U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:

Inhoudsindicatie:

Kort Geding. Naar het voorlopig oordeel valt de keuze om een niet kostendekkende prijs aan klanten in rekening te brengen binnen de beleidsvrijheid ten aanzien van de bedrijfsvoering van Serlimar. Deze keuze is op zichzelf niet reeds onrechtmatig. De vordering in kort geding om Serlimar te verplichten om de tipping fee van Afl. 180,-- volledig door te berekenen aan haar commerciële klanten, raakt deze beleidsvrijheid die op zich niet onrechtmatig is en dient derhalve te worden afgewezen.

Uitspraak



Vonnis in kort geding van 13 december 2018

Behorend bij K.G. AUA 201803799

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS IN KORT GEDING

in de zaak van:

de naamloze vennootschap

ECOTECH ARUBA N.V.,

te Aruba,

eiseres in conventie, verweerster in reconventie,

hierna ook te noemen: Ecotech,

gemachtigde: de advocaat mr. P.R.C. Brown,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon

SERVICIO DI LIMPIESA ARUBA,

te Aruba,

gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,

hierna ook te noemen: Serlimar,

gemachtigde: de advocaat mr. A.A.D.A. Carlo,

1 DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties,

- de eis in reconventie met producties,

- nadere producties van de zijde van Ecotech en van Serlimar,

- de pleitnota van Ecotech,

- de pleitnota van Serlimar,

- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 6 december 2018.

Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2 DE VASTSTAANDE FEITEN

In conventie en in reconventie 2.1

Ecotech voert een bedrijf in onder meer het ophalen en verwerken van huisvuil en commercieel afval.

2.2

Bij Landsverordening van 24 februari 2005 (hierna: de Landsverordening) is Serlimar ingesteld en belast met de inzameling en verwerking van afval afkomstig van particuliere huishoudens en bedrijven. Tevens is Serlimar belast met het beheer van de van overheidswege toegestane afvalstortingsplaatsen in Aruba, waaronder de afvalstortingsplaats te Parkietenbos.

2.3

De minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Milieu heeft in overeenstemming met de ministerraad in het kader van een algeheel beleid ten aanzien van de vuilverwerking in Aruba besloten dat de openbare afvalstortingsplaats te Parkietenbos dient te worden gesloten voor verdere aanvoer van huishoudelijk en commercieel afval. Om de openbare afvalstortingsplaats te Parkietenbos op korte termijn grotendeels te kunnen sluiten voor het storten van afval dient een alternatieve wijze van verwerking, scheiding en opslag van het afval te worden ingezet. De ministerraad van Aruba heeft ingestemd met het aangaan door Serlimar van een overeenkomst van opdracht met Ecogas (een zusterbedrijf van Ecotech), met dien verstande dat Serlimar steeds als opdrachtgever toezicht houdt op een prudente uitvoering, en zulks onverminderd de bepalingen van de Landsverordening.

2.4

Op 1 juni 2018 zijn Serlimar en Ecogas een overeenkomst van opdracht aangegaan (hierna: de overeenkomst) om tot een verantwoorde vorm van vuilverwerking te komen. Artikel 3.1 van de overeenkomst luidt als volgt:

Ecogas verplicht zich om zorg te dragen dat al het huishoudelijk en commercieel afval ingezameld door haar zusterbedrijf Ecotech bij haar bedrijfsterrein wordt afgeleverd. Ecogas verplicht zich voorts zorg te dragen dat Ecotech zich verplicht het door haar ingezamelde huishoudelijk en commercieel afval dat niet vatbaar is voor verwerking in balen door ecogas, bij de stortplaats te Parkietenbos althans een andere door het bevoegde gezag aangewezen stortplaats af te leveren tegen betaling aan Serlimar van een tipping fee van Afl. 60,00 per ton.

Artikel 4.1 van de overeenkomst luidt als volgt:

Met inachtneming van artikel 2 verplicht Serlimar zich om alle door haar bij haar klanten en huishoudens opgehaalde huishoudelijk en commercieel afval bij Ecogas af te leveren voor verwerking.

Artikel 4.4 van de overeenkomst luidt - voor zover van belang - als volgt:

Serlimar verplicht zich om Afl. 180,-- per ton afgeleverd afval aan Ecogas te betalen.

Artikel 4.6 van de overeenkomst luidt - voor zover van belang - als volgt:

Serlimar zal zich inspannen om het door derden storten van huishoudelijk en commercieel afval anders dan bij Ecogas, te ontmoedigen.

2.5

Bij brieven van 21 september 2018, met onderwerp “Transport en storten van commercieel afval bij de installatie van Ecogas N.V.”, heeft Serlimar derde-vuilophaalbedrijven in Aruba erop gewezen dat Ecogas op basis van de overeenkomst het exclusieve recht heeft om al het huishoudelijk en commercieel afval, dat wordt geproduceerd op Aruba, te verwerken. Verder heeft Serlimar deze derde-vuilophaalbedrijven geïnformeerd dat alle commerciële afval kan worden gestort bij Ecogas voor een tipping fee van Afl. 180,-.

2.6

Derde-vuilophaalbedrijven storten thans nog steeds (een deel van) het door hen opgehaalde afval op de afvalstortingsplaats te Parkietenbos tegen betaling aan Serlimar van een tipping fee van Afl. 60,-. Serlimar vervoert dit afval vervolgens van Parkietenbos naar Ecogas tegen betaling aan Ecogas van een tipping fee van Afl. 180,--.

2.7

Bij brief van 21 november 2018 heeft Ecotech Serlimar gesommeerd om bij al haar klanten en bij de derde-vuilophaalbedrijven die nog altijd bij Parkietenbos of elders storten, een tipping fee van Afl. 180,- per ton in rekening te brengen.

2.8

Op 23 november 2018 heeft Ecotech getracht om het door haar opgehaalde afval bij de afvalstortingsplaats te Parkietenbos te storten. Serlimar heeft Ecotech de toegang tot deze afvalstortingsplaats geweigerd.

3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

In conventie 3.1

Ecotech vordert in conventie, bij beschikking bij wege van voorlopige ordemaatregel, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Serlimar te bevelen:

a. aan haar commerciële klanten een tipping fee van Afl. 180,-- per ton in rekening te brengen, en

b. niet toe te staan dat andere vuilophaalbedrijven elders dan bij Ecogas hun afval storten,

totdat in dit kort geding een eindvonnis zal zijn gewezen;

voorts

bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,

primair:

a. aan Serlimar een gebod op te leggen om een tipping fee van Afl. 180,-- per ton in rekening te brengen aan haar commerciële klanten, en

b. aan Serlimar als beheerder van de toegestane vuilstortplaatsen een gebod op te leggen om het andere vuilophaalbedrijven niet toe te staan elders dan bij Ecogas hun afval te storten,

subsidiair:

c. indien de vorderingen onder a. en b. niet worden toegewezen, aan Serlimar als beheerder van de toegestane vuilstortplaatsen te bevelen Ecotech toe te laten om al het door haar verzamelde afval te storten op de stortplaats te Parkietenbos tegen betaling van een tipping fee van Afl. 60,-- per ton,

voor zolang als niet in hoogste instantie van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis zal zijn beslist op het door Ecotech in te dienen verzoek bij de bodemrechter,

een en ander op verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van Afl. 50.000,-- per dag of gedeelte van een dag dat Serlimar niet aan het in deze te geven gebod en verbod zal voldoen,

met veroordeling van Serlimar in de proceskosten.

3.2

Ecotech grondt het onder a. gevorderde erop dat Serlimar, zijnde een overheidsbedrijf, oneerlijk concurreert en aldus onrechtmatig en in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur handelt, door voor een dienst een prijs in rekening te brengen die (veel) lager is dan de daarmee gemoeide kosten.

Ecotech grondt het onder b. gevorderde erop dat Serlimar toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar inspanningsverplichting - vastgelegd in artikel 4.6 van de tussen Serlimar en Ecogas gesloten overeenkomst - door toe te staan dat andere vuilophaalbedrijven hun vuil storten bij Parkietenbos. Deze wanprestatie jegens Ecogas levert een onrechtmatige daad op jegens Ecotech, aldus Ecotech.

Ecotech grondt het onder c. gevorderde erop dat Serlimar, als beheerder van de afvalstortingsplaats te Parkietenbos, op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en naar hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt verplicht is Ecotech gelijk te behandelen als ieder ander vuilophaalbedrijf. Door uitsluitend Ecotech niet toe te staan om vuil te storten bij Parkietenbos, handelt Serlimar onrechtmatig jegens Ecotech, aldus Ecotech.

3.3

Serlimar voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Ecotech in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.

In reconventie

3.4

Serlimar vordert in reconventie bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad

a. Ecotech te bevelen haar verbintenis voortvloeiende uit artikel 3.1 van de tussen Serlimar en Ecogas gesloten overeenkomst na te komen,

b. Ecotech te verbieden het door haar ingezamelde huishoudelijk en commercieel afval op enigerlei wijze, zij het haarzelf of middels stromannen, bij de afvalstortingsplaats te Parkietenbos af te leveren of te doen afleveren, dan wel de toegang tot de afvalstortingsplaats te Parkietenbos te blokkeren dan wel de openbare orde aldaar te verstoren,

onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 50.000,-- per overtreding,

met veroordeling van Ecotech in de proceskosten.

3.5

Serlimar grondt het onder a. en b. gevorderde erop dat Ecotech wanprestatie pleegt door de verplichting genoemd in artikel 3.1 van de tussen Serlimar en Ecogas gesloten overeenkomst niet na te komen. Serlimar vordert derhalve nakoming van deze contractuele verplichting.

3.6

Ecotech voert tegen de vordering in reconventie verweer, met vordering tot veroordeling van Serlimar in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.

4 DE BEOORDELING

In conventie 4.1

Met betrekking tot het onder a. gevorderde stelt Echotech dat Serlimar onrechtmatig jegens Ecotech handelt door de tipping fee van Afl. 180,- niet volledig door te berekenen aan haar commerciële klanten. Er is sprake van oneerlijke mededinging omdat Serlimar, een overheidsbedrijf, aan haar commerciële klanten een niet kostendekkende prijs van Afl. 60,- in rekening brengt, aldus Echotech. In dit verband wijst Echotech tevens op Nederlandse jurisprudentie en wet- en regelgeving, waaronder de Mededingingswet. Ecotech vordert derhalve om Serlimar te bevelen om aan haar commerciële klanten een tipping fee van Afl. 180,-- per ton in rekening te brengen

4.2

Onder verwijzing naar de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 8 april 2014, ECLI:NL:OGHACMB:2014:25 overweegt het Gerecht voorop dat een beroep op oneerlijke mededinging alleen kan worden gebaseerd op het leerstuk van de onrechtmatige daad. Er dient geen aansluiting te worden gezocht bij de Nederlandse wetgeving op grond van het concordantiebeginsel, omdat het ontbreken van wetgeving in Aruba niet tot gevolg heeft dat reeds uit het concordantiebeginsel de inhoud van de Nederlandse wet omtrent ontwerp van burgerlijk recht van rechtswege deel uitmaakt van het Arubaanse recht.

4.3

Naar voorlopig oordeel valt de keuze om een niet kostendekkende prijs aan klanten in rekening te brengen binnen de beleidsvrijheid ten aanzien van de bedrijfsvoering van Serlimar. Deze keuze is op zichzelf niet reeds onrechtmatig. De vordering in kort geding om Serlimar te verplichten om de tipping fee van Afl. 180,-- volledig door te berekenen aan haar commerciële klanten, raakt deze beleidsvrijheid die op zich niet onrechtmatig is en dient derhalve te worden afgewezen. Voor zover Echotech zich op het standpunt stelt dat sprake is van oneerlijke mededinging en derhalve van onrechtmatig handelen omdat het Land Aruba de operationele kosten van Serlimar voor een groot deel subsidieert, dient Echotech het Land Aruba hierop aan te spreken. Het Land Aruba is evenwel geen partij in dit geding.

4.4

Ecotech legt aan het onder b. gevorderde om Serlimar – kort gezegd – op te dragen om andere vuilophaalbedrijven te verplichten hun afval te storten bij Ecogas, ten grondslag dat Serlimar haar verplichtingen op grond van de overeenkomst jegens Ecogas niet nakomt en dat deze wanprestatie een onrechtmatige daad oplevert jegens Ecotech.

4.5

Op grond artikel 4.6 van de overeenkomst heeft Serlimar zich jegens Ecogas verplicht om zich in te spannen om het door derden storten van huishoudelijk en commercieel afval anders dan bij Ecogas te ontmoedigen. Vastgesteld wordt dat Serlimar ter nakoming van deze inspanningsverplichting jegens Ecogas bij brieven van 21 september 2018 de derde-vuilophaalbedrijven heeft aangeschreven met de mededeling dat Ecogas het exclusieve recht heeft om al het afval in Aruba te verwerken en dat het afval kan worden gestort bij Ecogas voor een tipping fee van Afl. 180,-. Voor zover Ecogas, die geen partij is in dit geding, meent dat Serlimar niet aan haar bovengenoemde inspanningsverplichting heeft voldaan, is het aan Ecogas om Serlimar hierop op grond van de overeenkomst aan te spreken, hetgeen zij niet heeft gedaan. Nu derhalve niet aannemelijk is geworden dat sprake is van wanprestatie van de zijde van Serlimar jegens Ecogas, vervalt hiermee de grondslag van het onder b. gevorderde, zodat deze vordering dient te worden afgewezen.

4.6

Ecotech vordert onder c dat het Gerecht Serlimar beveelt om Ecotech toe te staan om vuil te storten op de afvalstortingsplaats te Parkietenbos. Toewijzing van deze vordering brengt direct met zich dat enerzijds Serlimar wordt verplicht om toe te staan dat Ecogas wanprestatie pleegt jegens Serlimar op grond van artikel 3.1 van de overeenkomst en anderzijds dat Ecogas, die geen partij is in dit geding, wordt verplicht om wanprestatie te plegen jegens Serlimar op grond van artikel 3.1 van de overeenkomst. Het Gerecht zal deze vordering reeds daarom niet toewijzen.

4.7

De vorderingen in conventie worden derhalve afgewezen.

In reconventie

4.8

In reconventie vordert Serlimar dat het Gerecht Ecotech beveelt haar verbintenis voortvloeiende uit artikel 3.1 van de tussen Serlimar en Ecogas gesloten overeenkomst na te komen, en haar - kort gezegd - verbiedt om vuil te (laten) storten op de afvalstortingsplaats te Parkietenbos. Serlimar baseert deze vordering op de overeenkomst. Anders dan Serlimar heeft betoogd, is het Gerecht van oordeel dat Ecotech geen partij is bij deze overeenkomst. De overeenkomst is gesloten tussen Ecogas en Serlimar. Ecotech is een derde. Naar geldende rechtsopvattingen geldt dat een derde een contractueel beding in redelijkheid tegen zich moet laten gelden indien dat gerechtvaardigd wordt door aan het op gedragingen van de derde terug te voeren vertrouwen van degene die zich op het beding beroept. In dit verband heeft Serlimar uitsluitend aangevoerd dat Ecogas en Ecotech dezelfde directeur hebben, hetgeen volstrekt onvoldoende is om te oordelen dat Ecotech, als derde, door haar toedoen is gebonden aan de overeenkomst tussen Ecogas en Serlimar. De vordering in reconventie dient dan ook te worden afgewezen.

In conventie en in reconventie

4.9

Het Gerecht ziet in het bovenstaande aanleiding de proceskosten in conventie en reconventie tussen partijen te compenseren met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5 DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:

in conventie

wijst het gevorderde af;

compenseert de kosten van de procedure in conventie, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

in reconventie

wijst het gevorderde af;

compenseert de kosten van de procedure in reconventie, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. S. Verheijen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 13 december 2018 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature