober 2005 uitgeschreven uit het register van de Kamer van Koophandel. Zijn inschrijving in het bevolkingsregister was nodig om aansluiting op gas, water en electra te verkrijgen. Voorts is hij (subsidiair) van mening dat hij geen premie AZV verschuldigd is, omdat hij in het bezit is van een Internationale Medische kostenverzekering.

4.2

De Inspecteur is van mening dat het beroep tegen de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag inkomstenbelasting 2002, te laat is ingediend en derhalve niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De beroepen inzake de overige aanslagen zijn volgens de Inspecteur een dag na het verstrijken van de termijn ingediend bij de Raad. Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van deze beroepen conformeert de Inspecteur zich aan het oordeel van de Raad.

De Inspecteur is van mening dat belanghebbende naar de omstandigheden beoordeeld in de litigieuze jaren op Aruba woonde. Belanghebbende dient in Aruba aangifte te doen naar zijn wereldinkomen. Belanghebbende heeft de vereiste aangiften niet gedaan, aangezien hij in de aangiften niet zijn wereldinkomen heeft vermeld en hij gestelde vragen over zijn inkomen niet heeft beantwoord. Op grond van artikel 18, lid 7, en artikel 20 van de ALB geldt dan omkering van de bewijslast. Belanghebbende dient aan te tonen dat en in hoeverre de opgelegde aanslagen onjuist zijn.

4.3

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.

5.Beoordeling van het geschil

Ontvankelijkheid

5.1

Voor zover het beroep is gericht tegen de uitspraak op het bezwaar tegen de aanslag

inkomstenbelasting 2002, merkt de Raad op dat het beroep niet is ingediend binnen de beroepstermijn van twee maanden na dagtekening van de uitspraak. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die grond opleveren voor het oordeel dat de gebleken termijnoverschrijding redelijkerwijs niet aan belanghebbende kan worden toegerekend. Belanghebbende dient derhalve niet ontvankelijk te worden verklaard in haar beroep voor wat betreft de aangifte inkomstenbelasting 2002.

5.2

Voor het overige is het beroep een dag na het einde van de beroepstermijn van twee maanden na dagtekening van de uitspraak van de Inspecteur bij de Raad ingediend. Naar belanghebbende onbetwist heeft gesteld en de Raad aannemelijk voorkomt, hing dit samen met de Hemelvaartsdag en de verplichte ATV dag van de Justitie-ambtenaren op de vrijdag daarna. Het beroepschrift kon daarom pas op maandag 25 mei 2009 worden aangeboden op het Gerecht van eerste aanleg. De Raad is van oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en verklaart het beroep voor wat betreft de onder 1.1, letters b tot en met f, vermelde aanslagen ontvankelijk.

Belasting- en premieplicht

5.3

Belanghebbende stelt dat hij niet belastingplichtig is in Aruba, omdat hij in Venezuela woont. De Inspecteur is de mening toegedaan dat belanghebbende zijn woonplaats in Aruba heeft. Het geschil gaat in de eerste plaats om de beoordeling of belanghebbende inwoner is in de zin van artikel 1, lid 2, LIB .

5.4

Belanghebbende heeft gesteld dat zijn woning op Aruba als vakantiewoning fungeerde en dat zijn woning in Venezuela als hoofdverblijf diende. De Inspecteur heeft dit gemotiveerd betwist. De Raad is van oordeel dat belanghebbende voor zijn stelling geen, althans geen voldoende, bewijzen heeft ingebracht. Dat geldt ook voor zijn stelling dat hij een onderneming 'in real estate' dreef op het vaste land. De stelling van belanghebbende dat hij met de betaling van inkomstenbelasting in Venezuela bewijst dat hij aldaar woont en niet in Aruba, kan niet als juist worden aanvaard. Immers, niet alleen ontbreekt een toelichting van de kant van belanghebbende op deze betaling, die verricht kan zijn in hoedanigheid van buitenlands belastingplichtige, maar ook sluit het hebben van een woonplaats in Venezuela niet uit dat belanghebbende ook een woonplaats in Aruba heeft.

5.5

Vaststaat dat belanghebbende bij het aanvragen van een renteniersvergunning en later van een Nederlands paspoort verklaard heeft zijn woonplaats en (in elk geval na 1 april 2003) ook hoofdverblijf in Aruba te hebben. De Raad gaat dan ook met de Inspecteur uit van de juistheid van deze verklaringen. Vast staat ook dat belanghebbende een woning in Aruba heeft en zich daar met zijn echtgenote als inwoner heeft ingeschreven in het bevolkingsregister.

5.6

Omdat belanghebbende zijn woonplaats in Aruba heeft en daar ook is ingeschreven in het bevolkingsregister (na 1 januari 2004 de basisadministratie) is hij terecht aangeslagen in de inkomstenbelasting en in de premieheffing AZV. Hij kan zich niet bevrijden van de premieplicht voor de AZV, zoals hij wel veronderstelt, met behulp van een Internationale medische-kostenverzekering.

Omvang verschuldigde belasting en premies

5.7

Belanghebbende heeft zijn stelling dat hij geen inkomsten genoot op Aruba met aannemelijk gemaakt. Hij had hoe dan ook hier een eigen woning en een aanmerkelijk belang. Als inwoner van Aruba is hij belastingplichtig voor zijn wereldinkomen. Hij had de hem uitgereikte aangiftebiljetten volledig moeten invullen en daarin de genoten rente uit Venezuela moeten verantwoorden. Omdat belanghebbende dat alles niet gedaan heeft, volgt bij wijze van sanctie omkering van de bewijslast. Belanghebbende heeft niet overtuigend aangetoond dat de overigens redelijke schatting van het belastbare inkomen door de Inspecteur te hoog is geweest. Voor zover belanghebbende al recht zou kunnen doen gelden op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, komt dat recht hem niet toe, zolang hij niet de vereiste aangiften invult en ook overigens onvoldoende inlichtingen omtrent zijn inkomens- en vermogenspositie in Venezuela aan de Inspecteur verstrekt.

Conclusie

5.8

Uit het hiervoor overwogene volgt dat het beroep voor zover dat ziet op de uitspraak op bezwaar tegen de aanslag in de inkomstenbelasting 2002 niet-ontvankelijk is en voor het overige ongegrond.

6 Beslissing

De Raad verklaart het beroep voor zover dat ziet op de aanslag in de inkomstenbelasting 2002 niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

Alsdan gedaan in raadkamer door mrs. M.T. Boerlage, C.W.M. van Ballegooijen en J.B.H. Roben in tegenwoordigheid van de secretaris mevrouw M. Rienhart en uitgesproken in het openbaar op 24 september 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature