U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Ontvankelijkheid - Klaagster heeft haar bezwaarschrift ingediend acht weken na indiening van haar verzoek. Het gerecht is gezien het bovenstaande van oordeel dat het bezwaar niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Volgens vaste jurisprudentie kan men bij eenvoudig te nemen beschikkingen in beginsel pas na vier maanden na het indienen van het verzoek, een bezwaarschrift indienen. In dit geval heeft klaagster reeds na acht weken bezwaar gemaakt. Bovendien is in het onderhavige geval geen sprake van een eenvoudig te nemen beschikking op het verzoek.

Uitspraak



Uitspraak van 11 januari 2021

Gaza nr. AUA201904169

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK

op het bezwaar van:

[klaagster],

wonende te Aruba,

KLAAGSTER,

gemachtigden: mrs. S.C. van Lint en J.T. Frolijk,

gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA

zetelende te Aruba,

VERWEERDER,

gemachtigde: mr. C.L. Geerman (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 2 oktober 2019 heeft klaagster verweerder verzocht om een tegemoetkoming in verband met een dienstongeval.

Tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek heeft klaagster op 28 november 2019 bezwaar gemaakt bij het gerecht.

Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 november 2020. Klaagster is verschenen bijgestaan door mr. S.C. van Lint (via videoverbinding) en mr. J.T. Frolijk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.

De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten 1.1

Klaagster is ambtenaar werkzaam bij het Korps Politie Aruba (KPA).

1.2

Op 13 maart 2017 is klaagster een ongeval overkomen op het werk. Klaagster is sindsdien arbeidsongeschikt.

1.3

Op 12 mei 2017 is een rapport opgemaakt van het ongeval.

1.4

Bij brief van 2 oktober 2019 heeft klaagster Departamento di Recurso Humano (DRH) verzocht om haar naar evenredigheid van de mate van haar invaliditeit als gevolg van het bedrijfsongeval een tegemoetkoming toe te kennen. Klaagster schrijft onder meer:

“(…)

Kortom, mevrouw [klaagster] verzoekt het Land eerbiedig haar op basis van de Circulaire een tegemoetkoming toe te kennen naar evenredigheid van de mate van haar invaliditeit als gevolg van het dienstongeval dat 13 maart 2017 plaatsvond. In dat verband wordt het Land vooraleerst verzocht de SVB op te dragen een medisch advies op te stellen omtrent de mate van haar invaliditeit.

(…)”.

De ontvankelijkheid

2.1

Voor zover hier van belang bepaalt artikel 35, eerste lid, van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (hierna: de La) dat een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen een weigering om te beschikken.

2.2

Artikel 41, eerste lid, van de La bepaalt, voor zover hier van belang, dat het bezwaarschrift moet worden ingediend binnen dertig dagen na de dag waarop de aangevallen weigering is uitgesproken. Het tweede lid bepaalt dat een orgaan wordt geacht de weigering tot het nemen van een beschikking te hebben uitgesproken, indien het binnen de daarvoor bepaalde tijd of, waar een tijdsbepaling ontbreekt, binnen redelijke tijd een verplichte beschikking niet genomen heeft. In dit geval loopt de termijn van dertig dagen van de dag, waarop de weigering geacht wordt te zijn uitgesproken.

2.3

Volgens vaste jurisprudentie van de Raad (vgl. RvBAz 29 juni 2012, ECLI:NL:ORBANAA:2012:BX4891) is sprake van een redelijke tijd zoals bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de La, na verloop van tussen de vier maanden en een jaar na het indienen van het verzoek, afhankelijk van de ingewikkeldheid van het verzoek en de bekendheid van het beschikkend orgaan met de desbetreffende materie. Indien er sprake is van bijzondere feiten of omstandigheden kan sprake zijn van een redelijke termijn korter dan vier maanden of langer dan vier jaar.

2.4

Klaagster heeft haar bezwaarschrift ingediend acht weken na indiening van haar verzoek. Het gerecht is gezien het bovenstaande van oordeel dat het bezwaar niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Volgens vaste jurisprudentie kan men bij eenvoudig te nemen beschikkingen in beginsel pas na vier maanden na het indienen van het verzoek, een bezwaarschrift indienen. In dit geval heeft klaagster reeds na acht weken bezwaar gemaakt. Bovendien is in het onderhavige geval geen sprake van een eenvoudig te nemen beschikking op het verzoek. Daarom kan van verweerder niet binnen acht weken een reële beschikking worden verwacht. Klaagster heeft de redelijke termijn niet afgewacht. Zij is dan ook niet-ontvankelijk in zijn bezwaar.

2.5

Ter zitting heeft klaagster aangevoerd dat haar verzoek slechts bedoeld was om verweerder ertoe te bewegen om de SVB opdracht te geven om klaagster medisch te keuren. Het gerecht volgt klaagster, gelet op de bewoordingen van haar verzoek, niet in dit standpunt (zie 1.4).

2.6

Ten overvloede overweegt het gerecht dat verweerder ter zitting heeft meegedeeld dat het geneeskundig onderzoek van klaagster in maart 2021 zal plaatsvinden.

3. Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:

verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in ambtenarenzaken en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 11 januari 2021 in aanwezigheid van de griffier.

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:

Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;

In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.

Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:

De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken

J.G. Emanstraat 51

Oranjestad

Aruba

U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:

1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;

2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:

a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,

b. de datum van ondertekening,

c. waartegen u in hoger beroep komt,

d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).

Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature