Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Civiel. Tussenvonnis. Gedaagde wordt in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of er is voldaan aan de eisen van art. 814 Rv.

Uitspraak



Vonnis van 28 augustus 2019

Behorend bij A.R. AUA201800776

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

[EISERES],

te Verenigde Staten van Amerika,

EISERES, hierna ook te noemen: [EISERES],

gemachtigde: mr. R.J. Kock,

tegen:

[GEDAAGDE],

te Aruba,

GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [GEDAAGDE],

gemachtigde: mr. D.G. Kock.

1 DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de rolbeschikking van 6 maart 2019;

- de akte van [EISERES];

- de antwoordakte van [GEDAAGDE];

- de akte uitlating producties van [EISERES].

1.2

De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2 DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1

Partijen zijn op 30 juli 1983 in de staat New York (USA) met elkaar gehuwd.

2.2 [

GEDAAGDE] heeft op 29 augustus 2006 een verzoek tot echtscheiding ingediend bij het GEA Aruba. In die procedure is aan [EISERES] verstek verleend. Bij uitspraak van 10 januari 2007 is de echtscheiding in het huwelijk van partijen uitgesproken en is de verdeling van de huwelijksgemeenschap gelast. De beschikking is ingeschreven in de registers van de censo op 7 september 2007.

2.3

Op 14 november 2008 heeft de rechter in de staat New York eveneens de echtscheiding in het huwelijk tussen partijen uitgesproken en een verdeling van de vermogensbestanddelen vastgesteld, alsmede een veroordeling opgenomen dat [GEDAAGDE] gehouden is een bedrag aan kinderalimentatie te voldoen. [GEDAAGDE] is in deze procedure niet verschenen en tegen hem is verstek verleend.

3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [

EISERES] heeft in onderhavig geschil (kort gezegd) gevorderd dat de door de rechter te new York vastgestelde verdeling door het gerecht wordt erkend en dat daaraan uitvoering wordt gegeven.

3.3 [

GEDAAGDE] heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd.

3.4

Het gerecht zal op de standpunten van partijen, hierna waar nodig nader ingaan.

4 DE BEOORDELING

4.1

Aan de orde is allereerst de vraag wat de positie is van het vonnis van de rechter te New York van 14 november 2008 (verder: het vonnis), gegeven de beschikking die op 10 januari 2007 door het GEA Aruba is gegeven. Uit het door [EISERES] overgelegde exemplaar van het vonnis blijkt dat de procedure voor de rechter te New York op 16 augustus 2006 een aanvang had genomen en dat aan [GEDAAGDE] op 19 oktober 2006 verstek is verleend. Vastgesteld moet dus worden dat de procedure die heeft geleid tot het vonnis eerder is gestart dan de procedure die heeft geleid tot de beschikking.

4.2

Tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika is geen verdrag van kracht dat voorschrijft dat de Nederlandse /Arubaanse rechter zich onbevoegd dient te verklaren op grond van het eerder aanhangig gemaakt zijn van dezelfde zaak bij een rechter in de Verenigde Staten van Amerika. Met name is de Verenigde Staten van Amerika niet partij bij het op 1 juni 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen en op 22 augustus 1981 voor Nederland in werking getreden Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed, Trb. 1979, 131, dat in art. 12 een litispendentiebepaling kent. Het op 27 maart 1956 tussen en de Verenigde Staten van Amerika gesloten Vriendschapsverdrag, Trb. 1956, 40, kent geen litispendentiebepaling. In het hier ten lande geldende Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is geen bepaling opgenomen die voorziet in een onbevoegdverklaring van de laatst aangezochte rechter, noch in (ambtshalve) verwijzing naar de eerste rechter. Het bepaalde in art. 126 Rv geldt uitsluitend indien door (één van de) partijen daarom wordt gevraagd. Daarvan is (naar kan worden aangenomen, in verband met de verstekverlening tegen [EISERES]) geen sprake geweest. Wel is van belang dat aan de formele eisen voor het voeren van een procedure voor de Arubaanse rechter is voldaan.

4.3

De rechter in Aruba komt op grond van art. 814 Rv rechtsmacht toe indien aan de in dat artikel genoemde eisen is voldaan. [EISERES] heeft betoogd dat daarvan geen sprake was, omdat [GEDAAGDE] de nationaliteit van de Verenigde Staten van Amerika heeft verkregen en dat niet vaststaat dat hij tenminste één jaar ten tijde van de indiening van het verzoekschrift woonachtig was op Aruba. [GEDAAGDE] heeft zich nog niet kunnen uitlaten over de vraag of voldaan is aan de eisen van art. 814 Rv. Hij zal daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld, waarbij hij zijn stelling met bewijsstukken dient te onderbouwen (bewijs nationaliteit en moment van inschrijving op Aruba). [EISERES] mag daarop reageren. Daarna komt de zaak opnieuw voor vonnis.

4.4

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5 DE UITSPRAAK

Het gerecht:

verwijst de zaak naar de rolzitting van 25 september 2019 voor een akte aan de zijde van [GEDAAGDE], waarna [EISERES] mag reageren;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 28 augustus 2019 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature