Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren voor een poging doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen.

Uitspraak



Parketnummer: 100.00196/21

Uitspraak: 27 oktober 2021

Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2002 te Sint Maarten,

wonende te Sint Maarten, [woonplaats],

thans gedetineerd in het huis van bewaring op Sint Maarten.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 juli en 6 oktober 2021. De verdachte is (telkens) verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel, advocaat in Sint Maarten.

De officier van justitie, mr. G. Steeghs, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder feit 1 primair en het onder feit 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest.

De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde vanwege het gebrek aan bewijs.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting– ten laste gelegd dat:

Feit 1

Primair

Hij op of omstreeks 19 maart 2021 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of meerdere personen van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een (vuist) vuurwapen gericht heeft geschoten op [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of meerdere personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Subsidiair

Hij op of omstreeks 19 maart 2021 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of meerdere personen opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een (vuist)vuurwapen gericht heeft geschoten op een of meerdere personen, terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Feit 2

Hij op of omstreeks 19 maart 2021 te Sint Maarten, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten een (vuist)vuurwapen, voorhanden heeft gehad.

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair onder feit 1 en het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

Feit 1

Hij op of omstreeks 19 maart 2021 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of meerdere personen van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een (vuist) vuurwapen gericht heeft geschoten op [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of meerdere personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2

Hij op of omstreeks 19 maart 2021 te Sint Maarten, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten een (vuist)vuurwapen, voorhanden heeft gehad.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.

Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1. Op 19 maart 2021 omstreeks 14:35 uur, werden de verbalisanten A. Winston en C. Kissinger naar aanleiding van een melding van een schietpartij gedirigeerd naar de [adres]nummer 50. Zij hebben het volgende, zakelijk weergegeven, gerelateerd:

“Op vrijdag 19 maart 2021 omstreeks 14:35 uur werd portofonisch bericht

ontvangen van een schietpartij aan de [adres] ter hoogte van

pandnummer [...].

Voorts werden er in de directe omgeving meerdere patroonhulzen verspreid op de

grond aangetroffen.”

2. Een proces-verbaal van forensisch onderzoek, voor zover inhoudende en zakelijk weergegeven:

Tijdens het verrichte onderzoek op de [adres]werden 5 hulzen aangetroffen, die zijn verschoten met twee pistolen.

3. Een proces-verbaal d.d. 28 juli, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

‘’De verkregen camerabeelden werden bekeken, om een beeld van het gepleegde strafbare feit te verkrijgen en de mogelijke herkenning van de verdachten (schutters). Hierbij werd gezien, dat drie mannen op een erf tegenover pand […] aan de [adres] staan. Ze kijken in de richting van [adres 2]. Het lijkt dat een van hen een vuurwapen pakt. Vervolgens komen twee mannen gezeten op een witte scooter aangereden vanuit de richting [adres 2]. Beide groepen beginnen op elkaar te schieten en komen de bestuurder en bijrijder van de witte scooter op de berm van de [adres]te vallen. Beide staan gelijk weer op en rennen in gebukte houding op het erf behorend bij pand nummer […] en is duidelijk te zien, dat de man met een witgekleurd korte mouw T-shirt een vuurwapen in handen heeft.

De persoon met het witgekleurde t shirt werd later herkend alszijnde:

----------------------[slachtoffer 1],------------------------------------------------

4. Een proces-verbaal van bevinding bij voorgeleiding [slachtoffer 1], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

"I am the victim of that shooting in [adres 1]. [verdachte] shoot after

me. I had to run for my life."

5. Een (aanvullend) proces-verbaal van bevinding, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

‘’De in dit onderzoek verkregen beelden van verschillende rechtspersonen werden aan een tal van politieambtenaren getoond. Bij het bekijken van de beelden van de rechtspersoon ‘’La Sympatia’’, gevestigd aan de Lemon Road, werd de man, eerder aangeduid als NN-man 3, door de agent van politie [naam politieagent], herkend als de ambtshalve voor hem bekende [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] te Saint Martin.

De bestuurder van de scooter is herkend als [slachtoffer 2].’’

6. De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen op 19 maart 2021 rondom het plaats delict. Het Gerecht heeft (mede ter terechtzitting) op die beelden het volgende waargenomen:

7. Een proces-verbaal d.d. 20 februari 2021 (Het Gerecht begrijpt: 20 maart 2021) van herkenning van verdachte, zakelijk weergegeven:

‘’Ik, verbalisant, herken de man die op het erf van [adres] stond te praten met een voor mij, onbekende man op een donkerkleurige scooter. Bedoelde man is door mij, verbalisant, herkend als de man genaamd [naam verdachte]. Op de beelden is te zien dat [verdachte] een van de schutters was. Hij door een spijkerbroek, slippers en een rood, wit blauw T-shirt. Voor en na het schietincident [verdachte] trad als bestuurder van een zwartgelakte scooter.

8. Een proces verbaal d.d. 20 maart 2021 van herkenning van verdachte, zakelijk weergegeven:

‘’Op vrijdag 19 maart 2021 heeft een schietpartij op de [adres] plaatsgevonden.

Op de vermelde dag en datum werd aan mij een video-opname getoond door onderzoeksteam zware criminaliteit. Op de video-opname zag ik een man gekleed met een kleurig shirt wit, blauw en rood. Ik zag dat deze op een scooter reed. Ik herkende deze man als [verdachte].’’

Bewijsoverwegingen

De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd er onvoldoende bewijs is dat verdachte één van de schutters is. Verdachte ontkent ook op het plaats delict aanwezig te zijn geweest. Het bewijs zou enkel zijn gebaseerd op onduidelijk beeldmateriaal en de herkenningen zijn onvoldoende nader omschreven.

Naar het oordeel van het Gerecht geeft het beeldmateriaal een goed beeld van wat er zich vlak voor, tijdens en na het incident heeft afgespeeld. Een compilatie van het beeldmateriaal is ter terechtzitting getoond. Verdachte wordt door twee verbalisanten, die vaker met verdachte te maken hebben gehad, herkend. Het Gerecht heeft geen reden om aan deze herkenningen te twijfelen, nu beide verbalisanten hebben verklaard eerder tijdens hun werk met verdachte van doen te hebben gehad. Het is de eigen waarneming van het Gerecht dat de persoon die door de verbalisanten is herkend als verdachte één van de drie personen is die op het erf van de woning aan de [adres] staat, en voorts dat het diezelfde persoon is die een vuurwapen ter hand neemt, vlak voordat de scooter met daarop twee personen aan komt rijden. De bijrijder van de scooter heeft ook een vuurwapen in zijn hand. Er wordt vervolgens op elkaar geschoten.

Het beeldmateriaal wordt bovendien ondersteund door overige processen-verbaal van bevindingen, het feit dat slachtoffer [bijnaam slachtoffer 1] als dader noemt en het rapport van de forensische opsporing.

Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen is naar het oordeel van het Gerecht buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat verdachte op de passerende scooter heeft geschoten.

Het Gerecht is van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet kan worden vastgesteld dat verdachte, voor wat betreft het schieten, bewust en nauw heeft samengewerkt met één of meer anderen, zodat verdachte van het onderdeel ‘medeplegen’ zal worden vrijgesproken.

Het verweer wordt verworpen.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde onder feit 1 is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:259 juncto artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht . Het wordt als volgt gekwalificeerd:

poging doodslag, meermalen gepleegd.

Het bewezen verklaarde onder feit 2 is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 3 juncto artikel 11 van de Vuurwapenverordening en artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

medeplegen van: overtreding van een bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening gesteld verbod.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Bewezen is verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee ernstige strafbare feiten.

De officier van justitie heeft, uitgaande van een bewezenverklaring van beide feiten, gevorderd dat de verdachte daarvoor zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest.

Het Gerecht overweegt als volgt.

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “poging doodslag”, met gebruik van een vuurwapen, als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 tot 6 jaren gegeven. Daarnaast variëren de oriëntatiepunten voor vuurwapenbezit tussen de 21 en 24 maanden gevangenisstraf.

Verdachte heeft met een vuurwapen gericht geschoten op twee personen die op een scooter voorbijreden, terwijl er vanaf de scooter op verdachte, en op personen bij verdachte, werd geschoten. Dit alles gebeurde op klaarlichte dag, in een woonwijk. Een deel van een kogel is teruggevonden in de vitrine van een naastgelegen bakkerij, en een andere kogel heeft vermoedelijk een metalen poort van een erf geraakt. Het is niet aan verdachte te danken, dat toevallige passanten niet door een kogel zijn geraakt. Met zijn handelen heeft verdachte de gevoelens van onveiligheid die in de samenleving bestaan, versterkt. Dit incident toont wederom aan dat vuurwapens en het bezit daarvan een groot gevaar vormen voor de samenleving op Sint Maarten.

Het Gerecht acht het zeer kwalijk dat verdachte niet geschroomd heeft om op klaarlichte dag op de openbare weg met een vuurwapen te schieten. Voorts rekent het Gerecht het verdachte aan dat hij geen openheid van zaken heeft gegeven en geen verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft willen nemen.

Bovenstaande factoren zijn omstandigheden die naar het oordeel van het Gerecht strafverhogend werken.

Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Vanwege de jonge leeftijd van verdachte, het feit dat hij niet eerder voor een soortgelijk delict is veroordeeld en gezien hij wordt vrijgesproken van het medeplegen komt het Gerecht tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.

Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van 8 jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaren;

beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door de griffier mr. S. Hoebe, en op 27 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.

uitspraakgriffier:

Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal (Algemeen Dossier) van het Korps Politie Sint Maarten (Team Bestrijding Zware Criminaliteit), geregistreerd onder proces-verbaalnummer 134/JD/21 en de onderzoeksnaam “Tarragon”.

Pagina 159 e.v. (vervolgdossier).

Pagina 66 e.v.

Pagina 161 e.v. (vervolgdossier).

Pagina 13 verdachtendossier [slachtoffer 1].

Aanvullend proces-verbaal Verdenking [slachtoffer 2]

Pagina 3 e.v.

Pagina 27.

Pagina 31.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature