Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Arbeid. Ontbinding. Piloot. Sprake van gewijzigde omstandigheden die zowel aan de werkgever als aan de werknemer zijn te wijten en voor rekening van beide dienen te komen

Uitspraak



Beschikking van 13 december 2022

Behorend bij E.J. no. AUA202203572

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING

in de zaak van:

de naamloze vennootschap

ARUBAANSE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Aruba,

verzoekster, tevens verweerster in het zelfstandig tegenverzoek,

hierna ook te noemen: Aruba Airlines,

gemachtigde: de advocaten mr. R.A. Wix en mr. V.C. Perŝe,

tegen:

[Verweerster],

wonend in Aruba,

verweerster, tevens verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek,

hierna ook te noemen: [naam verweerster],

gemachtigde: de advocaten mr. C.B.A. Coffie en mr. L.D. Gomez.

1 DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift, met producties, ingekomen op 18 oktober 2022;

- het verweerschrift tevens verzoek in reconventie, met producties, van 18 november 2022;

- de nadere door Aruba Airlines ingediende producties van 18 november 2022.

- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van (na verleend uitstel) 23 november 2022.

1.2

Namens Aruba Airlines zijn ter zitting verschenen mevr. [R], HR Manager, dhr. R. [K], Chief Pilot en dhr. [D], Director of Training and Standard, bijgestaan door mrs. Wix en Perŝe voornoemd. Namens [naam verweerster] is verschenen haar gemachtigde mr. Gomez voornoemd. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, beide mede aan de hand van een voorgedragen en overgelegde pleitnota, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaar stellingen. Ook hebben partijen vragen van het Gerecht beantwoord.

1.3

Beschikking is vervolgens bepaald op heden.

2 DE FEITEN

2.1

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden, alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.

2.2

Op 21 september 2018 is [naam verweerster], thans 47 jaar, in dienst getreden van Aruba Airlines als piloot, laatstelijk tegen een loon van Al. 7.200,- bruto per maand.

2.3 [

Naam verweerster] had bij indiensttreding de Type Rating (bevoegdheid) voor het vliegen van een Airbus A320. Aanvankelijk was [naam verweerster] in dienst als first officer van het vliegtuig van het model Bombardier CRJ 200 LR (hierna: CJR), omdat Aruba Airlines op dat moment uitsluiten dat model vloog. Ter verkrijging van de Type Rating voor de CJR heeft [naam verweerster] vanaf 17 november 2018 een door Aruba Airlines betaalde opleiding gevolgd.

2.4

Begin 2019 werd [naam verweerster] door Aruba Airlines de positie van piloot van de Airbus aangeboden. In juni 2019 heeft [naam verweerster] een Airbus recurrent training gevolgd en op 31 juli 2019 heeft zij haar certificering voor de Airbus van het Department of Civil Aviation ontvangen.

2.5

Op 5 augustus 2019 is [naam verweerster] begonnen met haar flight training tot piloot op de Airbus. Deze training heeft zij op 12 maart 2020 afgerond. Op 17 maart 2020 is [naam verweerster] geslaagd voor haar line-check, een vaardigheidstest en het eindexamen voor piloten, als gekwalificeerd piloot op de Airbus. Haar verkregen licentie was geldig tot 31 maart 2021.

2.6

Ten gevolge van de door overheden vanwege de Covid-19 pandemie getroffen maatregelen, heeft Aruba Airlines haar bedrijfsvoering in maart 2020 moeten staken. [naam verweerster] heeft voor het laatst op 23 maart 2020 in haar functie een vlucht uitgevoerd.

2.7

In de zomer van 2020 heeft Aruba Airlines haar medewerkers, waaronder [naam verweerster], een aantal cursussen aangeboden, zoals een Flight Safety Recurrent Training.

2.8

Bij mailberichten van 30 oktober 2020 heeft Aruba Airlines onder meer aan [naam verweerster] het cursusprogramma voor de op 24 en 25 november 2020 in Miami, USA, geplande simulator training and checking toegezonden en is [naam verweerster] over het programma en de planning van die dagen geïnformeerd.

2.9 [

Naam verweerster] heeft aan de training op 24 november 2020 deelgenomen. In de tijdens de training op die dag door de instructeur [S] gemaakte aantekeningen staat onder meer als volgt:

“Unable to complete session

Recurrent Training UNSAT

1. flows – improve

2. calls to ATC – improper – phraseology at times

3. Ecam reading incorrect

4. unable to do LDG Dist Problem

5. Difficulties with FMS Setup

6. unsure of EVAC Checklist (which buttons to push)

7. control of centerline on T/off

8. new dest on EMS (lost) difficulties finding

9. windsheer (o respeed)

10. unable to clear TOGA LK

11. Vi cuts (4) marginate control

(VERY RUSTY ALL PHASES)

Recommend Remediate (…)”

Na deze training heeft [naam verweerster] geen training meer gevolgd.

2.10

In het door de instructeur [S] ten behoeve van de Director of Training van Airbus opgestelde verslag van de training staat onder meer als volgt:

“In regards to this Unsat (NOV 24th 2020) for crewmember [naam verweerster], A320 ARU FFS recurrent training, the session developed as follows:

1. Preflight flows were weak and induced “led” by Capt.

2. Calls to ATC at times were not standard Phraseology, and had to be told to set up RMP and ACP.

3. Ecam reading was at times missing lines, and clearing topics too soon.

4. She was unable to do a LDG Dist Program, which I requested. The Crew Member was using the wrong page of the QRH and was searching in vain for the procedure, leading up to a sort of emotional issue of crying and exclaiming that she was being “attacked”. I tried to explain that, it is my duty to check to see what knowledge you might have forgotten and in reality this was sort of basic knowledge that an A320 FO should be very aware of. After fumbling through the pages of the QRH, she said “I want out of SIM”… To that request I placed motion down, and she was visibly upset and crying. After a few moments, I asked her ”Are you sure you want out”, and she replied, “No, let’s continue”. Needless to say, things were going downhill. At any rate I had the Capt explain the procedure, since at this time, I was kinda like the bad guy. At any rate, the Capt continued his loft and was leading the FO in her duties, most of the way to Miami.

5. During her session as PF, there were difficulties with the FMS set up.

6. During EVAC Proc the FO was unsure of EVAC checklist in regards to which PB’s to push.

7. During T/Offs and Ldgs, Control of centerline was lacking, to which she replied, “I’M trying” on several occasions.

8. New DEST On FMS to return to Miami was a problem, She was not sure of where to find it.

9. Windsheer caused overspeed

10. She was unable to clear TOGA LOCK after alpha floor engagement.

11. 4 attempts at V1 cuts, with severe pitch up attitude and steep banks.

12. marginal control on the last V1 cut.

13. the most positive event was the handflown SW eng. Appr. – but landings were not on centerline nor very smooth

14. My recommendation: The FO was very rusty, and not well prepared, I would recommend a REFRESHER Course, then a PC. She was not ready for any PC in my opinion.

Perhaps 1 or 2 remedials if that’s not possible.”

2.11

Op 30 november 2020 heeft een gesprek met [naam verweerster] plaatsgevonden om de resultaten van de training te bespreken. [Naam verweerster] is toen meegedeeld dat al haar trainingen on hold zijn gezet en haar status tot nader bericht onder beoordeling was.

2.12

Aruba Airlines heeft vervolgens een review board samengesteld om te adviseren over de toekomst van [naam verweerster] als piloot bij Aruba Airlines.

2.13

In een op 30 december 2020 gedateerde, door [naam verweerster] op 25 februari 2021 ontvangen brief van Aruba Airlines staat onder meer als volgt:

“Hereby, we would like to inform you that a review board consisting of Flight department and Training Department has reviewed your unsatisfactory simulator session on November 24, 2020.

After interviewing all parties involved, we came to the following conclusion:

You weren’t properly prepared for your simulator session, as basic knowledge was lacking and due to this you took an unprofessional attitude toward your crewmember and instructor. Taken into account your previous training history and also the inability to comply with the work contract section 2 and section 10.

(…)

The company as decided not to proceed with remedial training, but rather to move forward with termination of your work contract effective December 2021, 2020 .”

2.14 [

Naam verweerster] heeft bij brief van 2 maart 2021 de nietigheid van het ontslag ingeroepen.

2.15

Bij op vordering van [naam verweerster] in kort geding gewezen vonnis van 5 mei 2021 (KG AUA202100784) is Aruba Airlines bij verstek veroordeeld om [naam verweerster] op verbeurte van dwangsommen weder te werk te stellen, haar loon door te betalen en om [naam verweerster] aan te melden voor een refresher course of een remedial training op kosten van Aruba Airlines.

2.16

Bij vonnis van 15 september 2021 (KG AUA202101658) zijn de bij vonnis van 5 mei 2021 opgelegde dwangsommen opgeheven, omdat het volgens het Gerecht voor Aruba Airlines onmogelijk was om aan de veroordeling te voldoen. Het Gerecht heeft in dit vonnis verder als volgt overwogen:

“(…) het feit dat er incidenteel vluchten zijn uitgevoerd waarvoor andere piloten zijn geselecteerd dan [naam verweerster], (…). Om hun licentie om te vliegen te kunnen behouden, moeten piloten enerzijds een minimaal aantal vluchten uitvoeren en anderzijds voldoen aan bepaalde trainingsvereisten (…). Aruba Airlines heeft ervoor gekozen om in ieder geval vier piloten, die binnen Aruba Airlines ook fungeren als instructeur, hun licentie te laten behouden. Deze piloten zijn dan in staat om de vliegtuigen van Aruba Airlines - ook gedurende de periode dat zij nog niet operationeel is - te vliegen indien dat nodig is in verband met bijvoorbeeld onderhoud. Bovendien zullen deze instructeurs de overige piloten te zijner tijd na de hervatting van de werkzaamheden op hun eerste vluchten begeleiden. Om die reden zijn de betreffende vier piloten c.q. instructeurs in staat gesteld om hun vaardigheden op peil te houden.

(…)

Om hun vliegbevoegdheid te behouden gelden er voor piloten vereisten ten aanzien van het aantal trainingen die zij moeten volgen alsmede ten aanzien van het aantal vliegbewegingen die zij moeten uitvoeren. Ten aanzien van de trainingen geldt dat zij iedere 6 maanden een zogenaamde recurrent training moeten volgen. (…) Daarnaast moet een piloot (…) alvorens bevoegd te zijn om weer te gaan vliegen - een zogenaamde refresher course moeten volgen. (…) Remedial trainingen dienen ter ondersteuning van de recurrent dan wel de refresher courses.

(…) Strekking van het volgen van een refresher course en daarmee van de toegewezen vordering om deze cursus aan [naam verweerster] aan te bieden, is derhalve om [naam verweerster] weer de bevoegdheid geven om te gaan vliegen en om aldus haar werkzaamheden als first-officer daadwerkelijk te kunnen uit te voeren. De onmogelijk van Aruba Airlines om [naam verweerster] te werk te stellen in haar functie, omdat Aruba Airlines op dit moment haar bedrijfsvoering heeft gestaakt, strekt zich daarmee ook uit tot de refresher course, die immers een onverbrekelijk onderdeel is van de hervatting van de reguliere werkzaamheden van [naam verweerster].”

2.17

Partijen hebben langdurig over een minnelijke regeling voor de beëindiging van het dienstverband van [naam verweerster] onderhandeld, zonder resultaat.

3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Het verzoek

3.1

Aruba Airlines verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met onmiddellijke ingang, althans op een door het Gerecht te bepalen dag, te ontbinden, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [naam verweerster] in de kosten van het geding.

3.2

Aruba Airlines legt aan haar verzoek ten grondslag dat sprake is van een gewichtige redenen (een dringende reden dan wel gewijzigde omstandigheden) om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zonder toekenning aan [naam verweerster] van enige vergoeding.

3.3 [

Naam verweerster] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Aruba Airlines verzochte, subsidiair tot toekenning van een vergoeding aan haar van Afl. 334.800,-, althans Afl. 248.400,-, althans Afl. 226.800,- bruto, met veroordeling van Aruba Airlines in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en dit alles uitvoerbaar bij voorraad.

Het zelfstandig tegenverzoek

3.4 [

Naam verweerster] verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens gewichtige redenen, met toekenning aan haar van een vergoeding van primair Afl. 334.800,-, subsidiair Afl. 248.400,- en meer subsidiair Afl. 226.800,- bruto, kosten rechtens.

3.5

Volgens [naam verweerster] is door toedoen van Aruba Airlines sprake van een onherstelbare verstoring van de arbeidsrelatie en/of een onherstelbare vertrouwensbreuk.

3.6

Aruba Airlines concludeert tot afwijzing van het verzoek, met veroordeling van [naam verweerster] in de kosten van de procedure.

in conventie en in reconventie

3.7

De stellingen van partijen worden hierna, voor zover voor de uitspraak van belang, besproken.

4 DE BEOORDELING

Het ontbindingsverzoek en het zelfstandig tegenverzoek

4.1

Het verzoek en het zelfstandig tegenverzoek lenen zich naar hun aard voor gezamenlijk bespreking.

4.2

Tussen partijen is niet in geschil dat de arbeidsovereenkomst dadelijk dan wel op korte termijn dient te worden beëindigd. Het Gerecht zal daarom de tussen Aruba Airlines en [naam verweerster] gesloten arbeidsovereenkomst ontbinden als na te melden.

4.3

De dan te beantwoorden vraag is of [naam verweerster] al dan niet een door Aruba Airlines te betalen ontbindingsvergoeding naar billijkheid toekomt. Hierover wordt het volgende overwogen.

4.4

Toen in maart 2020 vanwege de pandemie alle vluchten werden gestaakt, was [naam verweerster] nog relatief onervaren en nog maar zeer kort daarvoor geslaagd voor haar line-check als gekwalificeerd piloot op de Airbus. Op 23 maart 2020 heeft [naam verweerster] voor het laatst in haar functie een vlucht uitgevoerd, daarna heeft zij niet meer voor Aruba Airlines gevlogen. Uit hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd blijkt dat Aruba Airlines binnen de beperkte mogelijkheden die ten gevolge van de van overheidswege getroffen maatregelen bestonden, heeft getracht haar werknemers, en dus ook [naam verweerster], trainingen en cursussen aan te bieden. In augustus 2020 is, zoals Aruba Airlines niet, althans onvoldoende weersproken heeft gesteld, onder meer aan [naam verweerster] bericht dat (mede met het oog op het verlopen van de vlieglicenties) een recurrent training zou volgen, maar dat op dat moment nog niet bekend was wanneer precies. Bij mailberichten van 30 oktober 2022 is [naam verweerster] op de hoogte gesteld dat die training op 24 en 25 november 2022 zou plaatsvinden.

4.5

De training op 24 november 2020 is allerminst goed verlopen. Blijkens de (hiervoor in 2.9 en 2.10 weergeven) aantekeningen en het verslag van de training van de instructeur [S], was het resultaat van de training ‘Unsat’, gingen veel handelingen niet goed, was bij [naam verweerster] bepaalde basiskennis niet aanwezig en was [naam verweerster] ‘very rusty, and not well prepared’. Namens [naam verweerster] is weliswaar de juistheid van het verslag van de training betwist, maar dit kan haar niet baten. Aruba Airlines heeft onweersproken aangevoerd dat het verslag na afloop van de training door de instructeur van Airbus op basis van zijn tijdens de trainingen gemaakte aantekeningen is opgemaakt ten behoeve van de Director of Training van Airbus, die het vervolgens naar Aruba Airlines heeft gestuurd. Feiten of omstandigheden die tot het oordeel leiden dat de inhoud van het verslag van de instructeur van Airbus onjuist is, zijn gesteld noch gebleken. De omstandigheid dat uit de aantekeningen niet blijkt dat [naam verweerster] zou hebben gehuild, terwijl dit wel in het verslag staat, brengt dat nog niet mee. Niet onlogisch is immers dat een latere uitwerking van de aantekeningen tijdens de training uitgebreider is en zonder een afdoende nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom een instructeur van Airbus dergelijke uitlatingen in strijd met de waarheid zou doen.

4.6

Volgens [naam verweerster] is het niet goed verlopen van de training te wijten aan het ineens omgooien van de planning voor de trainingsdagen. Zo moest [naam verweerster], zo stelt zij, anders dan haar collega’s ineens beginnen met een afwijkende “mock checkride” in plaats van de op de eerste dag geplande trainingssessie. Aldus werd zij onverwachts in het diepe gegooid en werd van haar verwacht dat zij zonder training en ondersteuning van Aurba Airlines gedurende de pandemie en zonder haar eigen voorbereiding en aantekeningen een “mock checkride” zou doen. Nu Aruba Airlines echter heeft weersproken dat voor [naam verweerster] de planning ineens werd omgegooid en van de oorspronkelijke planning werd afgeweken en [naam verweerster] haar stelling niet concreet, zoals bijvoorbeeld door overlegging van het aan haar bij mailbericht van 30 oktober 2022 toegestuurde ‘Course Program’, heeft onderbouwd, kan niet van de juistheid van dit betoog van [naam verweerster] worden uitgegaan.

4.7

Blijkens het verslag van de instructeur was [naam verweerster] tijdens de training niet goed voorbereid en ontbrak het haar ook aan basiskennis. Het kan [naam verweerster] worden aangerekend dat zij niet goed was voorbereid. Zij was, zoals Aruba Airlines niet, althans onvoldoende weersproken heeft gesteld, zelf verantwoordelijk voor het op peil houden van haar basiskennis en daartoe ook zelfstandig en steeds in de gelegenheid. Daarnaast was [naam verweerster], zoals hiervoor is weergegeven, al in augustus 2020 ervan op de hoogte dat een recurrent training zou worden gegeven en wist zij al enige weken voor de training wanneer deze precies zou zijn. Van [naam verweerster] had daarom kunnen en mogen worden verwacht dat zij inhoudelijk goed was voorbereid. Als gevolg van de mede door het niet goed voorbereid zijn behaalde onvoldoende trainingsresultaten, is de veiligheidsevaluatie van [naam verweerster] door Aruba Airlines als onaanvaardbaar gekwalificeerd; [naam verweerster] voldeed niet langer aan de criteria om haar werkzaamheden uit te kunnen voeren. Onder die gewijzigde omstandigheid hoefde van Aruba Airlines niet te worden gevergd dat zij [naam verweerster] nog als piloot zou laten vliegen.

4.8

Daar staat echter het volgende tegenover.

4.9

Aan [naam verweerster] is na de training op 24 november 2022 niet de gelegenheid geboden om de training opnieuw te doen of om een andere of meer training te volgen. Dat dit, zoals [naam verweerster] betoogt, is ingegeven door de omstandigheid dat [naam verweerster] vrouw is en dat Aruba Airlines, ondanks haar andersluidende publieke uitlatingen, om die reden van haar af wil, is niet gebleken of aannemelijk gemaakt. [naam verweerster] heeft geen concrete feiten of omstandigheden gesteld die een dergelijke conclusie rechtvaardigen. Indien en voor zover juist is dat bij aanvang van haar werkzaamheden in 2018 de opmerking is gemaakt “of vrouwen niet beter thuishoren in de keuken”, brengt dat nog niet mee dat dergelijk gedachtengoed aan het niet geven van een tweede kans, en daarmee het ontslag, ten grondslag ligt. Van de zijde van Aruba Airlines is uiteengezet dat de aard en de ernst van de door [naam verweerster] tijdens de training gemaakte fouten zodanig waren dat niet valt te verwachten dat deze kunnen worden hersteld en dat daarom, mede gelet op de eerdere trainingsresultaten van [naam verweerster] (die net aan of niet bovengemiddeld waren), is afgezien van het geven van een tweede kans.

4.10

Naar het oordeel van het Gerecht heeft Aruba Airlines daarmee echter onvoldoende rekenschap gegeven van het feit dat [naam verweerster] na een relatief korte loopbaan als piloot bij Aruba Airlines en na nog maar net haar licentie voor de Airbus te hebben gehaald, als gevolg van de pandemie haar werkzaamheden heeft moeten staken en aldus geen vlieguren meer heeft kunnen maken en geen ervaring meer heeft kunnen opdoen. Dat een eerste training na tien maanden dan stressvol kan zijn en dat [naam verweerster] toen ‘rusty’ was, is begrijpelijk. Om die reden is ook niet zonder meer aannemelijk dat het hier om fouten ging die met een tweede kans of een extra training niet te herstellen zouden zijn. Van Aruba Airlines had mogen worden verwacht meer oog te hebben voor deze omstandigheden en om (minst genomen) met [naam verweerster] het gesprek aan te gaan over de oorzaak of oorzaken van de ondermaatse training en om de uitkomst daarvan bij de veiligheidsevaluatie van [naam verweerster] te betrekken. Dat dit tijdens het gesprek op 30 november 2020 over de resultaten van de training in voldoende mate aan bod is gekomen, is gesteld noch gebleken. Daarnaast dienen de gevolgen voor [naam verweerster] van het vanwege de pandemie ineens niet meer kunnen vliegen, waardoor haar vaardigheden niet op peil konden blijven en haar routine werd doorbroken, niet enkel voor haar rekening te komen. Ditzelfde geldt voor de omstandigheid dat Aruba Airlines ervoor heeft gekozen [naam verweerster] ook in 2021 geen vluchten te laten maken en trainingen te laten volgen. Het stond Aruba Airlines, zoals ook in het (hiervoor in 2.16 aangehaalde) vonnis van 15 september 2021 is overwogen, vrij bepaalde beleidskeuzes te maken, maar de gevolgen daarvan voor [naam verweerster] mogen niet slechts bij haar worden neergelegd.

4.11

Al het voorgaande brengt mee dat sprake is van gewijzigde omstandigheden die zowel aan Aruba Airlines als aan [naam verweerster] zijn te wijten en voor rekening van beide dienen te komen.

4.12

Voor wat betreft de hoogte van de naar billijkheid vast te stellen vergoeding houdt het Gerecht rekening met de leeftijd en het opleidingsniveau van [naam verweerster], de hoogte van het haar toekomende loon en met de omstandigheden dat [naam verweerster] thans net iets meer dan vier jaar in dienst is van Aruba Airlines, al meer dan twee en half jaar (sinds 24 maart 2020) geen werkzaamheden meer heeft verricht en tot op heden haar loon krijgt uitbetaald. Dat de financiële situatie van Aruba Airlines zodanig is dat toekenning van de na te noemen vergoeding tot onaanvaardbare gevolgen voor haar bedrijfsvoering leidt, is weersproken en niet concreet onderbouwd. Het beroep van Aruba Airlines op een beperkte draagkracht wordt daarom gepasseerd.

4.13

Met betrekking tot de omstandigheid dat [naam verweerster] ook na het daartoe veroordelende vonnis van 5 mei 2021 geen trainingen heeft gevolgd, geldt als volgt. Niet kan worden gezegd dat Aruba Airlines hardnekkig heeft geweigerd de veroordeling na te komen dat zij [naam verweerster] een refreshers course of een remedial training moet laten volgen. Zoals in het meergenoemde vonnis van 15 september 2021, waarvan geen beroep is ingesteld, is overwogen, strekte de onmogelijkheid van Aruba Airlines om [naam verweerster] te werk te stellen in haar functie (omdat Aruba Airlines ook op dat moment nog haar bedrijfsvoering had gestaakt) zich ook uit tot de refresher course, die immers een onverbrekelijk onderdeel was van de hervatting van de reguliere werkzaamheden van [naam verweerster]. Daarnaast heeft Aruba Airlines niet, althans onvoldoende weersproken gesteld dat [naam verweerster] in 2021 weigerde door de instructeurs van Aruba Airlines te worden getraind. Met het gegeven dat [naam verweerster] (door het (ook door de pandemie veroorzaakte) gebrek aan trainingen) opnieuw haar full type rating zal moeten behalen wil zij als piloot werkzaam blijven, zal het Gerecht daarom niet op de door [naam verweerster] voorgestane wijze, maar in beperktere mate rekening houden.

4.14

Al het voorgaande in aanmerking nemende acht het Gerecht een door Aruba Airlines te betalen vergoeding van Afl. 75.000,- bruto billijk. Op dit bedrag komt een eventuele cessantia-uitkering in mindering. De over de vergoeding gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de veertiende dag nadat de arbeidsovereenkomst is ontbonden.

4.15

Toekenning aan [naam verweerster] van voormelde ontbindingsvergoeding brengt mee dat het Gerecht Aruba Airlines een termijn zal verlenen om, zo zij dit wenst, haar ontbindingsverzoek in te trekken zoals vermeld in het dictum. In dat geval zal Aruba Airlines de kosten van deze procedure moeten dragen, die tot aan deze uitspraak worden begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na de uiterste dag voor intrekking van het verzoek. Indien Aruba Airlines het ontbindingsverzoek niet intrekt, ziet het Gerecht grond om de proceskosten te compenseren, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.16

Voor het geval Aruba Airlines haar ontbindingsverzoek tijdig intrekt, heeft het volgende te gelden. Nu voormelde vergoeding minder is dan door [naam verweerster] is verzocht, zal [naam verweerster] in de gelegenheid worden gesteld om haar zelfstandige tegenverzoek in te trekken zoals eveneens vermeld in het dictum. Intrekking van dat verzoek brengt met zich dat [naam verweerster] zal worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van Aruba Airlines, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van tarief 5 van het liquidatietarief, ad Afl. 1.250,-- per punt). In geval [naam verweerster] haar verzoek niet intrekt, zullen de proceskosten worden gecompenseerd tussen partijen.

5 DE BESLISSING

Het Gerecht:

in het ontbindingsverzoek

-stelt Aruba Airlines in de gelegenheid om het ontbindingsverzoek in te trekken middels een daartoe uiterlijk op dinsdag 20 december 2022 ter griffie van het Gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan [naam verweerster];

-veroordeelt Aruba Airlines in het geval dat het verzoek wordt ingetrokken in de kosten van deze conventionele procedure gevallen aan de zijde van [naam verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 januari 2023 tot de dag der algehele voldoening;

- verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;

INDIEN ARUBA AIRLINES HET VERZOEK NIET (TIJDIG) INTREKT

- ontbindt de tussen Aruba Airlines en [naam verweerster] gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van vrijdag 23 december 2022;

- bepaalt dat Aruba Airlines een billijkheidsvergoeding van Afl. 75.000,- bruto dient te betalen aan [naam verweerster], met dien verstande dat een eventueel door Aruba Airlines aan [naam verweerster] uit te keren bedrag aan cessentia in mindering strekt op die vergoeding en vermeerderd met de wettelijke rente over het (dan) te betalen bedrag vanaf 6 januari 2023 tot de dag der algehele voldoening;

- verklaart dit deel van deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;

- wijst af het meer of anders door Aruba Airlines verzochte;

in het zelfstandig tegenverzoek voor het geval Aruba Airlines het ontbindingsverzoek (tijdig) intrekt

- stelt [naam verweerster] in de gelegenheid haar ontbindingsverzoek in te trekken middels een uiterlijk op dinsdag 27 december 2022 ter griffie van het Gerecht af te leggen schriftelijke verklaring, met gelijktijdig afschrift daarvan aan Aruba Airlines;

- veroordeelt [naam verweerster] in het geval van intrekking van het verzoek in de kosten van deze reconventionele procedure gevallen aan de zijde van Aruba Airlines, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris gemachtigde;

INDIEN [NAAM VERWEERSTER] HAAR VERZOEK NIET (TIJDIG) INTREKT

- ontbindt de tussen Aruba Airlines en [naam verweerster] gesloten arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van vrijdag 30 december 2022;

- bepaalt dat Aruba Airlines een billijkheidsvergoeding van Afl. 75.000,- bruto dient te betalen, met dien verstande dat een eventueel door Aruba Airlines aan [naam verweerster] uit te keren bedrag aan cessentia steeds in mindering strekt op die vergoeding en vermeerderd met de wettelijke rente over het (dan) te betalen bedrag vanaf 13 januari 2023 tot de dag der algehele voldoening;

- verklaart dit deel van deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;

- wijst af het meer of anders door [naam verweerster] verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. T.A.M. Tijhuis, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 13 december 2022.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature