E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:OGEAA:2019:738
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, AUA201903348

Inhoudsindicatie:

Bij de vraag of plichtsverzuim is aan te merken als toerekenbaar plichtsverzuim is volgens vaste rechtspraak (vergelijk uitspraak van 20 november 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3895) van belang of de ambtenaar de ontoelaatbaarheid van het verweten gedrag heeft kunnen inzien en overeenkomstig dat inzicht heeft kunnen handelen. Het ligt op de weg van de ambtenaar aannemelijk te maken dat het plichtsverzuim hem niet kan worden toegerekend. De voorzieningenrechter overweegt in dit kader dat de onderzoeksgegevens toereikende grond bieden voor de overtuiging dat verzoeker de hem verweten gedragingen heeft begaan. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is, gelet op de aard en de ernst van het plichtsverzuim alsmede de positie van verzoeker als directeur DTP, de disciplinaire maatregel van ontslag niet onevenredig aan de ernst van het plichtsverzuim. Wat verzoeker heeft aangevoerd over de grote (financiële) gevolgen van het ontslag leidt niet tot een ander oordeel. Terecht heeft verweerder het belang bij beëindiging van het dienstverband zwaarder laten wegen dan het belang van verzoeker bij voortzetting van het dienstverband.

Nu geen van de door verzoeker aangedragen gronden doel treft, komt het gerecht tot de conclusie dat het bezwaar van verzoeker in de bodemprocedure waarschijnlijk ongegrond zal worden verklaard. Voor het treffen van een voorziening bij voorraad bestaat daarom geen aanleiding. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie