U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een gruwelijke moord. De verdachte heeft het slachtoffer in diens eigen auto zijn nek omgedraaid en hem gewurgd, terwijl hij hoorde hoe de botten braken en zag dat bloed uit de neus en de mond van het slachtoffer kwam. Na deze gruwelijke daad hebben de verdachten over het hoofd en bovenlichaam van het slachtoffer heen gereden, om er zeker van te zijn dat het slachtoffer inderdaad dood was. Hierbij hebben zij het hart van het slachtoffer en zijn schedel platgedrukt en doorboord ten gevolge waarvan het slachtoffer is komen te overlijden. Schadevergoeding ad Afl. 1.854,63 toegewezen. Straf: GS 18 jaren, met aftrek van voorarrest.

Uitspraak



Parketnummer: P-2022/02703

Zaaknummer: 527 van 2022

Uitspraak: 18 november 2022 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats],

wonende in [woonplaats],

thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.

1 Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2022. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.M. Canwood, advocaat in Aruba.

De benadeelde partij [benadeelde partij], zijnde een van de nabestaanden van het overledene slachtoffer, heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.

De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft gerekwireerd.

De verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is medeplegen moord althans doodslag ten laste gelegd die is vermeld op de dagvaarding. Een afschrift van die dagvaarding is aan dit vonnis, als bijlage, gehecht.

3 Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. Beslissingen inzake het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, conform haar op schrift gestelde requisitoir, geconcludeerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van moord en tevens van gekwalificeerde doodslag op [slachtoffer].

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft, op gronden zoals verwoord in de pleitnota en onder verwijzing naar de overgelegde pleitnota, vrijspraak bepleit.

De beoordeling van het Gerecht

Aan de verdachte is, kort gezegd, tenlastegelegd dat hij samen met een ander het slachtoffer [slachtoffer] heeft vermoord.

Het Gerecht overweegt als volgt.

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Bevinding aantreffen lijk

Op 18 maart 2022 vlak voor 8 uur s’ ochtends, werd een patrouille naar de omgeving van de begraafplaats in Zeewijk gestuurd, omdat men daar iemand op de grond had zien liggen. Daar aangekomen zagen de politieagenten een man op de grond liggen, die geen teken van leven gaf. Zij zagen verwondingen aan zijn voorhoofd, blauwe plekken op zijn rug en bloed aan zijn mond en neus.

De politieagenten ter plaatse verzochten versterking van het personeel van Bureau Forensisch Technisch Onderzoek, Divisie Algemene Recherche en Slachtofferhulp. De toen daar aangekomen piketrechercheur, [piketrechercheur], herkende het slachtoffer als haar grootvader, [slachtoffer]. Zij zei toen dat haar grootvader eigenaar was van een KIA Rio en dat hij elke avond bij Cura Cabai Store was.

Om 8.45 uur constateerde de politiearts, dr. Texier, de dood van [slachtoffer].

Het lijk werd in beslag genomen voor een autopsie.

Onder het lijk lag een goudkleurige oorbel, die in beslag werd genomen.

Autopsie

Op 19 maart 2022 verrichtte de patholoog, dr. R.O. Gogorza, de autopsie. Zijn bevinding was dat er sprake was van een “fatal closed chest injury”. Een man die buiten bewustzijn was, was door een auto overreden, waardoor hij onmiddellijk overleed. Bij het slachtoffer werd onder andere het volgende geconstateerd:

- een grote snijwond bij zijn oog,

- schedelbasisfractuur en hersenbloeding,

- een fractuur van zijn borstbeen (sternum),

- verschillende gebroken ribben,

- fractuur en dislocatie van de cervicale en thoracale wervels,

- scheuren (ruptures)/perforatie aan/van zijn hart, en

- een kleine snijwond aan zijn lever.

Volgens de patholoog betekenen deze verwondingen dat het hart van het slachtoffer samengeperst en gescheurd/doorboord was, terwijl hij op zijn buik lag. De patholoog heeft geconcludeerd dat het slachtoffer nog leefde toen hij werd overreden. De doodsoorzaak is “blunt chest trauma, traumatic crush asphixia, simulaneous double spine fracture-dislocation” en “lineal fracture of central and medial skull basis”.

De Kia Rio

Iets later die dag (naar het gerecht begrijpt: 18 maart 2022), rond 11 uur, meldde een bewaker van Citgo, dat hij tijdens zijn surveillance een grijze Kia Rio op het strand te Zeewijk had gezien. De politie ging daarheen en trof de auto aan. De auto, gekentekend [kentekennummer], bleek geregistreerd te zijn op naam van het slachtoffer. De auto was op slot en werd in beslag genomen. Een paar dagen later, op 27 maart 2022, vonden de politieagenten, op aanwijzing van de verdachte [verdachte], een sleutelbos met daaraan een Kia-autosleutel, onder een grote steen ongeveer 50 meter achter de Cura Cabai Store.

Tijdens het onderzoek in de auto vonden de politieambtenaren een goudkleurig polshorloge, een portemonnee en een spaarbankboekje van de CMB. In de portemonnee zat geen geld . Uit het spaarbankboekje bleek dat het slachtoffer op 16 maart 2022 een bedrag van Afl. 2.505,- had opgenomen.

Videobeelden te Cura Cabai Store

Politieagenten begaven zich op 18 maart 2022 naar de Cura Cabai Store en spraken daar met de eigenaar. Deze liet hen de videobeelden van de avond daarvoor zien. Op die videobeelden zagen de politieambtenaren dat het slachtoffer rond 19.21 uur bij de Cura Cabai aankwam en daar ging zitten, en rond 20.50 uur naar zijn auto liep en een sein gaf aan een man en een vrouw. De man en de vrouw liepen naar de auto en stapten in. De politieambtenaren herkenden de man als de voor hen bekende [verdachte]. De videobeelden zijn op 21 maart 2022 nader bekeken. De politieambtenaren zagen dat de vrouw die samen met [verdachte] in de auto stapte een oorbel aanhad die identiek was aan de oorbel die onder het lichaam van het slachtoffer was aangetroffen. De politieambtenaren herkenden de vrouw als de verdachte [medeverdachte], zijnde degene die op de videobeelden van 17 maart 2022 van Cura Cabai Store samen met [verdachte] in de auto van het slachtoffer [slachtoffer] stapte.

Videobeelden te volkswoningen Cura Cabai Zuid

De politie heeft ook videobeelden opgevraagd en gekregen van enkele volkswoningen te Cura Cabai Zuid, namelijk nummers [adres volkswoningen]. Op 22 maart 2022 hebben politieambtenaren de beelden bekeken.

Op die videobeelden zagen de politieambtenaren dat op 18 maart 2022 rond 1.23 uur ’s nachts, een man en een vrouw uit de richting van het strand, waar de auto was aangetroffen, aan komen lopen. Een politieambtenaar herkent de personen als [verdachte] en [medeverdachte]. [verdachte] loopt met een golfclub in zijn hand. Zij lopen richting [adres huiszoeking].

Aangetroffen oorbel

Op 22 maart 2022 werd een huiszoeking verricht op het adres [adres huiszoeking], zijnde de woonplaats van de verdachten. In de slaapkamer werden drie oorbellen aangetroffen, twee zilverkleurige en een bronskleurige. Deze goudkleurige oorbel was van hetzelfde type/soort/model als de oorbel die onder het lijk was gevonden. Het vermoeden rees dat het een paar betrof. Verdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat het inderdaad haar oorbel was die onder het lijk lag.

De verklaringen van de verdachte en de medeverdachte

1. De verklaring van de verdachte, op 28 oktober 2022 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:

De rechter houdt mij mijn verklaring afgelegd tijdens het tweede verhoor ten overstaan van politie voor waarin ik heb bekend dat ik samen met [medeverdachte] het overledene slachtoffer [slachtoffer] hebben vermoord. Dit klopt. [medeverdachte] en ik zijn met het idee gekomen om naar de begraafplaats te gaan; wij hebben de rijroute aan [slachtoffer] geïnstrueerd. Op een gegeven moment ontstond er een hevige discussie in de auto. Ik heb de nek van [slachtoffer] meermalen gebroken door die naar links en rechts te draaien en hij begon hierdoor te bloeden; dit was heel vies. Hierna heb ik zijn keel/nek dichtgeknepen. Ik ben gewoon door het lint gegaan en heb hem gewoon geëlimineerd (Mi mente a flip. M’a djis elimina e cos aki). Wanneer ik in paniek raak, ga ik in een zelf verdediging modus (self defense mode). Ik heb de auto over [slachtoffer] heengereden omdat ik alles heb gegeven wat ik had (because I gave it all I got). Ik neem van niemand onzin aan. Toen ik de auto over [slachtoffer] heenreed, was mijn gekke geest aan het denken dat [slachtoffer] nog leefde. [medeverdachte] heeft aan mij gevraagd om over [slachtoffer] heen te rijden, hetgeen ik ook heb gedaan.

2. Bijlage 2.1.5 Een proces-verbaal van tweede verhoor d.d. 27 maart 2022, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:

Als eerst wil ik verklaren dat ik de man [slachtoffer] had vermoord. Ik heb dit uit jaloezie gedaan. Ik zal U vertellen waarom en hoe alles ging. Ik heb [slachtoffer] bij de Cura Cabai Supermarket leren kennen. [medeverdachte] en ik ontmoetten [slachtoffer] regelmatig bij voornoemd supermarkt. [slachtoffer] versierde [medeverdachte] telkens als wij hem daar ontmoetten. Hij gaf haar snoepjes, drankjes en soms ook klein geld, terwijl ik niets van hem kreeg. [slachtoffer] vroeg telkens aan [medeverdachte] wat zij met zo’n lelijke man deed en zei constant tegen haar dat zij met een man zoals hem moest zijn. [slachtoffer] had dit verschillende keren geuit. Die woorden van [slachtoffer] deden mij pijn. Ik voelde dat [slachtoffer] mijn vriendin van mij wilde afnemen. Ik ben echt verliefd op [medeverdachte]. Ik laat niemand haar van mij afnemen. [medeverdachte] vertelde mij ook verschillende keren dat [slachtoffer] haar van mij wilde afnemen.

Op die bewuste avond (naar het Gerecht begrijpt: avond van 17 maart 2022) had [medeverdachte], [slachtoffer] om een rit naar Zeewijk gevraagd. Wij waren op dat moment al van plan om [slachtoffer] te gaan vermoorden. Voordat [medeverdachte] en ik in de auto stapten, zei [slachtoffer] tegen mij dat [medeverdachte] voorin naast hem moest gaan zitten en dat ik achterin moest gaan zitten.

Wij vetrokken van de Cura Cabai Supermarket en reden richting Sint-Nicolaas.

Hierna zei [medeverdachte] tegen [slachtoffer] om de achterweg leidende door Zeewijk richting Cura Cabai te nemen. Wij zouden [slachtoffer] ergens daarachter gaan vermoorden. Gekomen bij de eerste begrafenisplaats, zei ik tegen [slachtoffer] om rechts af te slaan en ietsjes ten noorden van de hoofdingang van de begrafenisplaats links af te slaan. Wij reden een steegje in en eenmaal in dat steegje, greep ik [slachtoffer] bij zijn hoofd vast en draaide zijn hoofd om in beide kanten om zodoende zijn nek te kunnen breken. [slachtoffer] begon te worstelen waarna hij mij aan mijn haren vasthield. Hij probeerde mij ook enkele vuistslagen toe te dienen om zodoende los van mij te komen. Hij begon op een gegeven moment een gorgelend geluid te maken. Ik voelde dat hij niet snel genoeg dood ging. Ik vreesde dat hij misschien de auto zou gaan toeteren om zodoende aandacht te trekken. Ik pakte hem toen aan zijn hals vast met mijn beide handen en bracht enorme druk hierop. Ik voelde toen dat de botten in zijn hals en nek begonnen te breken en dat deze botten naar binnen werden gedrukt. [slachtoffer] begon vanuit zijn neus en mond te bloeden. Hij bleef bewegen maar verzette niet meer. Ik moet zeggen dat terwijl ik [slachtoffer] probeerde om het leven te brengen, hij probeerde [medeverdachte] vast te houden.

Ik stapte toen uit de auto en zei tegen [medeverdachte] om uit de auto te stappen. Ik deed het chauffeursportier open en nam de veiligheidsgordel van rond [slachtoffer] af. Hierna duwde ik [slachtoffer] over aan de passagierszijde. Gezien dat hij met zijn hoofd naar beneden lag, begon hij meer uit zijn mond en neus te bloeden. [medeverdachte] stapte toen achterin en ik ging achter het stuur zitten. Ik hoorde dat de honden in de buurt begonnen te blaffen. Hierdoor besloot ik om vandaar we te gaan. Ik trok toen op en reed vandaar weg.

Ter hoogte van de begrafenisplaats waar [slachtoffer] door jullie werd aangetroffen, zei [medeverdachte] tegen mij dat het daar rustiger was om het lichaam te dumpen. Ik reed toen naar de begrafenisplaats. Toen ik de auto stopte haalden wij [slachtoffer] uit de auto. Wij lieten hem op de grond vallen. Op die plek had [medeverdachte] de mobiele telefoon van [slachtoffer] in de mondi weggegooid. Bij het wegrijden, heb ik over [slachtoffer] met de auto gereden. Dat was om er zeker van te zijn dat [slachtoffer] dood was gegaan. Ik was over zijn hoofd en bovenlichaam met de auto gereden. [medeverdachte] plaatste een doek, die in de auto van [slachtoffer] lag, op de zitbank aan de passagierszijde en ging toen voorin naast mij zitten.

In de buurt van Arashi hadden wij de krukken van [slachtoffer] in de mondi weggegooid. Met een stukje kleding die wij in de auto hadden aangetroffen, had ik binnen de auto schoongemaakt. Nadat ik de auto van binnen schoonmaakte, gooide [medeverdachte] het doekje weg. Ik heb dit gedaan zodat jullie geen sporen zouden aantreffen. Tijdens de worsteling met [slachtoffer] brak zijn polshorloge van zijn pols af en viel in de auto. Wij hadden ook enkele damesschoenen ergens daar in de mondi weggegooid. De krukken en damesschoenen lagen in de kofferbak van de auto.

Hierna waren wij terug naar Sint Nicolaas gereden. Ik wilde de auto in eerste instantie in een steegje te Cura Cabai achterlaten. Gezien dat wij beveiliging camera’s daar in de buurt hadden gezien, besloten wij om naar het strand te Zeewijk te rijden. Daar had ik de auto helemaal op slot achtergelaten. Ik was met de autosleutel gebleven, zodat wij de auto later konden gebruiken.

Zonet had ik jullie de plaats aangewezen waar ik de autosleutel had verborgen. Jullie hebben deze op de aangewezen plaats onder een grote staan aangetroffen.

3. Bijlage 2.1.6 Een proces-verbaal van derde verhoor d.d. 28 maart 2022, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:

Vraag: [verdachte] in jouw eerdere verklaringen had je verklaard dat jij een rit met [slachtoffer] had gekregen. Was dat de eerste keer dat jij een lift met [slachtoffer] had gekregen?

Antwoord: Ja, dat was de eerste keer dat ik en/of [medeverdachte] een ritje met [slachtoffer] had gekregen. Er waren wel verschillende mannen in het verleden die [medeverdachte] een rit hadden aangeboden, maar zij had altijd geweigerd met hen mee te gaan. Ik werd op die momenten heel boos, en was bereid hun auto te vernielen of die mannen iets aan te doen. [medeverdachte] was degene die mij telkens tegenhield. Als het niet voor [medeverdachte] was, had ik meer personen vermoorden.

Ik was helemaal geflipt toen ik [slachtoffer] had vermoord.

Vraag: Wat is er met het kunstgebit van het slachtoffer gebeurd?

Antwoord: Jullie moeten die vraag aan [medeverdachte] stellen. Het kunstgebit was inderdaad uit zijn mond gevallen, toen ik hem tot de dood had gewurgd. Deze viel in de auto. [medeverdachte] had deze later weggegooid, maar ik kan mij niet meer herinneren waar. [medeverdachte] moet het weten. Ik moet zeggen dat ik vroeger aan vechtsporten deed, dus ik weet over de wurggreep. Daarom wist ik hoe ik [slachtoffer] tot de dood kon wurgen en hoe ik met de wurggreep druk op zijn nek kon zetten om zijn nek te kunnen breken. Ik ben er zeker van dat ik zijn adamappel naar binnen had gedrukt. Men zegt in het Engels: “I made him swallow his ball throat”. Daarom begon hij vanuit zijn mond en neus te bloeden. Ik had hem niet geslagen. Voordat ik [slachtoffer] had overgereden, had hij geen letsel/wondjes aan zijn hoofd. Voordat ik [slachtoffer]had overgereden, vroeg ik aan [medeverdachte] of ik over [slachtoffer]s met de auto moest rijden. Zij antwoordde mij om hem over te rijden, zodat wij zeker konden zijn dat hij dood was gegaan. Hierna was ik met zijn eigen auto over [slachtoffer] gereden.

Wij (het Gerecht begrijpt dat hiermee de verdachte [verdachte] en [medeverdachte] worden bedoeld) hadden [slachtoffer] gedood.

Rond 22:00 uur hadden wij [slachtoffer] bij de tweede begrafenisplaats achtergelaten.

Vraag: Wanneer precies hadden jullie besloten om [slachtoffer] te gaan vermoorden?

Antwoord: Toen wij allemaal voor de Cura Cabai Supermarket waren, was [slachtoffer] bezig met het versieren en huiveren van [medeverdachte]. Op een gegeven moment zei ik tegen [medeverdachte] in het Engels van: “If this man keep doing that, he is going to get it today”. Op een gegeven moment had [slachtoffer] [medeverdachte] een rit aangeboden. Op dat moment zagen wij de kans om hem te kunnen vermoorden. Hierna vroeg [medeverdachte] aan [slachtoffer] om een ritje. Hij was toen akkoord gegaan en wij kregen toen de kans om hem te gaan vermoorden.

Vraag: Heb je nog iets te vertellen?

[medeverdachte] had me verschillende keren gered om mensen niet te vermoorden. Indien zij dat niet had gedaan, dan zou ik al bijna 10 mannen hebben vermoord.

4. Bijlage 2.2.7 Een proces-verbaal van vierde verhoor d.d. 29 maart 2022, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte [medeverdachte], -zakelijk weergegeven-:

Voorgehouden: Op 27 maart 2022, verklaarde [verdachte] dat hij [slachtoffer] uit jaloezie had vermoord.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar.

Voorgehouden: Op 27 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat jij [medeverdachte] op de bewuste avond [slachtoffer]om een rit naar Zeewijk had gevraagd. Dat jullie waren op dat moment al van plan om [slachtoffer] te gaan vermoorden.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar.

Voorgehouden: Op 27 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat [slachtoffer] tegen hem had gezegd dat [medeverdachte] voorin naast hem moest gaan zitten en dat [verdachte] achterin moest gaan zitten.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar. Daddy (het Gerecht begrijpt dat hiermee het slachtoffer [slachtoffer] wordt bedoeld) had dat gezegd.

Voorgehouden: Op 27 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat [medeverdachte] zei tegen [slachtoffer] om de achterweg leidende door Zeewijk richting Cura Cabai te nemen. Dat jullie zouden [slachtoffer] ergens daarachter gaan vermoorden.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Ik heb inderdaad tegen Daddy gezegd om de achterweg leidende door Zeewijk te nemen. Ik wist op dat moment niet dat [verdachte], Daddy echt zou gaan vermoorden. Toen [verdachte] het hoofd van Daddy met kracht had gedraaid, wist ik op dat moment dat hij Daddy echt zou gaan vermoorden.

Voorgehouden: Op 27 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat terwijl hij [slachtoffer] probeerde om het leven te brengen, probeerde [slachtoffer] om [medeverdachte] vast te houden.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar. Daddy probeerde mij aan mijn rechterarm vast te houden toen [verdachte] zijn hoofd vasthield en omdraaide.

Voorgehouden: Op 27 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat ter hoogte van de begraafplaats waar [slachtoffer] werd aangetroffen, zei [medeverdachte] tegen hem dat het daar rustiger was om het lichaam te dumpen. Hij reed toen naar die begraafplaats. Toen hij de auto stopte haalden jullie [slachtoffer] uit de auto.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is wel waar. Indien wij Daddy langs de weg te Zeewijk zouden dumpen, zouden mensen ons zien. Daarom zei ik tegen hem dat het rustig zou zijn bij de begraafplaats, daar men in de nachtelijke uren niet zomaar nabij begraafplaatsen zou gaan rijden.

Vraag: Was dit de eerste keer dat jullie een rit met [slachtoffer] hadden gekregen?

Antwoord: Ja dat was de eerste keer dat [slachtoffer] ons een ritje had gegeven.

Voorgehouden: Op 28 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat in het verleden hadden verschillende mannen [medeverdachte] een rit aangeboden, maar jij had altijd geweigerd met die mannen mee te gaan. Hij werd op die momenten heel boos en was bereid de auto van die mannen te vernielen of die mannen iets aan te doen. Jij [medeverdachte] was degene die hem telkens tegenhield. Als het niet voor [medeverdachte] was, had hij meer personen vermoorden.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar. Verschillende mannen hadden mij inderdaad in het verleden een ritje aangeboden. Ik zag dat [verdachte] inderdaad heel boos werd. Indien ik hem niet tegen gehouden zou hebben, had hij deze personen inderdaad iets kwaads aandoen of zelfs vermoorden.

Voorgehouden: Op 28 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat wij aan jou moeten vragen wat er met het kunstgebit van [slachtoffer] was gebeurd.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Zoals ik al eerder had verklaard, wij hebben deze in de omgeving van Pos Chikito langs de hoofdverkeersweg uit de auto weggegooid.

Voorgehouden: Op 28 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat voordat hij [slachtoffer] had overgereden, vroeg hij aan jou of hij over [slachtoffer] met de auto moest rijden. Dat jij antwoordde om [slachtoffer] over te rijden, zodat jullie zeker konden zijn dat hij dood was. Hierna was hij met de auto over [slachtoffer] gereden.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar. [verdachte] vroeg mij inderdaad of hij over het lichaam van Daddy moest rijden. Ik antwoordde hem om het te doen, zodat wij ervan zeker waren dat Daddy dood was gegaan.

Voorgehouden: Op 28 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat toen jullie allemaal voor de Cura Cabai Supermarket waren, was [slachtoffer] bezig jou aan het versieren en huiveren. Op een gegeven moment zei [verdachte] tegen jou in het Engels van: “If this man keep doing that, he is going to get it today”. Op een gegeven moment had [slachtoffer] jou een rit aangeboden. Op dat moment zagen jullie de kans om hem te kunnen vermoorden. Hierna vroeg jij aan [slachtoffer] om een ritje. Hij was toen akkoord gegaan en jullie kregen toen de kans om hem te gaan vermoorden.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: [verdachte] had dat inderdaad geuit.

Voorgehouden: Op 28 maart 2022 verklaarde [verdachte] dat jij [medeverdachte] hem verschillende keren had gered om mensen niet te vermoorden. Indien jij dat niet had gedaan, dan zou hij al bijna 10 mannen hebben vermoord.

Vraag: Wat kan je hierover verklaren?

Antwoord: Dat is waar. [verdachte] is zo verliefd op mij, dat hij bereid is om mensen te vermoorden indien zij mij van hem ([verdachte]) wilden afnemen. Indien ik [verdachte] niet had tegengehouden, had hij al meer dan 10 mensen vermoord.

5 Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierboven weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten primair laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:

dat hij in of omstreeks de periode van 17 maart 2022 tot en met 18 maart 2022 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd door met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,

- die [slachtoffer] bij zijn hoofd vast te grijpen en/of vervolgens meermalen, althans eenmaal, diens hoofd met kracht naar beide kanten (om) te draaien en/of diens nek te breken en/of (vervolgens)

- de keel en/of hals en/of nek van die [slachtoffer] met kracht dicht te knijpen en/of dicht te drukken en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of (vervolgens)

- met een door hem, verdachte, bestuurde auto meermalen, althans eenmaal, over het hoofd en/of (boven)lichaam, van die [slachtoffer] heen te rijden,

ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;

en/of

dat hij in of omstreeks de periode van 17 maart 2022 tot en met 18 maart 2022 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer]van het leven heeft beroofd door met dat opzet,

- die [slachtoffer] bij zijn hoofd vast te grijpen en/of vervolgens meermalen, althans eenmaal, diens hoofd met kracht naar beide kanten (om) te draaien en/of diens nek te breken en/of (vervolgens)

- de keel en/of hals en/of nek van die [slachtoffer] met kracht dicht te knijpen en/of dicht te drukken en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of (vervolgens)

- met een door hem, verdachte, bestuurde auto meermalen, althans eenmaal, over het hoofd en/of (boven)lichaam, van die [slachtoffer] heen te rijden,

ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden,

welke doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweld) in vereniging van een geldbedrag en/of een auto (van het merk Kia, model Rio met kenteken [kentekennummer]) en/of een autosleutel, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of zijn mededader straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;

Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

6 Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

primair: medeplegen van moord,

strafbaar gesteld bij artikel 2:262 in samenhang met artikel 1:123, lid 1 aanhef en onder sub a van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

7 Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

8 Oplegging van straf

Het standpunt van de officier

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 (vijfentwintig) jaren. De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de aard en ernst van het delict en de persoon van de verdachte.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.

De beoordeling door het gerecht

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

Daarbij wordt in het bijzonder in aanmerking genomen, dat de verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een gruwelijke moord. De verdachte heeft het slachtoffer in diens eigen auto zijn nek omgedraaid en hem gewurgd, terwijl hij hoorde hoe de botten braken en zag dat bloed uit de neus en de mond van het slachtoffer kwam. Na deze gruwelijke daad hebben de verdachten over het hoofd en bovenlichaam van het slachtoffer heen gereden, om er zeker van te zijn dat het slachtoffer inderdaad dood was. Hierbij hebben zij het hart van het slachtoffer en zijn schedel platgedrukt en doorboord ten gevolge waarvan het slachtoffer is komen te overlijden. Het is onvoorstelbaar hoe die laatste minuten van zijn leven voor het slachtoffer moeten zijn geweest.

Het Gerecht rekent dit de verdachte zeer zwaar aan.

Het slachtoffer was een bejaarde en derhalve een minder weerbaar slachtoffer. Zijn dood heeft ondraaglijk en onherstelbaar leed veroorzaakt bij de nabestaanden, zoals ook is gebleken uit het verhandelde ter terechtzitting. Het leven van de nabestaanden, waaronder de kinderen, zal nooit meer hetzelfde zijn. De verdachten hebben hen immers op zeer gewelddadige wijze hun vader ontnomen en die wetenschap en dit gemis zullen zij de rest van hun leven bij zich moeten dragen. Ook voor de overige familieleden is de impact groot en ervaren zij gevoelens van verdriet, boosheid en onbegrip over de daad van de verdachten.

Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.

Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft het Gerecht rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

Het Gerecht houdt in het voordeel van de verdachte rekening met:

de omstandigheid dat de verdachte openheid van zaken heeft gegeven;

de jonge leeftijd van de verdachte.

Het Gerecht heeft bij de strafoplegging acht geslagen op het uittreksel uit het justitieel documentatieregister ten name van verdachte van 8 juli 2022. Ten nadele van verdachte geldt dat hij reeds eerder ter zake van een strafbaar feit (vermogensdelict) is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen.

De verdachte is door de psycholoog, drs. M. Boekhoudt, onderzocht. Volgens de psycholoog beschikt de verdachte over beperkt intellectuele capaciteiten en is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis, waardoor hij niet goed onderscheid kan maken om het verschil tussen goed en fout te herkennen. Ter zake van de mate van recidivegevaar concludeert de psycholoog dat die op korte termijn laag is maar op lange termijn, indien de verdachte geen begeleiding en behandeling krijgt, hoog.

De psycholoog adviseert een intensief reclasseringstraject, waarbij de verdachte op een aantal gebieden, waaronder het psycho-educatie voor wat betreft de persoonlijkheidsproblematiek en intellectuele beperking, alsmede het versterken van de sociale en coping vaardigheden, zal worden behandeld en begeleid.

Ook is de verdachte aan een psychiatrisch onderzoek onderworpen. Het resultaat van dat onderzoek is door de psychiater D.J. Vinkers in zijn rapport d.d. 21 juli 2022 vastgelegd. Volgens de psychiater is bij de verdachte sprake van een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling, die gepaard gaat met hechtingsproblemen en verstoorde agressieregulatie. Hij concludeert dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is en adviseert, gelet op de mate van recidivegevaar (matig hoog), reclasseringstoezicht voor de verdachte.

Dit alles overwegend, komt het gerecht tot de slotsom dat een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaar in dit geval passend en geboden is.

9 In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.

A. Teruggave aan de verdachte

Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de navolgende in beslag genomen goederen:

een donkerblauwe pet;

een donker blauwe Samsung mobiele telefoon;

vier (4) golfclubs.

Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.

B. Teruggave aan rechthebbende(n)

De overige in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zullen worden teruggegeven aan de rechthebbende(n), zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende(n) kan/kunnen worden aangemerkt.

10 Schadevergoeding

De vordering van de benadeelde partij

De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 10.455,63 aan materiële schade (ter zake van uitvaartkosten).

Het standpunt van de officier

De officier heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van Afl. 5.325,63.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.

De beoordeling door het gerecht

Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij] als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van (Afl. 10.455,63 – [Afl. 3.471 (SVB Funeral Contribution. ) + Afl. 5.130 (Smartengeld APFA ) =]) Afl. 1.854,63.

De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.

Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij kan daarom in zoverre niet worden ontvangen en dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend, samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij geheel of gedeeltelijk betalen, zal de verdachte in zoverre van die betalings-verplichting zijn bevrijd.

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op het artikel 1:62 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.

BESLISSING

Het Gerecht:

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) jaren;

beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

gelast de teruggave van de in rubriek 9A genoemde voorwerpen aan de verdachte;

gelast de teruggave van de in rubriek 9B genoemde voorwerpen aan de rechthebbende(n);

wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij] geleden schade toe tot een bedrag van Afl. 1.854,63 (zegge: duizend achthonderdvierenvijftig gulden en drieënzestig cent), en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;

bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;

bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mw. M.E. Kelly, en op 18 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.

Bijlage 1 TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd:

dat hij in of omstreeks de periode van 17 maart 2022 tot en met 18 maart 2022 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd door met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,

- die [slachtoffer] bij zijn hoofd vast te grijpen en/of vervolgens meermalen, althans eenmaal, diens hoofd met kracht naar beide kanten (om) te draaien en/of diens nek te breken en/of (vervolgens)

- de keel en/of hals en/of nek van die [slachtoffer] met kracht dicht te knijpen en/of dicht te drukken en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of (vervolgens)

- met een door hem, verdachte, bestuurde auto meermalen, althans eenmaal, over het hoofd en/of (boven)lichaam, van die [slachtoffer] heen te rijden,

ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;

(artikel 2:262 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

en/of

dat hij in of omstreeks de periode van 17 maart 2022 tot en met 18 maart 2022 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd door met dat opzet,

- die [slachtoffer] bij zijn hoofd vast te grijpen en/of vervolgens meermalen, althans eenmaal, diens hoofd met kracht naar beide kanten (om) te draaien en/of diens nek te breken en/of (vervolgens)

- de keel en/of hals en/of nek van die [slachtoffer] met kracht dicht te knijpen en/of dicht te drukken en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of (vervolgens)

- met een door hem, verdachte, bestuurde auto meermalen, althans eenmaal, over het hoofd en/of (boven)lichaam, van die [slachtoffer] heen te rijden,

ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden,

welke doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweld) in vereniging van een geldbedrag en/of een auto (van het merk Kia, model Rio met kenteken [kentekennummer]) en/of een autosleutel, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of zijn mededader straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;

(artikel 2:260 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen

dat hij in of omstreeks de periode van 17 maart 2022 tot en met 18 maart 2022 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk

[slachtoffer] van het leven heeft beroofd door met dat opzet

- die [slachtoffer] bij zijn hoofd vast te grijpen en/of vervolgens meermalen, althans eenmaal, diens hoofd met kracht naar beide kanten (om) te draaien en/of diens nek te breken en/of (vervolgens)

- de keel en/of hals en/of nek van die [slachtoffer] met kracht dicht te knijpen en/of dicht te drukken en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of (vervolgens)

- met een door hem, verdachte, bestuurde auto meermalen, althans eenmaal, over het hoofd en/of (boven)lichaam, van die [slachtoffer] heen te rijden,

ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;

(artikel 2:259 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door S.B. Kelly, hoofdagent eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, dienstdoende bij de Divisie Algemene Recherche, opgemaakte proces-verbaal, Admin. Nr. A-086/22, met onderzoeksnaam “18”, gesloten op 14 juni 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.

Bijlage 5.1, proces-verbaal van bevinding van 18 maart 2022.

Bijlage 5.2, proces-verbaal van verzoek videobeelden omgeving plaats delict en omgeving Sint Nicolaas van 18 maart 2022.

Bijlage 5.1, proces-verbaal van bevinding van 18 maart 2022.

Bijlagen 5.7, proces-verbaal van bevinding van 22 maart 2022 én 8.1, proces-verbaal onderzoek plaats delict van 25 mei 2022, p. 3.

Een geschrift, te weten een sectierapport, opgemaakt en ondertekend door de patholoog dr. R.O. Gogoza, betreffende een op 19 maart 2022 verrichtte obductie van [slachtoffer], datum overlijden 18 maart 2022 (losse stukken in het definitief proces-verbaal van de politie), pp. 1 en 5.

Bijlage 5.4, Proces-verbaal van bevinding inbeslagname auto van het slachtoffer [slachtoffer] van 18 maart 2022, pp. 1 en 2.

Bijlage 5.15, Proces-verbaal van bevinding inbeslagname autosleutels van 27 maart 2022, p. 1.

Bijlage 5.17, Proces-verbaal van bevinding onderzoek [kentekennummer] (grijskleurige Kia Rio) auto slachtoffer [slachtoffer] van 5 april 2022, p. 1.

Bijlage 5.5, proces-verbaal van bevinding van onderzoek videobeelden Cura Cabai Store van 19 maart 2022.

Bijlage 5.7, proces-verbaal van bevinding (nader) onderzoek videobeelden Cura Cabai Store van 22 maart 2022.

Bijlage 5.6, proces-verbaal van bevinding en herkenning getuige [medeverdachte].

Bijlage 5.8, proces-verbaal van bevinding onderzoek videobeelden volkswoningen te Cura Cabai zuid en omgeving van 22 maart 2022, pp. 3 en 4.

Bijlage 5.11, proces-verbaal huiszoeking [adres huiszoeking] van 22 maart 2022, p. 2.

Bijlage 5.16 (met bijlage), proces-verbaal van bevinding zelfde soort/type/model oorbel van 9 mei 2022, p. 2.

Bijlage 2.2.6, proces-verbaal 3de verhoor [medeverdachte] van 24 maart 2022, p. 2.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature