Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

compliance

Uitspraak



GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Vonnis in kort geding

In de zaak van:

de rechtspersoon naar Venezolaans recht

Representaciones Electronicas C.A. (Hercasa),

gevestigd te Venezuela,

eiseres,

gemachtigde: mr. S.S.J. Vierbergen,

tegen

de naamloze vennootschap

Banco del Orinoco N.V.,

gevestigd te Curaçao,

gedaagde,

gemachtigde: mr. M. Th. Aanstoot,

Partijen zullen hierna Hercasa en BdO genoemd worden.

1 Verloop van de procedure

1.1.

Hercasa heeft op 21 december 2017 een kort geding verzoekschrift met producties ingediend. De aanvankelijk op 16 februari 2018 geplande mondelinge behandeling is op verzoek van partijen aangehouden teneinde een minnelijke regeling te beproeven. Op 15 maart 2018 hebben beide partijen nadere producties bij het Gerecht ingediend. De mondelinge behandeling heeft op 16 maart 2018 plaatsgevonden. Beide partijen zijn verschenen bij gemachtigde en hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen, die in het dossier zijn gevoegd.

1.2.

Uitspraak is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

Hercasa heeft met een termijndeposito voor de duur van één jaar voor een bedrag van USD 260.000,- zekerheid gesteld bij BdO. In mei 2017 heeft Hercasa de termijndeposito opgezegd en is het bedrag op de depositorekening overgeboekt naar de spaarrekening van Hercasa bij BdO.

2.2.

Vanaf juni 2017 probeert Hercasa transactieformulieren te bemachtigen om transacties uit te voeren met de tegoeden op de spaarrekening. Bij gebreke daarvan geeft Hercasa BdO op 29 november 2017 de instructie om de spaarrekening op te heffen en de tegoeden over te boeken naar haar rekening bij de Banesco bank in Panama.

2.3.

Bij brief van 30 november 2017 heeft Hercasa BdO in gebreke gesteld ter zake van voormelde instructie.

2.4.

Tot op heden heeft BdO niet voldaan aan de instructie van Hercasa. Het positieve saldo op de rekening bedraagt per 30 november 2011 een bedrag van USD 287.996,92.

3 Het Geschil

3.1.

Hercasa vordert, samengevat, om BdO bij vonnis in kort geding, zoveel als mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

te veroordelen en te bevelen om het bedrag van USD 287.996,92, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2017 tot en met de dag der algehele voldoening, binnen drie dagen hetzij door overboeking hetzij via bankiers cheque aan Hercasa te doen toekomen, met veroordeling van BdO in de proceskosten.

3.2.

Hercasa stelt zich op het standpunt dat tussen partijen niet in geschil is dat BdO haar het gevorderde dient uit te betalen. BdO probeert ten onrechte compliance vragen te stellen die geen redelijk doel dienen en op die manier uitbetaling van de tegoeden uit te stellen c.q. tegen te houden. Dat leidt tot wanprestatie c.q. onrechtmatige daad zijdens BdO.

3.3.

BdO verzet zich niet tegen toewijzing van de vordering, maar stelt dat Hercasa niet voldoet aan de wettelijke compliance eisen hetgeen zorgt voor vertraging bij c.q. verhindering van het overboeken van de gelden.

4 De beoordeling

4.1.

BdO voert tot haar verweer aan dat Hercasa geen melding heeft gemaakt van het overlijden van een van haar aandeelhoudsters, tevens bestuurster, mevrouw [naam], op 9 maart 2017, hetgeen in strijd is met het “know your client”-beginsel. Voorts heeft Hercasa na de datum van overlijden van [naam] een identificatieformulier op haar naam en met haar handtekening bij BdO ingediend. De handtekening van [naam] op het identificatieformulier wijkt af van de handtekening op de kopie van het paspoort van [naam] en is dus vervalst, aldus nog steeds BdO. Dat levert volgens BdO een strafbaar feit op en is in strijd met de wetgeving ter bestrijding van terrorismefinanciering en belastingontduiking. Nu Hercasa niet voldoet aan de wettelijke compliance vereisten kan BdO niet overgaan tot overboeking c.q. uitbetaling van de tegoeden, zonder zelf in strijd handelen met de compliance wetgeving.

4.2.

Hercasa heeft erkend dat [naam] is overleden en dat is nagelaten dat te melden aan BdO. Zij stelt echter dat het achterwege laten van het verstrekken van die informatie niet in strijd is met de compliance wetgeving in de situatie dat door de vennootschap om opheffing van de rekening en overboeken van haar tegoeden wordt gevraagd. Dit geldt temeer daar blijkens de statuten van de vennootschap de overgebleven bestuurder zelfstandig bevoegd is, ook ten aanzien van (financiële) aangelegenheden betreffende de lopende rekeningen van de vennootschap. Voorts is dit argument niet eerder door BdO aangevoerd. Hercasa betwist dat zij een identificatieformulier bij BdO heeft ingediend met een vervalste handtekening van [naam]. Zij stelt het door BdO overgelegde document niet te kennen.

4.3.

Voor hetgeen partijen over en weer hebben gesteld heeft het navolgende gelden. Tussen partijen is niet in geschil dat BdO is gehouden tot betaling c.q. het overboeken van de gevorderde gelden. Mede nu de gegunde termijn niet heeft geresulteerd in de overboeking van de gevorderde gelden, is de vordering toewijsbaar tenzij, zoals BdO stelt, de gestelde strijdigheden met de compliance wetgeving daaraan aan de weg zouden staan. Naar het voorshands oordeel van het Gerecht is daarvan, gelet op de stellingen van partijen over en weer, geen sprake. Het door BdO aangehaalde “know your client”-beginsel ziet op het identificeren en verifiëren van de identiteit van de cliënt in het kader van de bestrijding van terrorismefinanciering en belastingontduiking. BdO is zelfstandig verantwoordelijk voor de correcte naleving daarvan. Gesteld noch gebleken is dat BdO onregelmatigheden heeft geconstateerd in de identificatie- en verificatieverplichtingen van Hercasa bij aanvang van de relatie met BdO. Met BdO is het Gerecht van oordeel dat met het overlijden van een van de bestuurders van Hercasa, aanvullend onderzoek naar de opvolgend bestuurder(s) dient plaats te vinden. BdO heeft echter onvoldoende gemotiveerd dat het achterwege blijven daarvan aan de normale zakelijke dienstverlening in de weg zou staan. Immers, uit de statuten volgt dat de ‘Director-Gerente’ die de vennootschap vertegenwoordigd zelfstandig bevoegd is beslissingen te nemen, ook als die beslissingen financiële aangelegenheden met betrekking tot lopende rekeningen betreffen. Het overlijden van een van de bestuurders brengt in die bevoegdheid geen verandering. Gelet hierop brengt de gevorderde opheffing van de rekening en overboeking van de gelden, ook bij gebreke van de identificatie van een eventuele opvolgend bestuurder(s), zonder nadere toelichting door BdO, niet zonder meer een verhoogd risico op witwassen of het financieren van terrorisme met zich mee dat aan het uitvoeren van de transactie in de weg zou moeten staan.

4.4.

Naar het oordeel van het Gerecht kan het door BdO overgelegde vermeende vervalste identificatieformulier, naar de huidige stand van zaken, niet in het nadeel van Hercasa werken. Immers, BdO is gehouden uitvoering te geven aan een verzoek van een bevoegd bestuurder tot overboeking c.q. uitbetaling van de tegoeden. Gelet hierop had het op de weg van BdO gelegen Hercasa in een vroeg stadium op het vermeende vervalste formulier te wijzen. BdO heeft dat nagelaten en zich eerst in de onderhavige procedure daarop beroepen. Niet gebleken is BdO dat niet in een eerder stadium ter sprake had kunnen brengen. Daarmee heeft het debat hierover zich door toedoen van BdO onvoldoende kunnen uitkristalliseren, zodat nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering nodig waarvoor een kort geding procedure zich niet leent.

4.5.

Gelet op het vorenstaande zullen de vorderingen van Hercasa zoals geformuleerd onder rechtsoverweging 3.1. worden toegewezen zoals hierna vermeld.

4.6.

BdO zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten ad NAf 1.000,= aan gemachtigdensalaris, Naf 750,= aan griffierechten en NAf 369,15 aan oproepingskosten.

5 De beslissing

Het Gerecht:

rechtdoende in kort geding:

- beveelt BdO om haar contractuele verplichtingen jegens Hercasa na te komen en het bedrag van USD 287.996,92, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2017 tot en met de dag der algehele voldoening, binnen drie dagen hetzij door overboeking hetzij via bankiers cheque aan Hercasa te doen toekomen;

- veroordeelt BdO in de proceskosten aan de zijde van Socas tot op heden begroot op NAf 1.000,= aan gemachtigdensalaris NAf 750,= aan griffierechten en NAf 369,15 aan oproepingskosten;

- verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter in voormeld Gerecht, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2018.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature