Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Volgens het Gerecht heeft de minister voldoende toegelicht waarom hij klager niet heeft geselecteerd voor de functie van senior projectmanager ICT. Verweerder mocht de sollicitatie van klager afwijzen. Bezwaar ongegrond.

Uitspraak



GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Uitspraak

in de zaak van:

[Klager],

wonende te Bonaire,

klager,

gemachtigde: mr. N.B. Louisa, advocaat,

tegen:

de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

verweerder,

gemachtigde: mr. T. Breugom, advocaat.

Procesverloop

Klager heeft op 28 december 2022 bezwaar gemaakt tegen de brief van 30 november 2022 (de bestreden beslissing) waarbij verweerder hem heeft meegedeeld dat hij niet is geselecteerd voor de functie van Senior Projectmanager ICT bij de afdeling Shared Service Office (SSO) van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Verweerder heeft een contramemorie ingediend.

Het bezwaar is behandeld ter zitting van het Gerecht van 22 januari 2024 in het gerechtsgebouw in Curaçao. Klager is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, die zich heeft doen vergezellen van [A], adviseur Human Resources van de Afdeling Werkgeverschap RCN, en [B], jurist bij RCN, die allen via videoverbinding hebben deelgenomen aan de zitting.

Overwegingen

wettelijk kader

1. Op grond van artikel 35, eerste lid, van de War 1951 BES kan een bezwaarschrift worden ingediend ter zake dat beschikkingen, handelingen of weigeringen (om te beschikken of te handelen), ten aanzien van een ambtenaar als zodanig, zijn nagelaten betrekkingen of rechtverkrijgende door een administratief orgaan genomen, verricht of uitgesproken, feitelijk of rechtens met de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften strijden of dat bij het nemen, verrichten of uitspreken daarvan het administratief orgaan van zijn bevoegdheid kennelijk een ander gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden, waarvoor die bevoegdheid is gegeven.

feiten

2. Klager is met ingang van 1 december 2018 aangesteld in de functie van Projectleider ICT bij de afdeling SSO RCN. Vanaf 25 februari 2021 heeft klager deelgenomen aan een verbetertraject gericht op het verbeteren van zijn functioneren. Dit traject is in augustus 2021 afgerond. Daarbij is een aantal aanbevelingen gedaan voor het verder verbeteren van het functioneren van klager. Op 21 september 2022 heeft klager gesolliciteerd naar de functie van Senior Projectmanager ICT bij de SSO (de functie). Nadat klager heeft vernomen dat hij niet is geselecteerd voor de functie heeft hij bij e-mailbericht van 26 oktober 2022 verzocht om “middels een voor (bezwaar en) beroep vatbare beslissing zoals bedoeld in de Wet administratieve rechtspraak BES te mogen vernemen op welke inhoudelijke gronden” hij niet is uitgenodigd voor een gesprek. Dat verzoek heeft klager bij e-mailbericht van 9 november 2022 herhaald.

2.1.

In de bestreden beslissing heeft verweerder onder meer het volgende vermeld: “U bent per 1 december 2018 in dienst getreden als Projectleider ICT. Uit uw recente werkervaring blijkt dat uw functioneren niet onomstreden was. U bent vervolgens gecoacht en ondersteunt middels een verbetertraject maar door het geringe tijdsverloop sindsdien, vergeleken met de kennis en ervaring van de overige kandidaten, ben ik van oordeel dat u op juiste gronden niet door de selectieronde bent gekomen. Voor het vervullen van een functie komt de werkgever ook vrijheid toe om de juiste keuze te maken. De functie van Senior Projectmanager is momenteel, en vooralsnog, geen voor de hand liggende loopbaanstap voor u. […] Daarnaast is er geen verplichting dat interne kandidaten worden uitgenodigd voor een gesprek met de selectiecommissie. […] U heeft mij verzocht de benoeming van de kandidaat aan te houden totdat het onderhavige besluit in rechte vaststaat. Gelet op het belang van een voortvarende vervulling van de functie van Senior Projectmanager ga ik hier niet toe over. De functie zal dan ook spoedig vervuld worden.”

beoordeling

bevoegdheid Gerecht

3. De bestreden beslissing behelst de beslissing van verweerder om klager niet te selecteren voor de door klager geambieerde functie. Hiermee is de bestreden beslissing op rechtsgevolg gericht en staat daartegen bezwaar open bij dit Gerecht. Het Gerecht is dus bevoegd om dit bezwaar te beoordelen.

procesbelang

4. Voor het eerst ter zitting heeft verweerder het verweer gevoerd dat klager geen procesbelang heeft bij dit bezwaar. Verweerder heeft daarbij toegelicht dat de voor de functie geselecteerde kandidaat is aangesteld en in de functie werkzaam is geweest tot haar uitdiensttreding per 31 december 2023. In de in augustus 2023 bijgewerkte versie van het functieboek van de afdeling SSO RCN, het zogenaamde ONF-rapport, komt de functie niet meer voor omdat deze ingaande 1 januari 2024 is vervallen.

4.1

Klager stelt als lid van de Participatieraad betrokken te zijn geweest bij de totstandkoming van bedoelde laatste versie van het functieboek en dat de functie weliswaar daarin niet met dezelfde functienaam voorkomt, maar dat de functie in feite nog wel bestaat omdat de taken behorende bij de in dat functieboek opgenomen functie “projectmanager ICT” grotendeels overeenkomen met die van de functie en beide functies gelijk zijn ingeschaald. De functie bestaat aldus in feite nog en is nog vacant zodat klager belang heeft bij beoordeling van dit bezwaar.

4.2

Doordat voormelde functieboek niet is overgelegd, kan het Gerecht voormelde stellingen van partijen niet beoordelen. Of de functie al dan niet met een andere benaming in het functieboek is opgenomen, kan echter om de volgende reden in het midden blijven.

4.3

Niet in geschil is dat bij de functie een hogere salarisschaal hoort dan de huidige functie van klager. Naar het Gerecht begrijpt stelt klager belang te hebben bij beoordeling van dit bezwaar in verband met het mislopen van bezoldiging conform een hoger bezoldigingsschaal, indien zou komen vast te staan dat hij ten onrechte als sollicitant is afgewezen. Volgens vaste rechtspraak (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 9 maart 2022, ECLI:NL:ORBAACM:2022:52) kan de omstandigheid dat schade is geleden als gevolg van bestuurlijke besluitvorming tot het oordeel leiden dat sprake is van een actueel procesbelang. Daarvoor is vereist dat de stelling dat schade is geleden als gevolg van bestuurlijke besluitvorming niet op voorhand onaannemelijk is. Daarvan is in dit geval sprake. Immers, niet onaannemelijk is dat klager door de afwijzing van zijn sollicitatie een salarisschaal is misgelopen. Al gelet daarop heeft klager belang bij de beoordeling van dit bezwaar.

Wat voert klager aan tegen de afwijzing?

5. Klager voert, samengevat weergegeven, de volgende argumenten aan ter onderbouwing van zijn standpunt dat verweerder hem ten onrechte niet heeft geselecteerd voor de functie. Klager werkt al vier jaar in zijn huidige functie en heeft daarvoor twee jaar de functie van projectmanager bij WEB Bonaire als zelfstandige/freelance vervuld. Gelet op deze werkervaring is klager bekend met de eisen en verantwoordelijkheden behorende bij het leiden van ICT projecten en heeft hij hiermee, anders dan verweerder stelt, de nodige kennis en ervaring om de functie te kunnen vervullen. Daar komt bij dat klager voor het opdoen van deze werkervaring gedurende zeventien jaar als ondernemer heeft gewerkt, zowel in Bonaire als in Nederland en daarbij ruim voldoende ervaring heeft opgedaan met het geven van leiding binnen de ICT branche. In de bestreden beslissing heeft verweerder vermeld dat het functioneren van klager in zijn huidige functie niet onomstreden was en dat hij gecoacht is via een verbetertraject maar laat na duidelijk te maken waarom zijn functioneren omstreden zou zijn geweest en waarom dit na coaching en begeleiding een rol heeft gespeeld in het sollicitatietraject. Klager heeft nooit een negatieve beoordeling gehad en functioneert dus naar behoren. Als interne kandidaat had klager voorrang moeten krijgen ten opzichte van andere sollicitanten in de selectieprocedure. Verweerder is niet zorgvuldig geweest bij het nemen van de beslissing tot afwijzing van klager en heeft in de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd waarom klager niet de meest geschikte kandidaat was voor de functie. Klager verzoekt om bij een volgende sollicitatie voorrang te krijgen.

Het verweer

6. Verweerder heeft toegelicht dat de vier jaar werkervaring van klager in zijn huidige functie in acht is genomen bij het nemen van de bestreden beslissing. Verweerder heeft vervolgens toegelicht dat het functioneren van klager in zijn huidige functie echter verbeterd moest worden waardoor klager een verbetertraject moest volgen. Dit was nodig onder meer omdat meerdere opdrachtgevers geklaagd hebben over het optreden van klager bij de uitvoering van projecten waarbij hij als projectleider betrokken was. Een negatieve beoordeling van klager is teruggedraaid om formele redenen, namelijk dat de leidinggevende van klager onvoldoende duidelijk aan klager heeft gecommuniceerd gedurende het betreffende jaar op welke punten zijn functioneren moest worden verbeterd. Daarom is in de bestreden beslissing vermeld dat het functioneren van klager niet onomstreden is. De kennis en ervaring van de andere sollicitanten sloten beter aan bij de bij de functie horende functie-eisen.

Mocht verweerder de sollicitatie van klager afwijzen?

7.1

Conform vaste jurisprudentie, bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 9 maart 2022 die eerder is genoemd, heeft een bestuursorgaan beoordelingsruimte bij de beoordeling van de capaciteiten van een sollicitant tegen de achtergrond van de functie-eisen behorende bij de vacante functie. Daarom is de toetsing door de rechter terughoudend.

7.2

Zelfs indien zou worden aangenomen dat klager uitstekend functioneert in zijn huidige functie, maakt dat nog niet dat klager daarmee als interne kandidaat automatisch moet worden geselecteerd voor de functie. Een wettelijke grondslag voor een dergelijke voorkeursbehandeling van interne kandidaten ontbreekt. Overigens heeft verweerder voldoende toegelicht dat er ruimte was voor verbetering van het functioneren van klager wat onder meer blijkt uit het feit dat klager heeft deelgenomen aan een verbetertraject dat kort voor zijn sollicitatie is afgerond met een aantal aanbevelingen voor het verder verbeteren van het functioneren van klager. Verweerder mocht deze omstandigheden betrekken in zijn oordeel over de geschiktheid van klager voor de functie.

7.3

Verweerder heeft toegelicht dat de kennis en ervaring van de andere sollicitanten beter aansloten bij de tot de functie behorende functie-eisen. Klager stelt dat verweerder dit ten onrechte niet heeft bewezen. Deze stelling faalt. Anders dan klager stelt, was verweerder niet verplicht om sollicitatiestukken van de andere sollicitanten aan hem als sollicitant ter hand te stellen om aan te tonen dat de kennis en ervaring van de andere sollicitanten beter aansloten bij de functie. Voor een dergelijke verplichting bestaat geen wettelijke grondslag.

7.4

In de bestreden beslissing heeft verweerder naar het oordeel van het Gerecht voldoende toegelicht waarom hij klager niet heeft geselecteerd voor de functie. Verweerder heeft namelijk aan klager kenbaar gemaakt dat hij bij het nemen van zijn beslissing rekening heeft gehouden met het feit dat klager kort voor zijn sollicitatie een verbetertraject heeft doorlopen en dus niet optimaal functioneerde in zijn huidige functie en ook rekening heeft gehouden met de kennis en ervaring van de overige kandidaten. Daarmee heeft verweerder zijn beslissing voldoende gemotiveerd. Daaruit blijkt ook dat verweerder de nodige zorgvuldigheid heeft betracht bij het nemen van de bestreden beslissing. Hetgeen klager ter zitting heeft aangevoerd ter onderbouwing van de gestelde schending van het zorgvuldigheidsbeginsel treft in het licht van het voorgaande geen doel. Op grond van het voorgaande mocht verweerder dus de sollicitatie van klager afwijzen.

Conclusie

8. Het bezwaar is ongegrond. Dat betekent dat de bestreden beslissing in stand kan blijven en dat geen grond bestaat voor toewijzing van hetgeen klager in het kader van deze procedure heeft verzocht, waaronder de verzochte proceskostenveroordeling.

Beslissing

Het Gerecht in Ambtenarenzaken:

- verklaart het bezwaar tegen de bestreden beslissing van 30 november 2022 ongegrond.

Aldus gedaan door mr. N.M. Martinez, rechter in ambtenarenzaken, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2024 te Curaçao, in tegenwoordigheid van P.N.F. Pereira do Tanque, griffier.

Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger of gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest, en in alle andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending van de uitspraak of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken. Zie titel IV hoofdstuk 1 van de War 1951 BES.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature