Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/04502
Datum 21 april 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT NOORD-HOLLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naarde beschikking in de zaak C/15/331384 / FA RK 22-4031 van de rechtbank Noord-Holland van 31 augustus 2022.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Uitgangspunten en feiten
2.1In deze procedure heeft de officier van justitie verzocht een machtiging te verlenen tot voortzetting van de crisismaatregel die aan betrokkene is opgelegd.
2.2
Bij het verzoekschrift is onder meer een medische verklaring overgelegd van een niet bij de behandeling betrokken psychiater, die betrokkene via beeldbellen heeft onderzocht.
2.3
De advocaat van betrokkene heeft onder meer als verweer aangevoerd dat de medische verklaring niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen omdat de psychiater betrokkene niet in fysieke aanwezigheid heeft onderzocht maar via beeldbellen.
2.4
De rechtbank heeft een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor de duur van drie weken. Daartoe heeft de rechtbank, voor zover in cassatie van belang, als volgt overwogen:
“2.5. Ter zitting heeft de arts [HR: een andere arts dan de psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld] verklaard dat medische beoordelingen in het kader van de Wvggz heel vaak door de onafhankelijke psychiater worden verricht met behulp van beeldbellen. De achtergrond daarvan is een logistieke reden: op zondagen is in de regio Noord-Holland-Noord één psychiater verantwoordelijk voor de hele noordkant en hij heeft dan meerdere dienstkoppels onder zijn hoede. Gelet op de omvang van de regio en de reisafstanden lukt het vaak niet om in crisissituaties een fysiek medisch onderzoek te verrichten. De vaste procedure in de regio Noord-Holland-Noord is dat tijdens het medisch onderzoek door de psychiater wel een arts en een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige bij betrokkene fysiek aanwezig zijn. De arts heeft ter zitting in het computersysteem de bevestiging gevonden dat die procedure ook in dit geval is gevolgd. Het onderzoek is verricht toen betrokkene in een politiecel verbleef in aanwezigheid van een arts-in-opleiding-tot-specialist en een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat de onafhankelijke psychiater in dit geval heeft mogen volstaan met medisch onderzoek met behulp van een beeldbelverbinding en dus buiten de fysieke aanwezigheid van betrokkene. De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek heeft plaatsgevonden in een crisissituatie, nu uit de medische verklaring en het Informatierapport Wvggz van de politie blijkt dat betrokkene ten tijde van het onderzoek gefixeerd in een politiecel verbleef omdat hij agressief en dreigend was. Ook betrekt de rechtbank bij dit oordeel dat het onderzoek op zondagochtend om 05:35 uur heeft plaatsgevonden, terwijl er op dat moment maar één psychiater beschikbaar was om crisisbeoordelingen te verrichten in een geografisch groot gebied. Het verrichten van medisch onderzoek met behulp van beeldbellen kan relatief snel plaatsvinden omdat de reistijd wordt bespaard. Dat is in crisissituaties ook in het belang van de betrokkene, omdat er sneller door een onafhankelijke psychiater kan worden beoordeeld of het uitvaardigen van een maatregel op grond van de Wvggz aangewezen is. Door de aanwezigheid van een arts-in-opleiding-tot-specialist en een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige bij betrokkene tijdens het medisch onderzoek is naar het oordeel van de rechtbank aan de zorgvuldigheidseisen voldaan
2.7.
De rechtbank is verder van oordeel dat het medisch onderzoek door de onafhankelijke psychiater met behulp van een beeldbelverbinding in dit geval toereikend is geweest. Uit de verklaring blijkt dat de psychiater de dreigementen en ontremming zelf heeft waargenomen en dat betrokkene manische en psychotische verschijnselen vertoont. De psychiater heeft geconstateerd dat een wederkerig gesprek met betrokkene niet mogelijk is, omdat betrokkene vooral incoherent praat en gaat dreigen. Uit de vermelding in de medische verklaring dat de psychiater het horen van betrokkene zinloos acht door zijn ontremming, incoherente spraak en dreiging, leidt de rechtbank af dat een medisch onderzoek in de fysieke aanwezigheid van betrokkene geen ander medisch beeld had opgeleverd.
2.8.
Nu de medische verklaring tot stand is gekomen op een wijze die de rechtbank in overeenstemming acht met de wet en de jurisprudentie, kan deze dienen als basis voor de verzochte machtiging en zal de rechtbank het verzoek verder beoordelen.”
3 Beoordeling van het middel
3.1Het middel klaagt in de eerste plaats dat het onderzoek door de psychiater niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet, nu dit onderzoek niet in fysieke aanwezigheid van betrokkene heeft plaatsgevonden en niet blijkt dat betrokkene heeft geweigerd mee te werken aan dergelijk onderzoek. De rechtbank heeft daarom niet kunnen oordelen dat de medische verklaring tot stand is gekomen op een wijze die in overeenstemming is met de wet en de jurisprudentie en dat deze kan dienen als basis voor de verzochte machtiging, aldus het middel.
3.2
De psychiater dient het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.
3.3
In de medische verklaring heeft de psychiater niet toegelicht waarom betrokkene niet in diens fysieke aanwezigheid maar via beeldbellen is onderzocht. Ter zitting heeft een arts verklaard (zie hiervoor in 2.4) dat beoordelingen door de psychiater in het kader van de Wvggz heel vaak worden verricht door middel van beeldbellen en dat dit een logistieke achtergrond heeft: op zondagen is in de regio Noord-Holland-Noord één psychiater verantwoordelijk voor de hele noordkant en gelet op de reisafstanden lukt het vaak niet om in crisissituaties een fysiek medisch onderzoek te verrichten.
3.4
De verklaring van de arts ter zitting houdt in dat de keuze van de psychiater om betrokkene via beeldbellen te onderzoeken berust op de algemene omstandigheid dat op zondagen slechts één psychiater in de regio Noord-Holland-Noord beschikbaar is. Uit hetgeen hiervoor in 3.2 is overwogen volgt echter dat een onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene uitgangspunt dient te zijn en dat van dit uitgangspunt slechts kan worden afgeweken indien een onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene in de omstandigheden van het concrete geval redelijkerwijs niet mogelijk is. De omstandigheid dat ten aanzien van de betrokkene sprake is van een crisissituatie die – in de eerste plaats in het belang van de betrokkene zelf – zo spoedig mogelijk moet worden beëindigd, kan hierbij een rol spelen, maar is op zichzelf niet voldoende.
3.5
Uitgaand van de verklaring van de arts ter zitting vond het onderzoek plaats op een moment waarop in de regio slechts één psychiater beschikbaar was. De verklaring houdt echter niet in dat het op dat moment voor deze psychiater redelijkerwijs niet mogelijk was betrokkene in diens fysieke aanwezigheid te onderzoeken. De hiervoor in 3.1 weergegeven klacht is derhalve gegrond.
3.6
De overige klachten van het middel kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).
4 Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 31 augustus 2022;
- wijst het geding terug naar die rechtbank ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 21 april 2023.
Zie HR 25 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1509, rov. 3.1.4; HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2015, rov. 3.2.