Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/04216
Datum 21 april 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT NOORD-NEDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/17/185059 / FA RK 22-1185 van de rechtbank Noord-Nederland van 11 augustus 2022.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 11 augustus 2022 en tot terugwijzing.
2 Uitgangspunten en feiten
2.1In deze procedure heeft de officier van justitie verzocht een aansluitende zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene te verlenen voor de duur van twaalf maanden.
2.2
Bij het verzoekschrift is onder meer een medische verklaring overgelegd van een niet bij de behandeling betrokken psychiater, die betrokkene via beeldbellen heeft onderzocht. De psychiater heeft deze wijze van onderzoek in de medische verklaring als volgt toegelicht:
“De beoordeling werd via beeldbellen gedaan. Dit is van tevoren met onderzochte besproken, zij was akkoord. Tijdens de beoordeling is gebleken dat een digitale beoordeling zo ook goed mogelijk was, zij heeft goed antwoord gegeven op de vragen, het was goed mogelijk om het psychiatrisch beeld te beoordelen. Verder is het belangrijk om te benoemen dat tijdens de covid pandemie er uitgebreide en positieve ervaring is opgedaan met beeldbellen. Uit gericht pilotonderzoek is ook gebleken dat dergelijke beoordelingen kwalitatief gelijkwaardig zijn aan fysieke beoordelingen. Beeldbellen vindt plaats via een beveiligde verbinding. Beoordelingen worden enkel middels beeldbellen ingepland als er vooraf instemming van de onderzochte is. Doordat een deel van de beoordelingen via beeldbellen kan is het mogelijk om de beoordelingen te blijven doen in deze tijden van schaarste. Algemene voordelen die verder genoemd kunnen worden zijn: veel betrokkenen vinden een beeldbelbeoordeling gemakkelijker en minder ingrijpend als ze op deze manier thuis kunnen blijven met een vertrouwde casemanager erbij; het is duurzamer doordat er minder reisbewegingen nodig zijn, er is minder risico op covid besmettingen (is blijvend risico vanwege meerdere redenen; somatisch kwetsbare mensen, uitval werknemers door ziekte, long covid etc).”
2.3De advocaat van betrokkene heeft onder meer als verweer aangevoerd dat de medische verklaring niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen omdat de psychiater betrokkene niet in fysieke aanwezigheid heeft onderzocht maar via beeldbellen.
2.4
De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden. Daartoe heeft de rechtbank, voor zover in cassatie van belang, als volgt overwogen:
“2.4. De rechtbank constateert met de advocaat dat het onderzoek door middel van beeldbellen heeft plaatsgevonden. De rechtbank constateert echter eveneens dat uit de medische verklaring blijkt dat hiervoor vooraf toestemming van betrokkene is gevraagd. Betrokkene is hiermee akkoord gegaan. Voorts blijkt dat betrokkene coöperatief was en goed antwoord kon geven op alle vragen. De onafhankelijke onderzoeker geeft aan dat een beoordeling van het psychiatrisch beeld goed mogelijk was. Bovendien is ter mondelinge behandeling niet gebleken dat deze manier van beoordelen een ander beeld van betrokkene naar voren heeft gebracht, dan wel dat betrokkene andere of meer informatie zou hebben gegeven indien zij gehoord zou zijn in fysieke aanwezigheid. Ook ter mondelinge behandeling komt een eenduidig beeld naar voren, passend bij hetgeen in de medische verklaring is beschreven. Zowel de aanwezige zorgverantwoordelijke, de sociaal psychiatrisch verpleegkundige, alsook de curator van betrokkene herkennen het in de medisch verklaring geschetste beeld. Nu daarbij ook niet blijkt dat betrokkene door deze manier van onderzoeken in haar belangen is geschaad, gaat de rechtbank voorbij aan het door de advocaat opgeworpen bezwaar.”
3 Beoordeling van het middel
3.1Het middel klaagt dat het onderzoek door de psychiater niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet, nu dit onderzoek niet in fysieke aanwezigheid van betrokkene heeft plaatsgevonden en niet is gebleken dat een onderzoek in fysieke aanwezigheid onmogelijk of onverantwoord was. Dat betrokkene volgens de medische verklaring akkoord is gegaan met onderzoek via beeldbellen maakt dit volgens het middel niet anders. Niet gebleken is dat betrokkene de keuze had tussen een onderzoek in persoon en een onderzoek via beeldbellen; bovendien heeft betrokkene een verstandelijke beperking zodat het de vraag is of betrokkene heeft begrepen dat zij een keuze had, aldus het middel.
3.2
De psychiater dient het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.
3.3
Uit de hiervoor in 2.2 weergegeven toelichting van de psychiater in de medische verklaring blijkt niet van omstandigheden die kunnen meebrengen dat een onderzoek in fysieke aanwezigheid van betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk was. De daarin vermelde omstandigheden (zoals personele schaarste, vermindering van reisbewegingen, positieve ervaringen die zijn opgedaan met beeldbellen) zijn van algemene aard en brengen niet mee dat in dit concrete geval een onderzoek in fysieke aanwezigheid van betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk was, zoals bedoeld in de hiervoor in 3.2 vermelde rechtspraak. Het stond de rechtbank niet vrij om desondanks de verzochte zorgmachtiging te verlenen.
3.4
De omstandigheid dat betrokkene volgens de medische verklaring is ingegaan op het voorstel om het onderzoek te doen via beeldbellen doet niet af aan hetgeen hiervoor in 3.3 is overwogen.
3.5
De hiervoor in 3.1 weergegeven klachten zijn dus gegrond.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 11 augustus 2022;
- wijst het geding terug naar die rechtbank ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.H. Sieburgh en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 21 april 2023.
Zie HR 25 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1509, rov. 3.1.4; HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2015, rov. 3.2.