U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Eenparigheid van stemmen in Sint Maartense zaak rondom drie overvallen en bezit van vuurwapens. Het Hof is unaniem van oordeel dat in dit geval niet kan worden volstaan met de door het Gerecht in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf van 5 jaren. Volgens het Hof moet de verdachte worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren.

Uitspraak



Strafzaken over 2017 | AV

Datum uitspraak: 26 april 2017

Zaaknummer: H 162/2016

Parketnummer: 100.00238/16

Tegenspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en

van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

S T R A F V O N N I S

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 9 november 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam van de verdachte],

geboren op [een datum in het jaar] 1994 in de Dominicaanse Republiek,

wonende in Saint Martin, [adres],

thans gedetineerd in Sint Maarten.

Procesgang en onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 9 november 2016, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 5 april 2017 in Curaçao (met een directe beeld- en geluidsverbinding met het gerechtsgebouw in Sint Maarten).

Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. J. Spaans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw, mr. S.D.M. Roseburg, naar voren is gebracht.

De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en – opnieuw rechtdoende – het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstrafstraf voor de duur van 7 jaren met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen heeft de procureur-generaal geen (expliciet) standpunt ingenomen.

In eerste aanleg is de verdachte ter zake diezelfde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist tot verbeurdverklaring van een motorfiets, onttrekking aan het verkeer van een vuistvuurwapen en teruggave aan de verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen.

De verdachte heeft hoger beroep ingesteld.

Vonnis waarvan beroep

Het Hof komt tot een andere bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten dan het Gerecht in eerste aanleg. Het vonnis waarvan beroep kan daarom niet in stand blijven.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1

hij op of omstreeks 6 mei 2016 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld , in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke voorgenomen diefstal is voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [A] (werkzaam als bewaker bij [bedrijf 1], in elk geval tegen de aldaar aanwezige personen, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit:

- het dreigend richten van een pistool, althans een vuurwapen, op die [A]; en/of

- het dreigend tegen die [A] te zeggen: “let go of the gun”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking; en/of

- het op en/of tegen de hoofd van die [A] met de vuurwapen en/of een harde voorwerp en/of met zijn hand(en) te slaan;

2

hij op of omstreeks 6 mei 2016 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] en/of [B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke voorgenomen diefstal is voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [C], in elk geval (een) medewerk(st)er(s) van [bedrijf 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit:

- het dreigend richten van een pistool, althans een vuurwapen, op de rug van die [C];

3.

hij op of omstreeks 8 april 2016 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening heeft weggenomen een tas met een hoeveelheid geld (ongeveer USD 80,-), een (1) mobiele telefoon (Iphone 6s), een of meerdere credit/klanten kaarten, een verzekeringskaart en een passpoort, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [D] en/of [E] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit:

- het dreigend richten van een pistool, althans een vuurwapen, op die [D] en/of [E]; en/of

- het dreigend tegen die [D] zeggen “give me your purse, give me your purse”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;

4.

hij in of omstreeks de periode van 8 april 2016 tot en met 6 mei 2016, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meerdere vuurwapens, in de zin van de Vuurwapenverordening, waaronder, een (vuur)wapen van het merk CHIAPPA FIREARMS model 92 AUTO CAT 9227, kaliber “9 MM PA”, voorhanden heeft gehad.

Bewezenverklaring

Het Hof acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2, 3 en 4 is ten laste gelegd, met dien verstande:

1

hij op of omstreeks 6 mei 2016 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1, een sportwinkel], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke voorgenomen diefstal is voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [A], (werkzaam als bewaker bij [bedrijf 1], in elk geval tegen de aldaar aanwezige personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit:

- het dreigend richten van een pistool, althans een vuurwapen, op die [A]; en/of

- het dreigend tegen die [A] te zeggen: “let go of the gun”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking; en/of

- het op en/of tegen het hoofd van die [A] met de vuurwapen en/of een harde voorwerp en/of met zijn hand(en) te slaan;

2

hij op of omstreeks 6 mei 2016 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2, een restaurant] en/of [B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke voorgenomen diefstal is voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [C], in elk geval (een) medewerk(st)er(s) van [bedrijf 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit:- het dreigend richten van een pistool, althans een vuurwapen, op de rug van die [C];

3.

hij op of omstreeks 8 april 2016 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening heeft weggenomen een tas met een hoeveelheid geld (ongeveer USD 80,-), een (1) mobiele telefoon (iPhone 6s), een of meerdere credit-/klantenkaarten, een verzekeringskaart en een paspoort, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan

[D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [D] en/of [E], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit:

- het dreigend richten van een pistool, althans een vuurwapen, op die [D] en/of [E]; en/of

- het dreigend tegen die [D] zeggen “give me your purse, give me your purse”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;

4.

hij in of omstreeks de periode van 8 april 2016 tot en met 6 mei 2016, althans op

8 april 2016 en 6 mei 2016, in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meerdere vuurwapens, in de zin van de Vuurwapenverordening, waaronder, een (vuur)wapen van het merk CHIAPPA FIREARMS, model 92 AUTO CAT 9227, kaliber “9 MM PA”, voorhanden heeft gehad.

Het Hof acht niet bewezen hetgeen meer of anders aan de verdachte ten laste is gelegd, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsmiddelen

Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1.Op 8 april 2016 heeft [D] aangifte gedaan van diefstal met (bedreiging met) geweld. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:

“Me and my friend were walking down from Pelican (Hof: Sint Maarten). This was around 10:45 PM. […] Two guys came in our back and [passed] us. […] One of the guys turned around and came back to us. […] The guy first [passed] my friend and came towards me. On the moment he was in front of me, he loaded his gun and pointed it at me. He told me: “give me the purse”. I was stunned, then he told me again: “give me your purse”. I gave him my purse and he ran of. He ran to a car that was standing ready and already facing the main road. […] The guy with the gun ran towards the car. I saw him getting in the backseat of the car. […] My purse was stolen. In my purse was my wallet with some credit cards and store cards. My cellphone was in it, some insurance cards. My cellphone is [an iPhone] 6s. […] In total there was 80 dollars in cash in the purse. […] Also and the most important is my passport was in the purse.”

2. Op 11 mei 2016 heeft [B], namens [bedrijf 2], aangifte gedaan van (een poging tot) diefstal met (bedreiging met) geweld, gepleegd in de ochtend van 6 mei 2016. Hij heeft bij deze gelegenheid het volgende verklaard:

“I am the manager and owner of the restaurant (Hof: [bedrijf 2] at Cole Bay, Sint Maarten). […] I came in five minutes after everything had already taken place (Hof: 6th of may 2016, around 09:45 am). […] I have a cleaner by the name of [C]; she explained to me that while she was busy cleaning the man came in through the side door wearing the helmet. He came up behind her and stuck the gun in her back. By then she realized that the man came in to rob […], she managed to run off to the back. […] Then the robber came around the counter and started searching around. […]”

3. Het restaurant is beveiligd met bewakingscamera’s; datzelfde geldt voor het nabijgelegen appartementencomplex Cupecoy Beach Club. De daarmee verkregen camerabeelden zijn aan de politie ter beschikking gesteld. Op de camerabeelden is het volgende waargenomen:

“Op de beelden is onder meer te zien dat twee personen op een scooter aan komen rijden over de [straat], komende vanuit de richting Maho. Ter hoogte van het hekwerk waar camera CH3 op staat gericht, stapt de bijrijder van de scooter. De scooterrijder draait vervolgens om en rijdt terug in de richting vanwaar hij vandaan kwam. De bijrijder loopt vervolgens over de parkeerplaats van het [naam appartementencomplex] in de richting van de hoofdingang van [naam appartementencomplex]. Vervolgens gaat de bijrijder het [naam restaurant] binnen. Na ongeveer een minuut verlaat de bijrijder het restaurant via een andere deur waar geen camera op gericht staat en loopt terug in de richting vanwaar hij vandaan kwam. Vervolgens komt de scooterrijder terug in beeld van camera CH3 en draait vervolgens weer terug in de richting van Maho. Hierna komt de bijrijder terug in beeld en stapt achterop bij de scooter waarna ze wegreden in de richting van Maho.”

4. Op 6 mei 2016 heeft [E], namens [bedrijf 1], aangifte gedaan van een die middag gepleegde (poging tot) diefstal met geweld. Hij heeft daarbij het volgende verklaard:

“I am manager of the store [bedrijf 1] at [adres] (Hof: Sint Maarten). Today there was an attempted robbery […]. I believe it happened close to 01.00 pm. I was standing in the back behind the counter. […] I heard something happening between the counter and the entrance of the store. I saw that the security was fighting with somebody. I saw that during the struggle between the two men a rack [fell] down. I went in the direction of the security and the man to try to stop the struggle. At a certain moment I saw that the guy had a gun in his hand.”

5. De beveiliger waarover [E] spreekt, is [A]. Ook hij heeft die dag aangifte gedaan. Hij heeft het volgende verklaard:

“I work as a security guard […] I have been stationed by Sports Gallery (Hof: Sport Center) […]. Today I was just doing my job as usual, when two guys walked in the store. […] The one with the gun spoke to me […]. When I held the gun he told me to “Let go of the gun”. When the guy who was dressed in the light colored clothes (Hof: the second guy) passed close to me I felt a blow to the back of my head. I held my hand up to deflect whatever it was and automatically grabbed the arm that was holding the gun. I spun around and then I grabbed the gun with both hands and turned it to him. He struggled shortly but then he let go and ran away down backstreet. […] The gun was a glock […]. A lady and a gentleman police officer came and took the gun”

6. A] is naar het Sint Maarten Medical Center gegaan. Dr. [naam arts] heeft hem onderzocht en de volgende medische verklaring gegeven:

“Name […]: [A] […]

Date of Incident: 6/5/16

Date involved went by: [bedrijf 1], [adres], Philipsburg. […]

1. Description of injuries: a. Externally observed injuries: 1.5

superficial laceration on left parietal area.

b. Is there any [loss] of blood?

Slight.”

7. Het vuistvuurwapen dat [A] van de overvaller had afgepakt, is in beslag genomen en voor onderzoek overhandigd aan verbalisant [verbalisant]. Zij heeft naar aanleiding van haar onderzoek het volgende gerelateerd:

“Het voor onderzoek aangeboden pistool is een semi-automatisch [pistool], van het merk “CHIAPPA FIREARMS”, model “92 AUTO”, CAT 9227 en van het kaliber “9MM PA”. (KNAL). Het wapen was voorzien van het wapennummer “14B61396”. […] Het […] pistool had een grote gelijkenis met een echt pistool van het merk “KIMBER”, model “CDP” en van het kaliber “40 of 45”. Het onderzochte pistool is daarvan niet te onderscheiden en is voor bedreiging of afdreiging geschikt. Het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.”

8. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het volgende verklaard:

“I’m guilty. […] On 8th of april 2016 we saw two tourists. The person who I was with told me to get the money, to grab the purse. That’s what I did.

On 6th of may 2016 there were two robberies. […] Because the first robbery failed, we did a second one in the sport center.”

9. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg het volgende verklaard:

“Het klopt dat ik de feiten heb gepleegd zoals […] in de tenlastelegging is weergegeven. Op 8 april 2016 hebben we in Sint Maarten met drie man [D] beroofd met een vuurwapen. Op 6 mei 2016 hebben we in Sint Maarten [bedrijf 2] en [bedrijf 1] overvallen met vuurwapen. […] Er waren twee vuurwapens. Op 8 april 2016 hebben we een ander vuurwapen gebruikt dan op 6 mei 2016.”

10. De verdachte heeft ten overstaan van de politie over de eerste overval het volgende verklaard:

“De verdachte heeft bij die gelegenheid over de eerste overval namelijk het volgende verklaard: “I know [medeverdachte] from my school days, but we never hang out together. That night it was the first time we hang out. […]

We started to walk. On a spot where nobody else could see us, we saw a couple of tourist walk. [medeverdachte] asked me if I wanted some fast money. I said why not. I had rum in my head. I know now it was stupid.

We decided to rob the tourist couple. We approached them. I pointed the gun at the tourist couple. We took the bag and we ran off. [medeverdachte]’s friend was close by in a vehicle. We jumped in the vehicle and we drove off.”

11 Over de tweede overval heeft de verdachte voorts het volgende verklaard:

“[Question]: What can you tell us about the first incident?

[Answer]: My partner came to me and asked me to help him. He told me it was an easy job and good money. From the start I knew it was a bad thing. But I was broke and needed the money to help out my mother. […]

[Question]: Where did it take place?

[Answer]: The [appartementencomplex]. There is a restaurant down the side. […]

[Question]: Who choose to rob the restaurant?

[Answer]: My friend planned it. He just asked me to get involved. […]

[Question]: What is the name of the guy you did that robbery with?

[Answer]: […] His nickname [is] [medeverdachte]. […]

[Question]: Who went in to the restaurant?

[Answer]: Me. […]

[Question]: Did [medeverdachte] told you what to do in the restaurant?

[Answer]: Yes he told me to look for a bag which had money in it. […]

[Question]: How did you reach by the restaurant?

[Answer]: On a scooter. […]

[Question]: Who rode the scooter?

[Answer]: [medeverdachte].[…]

[Question]: You had a gun what did you do with the gun?

[Answer]: I pointed it at the lady. Then she ran off and I looked around.[…]

[Question]: Where did you go after the attempt robbery?

[Answer]: I ran off. [medeverdachte] was waiting on me. He was waiting on the same spot as he dropped me of. […]”

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in 2:291, eerste en tweede lid, juncto de artikelen 1:119, eerste lid, 2: 288 en 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

Poging tot diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in 2:291, eerste en tweede lid, juncto de artikelen 1:119, eerste lid, 2: 288 en 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

Poging tot diefstal voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in 2:291, eerste en tweede lid, juncto de artikelen 2:288 en 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht . Het wordt als volgt gekwalificeerd:

Diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Het onder 4 bewezen verklaarde is telkens voorzien bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening juncto artikel 1:123, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Vuurwapenverordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

Medeplegen van overtreding van een bij de Vuurwapenverordening gesteld verbod, meermalen gepleegd.

Het bewezen verklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

Oplegging van straf

Bewezen is verklaard dat de verdachte zich, telkens samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal met geweld en bedreiging met geweld, een poging tot diefstal met geweld, een diefstal met bedreiging met geweld en voorhanden hebben van vuurwapens.

Het Gerecht in eerste aanleg heeft de verdachte, uitgaande van een soortgelijke bewezenverklaring, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest.

De procureur-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.

De raadsvrouw heeft een strafmaatverweer gevoerd.

Het Hof overweegt als volgt.

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

Het Hof is unaniem van oordeel dat, gezien de ernst van het bewezen verklaarde, in beginsel een hogere gevangenisstraf is aangewezen dan door het Gerecht in eerste aanleg is opgelegd. De enige reden dat twee van de drie overvallen in een poging zijn blijven steken, is dat er niets is buitgemaakt; dat is bepaald niet aan de verdachte of zijn mededader(s) te danken. Daarom zijn ook die twee pogingen, zoals de procureur-generaal terecht naar voren heeft gebracht, qua heftigheid te vergelijken met voltooide overvallen. De verdachte heeft de overvallen niet alleen (mede)gepleegd, maar hij is ook degene die het geweld en/of de bedreiging met geweld voor zijn rekening heeft genomen. Daarbij heeft hij telkens een vuurwapen gebruikt.

De verdachte heeft verklaard dat hij de overvallen onder dwang of druk van ene [medeverdachte] heeft gepleegd. Hij had bij hem een schuld van $ 4.000,-- en om die reden zou hij de overvallen hebben moeten plegen. Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn evenwel geen serieuze aanknopingspunten naar voren gekomen die deze lezing bevestigen. Sterker nog, de verklaringen die de verdachte tegenover de politie heeft afgelegd over de eerste en de tweede overval (bewijsmiddelen 10 en 11) ontkrachten die lezing. Het Hof is daarom met het Gerecht in eerste aanleg en de procureur-generaal van oordeel dat het niet aannemelijk is geworden dat de verdachte onder dwang of druk heeft gehandeld.

Anders dan het Gerecht in eerste aanleg is het Hof verder met de procureur-generaal van oordeel dat geen strafverminderende werking zou moeten worden toegekend aan het feit dat de verdachte zichzelf heeft gemeld. De verdachte is namelijk, zo heeft hij bij de voorgeleiding verklaard, door zijn oom gebracht om reden dat op het internet een foto circuleerde waarop te zien is dat verdachte een verdachte van een overval was.

De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met het feit dat de verdachte voorafgaande aan zijn verhoren geen advocaat heeft geraadpleegd. Het Hof ziet daarvoor geen aanleiding. De verdachte heeft namelijk een afstandsverklaring getekend. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, volgt daaruit naar het oordeel van het Hof dat de verdachte op ondubbelzinnige wijze afstand heeft gedaan van zijn recht om voorafgaand aan zijn eerste verhoor een advocaat te raadplegen. Contra-indicaties die aan dat oordeel in de weg zouden moeten staan, zijn het Hof niet gebleken.

Strafvermindering gaat ook niet uit van het feit dat de verdachte als een first offender is te beschouwen. De ernst van de bewezen verklaarde feiten verzet zich daartegen. Die omstandigheid maakt uiteraard wel dat het Hof in het strafblad van de verdachte geen aanleiding bestaat voor het opleggen van een hogere straf dan door de procureur-generaal gevorderd.

De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met de omstandigheid dat de verdachte is gedetineerd in de Point Blance gevangenis, die als de meest achtergestelde gevangenis binnen het Koninkrijk kan worden gezien.

Het Hof onderkent dat de detentieomstandigheden te wensen overlaten, maar de huidige situatie levert naar het oordeel van het Hof geen (dreigende) schending op van artikel 3 EVRM .

De raadsvrouw heeft tot slot aangevoerd dat het Hof in een soortgelijke zaak een lagere gevangenisstraf heeft opgelegd dan de door het Gerecht in eerste aanleg opgelegde straf. Zij doet daarbij een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Dat beroep slaagt niet. Van schending van het gelijkheidsbeginsel is slechts sprake wanneer gelijke gevallen ongelijk worden behandeld en een redelijke en objectieve rechtvaardiging voor die ongelijke behandeling ontbreekt. In het geval dat de raadsvrouw heeft aangehaald, was sprake van persoonlijke omstandigheden (onder meer blijkend uit een psychologisch rapport) die in de ogen van het Hof begeleiding door de reclassering noodzakelijk maakte. Naar het oordeel van het Hof is daarvan in het geval van de verdachte geen sprake.

Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

Het Hof komt tot de slotsom dat geen gegronde reden bestaat om lagere straf op te leggen dan in soortgelijke zaken wordt gedaan en dat de ernst van het bewezen verklaarde in de door het Gerecht in eerste aanleg gevangenisstraf onvoldoende tot uitdrukking is gekomen. Het Hof is – met eenparigheid van stemmen – van oordeel dat in dit geval de door de procureur-generaal gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

Beslag

Het Hof zal met betrekking tot de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen overeenkomstig het vonnis waarvan beroep beslissen.

De in beslag genomen motorfiets, type [type], die aan de verdachte toebehoort, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu met behulp daarvan het onder 1 bewezen verklaarde feit is begaan. Bij de verbeurdverklaring houdt het Hof rekening met de draagkracht van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

Het in beslag genomen vuistvuurwapen is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu met behulp daarvan het onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

Tegen teruggave van de overige in beslag genomen voorwerpen verzet zich geen strafvorderlijk belang. Daarom zal ten aanzien daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:55, 1:62, 1:67, 1:68, 1:74, 1:75, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het Hof:

vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van 9 november 2016 en doet in zoverre opnieuw recht;

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen verklaard, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren;

bepaalt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

verklaart verbeurd de in beslag genomen motorfiets (zwart/grijs van kleur, type [type], onder meer voorzien van het kenmerk [kenmerk]);

gelast onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuistvuurwapen (voorzien van kenmerk [kenmerk]);

gelast de teruggave aan de verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen, te weten een grijze pet, een grijs shirt met lange mouwen, een zwart/zilveren helm (met de tekst “[tekst]” aan de zijkant en de tekst “[tekst]” op de achterkant) en een witte mobiele telefoon (merk [merk], type [type]) met een bruinkleurig hoesje.

Dit vonnis is gewezen door mrs. S.A. Carmelia, H.J. Fehmers en T.E. van der Spoel, leden van het Hof, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Bonaire uitgesproken op 26 april 2017.

mr. H.J. Fehmers is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in de wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die zijn opgenomen in het politiedossier van het Korps Politie Sint Maarten, dat op 25 juli 2016 is gesloten en is geregistreerd onder dossiernummer 111/JD/16.

Proces-verbaal van aangifte met diefstal d.d. 8 april 2016, pagina 6 van zaaksdossier C.1.

Proces-verbaal van aangifte met diefstal d.d. 12 mei 106, pagina 13 en 14 van zaaksdossier C.2.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 mei 2016, pagina 16 en 17 van zaaksdossier C.2.

Proces-verbaal van aangifte diefstal met geweld en/of bedreiging d.d. 6 mei 2016, pagina 11 en 12 van zaaksdossier C.3.

Proces-verbaal van aangifte van diefstal met geweld d.d. 6 mei 2016, pagina 15 van zaaksdossier C.3.

Schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring, d.d. 6 mei 2016, pagina 18 van zaaksdossier C.3.

Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 8 juli 2016, pagina 4 van forensisch dossier F.

Proces-verbaal van technisch onderzoek d.d. 2 juni 2016, pagina 45 en 46 van forensisch dossier F.

Verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep van 5 april 2017, zoals die eventueel later - indien tegen dit vonnis beroep in cassatie wordt ingesteld - in het proces-verbaal van die terechtzitting zal worden weergegeven.

Verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg van 9 november 2016, zoals die is weergegeven op pagina 2 van het proces-verbaal dat van die terechtzitting is opgemaakt.

Proces-verbaal 3de verhoor verdachte [naam verdachte] d.d. 14 juni 2016, pagina 30 van persoonsdossier B.1.

Proces-verbaal 1e verhoor verdachte d.d 14 juni 2016, pagina 18-20 van persoonsdossier B.1.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature