Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de laffe moord van [slachtoffer]. [slachtoffer] werd, terwijl hij op zijn erf nog achter het stuur van zijn auto zat, doodgeschoten. De schutter stond links van de linker-voorportier en loste drie schoten: twee daarvan raakten [slachtoffer] in zijn hoofd, ten gevolge waarvan hij overleed. Verdachte en zijn mededader hebben deze moord gepleegd uit wraak. Zij wilden wraak nemen op bendeleden van Pos Chikito, waartoe [slachtoffer] behoorde, omdat die bendeleden twee jaar eerder op verdachte hadden geschoten en hij daarbij verlamd is geraakt. De verdachte heeft – al dan niet samen met zijn broer – het plan bedacht, de datum bepaald, een vuurwapen meegenomen en twee anderen zo ver gekregen dat zij meegingen: een, omdat hij een auto had, de ander om als uitkijk te dienen. Hiermee heeft de verdachte samen met zijn mededader het meest fundamentele recht waarover de mens beschikt, van [slachtoffer] ontnomen. Straf: GS 18 jaren, met aftrek van voorarrest.