U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

afwikkeling schade na verkeersongeval

Uitspraak



GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling Civiel

Zaaknummer: CUR2021021158

Vonnis van 21 maart 2022

inzake

[EISER IN CONVENTIE],

wonend op Curaçao,

eiser in conventie, verweerder in reconventie,

gemachtigde: mr. G.G. van Gils,

tegen

de vennootschap naar buitenlands recht THE NEW INDIA ASSURANCE CO. LTD., CURAÇAO, general agent SEGUROS MUSKUS N.V.,

gevestigd op Curaçao,

gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,

gemachtigden mrs. E.G.I. van der Plank en A.C. van Hoof.

Partijen zullen hierna [eiser in conventie] en New India worden genoemd.

1 Het procesverloop

1.1.

Voor het procesverloop wordt verwezen naar de volgende stukken:

- het inleidend verzoekschrift met producties, 9 augustus 2021;

- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties, ingediend op 15 november 2021;

- de comparitie van partijen, gehouden op 8 februari 2022, waar zijn verschenen [eiser in conventie], bijgestaan door zijn gemachtigde, en namens New India mevrouw [naam 1], bijgestaan door haar gemachtigde mr. Van der Plank. Zij allen hebben het woord gevoerd, de gemachtigden aan de hand van hun pleitnotities.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1

Op 25 augustus 2017 heeft bij Grote Berg een aanrijding plaatsgevonden tussen een auto, bestuurd door [eiser in conventie], en een auto die was verzekerd bij New India (hierna: het ongeval).

2.2

Na het ongeval is [eiser in conventie] onderzocht door huisarts drs. Van der Huls. Hij heeft New India bericht dat [eiser in conventie] door de aanrijding schouderletsel had opgelopen.

2.3

De verzekeringsarts dr. Cabenda heeft [eiser in conventie] op 28 september 2017 onderzocht. Hij heeft [eiser in conventie] doorverwezen naar een medisch specialist.

2.4

Dr. Cabenda heeft bij e-mail van 9 oktober 2017 het volgende geschreven aan zekere [naam 2]:

“[…] Hij kan zijn beroep als timmerman voorlopig niet uitvoeren. […] Geadviseerd wordt hem tegemoet te komen voor wat betreft zijn gederfde arbeidsinkomsten. Voorlopig zal hij ook de hele maand oktober 2017 nog arbeidsongeschikt zijn.”

2.5

Op 28 november 2017 heeft dr. Cabenda in een e-mail aan [naam 2] geschreven (volgens New India als rapportage aan haar, New India):

“[…]

 Het ECHo-onderzoek van de rechter schouder vervaardigd op 25 oktober 2017 bij de heer [eiser in conventie], vertoonde al veel minder afwijkingen dan de eerder uitgevoerde ECHO op 29 september 2017.

 Bij lichamelijk onderzoek op 27 november2017 is de mobiliteit rechter schouder vrijwel onbeperkt. Hij geeft alleen pijn aan bij de abductie in eindstand.

 Betrokkene geeft toe af en toe al te klussen, maar zegt dat dit aan zijn eigen huis is.

 De heer [eiser in conventie] is thans weer volledig inzetbaar te achten voor al zijn werkactiviteiten.

[…]”

2.6

Nadien is de rechterschouder van [eiser in conventie] verschillende malen onderzocht. Uit deze onderzoeken is komen vast te staan dat [eiser in conventie] ernstig letsel had opgelopen aan zijn rechterschouder.

2.7

Bij e-mail van 16 maart 2018 heeft de gemachtigde van [eiser in conventie] aan orthopedisch chirurg dr. Ramrattan de volgende vragen gesteld:

“[…]

1. Welke zijn de klachten die de heer [eiser in conventie] thans ondervindt en zijn deze klachten gerelateerd aan het ongeval van 25 augustus 2017?

[…]

4. Is de heer [eiser in conventie] thans geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt en wat kan verwacht worden van de toekomst?

5. Welke zijn de verwachtingen van het resultaat van medische behandeling in het geval van de heer [eiser in conventie]?

6. Welke gevolgen zal dit resultaat hebben voor het uitoefenen van zijn beroep van timmerman?

[…]”

Op die vragen heeft dr. Ramrattan bij e-mail van 7 mei 2018 als volgt geantwoord:

“[…]

Ad 1.

Patient ervaart pijn van de rechter schouder maar kan deze inmiddels al beter bewegen. Zijn bewegingsuitslag is nog zeker niet normaal, dwz vergelijkbaar met de linkerzijde, en ook niet pijnvrij.

Het is zeer waarschijnlijk dat de huidige klachten nog steeds het gevolg zijn van het ongeluk. Voordien zou patient geen schouderklachten gehad hebben. Het trauma zoals bij een verkeersongeluk, kan zeker zijn letsel hebben veroorzaakt.

[…]

Ad 4.

Gezien het feit dat patient rechts dominant is en zijn beroep van timmerman, waarbij ook bovenhands gewerkt wordt, met gereedschappen en er regelmatig ook getild dient te worden, is mijn verwachting dat een beoordeling van de arbeidsgeschiktheid door een arbo-arts zal resulteren in een vooralsnog gehele arbeidsongeschiktheid. De precieze bepaling hiervan kan ik niet maken en is afhankelijk van de alternatieve taken waarvoor een werkgever patient zou kunnen inzetten.

Indien de klachten verminderen in de toekomst, bestaat er de kans dat patient zijn werkzaamheden weer kan hervatten.

Ad 5.

[…]

Gezien het huidige beloop, waarbij het ongeval in augustus 2017 is opgetreden en wij thans 8 maanden verder zijn, waarbij er wel enige verbetering is opgetreden, verwacht ik dat de verbetering wel zal voortzetten. Of patient uiteindelijk het functieniveau haalt zoals hij dit voor het ongeval had, kan moeilijk voorspeld worden.

Ad 6.

Ik verwacht dat op termijn, patient in ieder geval voor het dagelijks leven pijnvrij kan zijn. Of dit ook geldt voor al zijn activiteiten als timmerman, gezien zijn beloop tot nu toe, is zoals reeds vermeld moeilijk te voorspellen.

[…]”

2.8

Op 14 juni 2019 is [eiser in conventie] geopereerd in Columbia. Na de terugkeer van [eiser in conventie] op Curaçao op 22 juni 2019 heeft hij vanaf 30 juli 2019 fysiotherapeutische behandelingen gehad.

2.9 [

eiser in conventie] heeft van september 2017 tot en met augustus 2020 niet gewerkt. Van september 2020 tot en met december 2020 heeft [eiser in conventie] 50% gewerkt. Vanaf januari 2021 heeft [eiser in conventie] weer full-time gewerkt.

2.10 [

naam 2] heeft een ongedateerde verklaring met het briefhoofd van Total Fast Bouw BV ondertekend met de volgende inhoud:

“[…]

Ku e karta aki mi kier notifika boso ku Mr . [eiser in conventie] ID:1[nummer] ta traha serka nos komo Timmerman I tin un sueldo di 150,- naf pa dia di kual esaki ta 1500,- pa quensena.

I mi kier informa boso ku actualmente e no ta trahando debi na un aksidente ku a tuma loga Mr. [eiser in conventie] ta ausente for di dia 28/8/2017.

[…]”

2.11

New India heeft als voorschot een bedrag van in totaal NAf 96.000,- wegens loonderving aan [eiser in conventie] voldaan.

2.12

In verband met het ongeval en de schade die [eiser in conventie] als gevolg daarvan heeft geleden c.q. lijdt, zijn een vijftal gerechtelijke procedures tussen partijen gevoerd, waaronder een appelprocedure en een verzetprocedure.

3 Het geschil

in conventie

3.1 [

eiser in conventie] vordert – zakelijk weergegeven – dat het gerecht bij (het gerecht leest:) vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, New India zal veroordelen tot betaling aan hem van NAf 72.000,-, met veroordeling van New India in de kosten van de procedure, bij niet voldoening binnen veertien dagen na de datum van het vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot de dag der algehele voldoening.

3.2

In het licht van de feiten legt [eiser in conventie] aan zijn vordering het volgende ten grondslag. [eiser in conventie] is timmerman in dienst van Totaal Fast Bouw BV en verdient als zodanig NAf 150,- per dag en NAf 1.500,- per quencena. Hij kon met de bestaande klachten zijn beroep niet uitoefenen. Daardoor heeft hij loon gederfd, hetgeen voor hem schade vormt. De loonderving bedraagt NAf 114.000,-, te weten (36 maanden x NAf 3.000,- =) NAf 108.000,- betreffende de periode september 2017 tot en met augustus 2020 en (4 maanden x NAf 1.500,- =) NAf 6.000,- betreffende de periode september 2020 tot en met december 2020. New India heeft NAf 96.000 betaald, zodat ter zake deze schadepost een vordering van NAf 18.000,- resteert. [eiser in conventie] heeft voorts extra kosten gemaakt in verband met transport, Columbia etc. gedurende 40 dagen à NAf 100,-, dus in totaal NAf 4.000,-. Voorts is sprake van immateriële schade ad NAf 50.000,-, hetgeen als volgt wordt onderbouwd. [eiser in conventie] kon zijn gezin niet meer onderhouden vanwege het feit dat New India de loonderving niet wilde betalen. Dit heeft geleid tot een breuk in zijn relatie met zijn vrouw en kinderen. De familie heeft nog steeds te maken met de nasleep van het ongeval. Ook het verblijf in Columbia en de operatie hebben littekens nagelaten.

3.3

New India voert gemotiveerd verweer en concludeert tot ongegrondverklaring van de vorderingen van [eiser in conventie] dan wel tot afwijzing, met veroordeling van [eiser in conventie] in de proceskosten en met bepaling dat daarover de wettelijke rente zal zijn verschuldigd vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis

in reconventie

3.4

New India vordert – zakelijk weergegeven – dat het gerecht [eiser in conventie], uitvoerbaar bij voorraad, zal veroordelen tot betaling aan haar van NAf 96.000,-, met veroordeling van [eiser in conventie] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na het vonnis.

3.5

In het licht van de feiten legt New India aan haar vordering het volgende ten grondslag. New India heeft [eiser in conventie] NAf 96.000 betaald wegens loonderving van 1 september 2018 tot 1 mei 2020. [eiser in conventie] had daar geen recht op omdat geen duidelijkheid bestaat over (de perioden en mate van) zijn arbeidsongeschiktheid en niet blijkt van een vast dienstverband en dito inkomen; [eiser in conventie] heeft zijn schade bestaande uit loonderving dus niet aannemelijk gemaakt. Uit de onderbouwing door [eiser in conventie] kan niet worden afgeleid dat hij over de uitbetaalde periode werkzaam zou zijn geweest in de bouw voor zijn zogenaamde werkgever Totaal Fast Bouw BV. Niet is geleken dat hij bij dat bedrijf een vast dienstverband had. [eiser in conventie] heeft zijn gestelde schade wegens extra kosten ad NAf 4.000,- en zijn gestelde immateriële schade niet onderbouwd. Deze posten worden betwist. [eiser in conventie] heeft schadebeperkende maatregelen getroffen door zijn woning te verhuren aan derden voor NAf 1.200,- per maand. Deze huurinkomsten moeten in mindering worden gebracht op de aan [eiser in conventie] als voorschotten verstrekte bedragen.

3.6 [

eiser in conventie] voert gemotiveerd verweer dat voortvloeit uit de onderbouwing van zijn conventionele vordering en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van New India in de kosten van de procedure, bij niet voldoening binnen 14 dagen na de datum van het vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.

voorts in conventie en in reconventie

3.7

Op de stellingen van partijen, voor zover van belang, zal hierna worden ingegaan.

4 De beoordeling

4.1

De vorderingen in conventie en in reconventie hangen nauw met elkaar samen en zullen daarom gezamenlijk worden beoordeeld.

4.2

New India betwist niet aansprakelijk te zijn jegens [eiser in conventie] voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het ongeval, maar wel de omvang van de door [eiser in conventie] gestelde schade.

loonderving

4.3

Gezien de vaststaande feiten, in het bijzonder het feit dat zich op 25 augustus het ongeval heeft voorgedaan, het feit dat [eiser in conventie] op 14 juni 2019 is geopereerd in Columbia en de onder de feiten geciteerde rapportages en e-mails van diverse medici, acht het gerecht aannemelijk dat [eiser in conventie] schade heeft geleden, waaronder inkomensschade omdat hij enige tijd niet (volledig) heeft kunnen werken. In zoverre heeft [eiser in conventie] voldaan aan zijn stelplicht.

4.4

De door [eiser in conventie] gevorderde schadevergoeding bestaat uit drie componenten: loonderving (inkomensschade), extra kosten en immateriële schade.

4.5

Met betrekking tot de loonderving heeft [eiser in conventie] slechts weinig aanknopingspunten verschaft om de (exacte) omvang daarvan vast te stellen.

4.6

Het staat vast dat [eiser in conventie] – naar hij stelt als gevolg van zijn bij het ongeval opgelopen letsel - feitelijk niet heeft gewerkt van september 2017 tot en met augustus 2020 en voor 50% heeft gewerkt van september 2020 tot en met december 2020 en dat hij per 1 januari 2021 zijn werkzaamheden volledig heeft hervat. De mate van arbeidsongeschiktheid van [eiser in conventie] in de periode sedert het ongeval is echter nooit vastgesteld.

4.7 [

eiser in conventie] verwijst in dat verband naar de onder de feiten geciteerde rapportages en e-mails van diverse medici alsmede naar het verslag van de operatie in Columbia c.a. Deze stukken geven wel enig inzicht in zijn lichamelijke toestand en –beperkingen sedert het ongeval, maar de inhoud daarvan is onvoldoende om ten aanzien van de periode vanaf het ongeval met enige mate van exactheid te kunnen vaststellen of en zo ja in welke mate [eiser in conventie] arbeids(on)geschikt is geweest.

4.8

Ter beoordeling van die arbeidsongeschiktheid verzoekt New India deskundigen te benoemen. Zoals tijdens de comparitie is besproken, zullen die deskundigen, indien zij worden benoemd, zich naar verwachting uitsluitend op het medisch dossier kunnen baseren. Het ligt immers niet voor de hand dat zij (mede) aan de hand van de huidige fysieke toestand van [eiser in conventie] zullen kunnen beoordelen of en zo ja in welke mate [eiser in conventie] de afgelopen jaren arbeidsongeschikt is geweest.

4.9

De zaak zal worden verwezen naar de rol ten einde partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten – bij voorkeur na onderling overleg – over de vraag of zij het, mede in aanmerking genomen hetgeen ter comparitie is besproken, zinvol achten dat het gerecht een deskundigenbericht gelast en zo ja het aantal en de persoon van de te benoemen deskundige(n) en de vragen waaromtrent het oordeel van de deskundigen wordt gevraagd.

4.10

New India betwist gemotiveerd de stelling van [eiser in conventie] dat zijn schade wegens loonderving NAf 3.000,- respectievelijk (bij 50% arbeidsongeschiktheid) NAf 1.500,- per maand bedraagt. [eiser in conventie] heeft in dit verband aangevoerd dat hij al negen jaar werkte voor Totaal Fast Bouw BV en bij dat bedrijf in vaste dienst was althans, zo is ter comparitie genuanceerd, zich in dienst voelde van Totaal Fast Bouw BV en NAf 3.000,- netto per maand verdiende, maar hij heeft ter zake uitsluitend de in r.ov. 2.10 geciteerde verklaring in het geding gebracht. Daaruit blijkt niets van de duur en de aard van zijn dienstverband en van zijn maandelijkse inkomen. New India heeft aangevoerd dat [eiser in conventie] ten tijde van het ongeval niet meer bij Totaal Fast Bouw BV in dienst was maar bij een concurrent van haar en zij heeft gewezen op een uitlating van de gemachtigde van [eiser in conventie] tijdens een rechtszitting op 21 november 2018 dat [eiser in conventie] “geen echt vast contract had”. Met dat laatste geconfronteerd tijdens de comparitie heeft de gemachtigde van [eiser in conventie] verklaard dat [eiser in conventie] geen oproepcontract had, maar wel altijd werk had en dat hij niet zou weten hoe je het moet benoemen.

4.11

Het is aan [eiser in conventie] zijn stellingen met betrekking tot zijn schade bestaande uit loonderving voldoende te onderbouwen. Volgens [eiser in conventie] heeft hij desbetreffende stukken afgegeven aan New India. New India betwist dat en voert aan dat dergelijke stukken zich niet in haar dossier bevinden. Hoe dat ook zij, dergelijke stukken zijn in deze procedure niet in het geding gebracht. Het gerecht zal de zaak naar de rol verwijzen ten einde [eiser in conventie] in de gelegenheid te stellen de door hem gestelde schade wegens loonderving nader te onderbouwen.

4.12 [

eiser in conventie] heeft aangevoerd dat bij de schadeberekening rekening dient te worden gehouden met de inkomsten die hij genereerde door bij te klussen in de avonden en de weekenden. Hij heeft niets gesteld met betrekking tot de inkomsten die hij daarmee genereerde en evenmin bescheiden ter zake in het geding gebracht. Met dergelijke inkosten zal wegens het ontbreken van elke onderbouwing geen rekening worden gehouden.

extra kosten

4.13

Zijn vordering tot vergoeding van de extra kosten heeft [eiser in conventie] in zijn inleidend verzoekschrift zeer summier en ter comparitie uitgebreider toegelicht, maar niet onderbouwd. Volgens die toelichting betreft het onder meer betalingen aan derden in verband met het vervoer van hemzelf, zijn familie en zijn kinderen naar school en de aanschaf van warme kleding voor zijn verblijf in Columbia, een en ander gedurende 40 weken (40 weken à NAf 100,-). [eiser in conventie] zal in de gelegenheid worden gesteld deze vordering te onderbouwen, bijvoorbeeld door overlegging van verklaringen van derden die vervoer voor [eiser in conventie], zijn familie en kinderen hebben verzorgd en door de overlegging van aankoopbonnen van kleding.

immateriële schade

4.14

Zijn vordering tot vergoeding van immateriële schade heeft [eiser in conventie] onderbouwd door te stellen dat hij zijn gezin niet meer kon onderhouden doordat New India de loonderving niet wilde betalen, dat dit heeft geleid tot een breuk in zijn relatie met zijn vrouw en kinderen en dat de familie nog steeds heeft te maken met de nasleep van het ongeval. Ook het verblijf in Colombia en de operatie hebben littekens nagelaten, aldus [eiser in conventie].

4.15

Aan die vordering tot vergoeding van immateriële schade liggen dus niet [eiser in conventie]’s periode van herstel en eventuele restgevolgen van het ongeval ten grondslag.

4.16

Naar het gerecht de stellingen van [eiser in conventie] begrijpt, heeft het ongeval ingrijpende gevolgen voor [eiser in conventie] gehad en heeft hij daardoor ook ander nadeel dan vermogensschade ondervonden en is op dat laatste zijn vordering tot betaling van NAf 50.000,- gebaseerd. De vergoeding van immateriële schade wordt naar billijkheid vastgesteld en bij de bepaling van de hoogte van die vergoeding komt de rechter een grote mate van vrijheid toe. Hij mag rekening houden met alle omstandigheden van het geval.

4.17

In zijn inleidend verzoekschrift stelt [eiser in conventie] dat hij zijn gezin niet meer kon onderhouden vanwege het feit dat New India de loonderving niet wilde betalen en dat dit heeft geleid tot een breuk in zijn relatie met zijn vrouw en kinderen. In aanvulling daarop is namens hem ter comparitie verklaard dat hij de immateriële schade terugvoert op hetgeen hij emotioneel heeft moeten doorstaan omdat hij door het ongeval zijn familie niet meer heeft kunnen verzorgen.

4.18

Daargelaten dat nog niet is beslist of en zo ja, in hoeverre [eiser in conventie] aanspraak heeft op een schadevergoeding wegens loonderving, wordt daaromtrent het volgende overwogen.

Volgens de stellingen van [eiser in conventie] vindt deze (r.ov. 4.17) immateriële schade zijn oorzaak in het feit dat New India New India de loonderving niet wilde betalen. [eiser in conventie] heeft New India aangesproken als verzekeraar van de auto die met die van [eiser in conventie] bij het ongeval was betrokken (inleidend verzoekschrift, randnummer 1 en 2). Dat betekent dat uitsluitend schade die [eiser in conventie] als gevolg van het ongeval heeft geleden, toewijsbaar kan zijn. Indien [eiser in conventie] dergelijke schade heeft geleden als gevolg van het feit dat New India door [eiser in conventie] gederfd loon niet heeft betaald, dan staat die schade in causaal (sine qua non) verband met het ongeval. Dit is op zichzelf niet voldoende voor toewijzing van de schadevordering. Daartoe is immers ook vereist, volgens artikel 6:98 Burgerlijk Wetboek , dat de

“schade […] in zodanig verband staat met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid van de schuldenaar berust, dat zij hem, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als een gevolg van deze gebeurtenis kan worden toegerekend”.

Uitgaande van de eigen stellingen van [eiser in conventie], vindt deze schade zijn oorsprong niet in het ongeval zelf, waarvoor aansprakelijk is een verzekerde van [eiser in conventie] alsmede New India als verzekeraar van (de auto van) die verzekerde, maar in de omstandigheid dat New India de op haar als verzekeraar rustende verbintenis tot vergoeding van schade niet is nagekomen. Deze gestelde schade staat in een ververwijderd verband met het ongeval en dergelijke schade is ook geen redelijkerwijs te verwachten gevolg daarvan. In dat licht staat die schade niet in zodanig verband met het ongeval dat zij de verzekerde kan worden toegerekend. Op grond van het bovenstaande is New India voor die schade niet aansprakelijk.

Daarenboven geldt dat [eiser in conventie] geen concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die, indien juist, kunnen leiden tot de conclusie dat de breuk in de relatie van [eiser in conventie] met zijn vrouw en kinderen een gevolg is van het ongeval althans het feit dat New India zijn loonderving niet wilde betalen. Het enkele feit dat die breuk chronologisch is opgetreden na het ongeval maakt nog niet dat sprake is van een dergelijk causaal verband. Het causaal verband staat dus niet vast en daarmee kan die gestelde breuk geen rol spelen bij de bepaling van de immateriële schade van [eiser in conventie].

Deze gestelde schade komt daarom niet voor vergoeding in aanmerking.

4.19

Voor zover de familie nog steeds heeft te maken met de nasleep van het ongeval – ook dat is op geen enkele wijze onderbouwd –, heeft de familie daardoor wellicht schade geleden, maar dat kan geen grond zijn voor de toewijzing van immateriële schadevergoeding (niet aan de familie maar) aan [eiser in conventie]. Uitsluitend door [eiser in conventie] zelf geleden schade komt immers voor vergoeding aan hem in aanmerking.

4.20

Het is zonder meer aannemelijk dat [eiser in conventie] zijn verblijf in Colombia en de operatie als onplezierig heeft ervaren. Dat daardoor littekens bij hem zijn achtergebleven, naar het gerecht veronderstelt in samenhang met de door hem gestelde vermogensschade, is evenzeer aannemelijk. Deze schadepost komt voor vergoeding in aanmerking.

4.19

Al met al acht het gerecht, gezien de omstandigheden van het geval, een immateriële schadevergoeding ten bedrage van NAf 4.000,- redelijk en passend.

4.20

Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5 De beslissing

Het gerecht:

verwijst de zaak naar de rol van 21 april 2022 voor akte uitlating door [eiser in conventie] als bedoeld in r.ov. 4.9, 4.11 en 4.13;

bepaalt dat New India vervolgens gelegenheid zal krijgen zich bij akte uit te laten als bedoeld in r.ov. 4.9 en bij antwoordakte te reageren op de akte uitlating van [eiser in conventie];

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 21 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature