U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Ontbinding. Seksueel grensoverschrijdend gedrag en verstoorde arbeidsverhouding.

Uitspraak



GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202203478

Beschikking d.d. 6 december 2022

inzake

de naamloze vennootschap

EBNA BANK N.V.,

gevestigd in Curaçao,

verzoekster,

gemachtigde: mr. L.N. Asjes,

tegen

[VERWEERDER] ,

wonende in Curaçao,

verweerder,

gemachtigden: mrs. N.F.C. Themen-Cairo en G.C.A. Scheperboer-Parris.

Partijen zullen hierna EBNA en [verweerder] worden genoemd.

1 Het procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift van 12 september 2022, met de daarbij overgelegde

producties;

- de aanvullende producties zijdens partijen;

- de mondelinge behandeling op 28 oktober 2022, alwaar mw. [naam 1] (directrice) namens EBNA is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd, die het woord heeft gevoerd. [verweerder] is in persoon verschenen, bijgestaan door de gemachtigden voornoemd. Mr. Themen-Cairo heeft namens hem het woord gevoerd.

1.2.

De uitspraak is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

EBNA is een offshore bank die onder het toezicht valt van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten.

2.2. [

verweerder], thans 59 jaar, is sinds 19 januari 1998 in dienst van EBNA in de functie van “Operation Clerk” tegen een brutoloon van laatstelijk NAf [A],- per maand, exclusief emolumenten.

2.3.

In 2004 is er een woordenwisseling tussen [verweerder] en een collega [naam 2] (hierna: [naam 2]) geweest. Drie dagen later heeft [naam 2] aangifte tegen [verweerder] gedaan wegens bedreiging.

2.4.

Op 2 augustus 2011 heeft [verweerder] een waarschuwing gehad vanwege onder meer het zonder respect bejegenen van collega’s door tegen hen te schreeuwen en vuile woorden te gebruiken.

2.5.

Op 22 mei 2017 heeft [verweerder] een waarschuwing gehad vanwege het ondermijnen van gezag en het zonder respect behandelen van zijn superieur en collega.

2.6.

In 2021 werd mw. [naam 1] (hierna: [naam 1]) aangesteld als directeur van EBNA. [naam 1] werd daardoor de leidinggevende van [verweerder].

2.7.

Op 8 december 2021 heeft er een gesprek tussen [naam 1] en [verweerder] plaatsgevonden waarbij de gemoederen hoog zijn opgelopen.

2.8.

Op 31 mei 2022 heeft [verweerder] een waarschuwing van de Operations Manager mw. [naam 3] (hierna: [naam 3]) en [naam 1] gekregen. In de waarschuwingsbrief is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:

“Hierbij wordt aan de heer [verweerder] de volgende waarschuwing gegeven, vanwege het niet volgen van de toestemmingsprocedure voor uitgaande overmakingen. Op 26 mei van dit jaar heeft de heer [verweerder] toestemming gegeven voor de uitvoering en verzending aan Swift van een opdracht tot overmaking van een bedrag van USD 3.927.000 waarvoor de directie geen toestemming had gegeven, zoals duidelijk in de procedure staat uitgelegd en zoals de heer [verweerder] weet.

De directie wenst er enkel op te wijzen dat de procedures op elk moment dienen te worden gevolgd, aangezien elke onachtzaamheid financiële gevolgen voor de instelling kan hebben, en wat gebeurd is, mag onder geen enkel beding opnieuw gebeuren.

Er wordt op gewezen dat deze brief in het persoonlijke archief van de heer [verweerder] zal worden bewaard.”

2.9.

Op 30 juni 2022 heeft er wederom tijdens een gesprek een woordenwisseling plaatsgevonden tussen [verweerder] en [naam 1]. Hiervan is - zonder mededeling daarvan aan [verweerder] - een geluidsopname gemaakt. De door EBNA overgelegde transcriptie van de geluidsopname luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“[verweerder]: Se rompió yo no tenía para sacarlo

[naam 1]: Se rompió pues, se rompió, pero yo (el banco) no voy a estar comprando cada vez que usted quiera un cable

[verweerder]: Mira hazme un favor no, un poquito más de respeto

[naam 1]: Yo no le estoy faltando el respeto

[verweerder]: No pero el tono de voz, si no me gusta

[naam 1]: Tampoco estoy alzando el tono de voz, aquí el unico que falta el respeto eres tu

[verweerder]: Hasta allí te la dejo

[naam 1]: Puedes seguir quejándote todo el día si quieres, realmente no me importa

[verweerder]: Lo que le hace falta es una buena ma……mamada”

2.10.

Op 18 juli 2022 is aan [verweerder] een financieel voorstel gedaan om tot een minnelijke beëindiging van zijn dienstverband te komen. [verweerder] heeft daarop laten weten dat hij een paar dagen nodig heeft om het beëindigingsvoorstel door te nemen.

2.11.

Bij brief van 20 juli 2022 heeft [verweerder] aan EBNA medegedeeld dat hij niet instemt met het beëindigingsvoorstel en dat EBNA verder contact moet opnemen met zijn gemachtigde.

2.12.

EBNA heeft [verweerder] op dezelfde dag op non actief gesteld.

2.13.

Bij brief van 25 juli 2022 heeft de gemachtigde van [verweerder] de nietigheid van het aan hem gegeven ontslag op staande voet ingeroepen en aan EBNA een beëindigingsvoorstel gedaan.

2.14.

Bij brief van 3 augustus 2022 bericht de gemachtigde van EBNA aan [verweerder] dat het door hem gedane voorstel tot beëindiging niet acceptabel is. Tevens kondigt zij een mogelijke ontbindingsprocedure aan.

2.15.

Hierna heeft tussen de gemachtigden van partijen een briefwisseling plaatsgevonden waarbij partijen hun standpunten steeds hebben gehandhaafd.

2.16.

Op 12 september 2022 heeft EBNA een ontbindingsverzoek bij het gerecht ingediend.

3 Het geschil

3.1.

EBNA verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens gewichtige redenen per direct en zonder toekenning van een vergoeding te ontbinden, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.

3.2.

EBNA legt aan haar verzoek ten grondslag dat er sprake is van primair een uitgestelde dringende reden en subsidiair veranderingen in de omstandigheden waardoor de arbeidsovereenkomst op korte termijn behoort te eindigen.

3.3. [

verweerder] voert verweer tegen de ontbinding wegens een (uitgestelde) dringende reden. Voor het geval besloten wordt over te gaan tot ontbinding wegens veranderingen in de omstandigheden, maakt [verweerder] aanspraak op een ontbindingsvergoeding van NAf 125.902,06.

3.4.

Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover voor de te nemen beslissing van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

Ontbinding

4.1.

Ingevolge artikel 7A:1615w lid 1 BW is de werkgever te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het schriftelijk verzoek de arbeidsovereenkomst ontbonden te verklaren. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden, welke een dringende reden, als bedoeld in artikel 7A:1615o eerste lid, BW zouden hebben opgeleverd, indien de dienstbetrekking deswege onverwijld be ëindigd ware, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn, dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.

Dringende reden

4.2.

EBNA legt primair aan haar verzoek ten grondslag dat er sprake is van omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o BW zouden hebben opgeleverd. EBNA heeft daartoe aangevoerd dat [verweerder] steeds het gezag van zijn leidinggevenden ondermijnt en dat hij zich (ook in het verleden) meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag jegens zijn vrouwelijke collega’s. Ter onderbouwing hiervan heeft EBNA gesteld dat [verweerder] in december 2021 tijdens een gesprek met [naam 1], zijn superieur, haar vóór de andere collega’s heeft uitgescholden en haar te kennen heeft gegeven dat wat zij aan hem zegt hem niets kan schelen. Voor EBNA was de maat echter vol toen [verweerder] daarna, in juni 2022, aan het einde van een gesprek met [naam 1] aan haar te kennen heeft gegeven dat zij een flinke beurt moet krijgen “lo que te falta es una buena mamada”. Ter staving hiervan heeft EBNA een verklaring van [naam 1] en een geluidsfragment in het geding gebracht. Deze uitlating jegens [naam 1], die bovendien van seksuele aard is, is volgens EBNA volstrekt onacceptabel, in strijd met de geldende gedragsregels en levert een dringende reden op voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens EBNA was [verweerder] bovendien al jaren lang een gewaarschuwd mens. Ter onderbouwing van deze stelling heeft EBNA meerdere verklaringen van collega’s en waarschuwingen uit het verleden in het geding gebracht. [verweerder] wist dus dat als hij zijn onheus, ondermijnend en respectloos gedrag zou blijven voortzetten, dit de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst als gevolg zou kunnen hebben, aldus EBNA. [verweerder] is de enige man op de werkvloer en schroomt niet om zijn vrouwelijke collega’s zonder respect en seksueel te bejegenen. Het gedrag van [verweerder] is zeer intimiderend voor de vrouwelijke collega’s. EBNA dient zoals een goed werkgever betaamt hun veiligheid op de werkplek te bewaken en aan hun een veilige werkplek te bieden. Ten slotte heeft EBNA nog aangevoerd dat naderhand middels videobeelden is gebleken dat [verweerder] op 14 juli 2022 mevrouw [naam 1] wederom “ladrones” heeft genoemd en tevens ook zijn intieme partij heeft vastgepakt en gezegd “ Ven a comer mis huevos, puta de miedra”. Dit gedrag is onacceptabel en levert eveneens een dringende reden op voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, aldus nog steeds EBNA.

4.3. [

verweerder] heeft de feiten en omstandigheden die EBNA ten grondslag heeft gelegd aan het verzoek tot ontbinding op grond van een dringende reden gemotiveerd betwist. Volgens [verweerder] zijn de overgelegde stukken verklaringen van collega’s die reeds zijn overleden en is hij van die verklaringen niet in kennis gesteld waardoor er geen hoor en wederhoor had plaatsgevonden. Voorts heeft [verweerder] aangevoerd dat het om zeer verouderde verklaringen en waarschuwingen gaat. In sommige gevallen verklaringen van 20 jaar geleden. Redelijkerwijs is het zo dat wanneer een werknemer een lange termijn geen regels meer overschrijdt, de gegeven officiële waarschuwing zijn kracht verliest, aldus [verweerder]. Tevens heeft [verweerder] betoogd dat EBNA hem onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld om zich te verbeteren. Bovendien zijn geen van de aangevoerde bezwaren volgens [verweerder] door EBNA in het kader van een functioneringsgesprek met hem besproken. Van een goede werkgever mag worden verwacht dat bij elke waarschuwing of reeks van verklaringen een oplossing door de werkgever wordt aangeboden of ten minste degelijk onderzoek wordt gedaan om enige duidelijkheid te brengen in de mogelijke incidenten voortvloeiende uit de verklaringen. Ook heeft EBNA gefaald om als goed werkgever haar plicht na te leven om de juistheid van de verklaringen te rectificeren of te achterhalen. Althans gesprekken aan te gaan met [verweerder] om enige duidelijkheid te krijgen in de mogelijke incidenten. Ten aanzien van de verklaring van [naam 1] wijst [verweerder] erop dat deze verklaring na het ontslag is opgemaakt, dus geruime tijd na de vermeende gebeurtenissen. Daarom zet [verweerder] vraagtekens bij de betrouwbaarheid van deze verklaring. Dit geldt eveneens voor de verklaringen van de overige medewerkers. Bovendien vraagt [verweerder] zich af of deze verklaringen daadwerkelijk zijn opgesteld door zijn collega’s. Al die verklaringen hebben precies dezelfde opbouw, structuur en aantijgingen jegens [verweerder]. Het zijn volgens hem geen afgelegde verklaringen maar eerder een door EBNA voorgekauwde en opgelegde verklaring. [verweerder] heeft verder gesteld dat EBNA recent besloten had om alleen op de werkplek van [verweerder] een camera te laten plaatsen. [verweerder] is van mening dat EBNA dit gedaan heeft om hem te pesten en te provoceren. De camera is voornamelijk gericht op de handelingen van [verweerder] als persoon en had echter gericht moeten zijn op zijn scherm zodat EBNA meer controle kon uitoefenen op de prestaties van [verweerder]. Tot slot stelt [verweerder] zich op het standpunt dat, voor zover de hem verweten uitlatingen en gedragingen zijn komen vast te staan, deze niet van dien aard zijn dat zij kunnen leiden tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst wegens een (uitgestelde) dringende reden moet worden ontbonden. In dat kader merkt [verweerder] nog op dat onder Spaans-sprekenden vaak uitlatingen worden gedaan die voor hun - conform hun cultuur- niet als ruw worden beschouwd, maar in onze cultuur wel. Dat EBNA dat cultuurverschil weigert in te zien - omdat het haar kennelijk goed te pas komt - is onterecht, aldus nog steeds [verweerder].

4.4.

Het gerecht stelt voorop dat er heel wat aan de hand moet zijn, wil er sprake zijn van een dringende reden waardoor de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden. Het betreft veelal gevallen waarin een ontslag op staande voet mogelijk zou zijn geweest.

4.5.

De aanleiding voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst is het gesprek van 30 juni 2022 waarbij [verweerder] aan [naam 1] heeft gezegd dat zij “een flinke beurt nodig had”. Toen was voor EBNA de maat vol. Het gerecht is van oordeel dat de vorenbedoelde uitlating van [verweerder] als ongepast kan worden gekwalificeerd en dat dit gedrag niet door collega’s noch door EBNA hoeft te worden geaccepteerd. Dit ongepast gedrag, op zichzelf bezien, is echter niet zo ernstig dat sprake is van een dringende reden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Daarbij weegt het gerecht mee dat in de overgelegde geluidsopname valt te horen dat [verweerder] pas enkele seconden nadat het gesprek met [naam 1] reeds was afgelopen het vorenbedoelde binnensmonds heeft gemompeld. Hij heeft dit, anders dan door EBNA is gesteld, niet rechtstreeks tegen [naam 1] gezegd. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien waarom EBNA niet had kunnen volstaan met een disciplinaire maatregel zoals een officiële waarschuwing of een schorsing. Dit geldt eens te meer nu [verweerder] al sinds 1998 bij EBNA in dienst was.

4.6.

Ook indien de ongepaste uitlatingen jegens [naam 1], bezien in het licht van de voorgaande waarschuwingen en incidenten, worden beschouwd als de dringende reden die de emmer deed overlopen, kan dat niet leiden tot het oordeel dat er sprake was van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Los van het feit dat sommige van de voorgaande incidenten zich meer dan tien jaar geleden hebben voorgedaan, is in dit verband, naar het oordeel van het gerecht, ook van belang dat EBNA er steeds voor heeft gekozen om de voorgedane incidenten steeds op te lossen door enkel een berisping aan [verweerder] te geven of het incident slechts te documenteren. Dat er vanuit EBNA concreet iets met deze incidenten is gedaan, anders dan deze met [verweerder] te bespreken, is niet gebleken. Van haar had, mede gezien het tijdsverloop, verwacht mogen worden dat zij ook had geprobeerd om de problemen op een andere manier op te lossen, bijvoorbeeld door [verweerder] te begeleiden bij het verbeteren van zijn manier van communiceren en door het (geregeld) voeren van gesprekken met [verweerder] en de betrokken personen, eventueel door het inzetten van een mediation traject. EBNA heeft dit echter nagelaten terwijl niet kan worden uitgesloten dat bepaalde incidenten met specifieke coaching konden worden voorkomen.

4.7.

Ten slotte merkt het gerecht op dat ook als het gerecht de gedragingen van [verweerder] die achteraf op videobeeld zijn vastgesteld bij haar beoordeling betrekt, dat de uitkomst van de afweging niet anders maakt. Hoewel op zichzelf ongepast zijn het in beginsel geen gedragingen die zich specifiek en persoonlijk richten jegens een bepaalde collega. [verweerder] heeft de uitlatingen en gedragingen naar de camera gericht. Daarmee zijn ze onvoldoende ernstig om het oordeel te rechtvaardigen dat er sprake is van een dringende reden voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

4.8.

Het vorenstaande brengt met zich mee dat het verzoek van EBNA tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor zover dit gegrond was op een (uitgestelde) dringende reden, door het gerecht zal worden afgewezen.

Veranderingen in de omstandigheden

4.9.

Subsidiair heeft EBNA aangevoerd dat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve op korte termijn dient te eindigen. Aan haar subsidiaire verzoek legt EBNA ten grondslag de arbeidsrelatie is verstoord vanwege het ondermijnend en seksueel grensoverschrijdend gedrag van [verweerder] jegens zijn leidinggevenden en overige collega’s. Ook de andere collega’s van [verweerder] hebben de incidenten in het verleden tussen [verweerder] en zijn leidinggevenden en zijn onheus gedrag op de werkvloer bevestigd en uitdrukkelijk aangegeven niet meer met [verweerder] te willen werken. Er is volgens EBNA daardoor geen vertrouwen meer tussen partijen voor een vruchtbare voortzetting van het dienstverband.

4.10.

Het gerecht is van oordeel dat zowel uit het dossier, de tussen partijen gevoerde correspondentie als hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, genoegzaam is gebleken dat er tussen partijen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat deze verstoring ook een duurzaam karakter heeft. Partijen hebben ter zitting ook aangegeven geen heil te zien in voortzetting van de samenwerking. Daar komt bij dat een meerderheid van de medewerkers blijkens hun overgelegde verklaringen – wat daar overigens ook van zij – sterk zijn gekant tegen een terugkeer van [verweerder]. Onder deze omstandigheden getuigt het niet van veel realiteitszin om te verwachten dat het dienstverband nog kan worden hersteld. Het gerecht neemt hierbij in aanmerking dat sprake is van een klein bedrijf met een beperkt aantal personeelsleden en dat daarbij een goede samenwerking met wederzijds vertrouwen essentieel is.

4.11.

Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van veranderingen in de omstandigheden zal dan ook worden toegewezen. De arbeidsovereenkomst zal per 13 december 2022 door het gerecht worden ontbonden.

Billijke vergoeding

4.12.

Vervolgens staat ter beoordeling de vraag of met het oog op de omstandigheden van het geval het billijk voorkomt dat aan [verweerder] op grond van artikel 7A:1615w lid 5 BW een vergoeding wordt toegekend. Bij de beantwoording van die vraag is van belang aan wie van partijen het ontstaan van de verstoorde arbeidsverhouding te verwijten valt.

4.13.

Het gerecht overweegt hiertoe als volgt.

4.14.

Zoals hiervoor reeds is overwogen is het gerecht van oordeel dat hetgeen door EBNA is gesteld onvoldoende is om vast te stellen dat sprake was van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De verstoorde arbeidsverhouding moet in dit licht voor het overgrote deel worden toegeschreven aan EBNA, die onvoldoende heeft ingestoken op verbetering van de arbeidsverhouding tussen partijen en het gedrag van [verweerder]. EBNA is naar het oordeel van het gerecht te voorbarig overgegaan tot het aansporen tot een wederzijdse beëindiging van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Het gerecht zal dan ook een billijke vergoeding aan [verweerder] toekennen. Deze zal in verhouding tot het door [verweerder] verzochte bedrag van NAf 125.902,06 echter beperkt in omvang zijn.

4.15.

Bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding zal worden betrokken de betrekkelijk lange tijd dat [verweerder] in dienst is geweest bij EBNA. Het gerecht betrekt bij zijn oordeel eveneens de leeftijd en het arbeidsverleden van [verweerder]. Voorts zal er rekening mee worden gehouden dat, zoals ter zitting ter sprake is gekomen, de vooruitzichten op een dienstbetrekking met eenzelfde loon en in dezelfde sector gezien de arbeidsmarkt op Curaçao op dit moment minder gunstig zijn. Gelet daarop is het voorts aannemelijk dat de beëindiging van het dienstverband voor [verweerder] grote financiële gevolgen zal hebben. Ten slotte laat het gerecht meewegen dat EBNA een klein bedrijf is. Alles afwegende, acht het gerecht een billijke vergoeding ten bedrage van NAf 90.000,- bruto aangewezen. Verondersteld wordt dat de cessantia-uitkering is inbegrepen in genoemd bedrag.

4.16.

Nu aan de ontbinding een billijke vergoeding wordt verbonden, zal EBNA gelet op artikel 7A:1615w lid 6 BW in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken binnen de hierna genoemde termijn.

4.17.

Hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht, hoeft niet nader te worden besproken, omdat dit in het licht van wat in deze beschikking al reeds is vastgesteld en overwogen, niet tot een ander oordeel kan leiden.

Proceskosten

4.18.

EBNA zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [verweerder] worden tot op heden begroot op NAf 1.500,- aan salaris voor de gemachtigde. Ook bij intrekking van het ontbindingsverzoek zal EBNA worden veroordeeld in de proceskosten.

5 De beslissing

Het gerecht:

5.1.

stelt partijen in kennis van haar voornemen de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van dinsdag 13 december 2022 te ontbinden wegens veranderingen in de omstandigheden, onder toekenning van na te melden billijke vergoeding ten laste van [verweerder];

5.2.

stelt EBNA in de gelegenheid vóór maandag 12 december 2022 gebruik te maken van haar bevoegdheid het verzoek in te trekken;

5.3.

veroordeelt EBNA voor zover zij haar verzoek intrekt, in de proceskosten aan de zijde van [verweerder] begroot op een bedrag van NAf 1.500,00 aan gemachtigdensalaris;

en, voor het geval dat EBNA niet vóór maandag 12 december 2022 tot intrekking van het ontbindingsverzoek zal overgaan:

5.4.

ontbindt de tussen EBNA en [verweerder] bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van dinsdag 13 december 2022;

5.5.

kent terzake van die ontbinding aan [verweerder] ten laste van EBNA een vergoeding toe van NAf 90.000,- bruto;

5.6.

veroordeelt EBNA in de proceskosten aan de zijde van [verweerder] begroot op een bedrag van NAf 1.500,00 aan gemachtigdensalaris;

5.7.

verklaart deze beschikking, voor wat betreft hetgeen onder 5.3., 5.5. en 5.6. uitvoerbaar bij voorraad;

5.8.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. Christiaan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 6 december 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature