Strafontslag van gevangenisdirecteur. Van medeplichtigheid aan verkiezingsfraude is appellant door de strafrechter in hoger beroep vrijgesproken. Schending ambtsgeheim heeft geleid tot lagere straf. Op de gevangenisdirecteur rust de wettelijke plicht tot geheimhouding. Deze verplichting heeft hij geschonden doordat hij in verkiezingstijd lijsten met namen en nationaliteiten van gedetineerden aan een bevriend politicus heeft verstrekt voor verkiezingsdoeleinden. Dit is terecht aangemerkt als zeer ernstig plichtsverzuim. De tegen het strafvonnis ingestelde cassatie hoeft niet te worden afgewacht om een belangenafweging te maken. De straf van ontslag is evenredig aan het plichtsverzuim.