< Terug naar de zoekresultaten

Opties voor deze uitspraak



Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Onttrekking aan het verkeer van auto met ‘verborgen ruimte’ door politierechter, niettegenstaande vrijspraak (art. 36b.1.3 Sr) van opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van 996 gram cocaïne (art. 2.B en 2.C Opiumwet). Is auto vatbaar voor onttrekking aan het verkeer? HR herhaalt relevante overweging uit HR:2005:AR7626 over vereiste dat ongecontroleerd bezit, juist i.v.m. aard van voorwerp, in strijd is met wet of algemeen belang. Pr heeft overwogen dat zich in auto ‘verborgen ruimte’ bevond, dat auto is gebruikt voor vervoeren cocaïne in die ruimte en dat wanneer auto zou worden teruggegeven deze opnieuw kan worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. In aanmerking genomen dat Pr geen nadere vaststellingen heeft gedaan over bedoelde verborgen ruimte, is kennelijk oordeel dat auto van zodanige aard is dat ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met algemeen belang en wet niet toereikend gemotiveerd.

Volgt vernietiging t.a.v. onttrekking aan het verkeer en terugwijzing. CAG (strekking): vernietiging zonder terugwijzing.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 21/02610

Datum 14 februari 2023

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 4 juni 2021, nummer 05-056555-21, in de strafzaak

tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D. Bektesevic, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis maar uitsluitend voor wat betreft de opgelegde maatregel van onttrekking aan het verkeer.

2 Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van de politierechter dat de inbeslaggenomen personenauto vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer.

2.2

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij opzettelijk ongeveer 996 gram cocaïne heeft vervoerd dan wel aanwezig heeft gehad. De politierechter heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Het vonnis van de politierechter houdt onder meer in:

“De politierechter zal beslissen dat het in beslag genomen voorwerp, te weten 1 STK personenauto, wordt onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet. Wanneer de auto zou worden teruggegeven, zou deze eventueel opnieuw kunnen worden gebruikt om strafbare feiten mee te plegen. In de auto zat namelijk een verborgen ruimte waar de cocaïne in was verborgen.

Daarnaast was er een onbekende dader die een misdrijf heeft gepleegd door met de auto cocaïne te vervoeren.”

2.3.1

Artikel 36c van het Wetboek van Strafrecht luidt:

“Vatbaar voor onttrekking aan het verkeer zijn alle voorwerpen:1°. die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het feit zijn verkregen;2°. met betrekking tot welke het feit is begaan;3°. met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid;4°. met behulp van welke de opsporing van het feit is belemmerd;5°. die tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd;een en ander voor zover zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.”

2.3.2

Uit de voorwaarde voor onttrekking aan het verkeer dat de betreffende voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang volgt dat het moet gaan om een voorwerp waarvan de aard relevant is in die zin dat het ongecontroleerde bezit, al dan niet in samenhang met het redelijkerwijs te verwachten gebruik daarvan, juist in verband met die aard, in strijd is met de wet of het algemeen belang. (Vgl. HR 8 maart 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7626.)

2.4

De politierechter heeft overwogen dat zich in de personenauto een ‘verborgen ruimte’ bevond, dat de auto is gebruikt voor het vervoeren van cocaïne in die ruimte en dat wanneer de auto zou worden teruggegeven deze opnieuw kan worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Gelet op wat onder 2.3 is overwogen en in aanmerking genomen dat de politierechter geen nadere vaststellingen heeft gedaan over de bedoelde verborgen ruimte is het kennelijke oordeel van de politierechter dat de auto van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet niet toereikend gemotiveerd.

2.5

Het cassatiemiddel slaagt.

3 Beslissing

De Hoge Raad:

- vernietigt de uitspraak van de politierechter in de rechtbank Gelderland, maar uitsluitend wat betreft de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen personenauto;

- wijst de zaak terug naar de rechtbank Gelderland, opdat de zaak wat betreft dat inbeslaggenomen voorwerp opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren J.C.A.M. Claassens en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 februari 2023.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature