< Terug naar de zoekresultaten

Opties voor deze uitspraak



Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Economische zaak. Verontreiniging oppervlaktewater door uitstroom percolaat uit voorraadberg granuliet op terrein van vennootschap t.g.v. regenval en realiseren van drainagegeul in oever richting oppervlaktewater, art. 6.2 Waterwet. 1. Heeft hof in strijd met art. 358.3 Sv verzuimd te beslissen op kwalificatieverweren, inhoudende dat sprake was van ‘afvloeiend hemelwater’, dat geen sprake was van ‘visuele verontreiniging’ a.b.i. art. 3.33 Activiteitenbesluit milieubeheer en dat geen sprake was van ‘percolaat’? 2. Heeft hof de verweren van verdediging op de juiste wijze geciteerd en geïnterpreteerd? 3. Heeft hof miskend dat eerst moet worden vastgesteld dat geen sprake is van vrijstellingen in de zin van art. 6.2.1.b Waterwet, voordat kan worden vastgesteld dat sprake kan zijn van overtreding van lozingsverbod van art. 6.2.1 Waterwet? 4. Kan overtreding aan verdachte rechtspersoon worden toegerekend, nu kraanmachinist tegen regels en instructies in op eigen houtje heeft besloten greppel te graven van berg naar water in haven?

HR: art. 81.1 RO.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 21/04788 E

Datum 21 maart 2023

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, economische kamer, van 11 november 2021, nummer 23-000638-20, in de strafzaak

tegen

[verdachte],

gevestigd te [vestigingsplaats],

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.H. Gaastra, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 maart 2023.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature