U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Beëindiging huurovereenkomst in kort geding niet mogelijk , ontruiming.

Uitspraak



GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202204629

Vonnis in kort geding d.d. 22 december 2022

inzake

SAGRADO PRIVATE FOUNDATION,

gevestigd in Curaçao,

eiseres,

vertegenwoordigd door mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2],

tegen

1 [GEDAAGDE SUB 1],

2. [GEDAAGDE SUB 2] E/V [GEDAAGDE SUB 1],

beiden wonende in Curaçao,

gedaagden,

niet verschenen.

Partijen worden hierna ‘SPF’ en ‘[gedaagde sub 1] c.s.’ genoemd. Gedaagden worden afzonderlijk ‘[gedaagde sub 1]’ en ‘[gedaagde sub 2]’ genoemd.

1 Verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

het verzoekschrift met producties, op 30 november 2022 ter griffie ingediend;

de mondelinge behandeling op 19 december 2022, waarbij mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2] namens SPF zijn verschenen en het woord hebben gevoerd. [gedaagde sub 1] c.s. zijn, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde sub 1] c.s. is verstek verleend.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

SPF verhuurt sinds 1 september 2019 aan [gedaagde sub 1] c.s. een appartement aan de [adres A]. In eerste instantie appartement C tegen een maandelijks huurbedrag van NAf 775 bij vooruitbetaling te voldoen en sinds 1 maart 2022 appartement D (hierna: het gehuurde), tegen een maandelijks huurbedrag van NAf 800 bij vooruitbetaling te voldoen.

2.2.

Na de verhuizing van [gedaagde sub 1] c.s. van appartement C naar appartement D, heeft appartement C een maand leeggestaan vanwege het uitvoeren van diverse (noodzakelijke) opknapwerkzaamheden van gebreken, die gedeeltelijk zijn ontstaan door het handelen van [gedaagde sub 1] c.s.

2.3.

Op 15 juni 2022 heeft mevrouw [naam 1] aangifte gedaan van (doods)bedreigingen door [gedaagde sub 1].

2.4. [

Gedaagde sub 1] c.s. hebben op 30 oktober 2022 per WhatsApp aan SPF toegezegd het gehuurde op 13 november 2022 te verlaten, maar zij verblijven op dit moment nog in het gehuurde.

2.5.

Op of omstreeks 13 november 2022 hebben [gedaagde sub 1] c.s. aan SPF een betaling van NAf 400 gedaan en op 22 november 2022 een betaling van NAf 800.

3 Het geschil

3.1.

SPF vordert beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling aan SPF van NAf 7.245 aan huurachterstand, kosten en proceskosten.

3.2.

SPF heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat de huurachterstand ten aanzien van appartement C NAf 845 bedraagt en ten aanzien van appartement D NAf 6.800, te weten een totale huurachterstand van NAf 7.645. Verder stelt SPF dat zij NAf 2.775 aan extra kosten heeft gemaakt door het handelen van [gedaagde sub 1] c.s. Volgens SPF heeft [gedaagde sub 1] c.s. appartement C vies achtergelaten, met (brand)vlekken en gaten in de muren en gaten in de horren, waardoor SPF genoodzaakt was om opknapwerkzaamheden te laten verrichten voordat appartement C opnieuw verhuurd kon worden. Omdat ook werkzaamheden zijn verricht die voor rekening van SPF komen, heeft SPF de huurderving van appartement C begroot op één maand huur van NAf 775. De kosten van de opknapwerkzaamheden bedragen NAf 1.250 en de proceskosten zijn begroot op NAf 750. Deze kosten bij elkaar opgeteld bedragen het reeds genoemde bedrag van NAf 2.775 (NAf 775 + NAf 1.250 + NAf 750). SPF wenst [gedaagde sub 1] c.s. tegemoet te komen vanwege het opknappen van appartement D. De kosten van de schilder- en opknapwerkzaamheden dienen verrekend te worden met twee maanden huur van NAf 1.600 en de materiaalkosten met één maand huur van NAf 800. Na verrekening van deze tegemoetkoming van in totaal NAf 2.400 met de huurachterstand, de extra kosten en de borg van NAf 775 resteert een vordering van NAf 7.245 (NAf 7.645 + NAf 2.775 – NAf 2.400 – NAf 775).

4 De beoordeling

4.1.

Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat hij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. Verder moet het belang van SPF bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen van toewijzing van de vordering voor [gedaagde sub 1] c.s. als deze uitspraak later wordt teruggedraaid. Als partijen een gewone procedure starten, is de rechter in die procedure niet gebonden aan deze uitspraak.

4.2.

Voldoende is gebleken dat SPF een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vorderingen.

beëindiging huurovereenkomst

4.3.

SPF heeft gevorderd de huurovereenkomst tussen partijen te beëindigen. Dit is echter niet mogelijk in een procedure in kort geding, zodat deze vordering wordt afgewezen.

ontruiming

4.4.

Vooropgesteld wordt dat ontruiming van een woning een ingrijpende maatregel is. Om tot toewijzing van een ontruimingsvordering te komen, moet dan ook nagenoeg buiten twijfel staan dat de bodemrechter aan de hand van de gestelde en bewezen tekortkomingen zal komen tot het oordeel dat de huurovereenkomst wordt ontbonden.

4.5.

SPF stelt dat sprake is van een huurachterstand van NAf 7.645 voor de appartementen C en D. Bij gebrek aan verweer van de zijde van [gedaagde sub 1] c.s. wordt uitgegaan van de juistheid van de stelling van SPF. Na verrekening van de tegemoetkoming van NAf 2.400 voor het opknappen van appartement D resteert een huurachterstand van NAf 5.245 (NAf 7.645 – NAf 2.400). Dat betreft een achterstand van ruim zesenhalve maand. Dit rechtvaardigt in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Niet gebleken is van feiten en/of omstandigheden die in het kader van een belangenafweging tot een andere uitkomst zouden leiden. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat zeer aannemelijk is dat in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken en zal worden bepaald dat het gehuurde ontruimd moet worden. Gelet hierop ziet het gerecht aanleiding om op de beëindiging van de huurovereenkomst vooruit te lopen en om in deze procedure de gevorderde ontruiming toe te wijzen.

4.6.

De ontruimingstermijn wordt bepaald op twee weken na betekening van dit vonnis.

huurachterstand en extra kosten

4.7.

Met betrekking tot een geldvordering in kort geding is terughoudendheid bij toewijzing op zijn plaats. Bij de beoordeling speelt een rol of de vordering voldoende aannemelijk is, of een onmiddellijke voorziening vereist is en of er een restitutierisico is.

4.8.

Zoals hiervoor in r.o. 4.5 is overwogen, bedraagt de resterende huurachterstand NAf 5.245 en volgt uit het verzoekschrift dat SPF daarnaast een bedrag van NAf 2.775 aan extra gemaakte kosten vordert. Weliswaar heeft deze vordering op zichzelf geen spoedeisend belang, maar het gerecht acht het gelet op het feit dat de gevorderde ontruiming wel een spoedeisend belang heeft, praktisch en kosten-efficiënt om ook direct te oordelen over de vordering ter zake de huurachterstand en extra kosten.

4.9. [

Gedaagde sub 1] c.s. hebben, nu zij niet in het geding zijn verschenen, de resterende huurachterstand van NAf 5.245 niet betwist, zodat de vordering ter zake dit bedrag wordt toegewezen. De gevorderde extra kosten van NAf 2.775 zijn ook niet betwist. Met betrekking tot deze extra kosten wordt het volgende overwogen. In dit bedrag is NAf 750 aan geschatte proceskosten opgenomen. Omdat hierna in r.o. 4.11 een afzonderlijke proceskostenveroordeling wordt uitgesproken, is het bedrag van NAf 750 niet toewijsbaar. Dit betekent dat een bedrag van NAf 2.025 (NAf 2.775 – NAf 750) aan extra kosten wordt toegewezen.

4.10.

De huurachterstand van NAf 5.245 en de extra kosten van NAf 2.025 bedragen samen NAf 7.270. Na verrekening met de borg van NAf 775 betekent dit dat [gedaagde sub 1] c.s. een bedrag van NAf 6.495 (NAf 7.270 – NAf 775) aan SPF moet betalen.

proceskosten

4.11. [

Gedaagde sub 1] c.s. worden als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van SPF tot op heden begroot op:

explootkosten NAf 623,60

griffierecht NAf 450,00

salaris gemachtigde NAf 1.000,00 +

totaal: NAf 2.073,60.

5 De beslissing

Het gerecht:

rechtdoende in kort geding:

5.1.

veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde aan de [adres A], appartement D, te ontruimen en te verlaten, met medeneming van al diegenen die, en al hetgene dat zich daarin of daarop vanwege [gedaagde sub 1] c.s. bevindt, en het gehuurde onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van SPF te stellen;

5.2.

veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om aan SPF tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van NAf 6.495 aan achterstallige huurtermijnen en extra kosten;

5.3.

veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de SPF tot op heden begroot op NAf 2.073,60;

5.4.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

5.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, bijgestaan door mr. M.M. Schalk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2022.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature