U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Rijden terwijl verdachte wist dat ‘een op zijn naam gesteld rijbewijs’ ongeldig was verklaard, art. 9.2 WVW 1994. Levert besturen van motorrijtuig na ongeldigverklaring van Nederlands rijbewijs het strafbare feit van art. 9.2 WVW 1994 op, nu verdachte ook zou beschikken over geldig Bosnisch rijbewijs? Opvatting dat bestuurder van wie Nederlands rijbewijs ongeldig is verklaard maar die daarnaast beschikt over geldig buitenlands rijbewijs, zich niet schuldig maakt aan strafbaar feit van art. 9.2 (eerste volzin) WVW 1994, is onjuist.

Volgt verwerping.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 21/02056

Datum 24 januari 2023

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 mei 2021, nummer 20-002000-20, in de strafzaak

tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.P.J. van Riel, advocaat te Ede Gld, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2 Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de verdachte een motorrijtuig heeft bestuurd, terwijl hij wist dat ‘een op zijn naam gesteld rijbewijs’ ongeldig was verklaard. Daartoe wordt aangevoerd dat de verdachte ten tijde van het besturen van het motorrijtuig in het bezit was van een geldig Bosnisch rijbewijs.

2.2.1

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd. Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:

“hij op 28 januari 2020 te Molenschot, gemeente Gilze en Rijen terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, Heideweg, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.”

2.2.2

Deze bewezenverklaring steunt op de volgende in het bevestigde vonnis opgenomen bewijsmiddelen:

“3.1.1

Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van artikel 9 WVW d.d. 28 januari 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm, opgenomen als pagina 2-4 van het eindproces-verbaal PL2200280120200852197819, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :

Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat op 28 januari 2020 om 08:52 uur te Molenschot, gemeente Gilze en Rijen, als bestuurder reed op de Heideweg.

Verdachte

Naam: [verdachte]

Voornaam: [verdachte]

Geboren op: [geboortedatum] 1979

Motorrijtuig: Personenauto

Kenteken: [kenteken]

Merk/type: BMW 1ER

Voor het besturen van bovenstaand motorrijtuig is een rijbewijs vereist van de categorie B.

Na onderzoek bleek dat deze bestuurder een op zijn/haar naam gesteld rijbewijs voor één of meer categorieën van motorrijtuigen dan wel voor een gedeelte van de geldigheidsduur ongeldig is verklaard.

Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van artikel 9 WVW d.d. 28 januari 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm, opgenomen als pagina 2-4 in eindproces-verbaal PL2200280120200852197819, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:

"Ik wist niet dat ik niet mocht rijden. Ik wist dat mijn rijbewijs ongeldig is verklaard in 2013. Ik reed toch, omdat ik een Bosnisch rijbewijs heb. Ik heb inderdaad in de zwarte BMW gereden. Naar mijn weten mag ik met een Bosnisch rijbewijs in Nederland rijden, omdat ik niet in Nederland ingeschreven sta.”

Een uittreksel uit het RDW-register d.d. 31 januari 2020, opgenomen als pagina 7-8 van het eindproces-verbaal PL2200280120200852197819, waaruit blijkt dat sinds 28 maart 2013 het rijbewijs van verdachte volledig ongeldig is.

Een aangetekende brief van het CBR aan het bekende en geldende BRP-adres van verdachte met als onderwerp besluit: gevolgen niet meewerken EMG d.d. 21 maart 2013:

"Wij hebben uw rijbewijs ongeldig verklaard. Dat betekent dat uw rijbewijs ongeldig is vanaf de zevende dag na dagtekening van dit besluit.””

2.2.3

Volgens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte daar het volgende aangevoerd:

“Ik verzoek uw hof om de zaak op een andere manier af te doen dan de advocaat-generaal vordert. Als mijn cliënt inderdaad in bezit is van een Bosnisch rijbewijs, dan mag hij in ieder geval autorijden. Er zijn geen nieuwe feiten bijgekomen sinds dit feit. De boodschap is bij cliënt overgekomen en hij woont niet meer in Nederland, zodat de kans op herhaling niet zo groot lijkt.

Primair meent mijn cliënt wel dat hij vrijgesproken dient te worden. Indien uw hof toch tot bewezenverklaring komt, dan verzoek ik om een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.

(...)

Cliënt heeft mij gisteren een foto gestuurd van wat een kopie lijkt te zijn van zijn Bosnisch rijbewijs. Het lijkt erop dat dit rijbewijs geldig is van 13 november 2019 tot 13 november 2029. Hij mag dan misschien niet in Nederland rijden met zijn Bosnisch rijbewijs, maar het is wel een extra argument om een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.”

2.3.1

De tenlastelegging is toegesneden op artikel 9 lid 2, eerste volzin, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). Daarom moet worden aangenomen dat de in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende woorden ‘een op zijn naam gesteld rijbewijs’ zijn gebruikt in de betekenis die deze woorden hebben in die bepaling.

2.3.2

Artikel 9 lid 2, eerste volzin, WVW 1994 luidt:

“Het is degene die weet of redelijkerwijs moet weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen dan wel voor een gedeelte van de geldigheidsduur ongeldig is verklaard, indien aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën is afgegeven, verboden op de weg een motorrijtuig van die categorie of categorieën dan wel gedurende dat gedeelte van de geldigheidsduur te besturen of als bestuurder te doen besturen.”

2.4

Het cassatiemiddel berust op de opvatting dat de bestuurder van wie het Nederlandse rijbewijs ongeldig is verklaard maar die daarnaast beschikt over een geldig buitenlands rijbewijs, zich niet schuldig maakt aan het strafbare feit van artikel 9 lid 2, eerste volzin, WVW 1994. Deze opvatting is onjuist.

2.5

Het cassatiemiddel faalt.

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 januari 2023.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature