U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

vuurwapen, vrijspraak medeplegen, medeplichtigheid moord, doodslag

Uitspraak



Parketnummer: 500.00342/16

Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats],

wonende in [woonplaats],

thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek heeft ter openbare terechtzitting plaatsgevonden. De verdachte is, met uitzondering van 13 oktober 2017, telkens verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.C. Vaders, advocaat in Curaçao.

De benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.

De officier van justitie, mr. S.A. van de Vliet, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 subsidiair en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien jaren, met aftrek van voorarrest.

Zijn vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partijen.

De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 en feit 2 vrijspraak bepleit. Ten aanzien van feit 3 heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 24 juli 2016 te Curaçao, tezamen en

in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk( en met voorbedachten rade) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet (en na kalm beraad en rustig overleg), met een of meer vuurwapens (van/op zeer korte afstand) een aanzienlijke hoeveelheid, in elk geval een of meer, kogels afgevuurd op/in /door en/of in de richting van het hoofd en/of de nek, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], waardoor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] door een of meer van die kogel(s) in het lichaam werd(en) getroffen, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn overleden;

(artikel 2:262/259 j° 1:123 Wetboek van Strafrecht )

Subsidiair

[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen op of omstreeks 24 juli 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en - al dan niet - met voorbedachten rade [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet en -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg, althans anders dan in een opwelling, met een of meer vuurwapen(s) (van/op zeer korte afstand) een aanzienlijke hoeveelheid, in elk geval een of meer, kogels afgevuurd op/in /door en/of in de richting van het hoofd en/of de nek, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], waardoor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] door een of meer van die kogel(s) in het hoofd en/of de nek, althans het lichaam werd(en) getroffen, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn overleden,

tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte op of omstreeks 24 juli 2016 te Curaçao, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen (met het oog op voormeld misdrijf), die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] opgespoord, althans hun locatie (telkens) achterhaald en/of (als voorverkenning) gereden naar Campo Allegre om te kijken of de auto(’s) waarmee/-in die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (die avond/nacht) reden daar geparkeerd stond(en) en/of (telkens) betreffende locatie op 23/24 juli 2016 (per telefoonbericht) doorgegeven aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer anderen;

(artikel 2:262/259 j° 1:124 van het wetboek van Strafrecht)

2.

hij op of omstreeks 24 juli 2016 te Curaçao, tezamen en

in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930,

en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad;

(artikel 3 jo 11 van de Vuurwapenverordening 1930 )

3.

hij op of omstreeks 27 juli 2016 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, te weten een zwart vuistvuurwapen, merk Glock met serienummer [wapennummer 1] (model 19, kaliber 9 mm Luger) en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, te weten vijftien, althans een of meer, scherpe patronen (kaliber 9 mm Luger) voorhanden heeft gehad;

(artikel 3 jo 11 van de Vuurwapenverordening 1930 )

Voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak

Het Gerecht heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Het Gerecht overweegt hieromtrent als volgt.

Het Gerecht stelt voorop dat volgens het tweede lid van artikel 385 en het derde lid van artikel 387 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) de verklaring van een getuige wiens identiteit niet blijkt niet kan meewerken tot het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, tenzij deze getuige met toepassing van het vierde lid van artikel 261 Sv is gehoord. Dit geldt ook voor de anonieme verklaring neergelegd in het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] (p. 36-38 van het dossier). Het door de officier van justitie ingenomen standpunt dat het in deze niet gaat om een anonieme verklaring, wordt niet gevolgd. De door de officier van justitie in dat verband aangehaalde jurisprudentie ziet op andere gevallen.

Bij de beoordeling van de vraag of bewezen kan worden verklaard dat de verdachte een van de schutters is geweest, ziet het Gerecht zich gesteld voor twee lezingen, die lijnrecht tegenover elkaar staan. De lezing van de getuige H41 (hierna: H41) enerzijds en de lezing van de getuigen [getuige 1] (hierna: [getuige 1]) en [getuige 2] (hierna: [getuige 2]) anderzijds. Volgens de verklaring van H41 was de verdachte niet een van de schutters. Voor de beantwoording van de daderschapsvraag dient daarom allereerst de betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] te worden onderzocht. Ten aanzien van de verklaring van [getuige 1] merkt het Gerecht op dat hij niet consistent heeft verklaard. Zo heeft [getuige 1] meerdere malen wisselend verklaard over de kleding van de schutters, over de betrokkenheid van wijlen [verdachte 2] en over het aantal personen dat uit de blauwe Hyundai Accent zou zijn gestapt.

De verklaring van de getuige [getuige 2] schuift het Gerecht terzijde, nu de getuigen [getuige 3] en [benadeelde 2] hebben verklaard dat [getuige 2] in eerste instantie tegen hen heeft gezegd dat hij de schutters niet heeft gezien en later heeft gezegd dat hij van [getuige 1] heeft gehoord dat de verdachte een van de schutters is geweest. Deze verklaringen van [getuige 3] en [benadeelde 2] worden ondersteund door de historische telefoongegevens waaruit naar voren komt dat [getuige 2] vlak na de schietpartij meerdere malen gebeld heeft met [benadeelde 2]. Het Gerecht acht, gelet hierop, de verklaring van [getuige 2] ten aanzien van de herkenning van de verdachte onvoldoende betrouwbaar om deze voor het bewijs te bezigen.

Gelet op dit alles kan niet buiten gerede twijfel worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die -al dan niet tezamen en in vereniging met anderen- op (een van ) de slachtoffer(s) heeft geschoten. Het Gerecht zal de verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde.

Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde is het Gerecht van oordeel dat uit het dossier weliswaar voldoende aanwijzingen naar voren komen dat de verdachte (een van) de slachtoffer(s) heeft gevolgd maar niet dat hij degene is geweest die – middellijk dan wel onmiddellijk - de verblijfplaats van de slachtoffers heeft doorgegeven aan de schutters. Volgens de verklaring van H41 is het een ander geweest die de verblijfplaats van de slachtoffers heeft doorgegeven aan de schutters. Ook uit de zich bij de processtukken bevindende telefoongegevens valt niet af te leiden dat de verdachte rond het tijdstip van het arriveren van de slachtoffers te Campo dan wel bij het verlaten van Campo contact met iemand heeft opgenomen. De omstandigheid dat er verklaringen zijn dat hij geld zou hebben gekregen in verband met de schietpartij te Campo doet hier niet aan af. Daargelaten dat wisselend is verklaard over de hoogte van het geldbedrag dat hij zou hebben ontvangen, wordt dit tevens in verband gebracht met het feit dat hij in ruil daarvoor geen belastende verklaringen over de schutters zou afleggen. Het Gerecht zal de verdachte daarom ook vrijspreken van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij op 27 juli 2016 te Curaçao een vuurwapen, merk Glock met serienummer [wapennummer 1] (model 19, kaliber 9 mm Luger) en munitie, te weten vijftien scherpe patronen (kaliber 9 mm Luger) voorhanden heeft gehad.

Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.

Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao genaamd “Onderzoek Campo”.

De inhoud van de bewijsmiddelen is steeds zakelijk weergegeven.

1. Pagina A002-A005

Proces-verbaal van aanhouding, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 28 juli 2016 door [verbalisant 2], [verbalisant 3], [verbalisant 4] en [verbalisant 5], [verbalisant 6] en [verbalisant 7], allen brigadier bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten:

Op 27 juli 2016 hebben wij te Curacao twee mannen, te weten [verdachte 2], hierna aangeduid als verdachte 1 en [verdachte], hierna aangeduid als verdachte 2, aangehouden. Verdachten 1 en 2 werden door ons gesignaleerd voor de woning van het perceel [locatie 1]. Bij het zien van ons namen beiden de benen. Tijdens het rennen liet verdachte 1 een vuurwapen op de grond van het erf vallen. Verdachte 2 rende naar een muur die als de erfscheiding diende met perceel [locatie 2]. Hij had een zwartkleurig vuurwapen in zijn rechterhand. Verdachte 2 trok zich op aan de muur. Toen verdachte 2 zich op de muur bevond had hij het vuurwapen nog steeds in zijn rechterhand. Verdachte is aangehouden en het vuurwapen, een zwarte Glock, serienummer [wapennummer 1], is in beslag genomen.

2. Pagina 251-255

Proces-verbaal vastlegging opnemen vertrouwelijke communicatie in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 14 augustus 2016 door [verbalisant 1] en [verbalisant 8], beiden werkzaam bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als de verklaring van verbalisanten:

Op 5 augustus 2016 werd het volgende gesprek tussen [verdachte] ([verdachte]) en [verdachte 2] ([verdachte 2]) opgenomen:

[verdachte 2]: Zeg niks, zeg niks, zeg tegen hen dat het niet van ons is. Hebben ze jou ook met een wapen aangetroffen? ..... Die van mij is op jouw erf gevallen.

[verdachte]: Hebben ze het aangetroffen. Die van mij ook.

[verdachte 2]: Daar in de buurt gegooid?

[verdachte]: Op de grond.

[verdachte 2]: “Glock”.

[verdachte]: Ja.

3. Pagina B006

Een geschrift, te weten een aanbiedingsbrief vuurwapens en munitie (nr. 0210) voor zover inhoudende:

Het op 27 juli 2016 onder [verdachte] in beslag genomen vuurwapen, zijnde een pistool van het merk Glock, serienr. [wapennummer 1], kaliber 9x19, alsmede 15 patronen zijn op 27 juli 2017 overgedragen aan verbalisant [verbalisant 9].

4. Proces-verbaal van wapen- en munitieonderzoek, los stuk, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 9 november 2016 door [verbalisant 9], inspecteur en forensisch specialist bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als de verklaring van verbalisant:

Op 27 juli 2016 is een vuurwapen en daarbij behorende munitie in beslag genomen (aanbiedingsbrief 0210/2016). Het vuurwapen is een Glock pistool model 19 bestemd om semi-automatisch te schieten. Op de achterzijde van de slede is een blokje gemonteerd met een omzetinrichting (vuurregelaar apparaat). Door middel van deze omzetinrichting is het mogelijk de vuurregelaar te manipuleren, waardoor het Glock pistool automatisch kan schieten. Het pistool is deugdelijk en is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930. De vijftien aangeboden scherpe patronen van het kaliber 9 mm Luger zijn munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het onder 3 bewezen verklaarde is zowel ten aanzien van het voorhanden hebben van het vuurwapen, als ten aanzien van het voorhanden hebben van de munitie voorzien bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening en strafbaar gesteld in artikel 11 van die verordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening 1930, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

De verdachte heeft een met vijftien patronen geladen semi-automatisch vuurwapen voorhanden gehad.

Verboden vuurwapenbezit brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee en vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens dient dan ook streng te worden opgetreden. Het Gerecht neemt bovendien in aanmerking dat het vuurwapen dat de verdachte voorhanden had ook kon functioneren als een automatisch pistool en behoort tot de categorie zware vuurwapens.

Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.

Het Gerecht heeft acht geslagen op de door de psycholoog en de psychiater over de verdachte opgemaakte rapportages en tevens heeft het Gerecht kennis genomen van het over de verdachte opgemaakte rapport van de U.O. Reclassering Curaçao. De psychiater acht de verdachte volledig toerekeningsvatbaar. Het Gerecht ziet geen aanleiding te twijfelen aan de conclusie van de psychiater en verenigt zich daarmee. In de enkele omstandigheid dat de verdachte over een lage intelligentie beschikt, ziet het Gerecht geen aanwijzing dat de verdachte niet zou weten dat het voorhanden hebben van een vuurwapen verboden is.

Het Gerecht is, na een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden passend en geboden is.

Het Gerecht stelt vast dat er sprake is van een schending van het recht van de verdachte op berechting binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM .

Die redelijke termijn heeft een aanvang genomen op 27 juli 2016, toen de verdachte werd aangehouden en in verzekering werd gesteld. De behandeling van de zaak van de verdachte, die het grootste gedeelte van die tijd in verzekering heeft doorgebracht, is eerst op 2 november 2018 – en aldus niet binnen zestien maanden – met een eindvonnis afgerond. Dat betekent dat de redelijke termijn met meer dan elf maanden is overschreden.

Het Gerecht is van oordeel dat de overschrijding van de redelijke termijn in dit geval tot strafvermindering moet leiden, in die zin dat de gevangenisstraf met twee maanden moet worden verlaagd.

Dat betekent dat het Gerecht de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van achttien maanden.

In beslag genomen voorwerpen

Ten aanzien van het in beslag genomen vuurwapen en de munitie zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Schadevergoeding

De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich ter zake van het onder 1 ten laste gelegde in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt NAf 2.390,-.

De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich ter zake van het onder 1 ten laste gelegde in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Ter terechtzitting van 12 oktober 2018 heeft zij de vordering verminderd tot het bedrag van NAf 2.390,50.

Nu de verdachte wordt vrijgesproken van het hem onder 1 ten laste gelegde, dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vordering.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:75, 1:136 en 1:138, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de achttien (18) maanden;

beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven vuurwapen en de munitie;

verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;

verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M.T. Paulides en op 2 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.

HR 2 november 2010 ECLI:NL:HR:2010:BM9774.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature