Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/03243
Datum 19 januari 2024
ARREST
In de zaak van
1. SONOS EUROPE B.V.,
gevestigd te Hilversum,
2. SONOS, INC.,
gevestigd te Santa Barbara, Californië, Verenigde Staten van Amerika,
EISERESSEN tot cassatie, verweersters in het incidentele cassatieberoep,
hierna: Sonos,
advocaat: R.L.M.M. Tan,
tegen
GOOGLE LLC.,
gevestigd te Mountain View, Californië, Verenigde Staten van Amerika,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep,
hierna: Google,
advocaat: H.J. Pot.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak C/09/599482 KG/RK 20-1142 van de rechtbank Den Haag van 22 september 2020, het vonnis in de zaak C/09/607567 / HA ZA 21-174 van de rechtbank Den Haag van 17 maart 2021, en het vonnis en de rolbeslissingen in de zaak C/16/519479 / HL ZA 21-94 van de rechtbank Midden-Nederland van 7 april 2021 (rolbeslissing), 14 april 2021 (rolbeslissing) en 26 januari 2022 (vonnis);
b. de arresten in de zaak 200.292.395/01 van het gerechtshof Den Haag van 27 juli 2021 en 31 mei 2022.
Sonos heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Google heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen schriftelijk en mondeling toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep en van het incidentele cassatieberoep.
De advocaat van Google heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Uitgangspunten en feiten
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Google vordert in deze procedure Sonos te verbieden inbreuk te maken op een octrooi van Google.
De voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag heeft bij beschikking van 22 september 2020 Google toegestaan om te procederen volgens het zogeheten Versneld Regime in Octrooizaken (hierna: de VRO-beschikking).
(ii) Bij vonnis van 17 maart 2021 heeft de rechtbank Den Haag zich onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de rechtbank Midden-Nederland, in de staat waarin de zaak zich bevindt. Zij heeft daarbij overwogen dat hieronder moeten worden begrepen de processuele beslissingen zoals neergelegd in de VRO-beschikking.
(iii) Sonos heeft de rechtbank Den Haag verzocht tussentijds hoger beroep open te stellen van het vonnis van 17 maart 2021. De rechtbank heeft dat verzoek afgewezen.
(iv) Sonos heeft niettemin tussentijds hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 17 maart 2021. Sonos heeft in dit hoger beroep incidentele vorderingen ingesteld die ertoe strekken te bepalen dat de rechtbank Midden-Nederland niet is gebonden aan de VRO-beschikking en dat het hoger beroep schorsende werking heeft.
(v) Bij arrest van 27 juli 2021 heeft het gerechtshof Den Haag de incidentele vorderingen van Sonos afgewezen.
(vi) De rechtbank Midden-Nederland heeft bij eindvonnis van 26 januari 2022 de vordering van Google afgewezen. Google heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
(vii) Het gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 31 mei 2022 Sonos niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 17 maart 2021. Het hof heeft daartoe overwogen dat, in het licht van het eindvonnis van de rechtbank Midden-Nederland, niet valt in te zien welk belang Sonos nog heeft bij dit hoger beroep.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid
3.1Het vonnis van de rechtbank Den Haag van 17 maart 2021 is een tussenvonnis omdat daarbij niet in het dictum een einde is gemaakt aan het geding omtrent enig deel van het gevorderde, dat wil zeggen de rechtsvordering die inzet van het geding is, zijnde het door Google gevorderde verbod.
De arresten van het gerechtshof Den Haag van 27 juli 2021 en 31 mei 2022 zijn tussenarresten, omdat daarbij evenmin in het dictum een einde is gemaakt aan het geding omtrent enig deel van het gevorderde.
Het tussenarrest van 27 juli 2021 is geen uitspraak als bedoeld in art. 401a lid 1 Rv waarbij een voorlopige voorziening is geweigerd, omdat de afwijzing van de incidentele vorderingen van Sonos een beslissing is in het kader van de voortgang en de instructie van de zaak.
Het hof heeft in zijn arrest van 31 mei 2022, met zijn beslissing over de proceskosten, de vordering van Google tot veroordeling van Sonos in de volledige proceskosten afgewezen. De enkele beslissing omtrent de proceskosten in het dictum van een uitspraak maakt deze niet tot een einduitspraak.
Tegen de arresten van 27 juli 2021 en 31 mei 2022 kan daarom slechts beroep in cassatie worden ingesteld tegelijk met dat van het – door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden te wijzen – eindarrest, tenzij de rechter anders bepaalt (art. 401a lid 2 Rv). De rechter heeft niet anders bepaald. De zogenoemde doorbrekingsjurisprudentie is hier niet van toepassing. Sonos en Google zijn dus niet ontvankelijk in hun cassatieberoepen.
3.2.1
Sonos zal in het principale cassatieberoep worden veroordeeld in de kosten. Google vordert veroordeling van Sonos in de volledige proceskosten wegens misbruik van procesrecht en voert daartoe aan dat Sonos met haar cassatieberoep slechts beoogt de procedure te vertragen of te frustreren.
Voor een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten kan alleen plaats zijn in buitengewone omstandigheden, waarbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen als grond voor een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter, dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM. Met inachtneming van deze terughoudendheid ziet de Hoge Raad onvoldoende grond voor een veroordeling in de volledige proceskosten.
Google heeft uitdrukkelijk geen aanspraak gemaakt op begroting van de proceskosten met toepassing van art. 1019h Rv.
De Hoge Raad zal de proceskosten in het principale beroep begroten met toepassing van het liquidatietarief.
3.2.2
Google zal in het incidentele cassatieberoep worden veroordeeld in de proceskosten. Sonos heeft aanspraak gemaakt op toepassing van art. 1019h Rv en heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat als het principale en het incidentele beroep geheel falen, compensatie van de proceskosten is aangewezen. Mede gelet op dit standpunt ziet de Hoge Raad aanleiding om ook de kosten in het incidentele cassatieberoep te begroten met toepassing van het liquidatietarief.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
- verklaart Sonos niet-ontvankelijk;
- veroordeelt Sonos in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Google begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
- verklaart Google niet-ontvankelijk;
- veroordeelt Google in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Sonos begroot op € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Google deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 19 januari 2024.
Rechtbank Den Haag 17 maart 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2929.
Gerechtshof Den Haag, 27 juli 2021, ECLI:NL:GHDHA:2024:52.
Rechtbank Midden-Nederland 26 januari 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:245.
Gerechtshof Den Haag, 31 mei 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2748.
Vgl. HR 22 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK1639, rov. 3.3.2.
Vgl. HR 22 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK1639, rov. 3.4.3.
Vgl. HR 28 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0598, rov. 4.5.
HR 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1934, rov. 3.3.