U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

civiel - ej - verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen – geen gewichtige redenen

Uitspraak



Beschikking van 12 januari 2021

Behorend bij AUA202002720

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING

in de zaak van

de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[naam VBA],

gevestigd in Aruba,

verzoekster,

hierna ook te noemen: [naam VBA],

gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,

tegen

[verweerster],

wonende in Aruba,

verweerster,

hierna te noemen: [verweerster],

gemachtigde: de advocaat mr. drs. P.G. Dowers-Alders.

1 DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift, met producties;

- het verweerschrift, met producties;

- nadere door [naam VBA] ingezonden producties;

- de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 16 december 2020.

1.2 [

naam VBA] is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door dhr. [naam directeur] (Managing Director bij [naam VBA]; hierna: [naam directeur]). [verweerster] is samen met haar gemachtigde verschenen. [naam VBA] heeft gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift van [verweerster], en dat mede aan de hand van een overgelegde en voorgedragen pleitnota. [verweerster] heeft vervolgens gedupliceerd.

1.3

Beschikking is bepaald op heden.

2 DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van overgelegde producties voor zover niet of onvoldoende bestreden staat onder meer het volgende vast tussen partijen.

2.2 [

verweerster] is om en nabij eind januari 2018 in loondienst getreden van [naam VBA] in de functie van Security Officer en zij is als zodanig tewerkgesteld op het terrein van de raffinaderij van Aruba.

2.3

Op 30 juli 2020 heeft [naam VBA] een waarschuwing uitgereikt aan [verweerster] omdat zij op haar werkplek geen helm maar een pet droeg.

2.4

Op 3 augustus 2020 heeft [naam VBA] een waarschuwing uitgereikt aan [verweerster] omdat zij op haar werkplek werd aangetroffen met haar haar in een losse staart en omdat zij sierraden droeg.

2.5

Kort na uitreiking aan [verweerster] van voormelde waarschuwingen heeft [naam directeur] aan [verweerster] promotie tot Supervisor in het vooruitzicht gesteld.

2.6

Op 13 augustus 2020 heeft [naam VBA] een waarschuwing uitgereikt aan [verweerster] omdat zij de dag daarvoor al het verkeer, waaronder begrepen de brandstof vervoerende vrachtwagens, de toegang naar en de uitgang van de raffinaderij heeft geweigerd onder meer omdat de chauffeurs daarvan geen helm droegen.

2.7 [

verweerster] heeft naar aanleiding van de volgens haar verlopen gang van zaken op de werkvloer van [naam VBA] een aan [naam VBA] gericht bezwaarschrift geschreven dat zij niet heeft doen toekomen aan [naam VBA] maar wel aan onder meer de Minister-President, de Minister van Arbeid en de voorzitter van de Staten van Aruba (hierna: het bezwaarschrift).

2.8

Vanwege de inhoud van het bezwaarschrift heeft [naam VBA] [verweerster] met ingang van 20 augustus 2020 met behoud van salaris geschorst.

2.9

Uit de schriftelijke verklaring van 8 december 2020 van het Hoofd Bureau Arbeidsgeschillen [naam DAO-ambtenaar] (hierna: de DAO-ambtenaar) volgt zakelijk weergegeven onder meer dat [naam directeur] ten overstaan van de DAO-ambtenaar heeft verklaard dat hij op 11 augustus 2020 de instructie heeft gegeven aan [verweerster] om iedereen bij haar post goed te controleren en te stoppen indien noodzakelijk, rekening houdende met de geldige veiligheidsvoorschriften. Verder volgt uit de verklaring van de DAO-ambtenaar dat die instructie volgens [naam directeur] niet betekende dat die ook voor chauffeurs van de brandstoftankwagens gold omdat die eigen speciaal beschermende kleding dragen.

3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [

naam VBA] verzoekt het Gerecht – bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad - de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, althans op een door het Gerecht te bepalen datum, te ontbinden op grond van de in het verzoekschrift omschreven gewichtige redenen, zonder toekenning van enige vergoeding aan [verweerster] en met veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure.

3.2 [

verweerster] voert verweer en concludeert primair tot afwijzing van het door [naam VBA] verzochte, kosten rechtens. Subsidiair, in geval van ontbinding van haar arbeidsovereenkomst, concludeert [verweerster] tot toekenning aan haar van een door [naam VBA] te betalen ontbindingsvergoeding, kosten rechtens.

4 DE BEOORDELING

4.1

Ingevolge artikel 7A:1615w, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) is iedere partij te allen tijde bevoegd zich wegens gewichtige redenen tot de rechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Als gewichtige redenen worden onder meer beschouwd omstandigheden welke een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615o lid 1 BW zouden hebben opgeleverd, alsook veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranderingen in de omstandigheden, kan hij op grond van het vijfde lid van bedoeld artikel, zo hem dat met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt, aan een der partijen ten laste van de wederpartij een vergoeding toekennen.

4.2

Onder randnummer 15. van haar verzoekschrift stelt [naam VBA] dat het door [verweerster] naar onder meer de hiervoor onder 2.7 vermelde anderen dan aan haar het bezwaarschrift heeft doen toekomen de druppel heeft gevormd die de spreekwoordelijke emmer heeft doen overlopen, waardoor sprake is van een (uitgestelde) dringende reden voor ontslag. Die stelling volgt het Gerecht niet. Daartoe wordt het volgende overwogen.

4.3

Ter zake van het hiervoor onder 2.6 omschreven incident heeft [verweerster] gesteld dat zij voor de uitvoering van haar werkzaamheden op 12 augustus 2020 van haar superieur [naam directeur] de instructie had gekregen die dag bij de ingang van de raffinaderij een ieder goed te controleren op naleving van de binnen [naam VBA] en/of de raffinaderij geldende veiligheidsvoorschriften en tegen te houden als dat niet het geval was. Die met de hiervoor onder 2.9 omschreven verklaring van de DAO-ambtenaar onderbouwde stelling heeft [naam VBA] onvoldoende onderbouwd bestreden. Hierbij heeft te gelden dat het Gerecht geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de betrouwbaarheid en/of de juistheid van de verklaring van bedoelde ambtenaar. Gesteld noch is gebleken in dit verband dat [naam directeur] bij het geven van de instructie heeft gezegd dat die niet gold voor onder meer chauffeurs van brandstoftankwagens. Nu het volgens eigen zeggen van [naam VBA] veiligheidsvoorschrift is dat een ieder op het terrein van de raffinaderij een veiligheidshelm draagt valt in het licht van vorenstaande zonder nadere doch ontbrekende uitleg niet in te zien dat [verweerster] verwijtbaar heeft gehandeld door op 12 augustus 2020 geen helm dragende chauffeurs van brandstoftankwagens bij de ingang/uitgang van de raffinaderij te stoppen en gestopt te houden, laat staan dat zij dit met kwaad opzet zou hebben gedaan zoals gesteld door [naam VBA].

4.4

Ter zake van de hiervoor onder 2.3 vermelde waarschuwing heeft [verweerster] onbestreden gesteld dat zij die heeft gekregen nadat manager [naam manager] zonder helm op haar werkplek was verschenen. Hier heeft te gelden dat de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet, in welk licht zonder nadere doch ontbrekende uitleg niet valt in te zien dat [verweerster] door het net als haar leidinggevende niet dragen van een helm op haar werkplek dermate verwijtbaar heeft gehandeld dat dit voorval in deze procedure met enige mate van succes aan haar kan worden tegengeworpen. Bovendien staat vast dat [naam VBA] kort na uitreiking van de hiervoor onder 2.2 en 2.3 vermelde waarschuwingen [verweerster] promotie tot supervisor in het vooruitzicht heeft gesteld. In dat verband valt niet in te zien dat bedoeld niet dragen van een helm en het beweerdelijk dragen van sierraden en haar in een losse staart voormelde spreekwoordelijke emmer met voldoende ernstig verwijtbare feiten heeft doen vullen. Er kan dan ook geen sprake zijn van een druppel welke die emmer heeft doen overlopen zoals gesteld door [naam VBA].

4.5

Ter zake van het doen toekomen van het bezwaarschrift aan de hiervoor onder 2.7 vermelde anderen dan aan [naam VBA] wordt nog het volgende overwogen, waarbij voorop wordt gesteld dat ministers en/of de Statenvoorzitter naar het oordeel van het Gerecht niet bevoegd zijn om in te grijpen in of zich te bemoeien met een individuele burgerrechtelijke arbeidsverhouding of -kwestie als de onderhavige en dat zij zich van dergelijk handelen dienen te onthouden. Door het bezwaarschrift te versturen naar bedoelde anderen dan naar [naam VBA] heeft [verweerster] zonder meer verwijtbaar gehandeld jegens [naam VBA]. Dat zij dat heeft gedaan is echter niet geheel onbegrijpelijk, nu het algemeen bekend is in Aruba dat dit geen ongebruikelijke gang van zaken is daargelaten het antwoord op de vraag of bewindslieden daar al dan geen gehoor aan geven. Dit één en ander brengt mee dat bedoeld verwijtbaar handelen geen gewichtige reden in de zin van veranderde omstandigheden oplevert die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerster] rechtvaardigt. [naam VBA] had en zal te dezen genoegen moeten nemen met een minder zware disciplinaire sanctie, temeer omdat gesteld noch is gebleken dat [verweerster] zich eerder schuldig heeft gemaakt aan soortgelijk verwijtbaar handelen.

4.6

Al het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het ontbindingsverzoek van [naam VBA] zal worden afgewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen dragen.

4.7 [

naam VBA] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten, tarief 5).

5 DE BESLISSING

Het Gerecht:

-wijst af het door [naam VBA] verzochte;

-veroordeelt [naam VBA] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [verweerster], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 12 januari 2021 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature