U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:

Inhoudsindicatie:

Kortgeding Ontruiming.

Uitspraak



Vonnis van 5 juni 2019

Behorend bij K.G. AUA201901161

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS IN KORT GEDING

in de zaak van:

[Eiseres],

wonende in Aruba,

eiseres

hierna ook te noemen: [eiseres],

gemachtigde: de advocaat mw. mr C.H. Lejuez,

tegen:

[Gedaagde],

wonende in Aruba,

gedaagde,

hierna ook te noemen: [gedaagde],

procederend in persoon.

1 DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit

-het verzoekschrift met producties;

-de nadere beslissing van dit Gerecht dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden gehouden op de terechtzitting van dinsdag 16 mei 2019 om 14:30 uur.

1.2 [

eiseres] is samen met haar gemachtigde ter zitting verschenen, en [gedaagde] is in persoon verschenen. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.

1.3

Vonnis is bepaald op heden.

2 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [

eiseres] vordert (na vermindering van eis) dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

-[gedaagde] beveelt het aan [eiseres] in eigendom toebehorende woonhuis gelegen in Aruba te Palm Beach 72 en de daarbij behorende appartementen (hierna: het onroerend goed) binnen vijf dagen na de uitspraak van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich aldaar van harentwege bevindende personen en goederen;

-[eiseres] machtigt om die ontruiming zelf te doen bewerkstelligen indien [gedaagde] voormeld bevel niet opvolgt, desnoods met behulp van de sterke arm,

-[gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.

2.2 [

gedaagde] voert verweer. Zij is - kort gezegd - bereid de woning te ontruimen en te verlaten binnen een termijn van één maand onder de voorwaarde dat zij de door haar ten behoeve van het onroerend goed gemaakte kosten mag verrekenen.

2.3

Voorzover van belang voor de uitspraak zullen de stellingen van partijen hierna worden besproken.

3 DE BEOORDELING

3.1

Het spoedeisend belang van [eiseres] bij de door haar verzochte ontruiming ligt besloten in de aard van dat verzoek en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.

3.2

Vast staat tussen partijen in elk geval het volgende. Krachtens een daartoe tussen partijen op 20 december 2016 gesloten koopovereenkomst heeft [gedaagde] van [eiseres] gekocht de in Aruba te [adres] gelegen woning en de daarbij behorende vijf appartementen (hierna: de koopovereenkomst, en: het onroerend goed). [gedaagde] is per diezelfde datum ten titel van huur in het onroerend goed getrokken. In de koopovereenkomst zijn onder meer de volgende afspraken tussen partijen neergelegd.

“(…).

PRIJS

Afl. 1.200.000,-- (…) met de volgende extra bepalingen: het woonhuis wordt de eerste 12 maanden gehuurd voor de huurprijs van $4.000,= met een waarborg van $ 4.000,= deze huurpenningen en de waarborg wordt bij overdracht in mindering gebracht op de koopprijs.

(…).

Artikel 8.

1. Indien een van de partijen, na bij schriftelijke kennisgeving in gebreke te zijn gesteld, gedurende tien dagen – waarbij de dag waarop de ingebrekestelling heeft plaatsgevonden is inbegrepen - met de nakoming van een of meer van haar verplichtingen nalatig blijft, is deze partij in gebreke. De wederpartij heeft dan de keuze tussen:

a. (…);

b. de koopovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst voor ontbonden te verklaren (…).

Artikel 9.

1. De ontbinding van de koopovereenkomst is tegenover de wederpartij slechts geldig, indien de verklaring tot ontbinding aan haar schriftelijk ter kennis is gebracht.

(…).

[addendum]

(…).

Deze akte is alleen geldig als de financiering binnen 12 maanden na ondertekening wordt verleend. Indien de financiering niet wordt verleend, zal deze Koopovereenkomst en Huurovereenkomst ontbonden (…) worden.”.

3.3

In het licht van voormelde feitelijkheden heeft [eiseres] niet of onvoldoende bestreden gesteld dat [gedaagde] tot heden geen financiering heeft kunnen krijgen voor betaling van voormelde tussen partijen afgesproken koopsom. Het in dat verband aan [gedaagde] gerichte schrijven van (de gemachtigde van) [eiseres] van 5 maart 2019 vermeldt onder meer:

“(…).

Gelet op uw verzoek om alsnog de financiering rond te krijgen heeft cliente u nog enige tijd gegeven om de financiering alsnog (…) rond te krijgen.

Echter, tot op heden heeft u geen financiering en bent u, ingevolge artikel 8 lid 2 van de koopovereenkomst, schriftelijk in gebreke met de nakoming van uw verplichtingen.

Indien u na deze schriftelijke ingebrekestelling nalatig blijft binnen 10 dagen na dagtekening van deze brief aan uw verplichtingen uit voornoemde koopovereenkomst te voldoen, bericht cliënte u reeds nu voor alsdan deze koopovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden te verklaren.

(…).”.

3.4

Vast staat dat [gedaagde] geen gevolg heeft gegeven aan voormelde sommering van Barerra, die is aangezegd aan [gedaagde] meer dan een jaar nadat partijen de koopovereenkomst hadden ondertekend. Mede om die reden verkeerde [gedaagde] in elk geval per 16 maart 2019 naar het voorshandse oordeel van het Gerecht in verzuim ter zake van haar uit de koopovereenkomst volgende verplichting om financiering te verkrijgen ten behoeve van betaling van de tussen partijen overeengekomen koopsom. Dit één en andere brengt mee dat [eiseres] naar het voorlopig oordeel van het Gerecht de koopovereenkomst, waarvan de huurafspraken tussen partijen deel uitmaken, op goede grond en op de wijze zoals voorgeschreven in de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden per 16 maart 2019. Door die ontbinding verblijft [gedaagde] vanaf die datum zonder recht of titel in de woning.

3.5

Bij de hiervoor geschetste stand van zaken valt in een bodemprocedure het oordeel te verwachten dat de ontruimingsvordering van [eiseres] zal worden toegewezen. De thans in die zin door [eiseres] verzochte voorziening zal worden toegewezen als na te melden. Hierbij wordt nog overwogen dat het overigens onvoldoende onderbouwde door [eiseres] bestreden verrekeningsverweer van [gedaagde] haar niet kan baten, omdat er in deze procedure niets valt te verrekenen nu er door [eiseres] in deze procedure geen geldvordering jegens [gedaagde] is ingesteld.

3.6

De door [eiseres]’s verzochte machtiging om bij gebreke daarvan zelf de ontruiming van bedoelde woning te bewerkstelligen, desnoods met behulp van politie en justitie, zal niet worden gegeven omdat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein van de deurwaarder betreft.

3.7

Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [gedaagde] bij afwijzing van de ontruimingsvordering van [eiseres] ten opzichte van de belangen van [eiseres] bij toewijzing daarvan.

3.8

Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat zij in staat is om het onroerend goed binnen een tijdsbestek van één maand te ontruimen en te verlaten, met welke termijn [eiseres] heeft ingestemd. Het Gerecht zal aldus beslissen.

3.9 [

gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (450,- + 223,94 =) Afl. 673,94 aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproeping) en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Hierbij wordt nog overwogen dat ter aanvankelijke op 25 april 2019 bepaalde zitting door toedoen van de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Aruba - die ten onrechte schriftelijk heeft verklaart dat [gedaagde] niet stond ingeschreven in de registers van die Burgerlijke Stand - niet op objectieve wijze kon worden vastgesteld dat de toen niet verschenen [gedaagde] op correcte wijze was opgeroepen door achterlating van het oproepingsexploot in een gesloten envelop te [adres]. Ter zitting is gebleken dat [gedaagde] wel degelijk stond en staat ingeschreven bij de Burgerlijke Stand van Aruba als zijnde woonachtig op voormeld adres. Als voornoemde ambtenaar een juist uittreksel of juiste informatie had verstrekt aan (de gemachtigde van) [eiseres], had ter aanvankelijke zitting tegen de niet verschenen [gedaagde] verstek verleend kunnen worden. Naar het oordeel van het Gerecht komen de met het aanvankelijke oproepingsexploot gemoeid gaande kosten ad Afl. 238,50 in redelijkheid niet voor rekening en risico van [gedaagde], maar voor die van [eiseres]. Die kosten worden daarom niet in de proceskostenveroordeling betrokken.

4 DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:

-beveelt [gedaagde] om binnen vier (4) weken na de betekening van dit vonnis aan [gedaagde] het aan [eiseres] in eigendom toebehorende woonhuis gelegen in Aruba te [adres] en de daarbij behorende appartementen te ontruimen en te verlaten met alle zich aldaar van harentwege bevindende personen en goederen en met afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres];

-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 673,94 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;

-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

-wijst af het meer of anders verzochte.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 juni 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature